NL8800462A - Inrichting voor het bomberen van een werktuig van een buiginrichting. - Google Patents

Description

* NL 34.862-dV/Mvl

Inrichting voor het bomberen van een werktuig van een buiginrichting

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het bomberen van een werktuig van een buiginrichting met een onderbalk, een daarop gemonteerde wertuigtafel, een op en neer beweegbare bovenbalk, die nabij de uiteinden is gekop-5 peld met meetopnemers voor het meten van de verplaatsing van de bovenbalk.

Een dergelijke inrichting dient voor het instellen van een compensatie voor de doorvering, die de bovenbalk bij de hoge belastingen, die bij een buiginrichting optreden, 10 ondergaat. Bij de bekende inrichtingen is gewoonlijk een groot aantal over de lengte van het werktuig verdeelde instelelementen aangebracht, die slechts een plaatselijke ondersteuning van het werktuig verschaffen. Voorts moeten voor het instellen van een gewenste bombering alle 15 instelelementen nauwkeurig worden versteld. Aangezien bovendien alle instelelementen een verschillende vormgeving hebben en met betrekkelijk hoge nauwkeurigheid moeten worden vervaardigd, zijn de fabricagekosten van de bekende inrichting hoog.

20 De uitvinding beoogt een inrichting van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen, die eenvoudig is uitgevoerd en tegen relatief lage kosten kan worden vervaardigd.

Hiertoe wordt de inrichting volgens de uitvinding 25 gekenmerkt door twee vanuit een neutrale stand ten opzichte van elkaar verschuifbare, op elkaar geplaatste instelwiggen, die zich althans nagenoeg over de gehele lengte van het werktuig uitstrekken tussen het werktuig en de bijbehorende boven- of onderbalk, waarbij de tegen elkaar aan liggende 30 complementaire oppervlakken van de instelwiggen in langsdoorsnede een enigszins S-vormig gekromd verloop hebben, en waarbij het hoogste resp. laagste punt van de gekromde oppervlakken van de instelwiggen in de neutrale stand althans nagenoeg ter plaatse van de respectieve meetopnemers liggen.

35 Op deze wijze wordt een eenvoudig uitgevoerde inrichting verkregen, waarbij het werktuig over de gehele .8800462 2 lengte door de instelwiggen wordt ondersteund en waarbij de bediening van de instelwiggen vanaf de vrije uiteinden daarvan kan plaatsvinden.

Volgens een eenvoudige uitvoeringsvorm is de ene 5 instelwig vast aangebracht en de andere instelwig verschuifbaar .

In geval van een buiginrichting met grote lengte kan het verloop van de gekromde oppervlakken in verticale richting betrekkelijk groot worden, waardoor de inbouwhoogte 10 van de instelwiggen een nadeel wordt. Dit bezwaar kan volgens de uitvinding worden ondervangen, doordat de beide instelwiggen elk uit twee of meer met elkaar verbonden aaneensluitende instelwigdelen bestaan, waarbij de gekromde complementaire oppervlakken van de opeenvolgende instelwigdelen in verticale 15 richting zijn versprongen.

De machinale fabricage van de instelwiggen wordt eenvoudig, indien de instelwiggen uit relatief zacht staal zijn vervaardigd, waarbij de bewegende oppervlakken van de instelwig(gen) zijn voorzien van een laag brons.

20 Bij voorkeur zijn de instelwiggen gemonteerd op de onderbalk en in een uitsparing in de onderzijde van de werktuigtafel opgenomen.

De uitvinding wordt hierna nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin enkele uitvoeringsvoorbeelden 25. schematisch zijn weergegeven.

Fig. 1 is een perspectivisch aanzicht van een buiginrichting, die is uitgevoerd met een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding.

Fig. 2 is een gedeeltelijk weergegeven langsdoor-30 snede van de onderbalk en de werktuigtafel van de buiginrichting uit fig. 1, waarbij een bedieningsmechanisme van de ene instelwig is weergegeven.

Fig. 3 is een doorsnede volgens de lijn III-III uit fig. 2.

35 Fig. 4 geeft schematisch de instelwiggen van de inrichting uit fig. 2 weer, waarbij de instelwiggen zich in een neutrale stand bevinden.

Fig. 5 geeft schematisch de instelwiggen uit fig. 4 weer, waarbij de instelwiggen zich in de maximale . 880 0462 3 Μ bombeerstand bevinden.

Fig. 6 is een met fig. 4 overeenkomende afbeelding van een alternatieve uitvoering van de instelwiggen volgens de uitvinding in de neutrale stand.

5 Fig. 7 geeft de instelwiggen uit fig. 6 weer in de maximale bombeerstand.

In fig. 1 is een buiginrichting 1 weergegeven, die is voorzien van een stationaire onderbalk 2, waarop een werktuigtafel 3 is gemonteerd. Op de werktuigtafel 3 is een 10 matrijs 4 bevestigd. De buiginrichting 1 is voorts voorzien van een op en neer beweegbare bovenbalk 5, die wordt aangedreven door twee cilinder-zuigersamenstellen 6. Voor het meten van de verplaatsing van de bovenbalk 5 zijn nabij de cilinderzuigersamenstellen 6 meetopnemers 7 aangebracht, 15 waarvan er in fig. 1 slechts één zichtbaar is. Deze meetopnemers 7 worden door ongeveer C-vormige draagelementen 8 geheel vrij van het frame van de buiginrichting 1 ondersteund, zodat vervorming van de lijfplaten 9 (waarvan er in fig. 1 slechts één zichtbaar is) bij het uitoefenen van hoge krachten geen 20 invloed heeft op de meetopnemers 7.

De bovenbalk 5 draagt een stempel 10, die voor het zetten van een materiaalplaat samenwerkt met de matrijs 4.

Tijdens het zetten zal de bovenbalk 5 enigszins doorbuigen, welke doorbuiging voor het nauwkeurig zetten van plaatmate-25 riaal moet worden gecompenseerd door de stempel 10 of de matrijs 4 een tegengestelde doorbuiging te geven. Deze tegengestelde doorbuiging wordt gewoonlijk aangeduid met bombering. Bij juiste instelling van de bombering wordt tijdens het buigen een rechte buiglijn verkregen.

30 Voor het instellen van de bombering is de buig inrichting 1 voorzien van een bombeerinrichting 11, die twee op elkaar geplaatste instelwiggen 12, 13 omvat, welke in de figuren 2-5 nader zijn weergegeven. De instelwiggen 12, 13 zijn op de onderbalk 2 gemonteerd, waarbij in de onderzijde 35 van de werktuigtafel 3 een uitsparing 14 is aangebracht, waarin de instelwiggen 12, 13 zijn opgenomen.

De werktuigtafel 3 is onder veerdruk met de onderbalk 2 verbonden, waartoe bij het weergegeven uitvoerings-voorbeeld nabij de uiteinden van de werktuigtafel 3 en in het .6800462

If 4 midden in de onderbalk 2 drie dwarsstangen 15 zijn aangebracht, die aan weerszijden buiten de onderbalk 2 uitsteken. Door de dwarsstagen 15 steken telkens aan weerszijden van de onderbalk 2 drukbouten 16, waarmee de werktuigtafel 3 is 5 vastgezet, waarbij tussen elke boutkop 17 en de dwarsstangen 15 schotelveren 18 zijn aangebracht.

De instelwiggen 12, 13 zijn ten opzichte van elkaar verschuifbaar, doordat bij het weergegeven uitvoeringsvoor-beeld de bovenste wig 12 heen en weer beweegbaar is, terwijl 10 de onderste instelwig 13 op de onderbalk 2 is vastgezet. De bediening van de instelwig 12 vindt plaats via een trek-drukbout 19, die via een haakse overbrenging 20 heen en weer beweegbaar is door het roteren van een as 21 van de overbrenging 20. De as 21 kan met een met de hand bedienbaar instel-15 wiel worden gedraaid of als alternatief met behulp van een elektromotor.

In fig. 4 zijn de instelwiggen 12, 13 in een neutrale stand afgebeeld, waarbij het boven oppervlak 22 van de instelwig 12 parallel loopt aan het onderoppervlak van de 20 instelwig 13 en derhalve geen correctie van de doorbuiging van de bovenbalk resp. de stempel 10 plaatsvindt. Voor het instellen van een bepaalde correctie dient het bovenoppervlak 22 een aan de doorbuiging van de bovenbalk 5 tegengestelde doorbuiging te worden gegeven, welke tegengestelde doorbui-25 ging met bombeerkromme kan worden aangeduid. In fig. 5 is de instelwig 12 maximaal naar links verplaatst, waardoor het bovenoppervlak 22 de maximale tegengestelde doorbuiging heeft, welke in fig. 5 met een streeplijn 24 sterk overdreven ten opzichte van een rechte lijn 25 is aangeduid. In 30 werkelijkheid is de maximale doorbuiging bij een lengte van de instelwiggen van 3 m ca. 1 mm.

De gewenste doorbuiging van het bovenoppervlak 22 van de instelwig 12 voor het compenseren van de doorbuiging van de bovenbalk 5 wordt bereikt, doordat de tegen elkaar aan 35 liggende complementaire oppervlakken 26, 27 in het zijaanzicht volgens de figuren 4 en 5 een enigszins S-vormig gekromd verloop hebben, waarbij het hoogste punt 28 en het laagste punt 29 van de gekromde oppervlakken 26, 27 in de neutrale stand volgens fig. 4 ongeveer ligt ter plaatse van .8800462.

V

5 de respectieve meetopnemers 7. Het verloop van de gekromde oppervlakken 26, 27 komt ongeveer overeen met de integraal van de in fig. 5 weergegeven bombeerkromme 24.

Indien voor het instellen van de bombering slechts 5 één instelwig wordt verplaatst, zoals bij het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld, verdient het de voorkeur de gekromde oppervlakken 26, 27 in de neutrale stand zodanig te vormen, dat het hoogste punt 28 en het laagste punt 29 op een afstand van ongeveer de halve slag van de verschuifbare instelwig 12 10 buitenwaarts van de meetopnemers 7 zijn gelegen.

Wanneer de buiginrichting voor het zetten van plaatmateriaal met grote afmetingen is bestemd, zodat de lengte van de onderbalk 2 en de bovenbalk 5 bijvoorbeeld 6 m bedraagt, zou de totale hoogte van de instelwiggen 12, 13 te 15 groot kunnen worden voor montage in de uitsparing 14 in de werktuigtafel 3. Teneinde deze totale hoogte van de instel-wiggen 12, 13 bij grote lengte te verkleinen kunnen de beide instelwiggen 12, 13 bijvoorbeeld bestaan uit twee met elkaar verbonden instelwigdelen 30, 31 resp. 32, 33, waarbij de 20 gekromde complementaire oppervlakken 26, 27 van de opeenvolgende instelwigdelen 30, 31 resp. 32, 33 in verticale richting zijn versprongen, zoals in de figuren 6, 7 is weergegeven.

De beschreven bombeerinrichting 11 heeft het 25 voordeel, dat de instelwiggen 12, 13 zich over de gehele lengte van de te bomberen matrijs 4 uitstrekken, zodat de ondersteuning van de werktuigtafel 3 en daarmede van de ma-trijs 4 over nagenoeg de gehele lengte plaatsvindt. De bediening van de bombeerinrichting 11 is bijzonder eenvoudig.

30 Voorts is de fabricage van de instelwiggen 12, 13 niet erg gecompliceerd, zodat de fabricagekosten relatief laag zijn.

Hoewel bij de beschreven buiginrichting de bombeerinrichting op de onderbalk is gemonteerd, is het uiteraard ook mogelijk de bombeerinrichting in de bovenbalk op te 35 nemen. Voorts kan in plaats van de bovenste instelwig 12 ook alleen de onderste instelwig 13 of kunnen beide instelwiggen 12, 13 verplaatsbaar zijn.

Bij voorkeur zijn de instelwiggen 12, 13 vervaardigd uit relatief zacht staal, waardoor de machinale .8800462 6 ♦ bewerking van de gekromde oppervlakken 26, 27 relatief eenvoudig is. Voor het verhogen van de duurzaamheid zijn de oppervlakken 22 en 26 van de beweegbare instelwig 12 van een laag brons voorzien.

5 Hoewel bij de beschreven uitvoeringsvorm van de bombeerinrichting twee losse instelwiggen 12, 13 worden toegepast, kan volgens een gunstige, alternatieve uitvoeringsvorm een van de instelwiggen 12, 13 een geheel vormen met de werktuigtafel 3 resp, met de onderbalk 2 van de 10 buiginrichting. Daardoor worden de fabricagekosten verlaagd.

De uitvinding is niet beperkt tot de in het voorgaande beschreven uitvoeringsvoorbeelden, die binnen het kader der uitvinding op verschillende manieren kunnen worden gevarieerd.

. 880 0462

Claims (9)

1. Inrichting voor het bomberen van een werktuig van een buiginrichting met een onderbalk, een daarop gemonteerde wertuigtafel, en een op en neer beweegbare bovenbalk, die nabij de uiteinden is gekoppeld met meetopnemers 5 voor het meten van de verplaatsing van de bovenbalk, gekenmerkt door twee vanuit een neutrale stand ten opzichte van elkaar verschuifbare, op elkaar geplaatste instelwiggen, die zich althans nagenoeg over de gehele lengte van het werktuig uitstrekken tussen het werktuig en de 10 bijbehorende boven- of onderbalk, waarbij de tegen elkaar aan liggende complementaire oppervlakken van de instelwiggen in langsdoorsnede een enigszins S-vormig gekromd verloop hebben, en waarbij het hoogste resp. laagste punt van de gekromde oppervlakken van de instelwiggen in de neutrale stand althans 15 nagenoeg ter plaatse van de respectieve meetopnemers liggen.

2. Inrichting volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de ene instelwig vast is aangebracht en de andere instelwig verschuifbaar is.

3. Inrichting volgens conclusie 2, m e t het 20kenmerk, dat het hoogste en het laagste punt van het bovenoppervlak van de onderste instelwig op een afstand van ongeveer de halve slag van de verschuifbare instelwig buitenwaarts van de meetopnemers zijn gelegen.

4. Inrichting volgens een der voorgaande conclu-25 sies, met het kenmerk, dat de beide instelwiggen elk uit twee of meer met elkaar verbonden instelwigdelen bestaan, waarbij de gekromde complementaire oppervlakken van de opeenvolgende instelwigdelen in verticale richting zijn versprongen.

5. Inrichting volgens een der voorgaande conclu sies, met het kenmerk, dat de instelwiggen uit relatief zacht staal zijn vervaardigd, waarbij de bewegende oppervlakken van de instelwig(gen) zijn voorzien van een laag brons.

6. Inrichting volgens een der voorgaande conclu sies, waarbij het op de werktuigtafel ondersteunde werktuig wordt gebombeerd, met het kenmerk, dat de 9800462 ΐ * instelwiggen zijn gemonteerd op de onderbalk en in een uitsparing in de onderzijde van de werktuigtafel zijn opgenomen.

7. Inrichting volgens conclusie 6, m e t het 5kenmerk, dat de vaste instelwig wordt gevormd door de onderzijde van de werktuigtafel resp. de bovenzijde van de onderbalk.

8. Inrichting volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat de werktuigtafel onder veerdruk met 10 de onderbalk is verbonden.

9. Inrichting volgens conclusie 8, m e t het kenmerk, dat de werktuigtafel tenminste nabij de uiteinden en in het midden door trekbouten met de onderbalk is verbonden, waarbij tussen de kop van elke trekbout en het 15 daarmee samenwerkende aanslagvlak van de onderbalk veren zijn aangebracht. .8800462