NL8800226A

NL8800226A - Droger voor een materiaalbaan.

Info

Publication number: NL8800226A
Application number: NL8800226A
Authority: NL
Original assignee: Stork Contiweb
Priority date: 1988-01-29
Filing date: 1988-01-29
Publication date: 1989-08-16
Also published as: DE68902548D1; US4944673A; JPH01239314A; JP2855632B2; DE68902548T2; EP0326227B1; JP2716183B2; JPH01308635A; US4929173A; EP0326227A1

Description

885011/Rey/ho * i

Korte aanduiding: Droger voor een materiaalbaan.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een droger voor een materiaalbaan, in het bijzonder voor een offset-drukmachine, bestaande uit een in hoofdzaak gesloten huis met een inlaat- en een uitlaatspleet voor de materiaal-5 baan, waarbij in het huis aan weerszijden van de materiaalbaan luchtspuitmonden zijn aangebracht die via een of meer ventilatoren worden gevoed met de in het huis aanwezige lucht, welk huis tevens een van een verbrandingskamer voorziene verbrandingseenheid bevat voor het verwarmen van de binnen 10 het huis circulerende lucht.

Een dergelijke droger is bijvoorbeeld bekend uit het Duitse Offenlegungsschrift 2412446. Bij deze bekende droger worden de rookgassen van de verbrandingseenheid via een warmtewisselaar naar buiten toe afgevoerd, en de binnen het 15 huis circulerende lucht wordt via deze warmtewisselaar opgewarmd. Deze bekende droger heeft een aantal nadelen, die betrekking hebben op de gecompliceerde en dure constructie waarbij een groot aantal regelkleppen noodzakelijk zijn, die dure stuur- en regelinrichtingen vragen. Bovendien neemt de 20 warmtewisselaar veel ruimte in beslag.

De onderhavige uitvinding beoogt een droger van het hiervoor genoemde type te verschaffen, waarbij de nadelen van de bekende droger worden vermeden.

Dit oogmerk wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat 25 tenminste een gedeelte van de rookgassen van de verbrandingseenheid via een kanaal in het huis van de droger wordt gevoerd en het resterende gedeelte naar buiten toe wordt afgevoerd.

Daar een gedeelte van de rookgassen direct in het huis van de droger wordt gevoerd vindt er een snelle doelmatige 30 verwarming plaats van de in dit huis aanwezige lucht. Anderzijds treedt er in de verbrandingskamer een volledige verbranding op van de in de lucht aanwezige schadelijke stoffen zodat de rookgassen zonder bezwaar naar buiten toe kunnen worden afgevoerd.

35 In een bij voorkeur toegepaste uitvoeringsvorm is volgens de uitvinding: het inwendige van het huis verdeeld in een tweetal 880 02.26 ____i ·* -2- < secties, die na elkaar door de materiaalbaan worden doorlopen, waarbij in de bewegingsrichting van de materiaal-baan gezien de eerste sectie een opwarmzone en de tweede sectie een verdampingszone voor de materiaalbaan vormt; 5 - een luchttoevoerleiding vanaf de tweede sectie aangesloten op de brander van de verbrandingseenheid en tenminste een gedeelte van de rookgassen van deze eenheid via het genoemde kanaal in de eerste sectie worden gevoerd voor het verwarmen van de lucht in deze sectie, 10 - een verbindingskanaal aanwezig tussen de eerste en de tweede sectie om lucht uit de eerste sectie naar de tweede sectie te voeren voor het verwarmen van de tweede sectie.

De uitvoeringsvorm ligt ten grondslag aan het inzicht dat de binnen de droger aankomende materiaalbaan in eerste 15 instantie moet worden opgewarmd, voordat de feitelijke verdamping aanvangt. Door de droger te verdelen in twee functioneel van elkaar gescheiden secties, waarbij de eerste sectie dient voor het opwarmen van de materiaalbaan en de feitelijke verdamping in de tweede sectie plaatsvindt, kan 20 een doelmatigere werking van de droger worden verkregen. In de beide secties kunnen zodoende verschillende temperaturen heersen die elk zijn aangepast aan het betreffende doel. Daar de verdamping hoofdzakelijk plaatsvindt in de tweede sectie zullen in de eerste sectie nagenoeg geen oliehoudende 25 dampen aanwezig zijn. Hierdoor kunnen hete rookgassen direct ’ in deze sectie worden toegevoerd zonder dat het gevaar aanwezig is van het ontstaan van schadelijke kraakprodukten. De eerste sectie wordt dus direkt verwarmd door de rookgassen van de verbrandingseenheid, terwijl de tweede sectie wordt 30 verwarmd door vanuit de eerste sectie naar de tweede sectie gevoerde lucht. Op deze wijze kan de eerste sectie gemakkelijk op een hogere temperatuur worden gehouden, die noodzakelijk is voor het snel opwarmen van de materiaalbaan.

Het snel opwarmen van de materiaalbaan heeft weer het 35 voordeel dat de droger korter kan worden geconstrueerd en dus minder ruimte in beslag neemt.

Een energiebesparing kan volgens de uitvinding nog worden .8800226 * % -3- verkregen, doordat in de luchttoevoerleiding naar de brander een warmtewisselaar is aangebracht, die anderzijds is aangesloten op het kanaal voor de rookgassen. De van de verbrandingseenheid afkomstige rookgassen worden zodoende 5 gekoeld alvorens in de buitenlucht te worden afgevoerd.

De tweede sectie kan volgens de uitvinding zijn voorzien van een extra inlaat voor buitenlucht. Afgezien van de niet gecontroleerde toevoer van buitenlucht via de inlaat- en uit-laatspleet voor de materiaalbaan kan in de tweede sectie van 10 de droger extra buitenlucht worden toegevoerd, om de temperatuur binnen deze sectie te regelen en om het zuurstofgehalte van de lucht in deze sectie op peil te houden, teneinde de goede werking van de brander te ver zekeren.

15 De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin:

Figuur 1 schematisch een langsdoorsnede toont van de droger volgens de uitvinding, en

Figuur 2 een blokschema is dat de werking toont van de 20 droger uit figuur 1.

Zoals in het bijzonder blijkt uit figuur 1 bestaat de droger volgens de uitvinding uit een in hoofdzaak gesloten huis 1 met een inlaatspleet 2 en een uitlaatspleet 3 voor een door de droger geleide materiaalbaan 4. De materiaalbaan 4 25 is bijvoorbeeld afkomstig van een offset-drukmachine en een goede droging van deze baan 4 is van doorslaggevend belang voor de uiteindelijke drukkwaliteit.

Het inwendige van het huis is door een scheidingswand 5 verdeelt in twee secties respectievelijk 6 en 7, die na elkaar 30 door de materiaalbaan 4 worden doorlopen, waarbij de eerste sectie 6 een opwarmzone en de tweede sectie 7 een verdampings-zone voor de baan 4 vormt. De wand 5 is hierbij voorzien van een doorlaatspleet 8 voor de materiaalbaan. De beide secties 6 en 7 zijn elk aan weerszijden van de materiaalbaan voor-35 zien van spuitmonden respectievelijk 9, 9a en 10, 10a, die elk worden gevoed door een ventilator 11, 11a respectievelijk 12, 12a. Door middel van deze ventilatoren met spuitmonden .8800226 f -4- ontstaat in elke sectie een circulatie van de in de betreffende sectie aanwezige lucht, waarbij de materiaalbaan 4 zwevend tussen de spuitmonden is geleid.

Binnen het huis is tevens een verbrandingseenheid 13 5 aanwezig, die is voorzien van een brander 14 met een gastoevoerleiding 15. De verbrandingseenheid heeft een langwerpige verbrandingskamer 16, aan het einde waarvan een kanaal 17 aanwezig is, waardoor een gedeelte van de hete rookgassen in de eerste sectie 6 kan stromen. Het resterende 10 gedeelte van de rookgassen wordt door de kamer 18 geleid in welke kamer nog eventuele schadelijke stoffen worden verbrand. De schone rookgassen worden door een warmtewisselaar 19 en vervolgens via een rookgasafvoer 20 naar buiten toe afgevoerd. De warmtewisselaar wordt anderzijds 15 doorstroomd door via een ventilator 21 uit de tweede sectie 7 afgevoerde lucht, die dient als verbrandingslucht voor de brander 14 en door de warmtewisselaar 19 wordt opgewarmd.

Tevens zijn verbindingskanalen 22, 22a aanwezig, die een gedeelte van de in de eerste sectie 6 circulerende lucht naar 20 de tweede sectie 7 voeren.

De werking van de droger zal mede aan de hand van figuur 2 worden toegelicht, waarbij dezelfde verwijzingscijfers zijn gebruikt als in figuur 1.

Figuur 2 toont slechts lucht- en gasstromen en de 25 materiaalbaan 4 is hierin niet weergegeven.

De beide secties 6 en 7 zijn met streeplijnen aangegeven, en in elke sectie vindt een luchtcirculatie plaats via de ventilatoren 11, 11a en de spuitmonden 9, 9a respectievelijk 12, 12a en 10, 10a.

30 De eerste sectie 6 die de opwarmzone vormt wordt verwarmd door middel van de rookgassen die de verbrandingskamer 16 verlaten via het kanaal 17. In deze sectie zal nagenoeg geen verdamping optreden, zodat de lucht relatief schoon is en de rookgassen vanuit de verbrandingskamer 16 direct kunnen 35 worden toegevoerd zonder dat het gevaar ontstaat dat schadelijke kraakprodukten worden gevormd.

De tweede sectie 7 die de verdampingszone vormt wordt Θ S 0 02 26 -5- % > indirect verwarmd via de eerste sectie, doordat de lucht vanuit de eerste sectie 6 naar de tweede sectie 7 wordt gevoerd, bijvoorbeeld via de kanalen 22 en 22a. Deze luchttoevoer kan ook geschieden via in de wand 5 aangebrachte openingen, bij-5 voorbeeld via de spleet 8. In de tweede sectie 7 heerst een aanzienlijk lagere temperatuur dan in de eerste sectie 6. In de sectie 7 vindt de feitelijke verdamping (droging) plaats van de op de materiaalbaan aanwezige oliehoudende drukinkt.

De lucht in de sectie 7 bevat zodoende een relatief hoog 10 gehalte aan oliehoudende dampen. De lucht uit deze sectie wordt als verbrandingslucht via de ventilator 21 via de warmtewisselaar 19 toegevoerd aan de brander 14.

De gastoevoer naar de brander 14 kan bijvoorbeeld worden geregeld aan de hand van de temperatuur van de rookgassen die 15 via het kanaal 17 in de eerste sectie 6 komen. Het resterende gedeelte van de rookgassen stroomt door de kamer 18, en door de langere verblijftijd worden alle in deze rookgassen aanwezige schadelijke stoffen in deze kamer verbrand en deze rookgassen kunnen zonder bezwaar via de warmtewisselaar 19 20 naar de buitenlucht worden afgevoerd.

Teneinde lekkage van de in de droger aanwezige lucht naar buiten toe te voorkomen, heerst binnen de droger een onderdruk, hetgeen tot gevolg heeft dat zowel bij de inlaatspleet 2 als bij de uitlaatspleet 3 voor de materiaalbaan verse 25 buitenlucht naar binnen stroomt.

In de tweede sectie 7 kan eventueel extra buitenlucht worden toegevoerd, waardoor de temperatuur binnen deze sectie kan worden geregeld en tevens het zuurstofgehalte van de in de sectie 7 aanwezige lucht op peil wordt gehouden teneinde de 30 goede werking van de brander 14 te verzekeren. Eventueel kan ook de eerste sectie zijn voorzien van een extra toevoer voor buitenlucht. De hoeveelheid toegevoerde buitenlucht is afhankelijk van de hoeveelheid afgevoerde rookgassen en de via de spleten 2 en 3 binnenstromende lucht.

35 De constructie volgens de uitvinding verschaft een zeer doelmatige en compacte droger, doordat het opwarmen van de materiaalbaan en het feitelijke verdampen in afzonderlijke 8800226 f -6- Λ van elkaar gescheiden secties geschiedt. Hierdoor wordt enerzijds het voordeel verkregen dat de lucht in de opwarmzone nagenoeg geen oliehoudende dampen bevat terwijl de verdampings-zone juist een relatief hoog gehalte aan oliehoudende dampen 5 heeft.

Tijdens het starten van de droger is het gewenst om de droger snel op temperatuur te brengen. Hiertoe kan in de opwarmzone nog een of meer branders zijn aangebracht waarbij de verbranding vrij in deze ruimte plaatsvindt. Dit is 10 mogelijk daar de in deze zone aanwezige lucht nagenoeg geen oliehoudende dampen bevat en er tengevolge van de hete rookgassen geen schadelijke kraakprodukten kunnen ontstaan.

De compacte bouw van de droger met de hierin opgenomen verbrandingseenheid met hierop aansluitende 15 warmtewisselaar heeft tevens het voordeel dat de verbrandingseenheid ten opzichte van het inwendige van de droger niet goed behoeft te zijn geïsoleerd, en evenals de warmtewisselaar niet lekdicht behoeft te zijn uitgevoerd. Lekkage van rookgassen binnen de droger heeft namelijk geen schadelijke 20 gevolgen. Zowel de verbrandingseenheid als de warmtewisselaar kunnen door deze niet-lekdichte constructie eenvoudig en goedkoop worden geconstrueerd.

Het zal duidelijk zijn dat binnen het kader van de uitvinding een groot aantal wijzigingen mogelijk zijn. Zo kunnen 25 de rookgassen ook na de kamer 18 voor een gedeelte in de eerste sectie 6 worden gevoerd, terwijl het resterende gedeelte al of niet via de warmtewisselaar 19 naar de buitenlucht kan worden afgevoerd.

.8800226 is

Claims

1. Droger voor een materiaalbaan, in het bijzonder voor een offset-drukmachine, bestaande uit een in hoofdzaak gesloten huis met een inlaat- en en uitlaatspleet voor de materiaalbaan, waarbij in het huis aan weerszijden van de 5 materiaalbaan luchtspuitmonden zijn aangebracht, die via een of meer ventilatoren worden gevoed met de in het huis aanwezige lucht, welk huis tevens een van een verbrandingskamer voorziene verbrandingseenheid bevat voor het verwarmen van de in het huis circulerende lucht, met het kenmerk, dat tenminste een 10 gedeelte van de rookgassen van de verbrandingseenheid via een kanaal in het huis van de droger wordt gevoerd en het resterende gedeelte naar buiten toe wordt afgevoerd.

2. Droger volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het inwendige van het huis is verdeeld in een tweetal 15 secties, die na elkaar door de materiaalbaan worden doorlopen, waarbij in de bewegingsrichting van de materiaalbaan gezien de eerste sectie een opwarmzone en de tweede sectie een verdampingszone voor de materiaalbaan vormt; - een luchttoevoerleiding vanaf de tweede sectie is 20 aangesloten op de brander van de verbrandingseenheid en tenminste een gedeelte van de rookgassen van deze eenheid via het genoemde kanaal in de eerste sectie worden gevoerd voor het verwarmen van de lucht in deze sectie, een verbindingskanaal aanwezig is tussen de eerste en de 25 tweede sectie om lucht uit de eerste sectie naar de tweede sectie te voeren voor het verwarmen van de tweede sectie.

3. Droger volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat in de luchttoevoerleiding naar de brander een warmtewisselaar is aangebracht die anderzijds is aangesloten op het kanaal voor 30 de rookgassen.

4. Droger volgens een van de voorafgaande conclusies 1-3, met het kenmerk, dat het kanaal dat een gedeelte van de rookgassen naar de eerste sectie voert op de verbrandingskamer is aangesloten in het gebied waar 35 nog geen volledige verbranding is opgetreden van de in de 680 0226 __l -8- *4 ί. lucht aanwezige schadelijke stoffen.

5. Droger volgens één der voorafgaande conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de tweede sectie is voorzien van een extra inlaat voor buitenlucht voor het regelen van de 5 temperatuur van deze sectie.

6. Droger volgens één der voorafgaande conclusies 1-5, met het kenmerk, dat in de eerste sectie een extra brander is aangebracht voor het snel opwarmen van de droger. .880 022 6