NL8702619A - Aandrijving rolbezem. - Google Patents

Description

y \ l -i-

Aandri 1 ving; rolbezem.

De -uitvinding betreft een hydraulische aandrijving van een rolbezem, zoals die gebruikt wordt voor het vegen van wegen, straten, pleinen en dergelijke. De aandrijving is binnen de borstelring geplaatst zodat de omkasting van de bezem weinig 5 breder is dan de borstel zelf.

In het algemeen worden rolbezems aangedreven middels kettingen of conische tandwielen. Deze constructies hebben het nadeel dat de aandrijving op een plaats zit buiten de bor-10 stel, zodat deze aandrijving bij het manouevreren gemakkelijk beschadigd kan worden. Bovendien wordt bij deze plaatsing bij de conventionele rolbezem de veegcapaciteit beperkt bij het vegen langs objecten.

15 De uitvinding maakt het magelijk de ruimte tussen de ophang-armen van de omkasting maximaal te benutten. Dit wordt bereikt door de plaatsing van een hydraulische motor in de rolbezem aan te brengen.

20 Fig. 1 geeft een doorsnede van de bezem zoals deze gemonteerd is tussen de ophangarmen van de omkasting.

De rolbezem <1> bestaat uit ringen (2) welke zijn voorzien .'8702619

P

' -2- van lange haren die op een frame van profielstaven (4) geschoven zijn. Een plaat (5) verhindert het afschuiven van de ringen (2). De profielstaven (4) worden met schijven (6) door middel van lassen aan de as (7) verbonden. Schijf (8) 5 omvat een verbindingsstuk <9) waarin de as <7) star bevestigd is. Aan het einde van de profielstaven <4> is een ring (10) vastgelast. De as (7) is aan één zijde gelagerd in lagerhuis (11) dat met bouten aan de ophangarm (12) is bevestigd. De schijf (8) heeft een voorziening (13) waarin passend de 10 koppeling (14) met bouten bevesigd wordt. De voorziening (13) centreert de koppeling (14) ten opzichte van de as (7). De reductiekast (16) is opgehangen aan een ringvormige rand (17) van het draaghulpstuk (18). In de koppeling (14) is de as (15) van de reductiekast (16) star bevestigd. Het 15 draaghulpstuk (18) strekt zich uit tot even buiten de rolbezem (1) en is met een aangelast blok (19) aan de draagarm (20) bevestigd met bout (21). Aan de reductiekast (16) is de hydraulische motor (22) gemonteerd. De hydraulische motor (22) heeft de aansluitingen met de aan- en 20 afvoerslangen (niet getekend) in het deel (23).

In het geval dat de hydraulische motor direct gekoppeld wordt met schijf (8), wordt het draaghulpstuk (18) aangepast aan de bevestigingsflens van de hydraulische motor.

.8702618

Claims (3)

1. 't
2. % -2 - Conclusies. DAadrij ving rolbezem met direct aangedreven as met het kenmerk dat een draaghulpstuk <18) voor de motor zich uitstrekt tot buiten de borstel <1) waarbij de motor zich bevindt binnen de omhulling van het draaghulpstuk. 5 2)Aandrijving rolbezem volgens conclusie 1 met het kenmerk dat het draaghulpstuk C18) voorzien is van een ringvormige rand <17) die de aandrijfeenheid <16)<22) draagt. 10
3. 3)Aandrijving rolbezem volgens conclusies 1 en 2 met het kenmerk dat rolbezemas C7> star verbonden is met koppeling (14) van de aandrijfeenheid ¢16)(22). .87 0261 δ