NL8900717A

NL8900717A - SINGLE CHANNEL COMMUNICATION BUS SYSTEM.

Info

Publication number: NL8900717A
Application number: NL8900717A
Authority: NL
Original assignee: Philips Nv
Priority date: 1989-03-23
Filing date: 1989-03-23
Publication date: 1990-10-16
Also published as: JPH02285745A

Description

N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken te Eindhoven. Eénkanaais-communicatiebussysteem.N.V. Philips' Incandescent lamp factories in Eindhoven. Single channel communication bus system.

A. Achtergrond van de uitvinding A(1) Gebied van de uitvindingA. Background of the Invention A (1) Field of the Invention

De uitvinding heeft in zijn algemeenheid betrekking op een éénkanaals-communicatiebussysteem waarin een aantal stations onderling met elkaar kunnen communiceren via een communicatiebus. Deze stations omvatten elk in het bijzonder een apparaat van een audio- -videosysteem zoals een CD-speler, een videoplatenspeler, een audio-tuner een videotuner, een audiorecorder( een videorecorder, een speaker, een TV-mon.itor, een teletext decoder enzovoorts.The invention generally relates to a one-channel communication bus system in which a number of stations can communicate with each other via a communication bus. These stations each include in particular a device of an audio video system such as a CD player, a video record player, an audio tuner a video tuner, an audio recorder (a video recorder, a speaker, a TV monitor, a teletext decoder and so on.

A(2) Beschrijving van de stand van de techniekA (2) Description of the prior art

Reeds vele jaren zijn stand-alone apparaten zoals televisie-ontvangers, video-recorders, audio-apparatuur, maar ook wordprocessors, kleine kantoormachines, telexmachines, enzovoorts voorzien van microcomputers die hun werking besturen. Dit leidde indertijd tot een verzoek om deze "geïsoleerde intelligenties" met elkaar te verbinden. Immers zou het zeer aantrekkelijk zijn indien bijvoorbeeld door het stellen van de video-recorder in de weergave mode, de televisie-ontvanger automatisch zou worden ingeschakeld en afgestemd op het video-recorder weergeefkanaal. Het antwoord op dit verzoek werd het éénkanaals-communicatiebussysteem. Dit omvat een communicatiebus die wordt gevormd door een enkele geleider of een getwist paar geleiders en een aantal bus-interface schakelingen, elk bedoeld om één apparaat op de communicatiebus aan te sluiten. Opgemerkt zij dat de samenstelling apparaat en bijbehorende bus-interfaceschakeling vaak met station wordt aangeduid, terwijl de communicatiebus zelf eventueel ook met optische middelen kan worden gerealiseerd.For many years, stand-alone devices such as television receivers, video recorders, audio equipment, but also word processors, small office machines, telex machines, etc., have been equipped with micro-computers that control their operation. At the time, this led to a request to connect these "isolated intelligences". After all, it would be very attractive if, for example, by setting the video recorder in the reproduction mode, the television receiver would be automatically switched on and tuned to the video recorder display channel. The answer to this request became the one-channel communication bus system. This includes a communication bus formed by a single conductor or a twisted pair of conductors and a number of bus interface circuits, each intended to connect one device to the communication bus. It should be noted that the composition of the device and the associated bus interface circuit is often referred to as a station, while the communication bus itself can optionally also be realized by optical means.

Door middel van zo'n éénkanaals-communicatiebus-systeem kunnen allerlei boodschappen van een eerste station naar elk willekeurig ander station worden overgedragen en kan dit eerste station boodschappen ontvangen die door elk willekeurig ander station worden uitgezonden. Omdat een boodschap die door een bepaald station wordt uitgezonden over het algemeen voor slechts één ander station bedoeld zal zijn, wordt aan elk station een stationsadres toegekend en wordt voorafgaand aan elke boodschap een bestemmingsadres uitgezonden; dit is het stationsadres van het station waarvoor de boodschap bedoeld is. In elk station wordt een ontvangen bestemmingsadres vergeleken met het eigen stationsadres en als beide met elkaar overeenkomen wordt de boodschap door het betreffende station opgenomen en verwerkt. Onmiddellijk nadat het station het bestemmingsadres heeft geïdentificeerd als zijn stationsadres, zendt het een beantwoordings s ignaal uit, waarmee het aan het zendende station te kennen geeft dat het in staat en bereid is boodschappen te ontvangen. Deze procedure wordt uitgevoerd door de bus-interface schakeling die daartoe is voorzien van een microbesturingsschakeling.By means of such a one-channel communication bus system, all kinds of messages can be transferred from a first station to any other station and this first station can receive messages broadcast by any other station. Since a message broadcast by a particular station will generally be intended for only one other station, a station address is assigned to each station and a destination address is broadcast prior to each message; this is the station address of the station for which the message is intended. In each station, a received destination address is compared with its own station address and if both match, the message is recorded and processed by the respective station. Immediately after the station has identified the destination address as its station address, it sends a reply signal, indicating to the sending station that it is capable and willing to receive messages. This procedure is performed by the bus interface circuit which is equipped with a micro-control circuit for this purpose.

A(3) Probleem dat de uitvinding beoogt op te lossenA (3) Problem that the invention aims to solve

Zoals hierboven vermeld heeft elk station zijn eigen unieke stationsadres. Deze stationsadressen zijn in overleg tussen fabrikanten gestandaardiseerd. Het gevolg hiervan is dat bijvoorbeeld elke TV-monitor het stationsadres A krijgt toegewezen, elke videorecorder stationsadres B, elke luidspreker stationsadres C, enzovoorts. Wanneer nu op een communicatiebus verschillende apparaten van dezelfde soort zijn aangesloten, bijvoorbeeld twee of drie videorecorders, dan zullen die allemaal dezelfde boodschap opnemen en uitvoeren. Dit zal niet altijd in overeenstemming zijn met de bedoeling van de gebruiker. Hij zal veel meer de bedoeling hebben al zijn videorecorders onafhankelijk van elkaar te kunnen laten funktioneren en bedienen. Om dit te ondervangen kan de gebruiker de mogelijkheid worden geboden zelf een stationsadres aan het station toe te kennen en een voor opslag daarvan aangewezen stationsadresgeheugen dienovereenkomstig te programmeren. In de praktijk blijken veel gebruikers echter niet goed in staat te zijn zelfstandig de daartoe benodigde akties op de juiste wijze uit te voeren.As mentioned above, each station has its own unique station address. These station addresses have been standardized in consultation between manufacturers. As a result, for example, each TV monitor is assigned station address A, each VCR station address B, each speaker station address C, and so on. Now if several devices of the same type are connected to a communication bus, for example two or three video recorders, they will all record and output the same message. This will not always be in accordance with the intent of the user. He will have much more intention of having all his video recorders function and operate independently of each other. To overcome this, the user may be offered the option of assigning a station address to the station himself and programming a station address memory designated for storage thereof accordingly. In practice, however, many users appear to be unable to independently perform the actions required for this purpose in the correct manner.

De uitvinding beoogt een communicatiebussysteem aan te geven waarin enerzijds die gebruikers die over niet meer dan één apparaat van een bepaald type beschikken (bijvoorbeeld videorecorder) niet worden lastig gevallen met het instellen van een stationsadres, en anderzijds om voor die gebruikers die over méér dan één apparaat van een bepaald type beschikken de instelling van de benodigde stationsadressen, gebruikersvriendelijk te laten verlopen.The object of the invention is to provide a communication bus system in which, on the one hand, those users who do not have more than one device of a certain type (for example, a video recorder) are not bothered with setting a station address, and on the other hand, for those users who have more than one device of a particular type have the necessary station addresses set up to be user-friendly.

B. Samenvatting en werking van de uitvindingB. Summary and operation of the invention

Voor het ondervangen van het bovengenoemde probleem en voor het verwezenlijken van de aangegeven doelstellingen is overeenkomstig de uitvinding de interfaceschakeling ingericht voor het uitvoeren van een initialiseringsprogramma voor het vaststellen van het eigen stationsadres, in welk initialiseringsprogramma door de interfaceschakeling een aantal verschillende stationsadressen in een voorafbepaalde volgorde worden gegenereerd en uitgezonden als bestemmingsadressen, welk genereren en uitzenden wordt gestopt zodra geen beantwoordingssignaal van enig ander station wordt ontvangen en waarbij het laatst gegenereerde en uitgezonden stationsadres aan dit station wordt toegekend.In order to overcome the above-mentioned problem and to achieve the stated objectives, according to the invention the interface circuit is arranged for executing an initialization program for determining the own station address, in which initialization program by the interface circuit a number of different station addresses in a predetermined order are generated and broadcast as destination addresses, which generation and broadcast is stopped as soon as no reply signal is received from any other station and the last generated and broadcast station address is assigned to this station.

Zoals hierboven reeds is aangegeven betekent het toekennen van een adres aan een station dat zo'n adres wordt opgeslagen in een daarvoor aangewezen geheugenlocatie in de interfaceschakeling en meer in het bijzonder in de daarvan deel uitmakende microbesturingsschakeling.As already indicated above, assigning an address to a station means that such an address is stored in a designated memory location in the interface circuit and more particularly in the micro-control circuit forming part thereof.

De werking van de interfaceschakeling volgens de uitvinding zal beslist duidelijk worden aan de hand van het volgende.The operation of the interface circuit according to the invention will certainly become clear from the following.

Wordt op de communicatiebus een nieuw station; bijvoorbeeld videorecorder aangesloten, dan zal zijn interfaceschakeling een aantal malen na elkaar doen alsof hij een boodschap wenst uit te zenden naar een station met een stationsadres dat gelijk is aan dat van hemzelf. Wordt daarop geen beantwoordingssignaal ontvangen, dan wordt ervan uitgegaan dat er nog geen videorecorder op de communicatiebus is aangesloten en wordt aan deze nieuwe videorecorder dit stationsadres toegewezen. Is er wel reeds een videorecorder op de communicatiebus aangesloten dan ontvangt de nieuwe videorecorder een beantwoordingssignaal. Hij verhoogt daarop het stationsadres met één en zendt vervolgens dit nieuwe stationsadres als bestemmingsadres uit. Wordt nu weer een beantwoordingssignaal ontvangen dan weet hij dat er tenminste twee videorecorders reeds op de communicatiebus waren aangesloten. Hij verhoogt daarop het stationsadres weer met één en zendt het vervolgens als bestemmingsadres uit.Becomes a new station on the communication bus; for example video recorder connected, its interface circuit will pretend several times in succession as if it wishes to send a message to a station with a station address equal to its own. If no response signal is received, it is assumed that no video recorder has yet been connected to the communication bus and this new video recorder is assigned this station address. If a video recorder is already connected to the communication bus, the new video recorder will receive an answer signal. He then increases the station address by one and then broadcasts this new station address as the destination address. If a reply signal is now received again, he knows that at least two video recorders were already connected to the communication bus. He then increases the station address by one again and then sends it out as the destination address.

Wordt daarop geen beantwoordingssignaal ontvangen dan kent hij dit laatste stationsadres aan zichzelf toe.If no reply signal is received, he assigns the latter station address to himself.

Zoals uit het bovenstaande moge blijken, wordt van de gebruiker geen andere handeling vereist dan het toevoeren van voedingsspanning aan het nieuwe station, waarna het iniatiliseringsprogramma autonoom verloopt.As can be seen from the above, the user is not required to perform any action other than supplying power to the new station, after which the initialization program proceeds autonomously.

C- ReferentieC- Reference

Single-Chips 8-Bit Microcontrollers;Single-Chips 8-Bit Microcontrollers;

User manual 1988, Philips Electronic Components and Materials;User manual 1988, Philips Electronic Components and Materials;

Hoofdstuk 3; The MAB 8051/C51/52 microcontroller family Hoofdstuk 11: The D2B specification.Chapter 3; The MAB 8051 / C51 / 52 microcontroller family Chapter 11: The D2B specification.

n. Korte Beschrijving van de figurenn. Brief Description of the Figures

Figuur 1 toont schematisch de algemene opbouw van een éénkanaals-communicatiesysteem;Figure 1 schematically shows the general structure of a one-channel communication system;

Figuur 2 toont schematisch de communicatie-operatie die op de communicatiebus wordt uitgevoerd;Figure 2 schematically shows the communication operation performed on the communication bus;

Figuur 3 toont een stroomdiagram voor het bepalen van het stationsadres van een station.Figure 3 shows a flow chart for determining the station address of a station.

E. Toelichting op de uitvinding E(1) De algemene opbouw van het communicatiebussysteemE. Explanation of the invention E (1) The general structure of the communication bus system

In figuur 1 is schematisch een éénkanaals-communicatiebussysteem aangegeven. Dit omvat een communicatiebus 1 bestaande uit twee datalijnen 11 en 12. Op deze communicatiebus zijn in dit geval drie stations 2, 3 en 4 aangesloten. Elk station bestaat uit een apparaat 21, 31, 41 dat met behulp van een interfaceschakeling 22, 32, 42, op de datalijnen 11 en 12 is aangesloten. Zoals reeds is opgemerkt kan zo'n apparaat zijn, een TV monitor, een videorecorder, een audiorecorder, een audiotuner enzovoorts. De communicatiebus is bedoeld om stuursignalen over te dragen van een eerste station naar een tweede station. Sommige stations zullen daarbij als meesterstation optreden, andere als bestemmingsstation. Sommige stations zullen optreden als zender van data, sommige als ontvanger. Voorts zijn allerlei gemengde of afwisselende situaties mogelijk. De hier te bespreken communicatie-operaties op de communicatiebus worden door de interfaceschakelingen uitgevoerd. Als interfaceschakeling kan bijvoorbeeld worden gebruikt de zogenaamde Microcontroller MAB 5051 die uitvoerig is beschreven in hoofdstuk 3 van de referentie. Om de verschillende stations van elkaar te kunnen onderscheiden is elke interfaceschakeling voorzien van een geheugenlocatie 23, 33, 43 waarin een stationsadres is opgeslagen. Een typisch stationsadres bestaat daarbij uit twaalf bits.Figure 1 schematically shows a one-channel communication bus system. This comprises a communication bus 1 consisting of two data lines 11 and 12. In this case, three stations 2, 3 and 4 are connected to this communication bus. Each station consists of a device 21, 31, 41 which is connected to data lines 11 and 12 by means of an interface circuit 22, 32, 42. As already noted, such a device can be a TV monitor, a VCR, an audio recorder, an audio tuner and so on. The communication bus is intended to transfer control signals from a first station to a second station. Some stations will act as master stations, others as destination stations. Some stations will act as a transmitter of data, some as a receiver. In addition, all kinds of mixed or alternating situations are possible. The communication operations on the communication bus to be discussed here are performed by the interface circuits. As an interface circuit, the so-called Microcontroller MAB 5051 can be used, which is described in detail in chapter 3 of the reference. In order to be able to distinguish the different stations from each other, each interface circuit is provided with a memory location 23, 33, 43 in which a station address is stored. A typical station address consists of twelve bits.

E(2) De communicatie-operatieE (2) The communication operation

In figuur 2 is bij A de reeds in referentie 1 uitvoerig beschreven algemene struktuur aangegeven van een communicatie-operatie op informatie-niveau. Zo'n communicatie-operatie begint met een startbit ST. Dit wordt gevolgd door een modeveld MO waarin een aantal zogenaamde mode-indicatiebits worden overgedragen. Een typisch aantal mode-indicatiebits is drie. Zij geven de snelheid aan waarmee de hierna volgende informatie verzonden zal worden. Er zijn namelijk een beperkt aantal genormeerde zendfrequenties gedefinieerd. Dit modeveld wordt gevolgd door een meesterstationsadresveld MSA. In dit veld wordt het twaalf bits meesterstationsadres overgedragen van het station dat een informatie wenst uit te zenden naar een bestemmingsstation. Het twaalf bits bestemmingsstationsadres wordt vervolgens overgedragen in het bestemmingsstationsadresveld SSA. Als een station het bestemmingsstationsadres herkent zendt het een beantwoordingscode uit in een beantwoordingscodeveld ACI. Wordt deze beantwoordingscode niet ontvangen, dan betekent dit dat het bedoelde bestemmingsstation niet aanwezig is of niet functioneert, dan wel dat het bestemmingsstationsadres verminkt door het bestemmingsstation wordt ontvangen. Tussen deze drie mogelijkheden wordt geen onderscheid gemaakt. Steeds wordt in deze gevallen de communicatie gestopt na het beantwoordingscodeveld. Heeft het bestemmingsstation wel een beantwoordingscode uitgezonden, dan zendt het meesterstation in een besturingsveld CF een besturingscode van bijvoorbeeld vier bits. Na ontvangst van deze besturingscode zendt het bestemmingsstation wederom een beantwoordingscode in een beantwoordingscodeveld ACII. Wordt deze tweede beantwoordingscode niet ontvangen door het meesterstation, dan wordt de communicatie gestopt. Heeft het meesterstation wel deze tweede beantwoordingscode ontvangen, dan treedt er een dataveld DF op. Daarin zendt het meesterstation data naar het bestemmingsstation, of omgekeerd. Het dataveld DF is opgedeeld in een aantal commandovelden DCF. Elk commandoveld omvat een databyte DB dat de eigenlijke informatie voorstelt, een EOD-veld (end-of data) waarin wordt aangegeven of er op dit commandoveld een verder commandoveld volgt en een beantwoordingscodeveld ACIII waarin het bestemmingsstation aangeeft dat de informatie correct is ontvangen. Wordt er geen beantwoordingscode ontvangen dan kan dat betekenen dat de eigenlijke informatie door transmissiefouten is verminkt, het bestemmingsstation na het overdragen van de besturingscode is uitgeschakeld, of dat het bestemmingsstation niet in staat is om de databyte te ontvangen en te bufferen, bijvoorbeeld omdat het verwerken van die informatie te lang duurt. In al die gevallen wordt het meesterstation in de herhaalstand gezet. Daarin wordt het desbetreffende commandoveld zo vaak gerepeteerd totdat uiteindelijk de beantwoordingscode wordt ontvangen. Als dit commandoveld niet de laatste was, wordt de herhaalstand verlaten en overgegaan naar het volgende commandoveld. Als dat wel het laatste veld is, wordt de communicatie-operatie afgesloten. Daarna kan een nieuwe communicatie-operatie worden gestart.In Figure 2, A indicates the general structure of a communication operation at the information level, which has already been described in detail in Reference 1. Such a communication operation starts with a start bit ST. This is followed by a fashion field MO in which a number of so-called fashion indication bits are transferred. A typical number of fashion indication bits is three. They indicate the speed with which the following information will be sent. Namely, a limited number of standardized transmission frequencies have been defined. This fashion field is followed by a master stations address field MSA. In this field, the twelve bit master station address is transmitted from the station wishing to transmit an information to a destination station. The twelve bit destination station address is then transmitted in the destination station address field SSA. When a station recognizes the destination station address, it sends a reply code in a reply code field ACI. If this reply code is not received, this means that the intended destination station is not present or does not function, or that the destination station address is received mutilated by the destination station. No distinction is made between these three options. In these cases, communication is always stopped after the answer code field. If the destination station has sent an answer code, the master station sends a control code of, for example, four bits in a control field CF. After receiving this control code, the destination station again sends a reply code in a reply code field ACII. If this second answer code is not received by the master station, communication is stopped. If the master station has received this second answer code, a data field DF will occur. In it, the master station sends data to the destination station, or vice versa. The DF data field is divided into a number of DCF command fields. Each command field comprises a data byte DB representing the actual information, an EOD (end-of-data) field indicating whether a further command field follows this command field and an answer code field ACIII in which the destination station indicates that the information has been correctly received. If no reply code is received, this may mean that the actual information has been corrupted due to transmission errors, the destination station has been switched off after the transmission of the control code, or that the destination station is unable to receive and buffer the data byte, for example because it is processing of that information takes too long. In all these cases, the master station is set to repeat mode. In it, the relevant command field is rehearsed so many times until the answer code is finally received. If this command field was not the last, the repeat mode is exited and moved to the next command field. If this is the last field, the communication operation is closed. A new communication operation can then be started.

Opgemerkt zij dat ter bescherming van de informatie tegen transmissiefouten, in de verschillende velden tevens een aantal pariteitsbits worden overgedragen.It is noted that in order to protect the information against transmission errors, a number of parity bits are also transferred in the different fields.

E(3) Het stationsadresE (3) The station address

In figuur 2 is bij B de algemene structuur aangegeven van een stationsadres. Het omvat een service-adres SA, een type-adres TA en een volgadres FA. Het service-adres SA bestaat bijvoorbeeld uit vier bits en kan dus zestien services onderscheiden, bijvoorbeeld een audio-video-service, een was-service, een kook/bak-service enz. Het type-adres TA bestaat bijvoorbeeld uit vijf bits, zodat binnen een service twee-en-dertig stations onderscheiden kunnen worden. Zo kan bijvoorbeeld binnen de was-service onderscheid worden gemaakt tussen een wasmachine, een wasdroger, een vaatwasmachine enz. en binnen de audio-video-service tussen een TV-monitor, een tuner, een videorecorder enz.In Figure 2, B indicates the general structure of a station address. It includes a service address SA, a type address TA and a tracking address FA. For example, the service address SA consists of four bits and can therefore distinguish sixteen services, for example an audio-video service, a laundry service, a cooking / baking service, etc. The type address TA, for example, consists of five bits, so that thirty-two stations can be distinguished within a service. For example, within the laundry service, a distinction can be made between a washing machine, a tumble dryer, a dishwasher, etc., and within the audio-video service, between a TV monitor, a tuner, a video recorder, etc.

In de praktijk zal het vaak voorkomen dat de gebruiker over een aantal apparaten van hetzelfde type beschikt; bijvoorbeeld over twee of meer videorecorders. Het volgadres FA geeft hem de mogelijkheid tussen deze apparaten van hetzelfde type onderscheid te maken. Dit volgadres bestaat bijvoorbeeld uit drie bits waardoor acht apparaten van dezelfde soort kunnen onderscheiden worden.In practice, it will often happen that the user has a number of devices of the same type; for example, over two or more video recorders. The tracking address FA allows him to distinguish between these devices of the same type. This tracking address consists, for example, of three bits, so that eight devices of the same type can be distinguished.

E(4) De initialiseringE (4) The initialization

Zoals in de voorgaande paragraaf reeds is opgemerkt omvat een stationsadres, een service-adres, een type-adres en een volgadres. Service-adres en type-adres zijn tussen fabrikanten afgesproken en worden in de praktijk door de fabrikant in het stationsadresgeheugen van de interfaceschakeling geprogrammeerd. Het programmeren van het volgadres zal in de praktijk aan de gebruiker worden overgelaten en heeft pas plaats nadat het betreffende apparaat met behulp van de interfaceschakeling op de communicatiebus 1 is aangesloten. Daartoe omvat deze interfaceschakeling een initialiseringsprogramma dat bijvoorbeeld de in Figuur 3 aangegeven stappen omvat en dat wordt uitgevoerd zodra het apparaat is ingeschakeld. Meer in het bijzonder wordt daarbij in een eerste stap 50 het volgadres FA op nul gezet. Vervolgens wordt in een stap 51 het startbit ST op de communicatiebus gezet, dan in een stap 52 de modebits van het modevelde MO, vervolgens in een stap 53 het stationsadres MSA van dit station met FA = 0 en tenslotte in een stap 54 het bestemmingsstationsadres SSA van het bestemmingsstation waarmee communicatie gewenst is. Meer in het bijzonder wordt hierbij het bestemmingsstationsadres SSA gelijk genomen aan het stationsadres MSA van dit meesterstation. In een stap 55 wordt nu gewacht op een beantwoordingscode. Treedt deze op in het beantwoordingscodeveld ACI, (zodat ACI = 1), dan wordt in een stap 56 het volgadres met één verhoogd en worden de stappen 51 tot en met 55 opnieuw uitgevoerd. Telkens als er een beantwoordingscode optreedt (ACI = 1) betekent dit dat er op de communicatiebus een station is aangesloten dat hetzelfde service-adres, type-adres en volgadres heeft als het zendende meesterstation. Zodra er géén beantwoordingscode wordt ontvangen, betekent dit dat geen van de stations een stationsadres heeft dat overeenkomt met dat van dit meesterstation. Het laatste gebruikte volgadres FA wordt dan in een stap 57 opgeslagen in het stationsadresgeheugen en daarmee is dit initialiseringsprogramma ten einde.As noted in the previous paragraph, it includes a station address, a service address, a type address, and a tracking address. Service address and type address have been agreed between manufacturers and are in practice programmed by the manufacturer in the station address memory of the interface circuit. Programming the tracking address will in practice be left to the user and will only take place after the relevant device has been connected to the communication bus 1 using the interface circuit. To this end, this interface circuit includes an initialization program that includes, for example, the steps shown in Figure 3, which is executed once the device is turned on. More particularly, the tracking address FA is set to zero in a first step 50. Then, in a step 51, the start bit ST is put on the communication bus, then in a step 52 the mode bits of the model field MO, then in a step 53 the station address MSA of this station with FA = 0 and finally in a step 54 the destination station address SSA of the destination station with which communication is desired. More specifically, the destination station address SSA is taken equal to the station address MSA of this master station. A response code is now awaited in a step 55. If it occurs in the answer code field ACI (so that ACI = 1), then in a step 56 the tracking address is increased by one and steps 51 to 55 are performed again. Whenever a response code occurs (ACI = 1), this means that a station is connected to the communication bus that has the same service address, type address and tracking address as the transmitting master station. As soon as no reply code is received, this means that none of the stations have a station address that matches that of this master station. The last used tracking address FA is then stored in the station address memory in a step 57, and this initialization program is ended.

Opgemerkt zij dat, zoals in de referentie uitvoerig is beschreven, een meesterstation pas toegang krijgt tot de communicatiebus nadat een zogenaamde arbitrage procedure is afgehandeld. Bij deze arbitrage procedure zijn betrokken de mode-indicatiebits, de service-adres-bits en type-adres-bits, en nu tevens de volgadres-bits.It should be noted that, as described in detail in the reference, a master station only gains access to the communication bus after a so-called arbitration procedure has been completed. This arbitration procedure involves the mode indication bits, the service address bits and type address bits, and now also the tracking address bits.

Claims

A one-channel communication bus system comprising a communication bus with a number of stations connected thereto which can communicate with each other via the communication bus and each of which is assigned a unique station address, which stations are provided with an interface circuit arranged for calling up any destination station by the generating a destination station address from that destination station and for receiving a reply signal transmitted by the relevant destination station if the station address of that destination station corresponds to the broadcast destination station address, characterized in that the interface circuit of any station is further arranged to perform an initialization program under which the interface circuit generates and broadcasts a number of different destination station addresses in a predetermined order; this generation and broadcasting is stopped as soon as no reply signal is received from any other station and the last generated and broadcast destination station address is assigned to this station.

The station to be used in a one-channel communication bus system according to claim 1, comprising a unique station address and a programmable interface circuit for connecting the station to the communication bus, which interface circuit is arranged for calling any destination station connected to the communication bus by generating a destination station address from that destination station and receiving a reply signal transmitted by the destination station in question if the station address of that destination station corresponds to the broadcast destination station address, characterized in that the interface circuit is further arranged to carry out a an initialization program under which the interface circuit generates a number of different destination station addresses in a predetermined order; this generation is stopped as soon as no reply signal is received from any other station and the last destination destination station address generated is assigned to this station.

Station according to claim 2, characterized in that the initialization program is started following the switching on of the supply voltage of the station.