NL8702076A

NL8702076A - Bulk material spreader for fertiliser and seed - has supply tank formed as hoppers delivering to two distributors which conform to specific spacing (NL 31.5.78)

Info

Publication number: NL8702076A
Application number: NL8702076A
Authority: NL
Original assignee: Texas Industries Inc
Priority date: 1976-11-29
Filing date: 1987-09-03
Publication date: 1988-01-04

Abstract

The spreader can be used for artificial fertilizer, seed etc. and has a supply tank, below which are two distributors rotatable about vertical axes. The tank is supported on a chassis, which has connectors for the top and bottom linkages of a tractor lifting mechanism. The facing sides of the distributors (3, 4) are spaced apart by an amount (21) which is greater than half the diameter of the distributor. The spacing (22) between the parallel axes of rotation (5, 6) of the distributors (3,4) is greater than twice the diameter (20) of the distributors. This last spacing (22) is of the order of 2.5 times the distributor diameter, which, itself, is around 40 cm.

Description

Texas Industries Inc., Willemstad, CuragaoTexas Industries Inc., Willemstad, Curagao

INRICHTING VOOR HET VERSPREIDEN VAN KORREL- ΕΝ/OF POEDERVORMIG MATERIAALAPPARATUS FOR SPREADING GRAIN R / OR POWDER MATERIAL

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het verspreiden van korrel- en/of poedervormig materiaal, in het bijzonder kunstmest, zaad of dergelijk materiaal, waarbij de inrichting is voorzien van een gestel, een 5 reservoir en twee onder het reservoir, dat voorzien is van twee uitstroomtrechters, aangebrachte om zich in opwaartse richting uitstrekkende draaiingsassen beweegbare verspreid-organen, waarbij het gestel is voorzien van aankoppelings-organen waarmede de inrichting aan de hefinrichting van een 10 trekker of dergelijk voertuig gekoppeld kan worden, welk gestel twee ten opzichte van de normale voortbewegingsrich-ting van de inrichting zich naar achteren uitstrekkende draagbalken heeft voor de ondersteuning van de verspreid-organen en verder een dwarsdrager bezit waaraan een onder-15 steuning voor het reservoir is aangebracht die, in de rijrichting gezien, ongeveer tussen de uitstroomtrechters van het reservoir is gelegen.The invention relates to a device for spreading granular and / or powdery material, in particular fertilizer, seed or the like material, wherein the device is provided with a frame, one reservoir and two under the reservoir, which is provided of two outflow funnels, arranged about spreading members movable in upwardly extending rotation axes, the frame being provided with coupling members with which the device can be coupled to the lifting device of a tractor or the like vehicle, which frame is two with respect to the normal direction of advancement of the device has rearwardly extending supporting beams for supporting the spreading members and furthermore has a transverse support to which is provided a support for the reservoir which, viewed in the direction of travel, approximately between the outflow funnels of the reservoir is located.

Een doel van de uitvinding is een inrichting van deze soort te verkrijgen met betere reservoir afsteuning. 20 Volgens de uitvinding kan dit worden bereikt wanneer de dwarsdrager met de draagbalken een gestelraam vormt waarop de verspreidorganen zijn afgesteund en waaraan een aan de voorkant van de inrichting gelegen, zich i'n hoogterichting uitstrekkende gestelconstructie is bevestigd en de onder- 25 steuning verticaal staand op de dwarsdrager is aangebracht en centraal met betrekking tot het reservoir is gelegen , dat een breedte heeft die ten minste ongeveer twee maal zo groot is als de hoogte.An object of the invention is to obtain a device of this kind with better reservoir support. According to the invention this can be achieved when the cross beam with the supporting beams forms a frame frame on which the spreading members are supported and to which is attached a frame construction located at the front of the device and extending in the vertical direction and the support standing vertically mounted on the crossbeam and centrally located with respect to the reservoir, which has a width at least about twice the height.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de 30 hand van de tekeningen van een uitvoeringsvoorbeeld.The invention will be further elucidated with reference to the drawings of an exemplary embodiment.

Figuur 1 is een bovenaanzicht van een strooi-inrichting volgens de uitvinding.Figure 1 is a top view of a spreading device according to the invention.

Figuur 2 is een zijaanzicht van de inrichting 2 * * volgens figuur 1 gezien in de richting volgens de pijl II in figuur 1.Figure 2 is a side view of the device 2 * * of Figure 1 viewed in the direction of the arrow II in Figure 1.

Figuur 3 is een achteraanzicht van een groot gedeelte van de inrichting volgens figuur 1, gezien in de 5 richting volgens de pijl III in figuur 1.Figure 3 is a rear view of a large part of the device according to Figure 1, viewed in the direction according to the arrow III in Figure 1.

Figuur 4 is een bovenaanzicht van het gestel van de inrichting waarbij het reservoir en de verspreidorganen zijn weggelaten.Figure 4 is a top plan view of the frame of the device with the reservoir and spreader members omitted.

Figuur 5 geeft op verkleinde schaal schematisch 10 een achteraanzicht van de inrichting volgens de figuren 1-4 weer, waarbij op de bovenzijde van het reservoir een opzet-stuk is aangebracht.Figure 5 schematically shows, on a reduced scale, a rear view of the device according to Figures 1-4, with an attachment piece mounted on the top of the reservoir.

Figuur 6 geeft een zijaanzicht van de inrichting volgens figuur 5 weer, gezien in de richting volgens de pijl 15 VI in figuur 5.Figure 6 shows a side view of the device according to Figure 5, seen in the direction according to the arrow VI in Figure 5.

Figuur 7 geeft op vergrote schaal een detail weer van de bevestiging van het opzetstuk aan het reservoir.Figure 7 is an enlarged detail of the attachment of the attachment to the reservoir.

De in de figuren 1-4 weergegeven inrichting heeft een gestel 1 waaraan een reservoir 2 en om verticale 20 draaiingsassen 5 en 6 beweegbare verspreidorganen 3 en 4 zijn aangebracht. Het gestel 1 heeft aankoppelingsorganen 7, 8 en 9 die gekoppeld kunnen worden met respectievelijk Z T Γ- ί'' Λ “ . > £ »*'* '" jut " 4 t - " 3 ” I ; % : de onderste armen 10 en 11 en de bovenste arm 12 van de herinrichting van een trekker 13· ! i 33e verspreidorganen 3 en 4 zijn aan elkaar gelijk ' ’ en bezitten ieder een schrijf waarop drie of meer schoepen 5 < zijn aangebracht. De verspreidorganen hebben een diameter : ; 20 die bij voorkeur niet kleiner is dan 30 cm en niet ! i ; : groter dan 55cm. Een bijzonder gunstige uitvoeringsvorm * j | van het verspreidorgaan heeft een diameter van ongeveer i : 40 cm, zoals in dit uitvoeringsvoorbeeld. De verspreid- j ! ί 10 ; organen 3 en 4 liggen op een afstand 21 van* elkaar die : groter is dan de halve diameter 20. Bij voorkeur is de af- ; : stand 21 groter dan de diameter 20 doch niet groter dan driemaal deze diameter. In dit uitvoeringsvoorbeeld is de ; afstand 21 gelijk aan anderhalf maal de diameter 20. De 15 afstand 22 tussen de evenwijdige assen 5 en 6 en daarmede * de middens van de verspreidorganen is gelijk aan twee en half maal de diameter 20. De afstand 22 is groter dan de i afstand 23 tussen de aankoppelingsorganen 7 en 8, die aan : de onderste hefarmen 10 en 11 van de hefinrichting van de · 20 trekker 13 gekoppeld kunnen worden. In dit uitvoeringsvoorbeeld is de afstand 22 ongeveer anderhalf maal de afstand , 23· Het reservoir 2 heeft twee trechtervormige gedeelten : 25 en 26 die aan elkaar gelijk zijn en uitmonden boven de verspreidorganen 3 respectievelijk 4. De draaiingsassen 25 5 en 6 vormen hierbij hartlijnen voor de trechtervormige ; gedeelten 25 en 26, die naar beneden toe smaller worden en op elkaar aansluiten in het vertikale vlak 27» dat de · langshartlijn van de inrichting bevat. Boven de trechter- vormige gedeelten 25 en 26 omvat het reservoir een paral-30 lellepipedum-vormig gedeelte 28, dat een hoogte 29 heeft die ongeveer anderhalf maal zo groot is als de hoogte 30 van de trechtervormige gedeelten 25 en 26. De bovenzijde van de trechtervormige gedeelten 25 en 26 zijn ongeveer vierkant, waarbij de totale breedte 31 van het reservoir 35 - tweemaal zo groot is als de, gemeten evenwijdig aan het - 4- Γ ’ ! : vertikale vial: 27, lengte 32 van het reservoir, De breedte : i ; 31 is groter dan tweemaal de grootste diepte 32 van het ; reservoir en bij voorkeur is de breedte 31 meer dan vier • maal zo groot als de diepte 42, In dit uitvoeringsvoorbeeld . 5 i is de breedte 31 ongeveer vijf maal zo groot als de diep- ! | te 42.The device shown in Figures 1-4 has a frame 1 on which a reservoir 2 and spreading members 3 and 4 movable about vertical rotary axes 5 and 6 are arranged. The frame 1 has coupling members 7, 8 and 9 which can be coupled with Z T Γ- ί '' Λ “, respectively. > £ »* '*'" jut "4 t -" 3 "I;%: the lower arms 10 and 11 and the upper arm 12 of the remodeling of a tractor 13 · i 33e spreader units 3 and 4 are equal and each have a writing on which three or more vanes are mounted. The spreader members have a diameter of preferably not less than 30 cm and not larger than 55 cm. A particularly favorable embodiment The spreading member has a diameter of about 1.40 cm, as in this exemplary embodiment The spreading members 10 and 4 are spaced 21 apart from each other which is larger than half the diameter 20. the distance 21 is preferably greater than the diameter 20 but not greater than three times this diameter In this exemplary embodiment, the distance 21 is equal to one and a half times the diameter 20. The distance 22 between the parallel axes 5 and 6 and the center of the spreading members is therefore equal to two and a half times the diameter 20 The distance 22 is greater than the distance 23 between the coupling members 7 and 8, which can be coupled to the lower lifting arms 10 and 11 of the lifting device of the tractor 13. In this exemplary embodiment, the distance 22 is approximately one and a half times the distance, 23 · The reservoir 2 has two funnel-shaped parts: 25 and 26 which are equal to one another and open out above the spreading members 3 and 4, respectively. The rotary axes 25 and 6 form center lines for the funnel-shaped; sections 25 and 26 which narrow downwardly and join together in the vertical plane 27 containing the longitudinal axis of the device. Above the funnel-shaped portions 25 and 26, the reservoir includes a parallelepiped-shaped portion 28, which has a height 29 approximately one and a half times the height 30 of the funnel-shaped portions 25 and 26. The top of the funnel-shaped sections 25 and 26 are approximately square, the total width 31 of the reservoir 35 being twice as great as measured parallel to the 4-Γ '! : vertical vial: 27, length 32 of the reservoir, The width: i; 31 is greater than twice the greatest depth 32 of it; reservoir and preferably the width 31 is more than four times the depth 42, in this exemplary embodiment. 5, the width 31 is approximately five times as large as the deep-! | at 42.

; De trechtervormige gedeelten 25 en 26 zijn ieder; The funnel-shaped sections 25 and 26 are each

| zoals in bet bijzonder uit figuur 1 blijkt acht-zijdig met | vier smalle zijden 40 en vier brede zijden 41. De smalle I| as shown in figure 1 in particular eight-sided with | four narrow sides 40 and four wide sides 41. The narrow I.

.10 i en brede zijden sluiten om en om op elkaar aan waarbij de j j smalle zijden van onder naar boven toe smaller worden en j ; de brede zijden van onder naar boven toe breder worden. De j onderzijden van de trecbtervormige gedeelten 25 en 26 j ; worden gevormd door ronde schijven 33 respectievelijk 34, ; 15 waarin afvoeropeningen 35 respectievelijk 36 zijn aange- i bracht. De afvoeropeningen 35 en 30 zijn op afstand van de assen 5 en 6 gelegen en strekken zich centrisch over i , een hoek 37 van ongeveer 60° daarom heen uit. De brede - j..10 i and wide sides join alternately, j j narrowing narrow sides from bottom to top and j; the wide sides widen from bottom to top. The j undersides of the truncated portions 25 and 26 j; are formed by round discs 33 and 34, respectively; 15 in which discharge openings 35 and 36 are arranged. The discharge openings 35 and 30 are spaced from the shafts 5 and 6 and extend centrally over i, an angle 37 of about 60 ° thereabout. The broad - j.

onderzijden van de zijden 40 ven elk van de trechtervormi— 20 ge gedeelten 25 en 26 sluiten tezamen geheel op de omtrek | van het bodemgedeelte 33 respectievelijk 34 aan. Ieder i van da onderzijden sluit hierbij over een hoek van 90° rond de as 5 respectievelijk 6 op de bodem van het re- i servoir aan. De bovenzijden van de brede zijden 41 van j 25 , ieder van de trechtervormige gedeelten, vormen tezamen de gehele bovenomtrek van deze trechtervonnige gedeelten. ; Hierbij sluiten de bovenzijden van de smalle zijden 40 als een punt aan op de hoeken van de vierkante bovenzijden van de trechtervormige gedeelten. De bovenzijde \ van het 30 reservoir 2 is over de gehele omtrek voorzien van een zich naar de binnenzijde van het reservoir uitstrekkende horizontale rand 38, waarin meerdere gaten 39 zijn aan- > gebracht. De irihoud van het reservoir is ongeveer 500 liter* 35 .... De voorzijde van het reservoir rust zoals in hetundersides of the sides 40 of each of the funnel-shaped portions 25 and 26 join together entirely on the circumference | of the bottom portion 33 and 34, respectively. Each of the bottom sides connects at an angle of 90 ° around the axis 5 and 6 respectively to the bottom of the reservoir. The tops of the wide sides 41 of 25, each of the funnel-shaped portions, together form the entire top circumference of these funnel-shaped portions. ; Here, the tops of the narrow sides 40 connect as a point to the corners of the square tops of the funnel-shaped parts. The top side of the reservoir 2 is provided over the entire circumference with a horizontal edge 38 extending towards the inside of the reservoir, in which a plurality of holes 39 are arranged. The capacity of the reservoir is approximately 500 liters * 35 .... The front of the reservoir rests as in it

ί ” O Λ *7 Aί ”O Λ * 7 A

3 i -> -S*. \J j - - l* * - 5 - J · " ~~ ' ....... .............-...... 1 ' f3 i -> -S *. \ J j - - l * * - 5 - J · "~~ '....... .............-...... 1' f

bijzonder nit de figuren 1 en 2 blijkt'op de horizontale bovenbalk 50 van een zich in vertikale richting uitstrek- ; kend gestelraam bestaande uit de balk 50* de met hun bo- ΐ veneinden daarop aansluitende vertikale balken 51 en 52 I1 and 2 are particularly visible on the horizontal top beam 50 of a vertical direction; known frame frame consisting of the beam 50 * and the vertical beams 51 and 52 I connecting thereto with their top ends

i 5 ; en een horizontale balk 53* die met de ondereinden van de vertikale balken 51» 52 is verbonden. De balken 50 en 53 I 1 zijn ongeveer even lang en strekken zich over een afstand j , 5^ uit die groter is dan de afstand 22 tussen de draai- ! i ingsassen 5 en 6 van de verspreidorganen. De balken 50 j 10 : en 53 zijn hierbij met de balken 51 en 52 symmetrisch ge- j . legen ten opzichte van het vlak 27· De lengte 5^ is onge- ! ; veer gelijk aan twee derde van de breedte 31 van het reservoir. De evenwijdig aan elkaar gelegen verticale balken 51 en 52 zijn op een afstand van elkaar gelegen gelijk 15 a an de afstand 23 tussen de aankoppelingsorganen 7 en 8. ;i 5; and a horizontal bar 53 * connected to the lower ends of the vertical bars 51, 52. The beams 50 and 53 1 are approximately the same length and extend by a distance j, 5 ^ greater than the distance 22 between the turns. axes 5 and 6 of the distribution members. The beams 50 and 10 and 53 are symmetrical with the beams 51 and 52. empty relative to plane 27 · The length 5 ^ is un-! ; spring equal to two thirds of the width 31 of the reservoir. The parallel vertical bars 51 and 52 are spaced equal to the distance 23 between the coupling members 7 and 8.;

De aankoppelingsorganen 7 en 8 zijn nabij de ondereinden . van de verticale balken 51 en 52 daaraan bevestigd. Eet aankoppelingsorgaan 9 is midden tussen de balken 51 en 52 · aan de bovenbalk 50 bevestigd. De achterzijde van het 20 reservoir 2 steunt op -Jeen verticale balk 55 wagrvan de hartlijn samenvalt met het verticale vlak 27* De bovenzijde van de balk 55 is voorzien van strippen 50 die zodanig schuin ten opzichte van elkaar zijn opgesteld dat zij tegen de schuine bovenzijden van de naar elkaar ; 25 toegerichte zijden van de trechtervormige gedeelten 25 en 26 aansluiten en daarmede zijn bevestigd. De balk 55 is ongeveer even groot als de balken 51» 52 en is met de ; onderzijde verbonden aan een horizontale balk 56 die evenwijdig ligt aan de balk 53 en op dezelfde hoogte als deze .Coupling members 7 and 8 are near the bottom ends. of the vertical bars 51 and 52 attached thereto. The coupling member 9 is attached to the top beam 50 midway between beams 51 and 52. The rear side of the reservoir 2 rests on a vertical beam 55 of the center line which coincides with the vertical plane 27 * The top side of the beam 55 is provided with strips 50 which are arranged at an angle to each other such that they are against the oblique tops of the to each other; 25 connect exposed sides of the funnel-shaped portions 25 and 26 and are secured therewith. The beam 55 is approximately the same size as the beams 51, 52 and is with the; bottom side connected to a horizontal beam 56 which is parallel to beam 53 and at the same height as this one.

30 balk is gelegen. Sabij de bevestiging van de balk 55 aan de balk 56 zijn twee cLraagbalken 57 en 5S aangebracht die vanaf de bevestiging nabij de onderzijde van de balk 55 schuin naar boven toe divergeren! ten opzichte van elkaar verlopen en respectievelijk aan de boveneinden van de 35 balken 51 en 52 zijn bevestigd. De balken 50 - 58 - / · : ·.; 0 n i * --6- • _ j : zijn allen in doorsnede rechthoekig en hebben dezelfde !30 beam is located. Two clamps 57 and 5S are arranged at the fastening of the beam 55 to the beam 56, which diverge diagonally upwards from the fastening near the bottom of the beam 55! with respect to each other and are attached to the upper ends of the beams 51 and 52, respectively. The bars 50 - 58 - / ·: · .; 0 n i * --6- • _ j: are all rectangular in cross section and have the same!

I afmetingen in doorsnede· Deze balken kunnen echter ook uit ; ander materiaal bijvoorbeeld pijpvormig materiaal vervaar-> digd zijn. De balk 53 heeft een lengte 59 die ongeveer I 5 | gelijk is aan de helft van de afstand 23 tussen de balken II dimensions in section · These beams can also be removed; other material, for example, pipe-like material. The beam 53 has a length 59 which is approximately 15 is equal to half the distance 23 between the bars I.

j 51 52· De balk 59 is met het midden aan de onderzijde j i van de balk 55 bevestigd. Aan de balk 59 is een trekhaak j j 64- bevestigd die TJ-vormig is en met de benen η*>»τ» achter j | is gericht. De trekhaak 64· is zodanig aangebracht dat een j 10 I been boven het andere been is gelegen. De uiteinden van da : balk 59 zijn door middel van stripvormige ondersteuningen j - . ; 60 en. 61 met de balk 53 verbonden. De stripvormige onder- j ! steuningen 60 en 61 liggen hierbij evenwijdig aan elkaar. !j 51 52 · Beam 59 is centered at the bottom j i of beam 55. A towbar j j 64- is attached to the beam 59 which is TJ-shaped and with the legs η *> »τ» behind j | is targeted. The towbar 64 is arranged such that one leg is above the other leg. The ends of the beam 59 are by means of strip-shaped supports j -. ; 60 and. 61 connected to the beam 53. The strip-shaped bottom j! supports 60 and 61 are parallel to each other. !

De breedte van de strippen 60 en 61 is gelijk aan de hoog-15 te van balken 53, 53, waarbij de breedte van de strip- ι pen zich in hoogt erichting uit strekt. Op de strippen 60 : en 61 is een ondersteuningsbalk 62 aangebracht die zich evenwijdig aan de balken 53 ®n 59 uitstrékt en waarvan de j hartlijn samenvalt met een verticaal vlak 63 dat dwars op j 20 het verticale vlak 27 staat en de draaiingsassen 5 en 6 j bevat. De ondersteuningsbalk 62 is in doorsnede TJ-vormig ; en met de benen naar beneden gekeerd*The width of the strips 60 and 61 is equal to the height of beams 53, 53, the width of the strips extending in height direction. A support beam 62 extends parallel to the beams 53 and 59 and the center axis coincides with a vertical plane 63 which is transverse to the vertical plane 27 and the axes of rotation 5 and 6. j contains. The support beam 62 is TJ-shaped in section; and with the legs turned down *

Op het midden van de balk 62 is een kast 66 met overbresgingsorgamen aangebracht die is voorzien van assen „5 67, 68 en 69. Sik van deze assen is op het buiten de kast • gelegen einde voorzien van spiebanen, waarbij op het as- : einde van de as 67 een koppelingsas 73 aangesloten kan worden, waarmede de as 67 met de aftakas van de trekker 13 kan worden gekoppeld. Op de einden van de balk 62 zijn ; 30 aandrijfkasten 71 en 72 bevestigd, waarin verticale assen 73 en. 74· zi£a gelegerd, waaraan de verspreidorganen 3 respectievelijk 4· zijn bevestigd. De overbrengingsorganen in de kasten 71 e& 72 omvatten assen 75 en 76, die van • dezelfde maat zijn als de assen 68 en 69 en eveneens van 35 .. spiebanen zijn voorzien. De assen 68 en 75 zijn door mid- 7 .λ λ π n ^ ^ £=a \j j 0 t? Λ - 7- %At the center of the beam 62 a box 66 with transfer members is provided, which is provided with shafts „5 67, 68 and 69. Goatee of these shafts is provided with keyways at the end outside the box, whereby on the shaft: at the end of the shaft 67 a coupling shaft 73 can be connected, with which the shaft 67 can be coupled to the power take-off shaft of the tractor 13. At the ends of the beam 62 are; 30 drive boxes 71 and 72 are mounted, in which vertical shafts 73 and. 74 · are mounted, to which the spreading members 3 and 4, respectively, are attached. The transmission members in the cabinets 71 e & 72 comprise shafts 75 and 76, which are the same size as the shafts 68 and 69 and are also provided with 35 keyways. The axes 68 and 75 are denoted by mid 7 .λ λ π n ^ ^ £ = a \ j j 0 t? Λ - 7-%

. ' — “ —— ----------- --"I. - - - - - - - "I

del van een tussenas 77 net elkaar gekoppeld waarbij de ! . as 77 door middel van spiebussen 73 net de assen 68 en 75 | is verbonden. Op dezelfde wijze is een tussenas 79 door niddel van spiebussen 80 net de as stompen 69 en 73 ver- ' 5 . bonden. De boveneinde van de assen 73 en 7½ reiken tot in! ; de onderzijden van trocbtervormige gedeelten 25 en 26 en ί * ipart of an intermediate shaft 77 just coupled together with the! . shaft 77 by means of keyed bushes 73 with axes 68 and 75 | is connected. Likewise, an intermediate shaft 79 is provided by means of keyed bushes 80 with the stub axles 69 and 73. unions. The top end of shafts 73 and 7½ extend into! ; the undersides of troc-shaped sections 25 and 26 and i

dragen gekromde schoepen 81 respectievelijk 82. Deze Icarry curved blades 81 and 82, respectively. These I

- schoepen worden in bovenaanzicht gezien naar de uiteinden ί ! toe smaller en zijn vanaf de assen gekromd in een richting 10 j tegengesteld aan de draairichting 83 van de assen met de j i verspreidorganen 5 en 4. I- vanes are seen in top view towards the ends ί! toe narrower and are curved from the shafts in a direction 10 j opposite to the direction of rotation 83 of the shafts with the j i spreading members 5 and 4. I

Onder de bodems 33 en 34 zijn verstelschijven 86 · ' en 87 aangebracht die ieder zijn voorzien ven een driehoekige afvoeropening 88 respectievelijk 89. Onder elk van 15 de schijven 86 en 87 is een doseerplaat 90 respectievelijk 91 aangebracht, die ieder zijn voorzien van êén of meer driehoekige openingen die overeenkomen met de opening en 88 respectievelijk 89* De schijf 86 en de doseerplaat 91 I zijn gezamenlijk en de plaat 90 ook weer afzonderlijk 20 ten opzichte van de schijf 86 om de as 73 verdraaibaar.Adjusting discs 86 and 87 are provided under the bases 33 and 34, each of which is provided with a triangular discharge opening 88 and 89, respectively. Under each of the discs 86 and 87, a dosing plate 90 and 91 are provided, each of which is provided with one or more triangular openings corresponding to the opening and 88 and 89, respectively. The disc 86 and the dosing plate 91 I are jointly rotatable, and the plate 90 again separately about the disc 86 about the axis 73.

Op dezelfde wijze zijn de schijf 87 en de doseezplaat 91 gezamenlijk en de doseerplaat· 91 ook weer afzonderlijk ten opzichte van de schijf 87 verdraaibaar om de as 7^·In the same manner, the disc 87 and the dosing plate 91 together and the dosing plate 91 are rotatable separately about the disc 87 relative to the disc 87 again.

De bodens 33 en 33-* de schijven 86 en 87 en de doseer--25 platen 90 en 91 strekken zich loodrecht op de draaiing sassen 5 respectievelijk 6 uit. Toor een vastzetten van de schijf 86 en de as 73 is de bodem 33 voorzien van een plaat 92 waarin meerdnre openingen zijn aangebracht en waarin een pen 93 gestoken kan worden die ia gekoppeld 5-q met de schijf 86. De schijf 90 is voorzien van een uitsteeksel 9½ waarin meerdere gaten zijn aangebracht waarin het uiteinde van een staaf 95 kan worden gestoken die is gekoppeld met een in het gestel gelagerde as 97 ‘waaraan een verstelarm 96 is bevestigd. De arm 96 is beweeg-35 baar langs een schaalverdeling 98. Door met dezelfde ver- / . > «' ; : ♦ t t - 8 ~ ’ wijzingscijfers aangegeven onderdelen zijn de schijf 87 en I de doseerplaat 91 verdraaibaar en vastzetbaar om de as 7^ί i waarbij de doseerschijf 91 door middel van een koppelings-j arm 99 met de as 97 is gekoppeld. j 5 Bij de bet gebruik van de·:.inrichting wordt deze \ i ί door middel van de aankoppelingsorganen 7* 8 en 9 aan de ; ! armen van de bef inrichting van de trekker 13 gekoppeld* ! | Hierbij wordt de as 67 door middel van de koppelingsas 701 met de aftakas van de trekker 13 verbonden. Voor bet uit- i | ! 10 ί strooien van bet materiaal wordt dit in bet reservoir 2 ί : i ! aangebracht, waarna de inrichting over bet oppervlak ge- ί | t ( reden kan worden waarover bet materiaal moet worden ver- j ' spreid. Be inrichting is in het bijzonder geschikt voor j | het uitstrooien van kunstmest of zaden, over akkers. Voor j 15 het uitstrooien worden de openingen in de doseerplaten 90 I : en 91 meer of minder in overlap gebracht met de openingen i 88 en 89 in de schijven 8 6 of 87· Be verstelling van de doseerplaten 90 en 91 kan geschieden met behulp van de ver-stelarm 86 waarbij op de schaalverdeling 98 gezien kan 20 worden over welke mate de openingen in de doseerplaten 90 j en 91 in overlap zijn met de afvoeropeningen in de schij- | ven 86 en 87· Het materiaal dat door de openingen wordt afgevoerd komt o p de verspreidorganen 3 en 4- die volgens de pijlen 83 in draaiing worden gebracht vanaf de aftakas : 25' van de trekker. Hierbij drijft de koppilingsas 70 de as 67 aan, die via de overbrenging ia de kast 68 en de tussen- i assen 77 en 79 de aandrijving in de kasten 71 en 72 en de : assen 73 en 74- aandrijft.The bases 33 and 33 - the discs 86 and 87 and the dosing plates 90 and 91 extend perpendicular to the rotation axes 5 and 6, respectively. For securing the disc 86 and the shaft 73, the bottom 33 is provided with a plate 92 in which multiple holes are provided and in which a pin 93 can be inserted which is coupled 5-q to the disc 86. The disc 90 is provided with a protrusion 9½ into which multiple holes are made into which the end of a rod 95 can be inserted, which is coupled to a shaft 97 'mounted in the frame to which an adjusting arm 96 is attached. The arm 96 is movable along a scale 98. Continue with the same movement. > «'; The parts 87, the disc 87 and the dosing plate 91 are rotatable and lockable about the shaft 7, with the dosing disc 91 coupled to the shaft 97 by means of a coupling arm 99. When using the device: this means is connected to the coupling means 7 * 8 and 9; ! arms of the front device of the tractor 13 coupled *! | The shaft 67 is hereby connected to the PTO shaft of the tractor 13 by means of the coupling shaft 701. For bet i | ! 10 sprinkle the material into the reservoir 2: i! applied, after which the device is applied over the surface This may be the reason for spreading the material. The device is particularly suitable for spreading fertilizer or seeds over fields. Before spreading, the openings in the dosing plates 90 I: and 91 more or less overlapped with the openings i 88 and 89 in the discs 8 6 or 87 · The adjustment of the dosing plates 90 and 91 can be effected by means of the adjusting arm 86, whereby the scale 98 can be seen. the extent to which the openings in the dosing plates 90j and 91 overlap with the discharge openings in the discs 86 and 87 · The material which is discharged through the openings enters the spreading members 3 and 4- which according to the arrows 83 rotation from the PTO shaft 25 'of the tractor, in which case the coupling shaft 70 drives the shaft 67, which, via the transmission through the box 68 and the intermediate shafts 77 and 79, drives the drive into the boxes 71 and 72 and the : drives axles 73 and 74-.

Boor de afstand 21 tussen de verspreidorganen kan 30 een goede verspreiding door de verspreidorganen 3 en 4- ver-'kregen worden, zodanig dat elk van de verspreidorganen bij bet voortbewegen van de inrichting over een aparte strook kan uitstrooien en deze stroken goed op elkaar aansluiten . en een gelijkmatige uitstrooiing over een brede strook 35 grond verkregen kan worden. Be strooiriebting van bet rï 1 - £ 0 / ö - 9 -Drill the distance 21 between the spreading members can provide good spreading by the spreading members 3 and 4, such that each of the spreading members can spread over a separate strip while the device is moving and these strips connect well to each other . and an even spread over a wide strip of soil can be obtained. Scattering of bet 1 - £ 0 / - 9 -

__ - --- . "— 1 ' I__ - ---. "- 1 'I

> * materiaal door elk verspreidorgaan is enigszins in te stellen door het verstellen van de schijf 86 en de plaat 90 ; respectievelijk de schijf 87 en de plaat 91 on de assen ; 73 respectievelijk 74· Deze verstelling kan bewerkstelligd 5 worden door de pen 93 in een andere opening in de strip 92 i aan te brengen en de amen 95 en 99 ia andere opening en , ‘ van de lippen 94 aan te brengen, . Door de aangegeven afstand 21 tussen de verspreid- t i organen wordt een goede ligging van de verspreidorganen in * t 10 I de inrichting verkregen. Hierbij kan een breed, reservoir j ; gebezigd worden, terwijl een goede toevoer van het materi-; aal aan het ver^reidorgaan mogelijk is. Door de weergege-' ven afstand tussen de verspreidorganen kan bij een breed ; reservoir de diepte 42 van het reservoir gering gehouden 15 worden zodat het reservoir gemakkelijk is te vullen wanneer dit op de grond staat of via de hefinrichting in een lage : stand wordt gehouden* Door de grote breedte 31 kan het reservoir gemakkelijk vanuit een grote bak of wagen gevuld i worden. Verder kan door de lage bak-constructie de bestuur-20 der van de trekker 13 een goed zicht houden over het reservoir heen. Doordat de draaiingsassen van de verspreidorganen op een afstand van elkaar liggen die groter is dan de af- ; stand tussen de aankoppelingsorganen 7 en 8 kan een gestel-vorm verkregen worden die althans voor een groot gedeelte 25 tussen de verspreidorganen is gelegen, gezien in boven aanzicht* Hierdoor ontstaat een gestel-.constructie die het reservoir goed kan ondersteunen terwijl de gesteldelen geen nadelige invloed hebben op de uitstrooüng van het i materiaal* De gesteldelen liggen hierbij namelijk geheel 30 buiten de strooibanen van de beide verspreidorganen* Door de weergegeven gestelvora wordt een sterk doch eenvoudig ‘ gestel verkregen dat gemakkelijk en goedkoop is te bouwen*> material can be adjusted slightly by each spreader by adjusting the disc 86 and the plate 90; the disk 87 and the plate 91 on the shafts, respectively; 73 and 74, respectively. This adjustment can be effected by arranging the pin 93 in another opening in the strip 92 and by inserting the legs 95 and 99 in another opening and of the lips 94. Due to the indicated distance 21 between the distribution members, a good location of the distribution members in the device is obtained. A wide reservoir j; be used while a good supply of the material; is possible at the distributor. Due to the displayed distance between the spreading members, a wide range is possible; reservoir the depth 42 of the reservoir should be kept small so that the reservoir is easy to fill when it is on the ground or is kept in a low position via the lifting device. * Due to the large width 31, the reservoir can be easily moved from a large container or wagon filled i. Furthermore, due to the low bucket construction, the driver of the tractor 13 can keep a good view over the reservoir. Because the axes of rotation of the spreader members are spaced from one another greater than the spacing; position between the coupling members 7 and 8, a frame shape can be obtained which is located at least for a large part between the distribution members, seen in top view. This results in a frame construction which can support the reservoir well while the frame parts do not adversely have an influence on the spread of the material * The frame parts hereby lie entirely outside the spreading tracks of the two spreading members * The frame shapes shown provide a strong yet simple frame that is easy and cheap to build *

De vorm van het gestel maakt het verder mogelijk dat het gestel goed schoon gehouden kan worden, terwijl door de 35 vorm van het gestel en het reservoir alsmede de ligging "! T It O —i ï ~ im 'j i '· 10 ' van de verspreidorganen ia de richting van de verschillende onderdelen daarvan goed bereikbaar zijn* Hierdoor kan het; onderhond van de inrichting eenvoudig en snel gebeuren, i i zodat de levensduur van de inrichting gunstig beïnvloed | 5' : kan worden. De trekhaak 64 kan gebruikt worden on een wagen | of andere inrichting aan de strooiinrichting te koppelen i i voor gezamenlijke voortbeweging* .· j De inhoud van het reservoir kan aanzienlijk ver-i : groot worden door op de bovenzijde van het reservoir een j ( j 10 ! opzetstuk aan te brengen. In de figuren 5» δ en 7 is een j ! opzetstuk 101 weergegeven. Door de grote bovenontrek van ; | het reservoir kan het opzetstuk laag gehouden worden, ter* • wijl toch een aanzienlijke inhoudsvergroting van het re* > ·' servoir mogelijk is. In het weergegeven uitvoeringsvoor- i 15 beeld volgens de figuren 5» 6 en 7 heeft het opzetstuk een hoogte 102 die ongeveer anderhalf maal zo groot is als de: hoogte 29 van het reservoirgedeelte 28* Het opzetstuk 102j heeft aan de onder* en bovenzijde naar binnen gebogen randen 103 en 104 die gelijk zijn aan de rand 38 van de bovenzijde 20 van het reservoir 2. Althans de onderkant 103 is voorzien: van een aantal opening en overeenkomend met de openingen 39 in de rand 38. Het .opzetstuk 101 kan door middel van bouten 105 net de bovenzijden van het reservoir 2 gekoppeld worden, waarbij deze bouten in de openingen 39 en. de daar-25 mee overeenkomende openingen in de rand 103 aangebracht ; kunnen worden. Bij de weergegeven hoogte 102 van het op-zetstuk, heeft dit opzetstuk een inhoud van ongeveer 500 ; liter wat aldus ongeveer overeenkomt met de totale inhoud van het reservoir 2. Op deze wijze kan met een inrichting.The shape of the frame also makes it possible to keep the frame clean, while the shape of the frame and the reservoir as well as the location of the frame are that of the frame. spreader members are readily accessible in the direction of the various parts thereof * This makes it easy and quick to maintain the device, ii, so that the service life of the device can be favorably influenced. wagon | or other device to be coupled to the spreader ii for joint propulsion *. · j The contents of the reservoir can be considerably increased by placing a j (j 10! attachment) on the top of the reservoir. Figures 5, 7 and 7 show a jib attachment 101. Due to the large upper extraction of the reservoir, the attachment can be kept low, while a considerable increase in the volume of the reservoir is nevertheless possible. In hey The exemplary embodiment shown in FIGS. 5, 6 and 7 shows the attachment piece having a height 102 which is approximately one and a half times as great as the height 29 of the reservoir portion 28 * The attachment piece 102j has inwardly at the bottom * and top side. curved edges 103 and 104 which are equal to the edge 38 of the top side 20 of the reservoir 2. At least the bottom side 103 is provided with a number of openings and corresponding to the openings 39 in the edge 38. The attachment 101 can be of bolts 105 are just coupled to the top sides of the reservoir 2, these bolts in the openings 39 and. the corresponding openings in the edge 103 are provided; could be. At the height 102 of the attachment shown, this attachment has a capacity of approximately 500; liters, which thus roughly corresponds to the total content of the reservoir 2. This is possible with a device.

30 ongeveer 1000 liter materiaal meegevoerd worden. Dit is in ' het bijzonder gunstig wanneer materiaal uitgestrooid moet worden dat in grotere hoeveelheden per oppervlakte-eenheid moet worden uitgestrooid of wanneer grotere oppervlakten moeten worden bestrooid. Aldus behoeft het reservoir min* 35’ der keren gevuld te worden, wat in het bijzonder van Ö / J, V ƒ t) - 11- voordeel is waaneer apart naar een vulplaats gereden moet · ’ worden.30 approximately 1000 liters of material are carried along. This is particularly advantageous when material is to be scattered to be scattered in larger amounts per unit area or when larger areas are to be scattered. Thus, the reservoir needs to be filled at least * 35 times, which is in particular of Ö / J, V ƒ t) - 11 advantage when driving separately to a filling place.

De uitvinding is niet beperkt tot datgene wat hiervoor is beschreven doch heeft ook betrekking op datgene 5 wat ia de tekeningen is weergegeven en niet nader is aan- : geduid in de beschrijving» i ' j !The invention is not limited to that which has been described above, but also relates to that which is shown in the drawings and which is not further indicated in the description.

Conclusies | ö 7 f; λ -» » V / v ‘j j cConclusions ö 7 f; λ - »» V / v "j j c

Claims

1. Device for spreading granular and / or powdered material, in particular fertilizer, seed or the like, the device being provided with a frame, a reservoir and two under the reservoir, which is provided with two outflow funnels, mounted spreading members movable in upward direction extending the upward axes, the frame being provided with coupling couplers with which the device can be coupled to the lifting device of a tractor or similar vehicle, 10 'which frame is two with respect to the normal direction of movement of the device has rearwardly extending supporting beams for supporting the spreading members and furthermore has a transverse carrier, to which is mounted a support for the reservoir which, viewed in the direction of travel, is located approximately between the outflow funnels of the reservoir, with the feature that the cross beam with the supporting beams forms a frame frame wa The spreader members are supported and to which is fastened a frame construction located at the front of the device, which construction is mounted in a vertical direction, that the support is arranged vertically on the cross beam and is centrally located with respect to the reservoir, which is a width has at least about twice the height. 25

2. Device as claimed in claim 1, characterized in that, viewed in top view, at least a part of the frame is located between the spreading members.

3. Device according to claim 1 or 2, characterized in that the frame construction has two substantially vertically located frame beams, the bottom and top ends of which are connected to substantially horizontally extending frame beams.

4. Device as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that the horizontal frame beams extend over a greater distance than the distance between the vertical frame beams. s 7 '-1 η rv' ü ƒ ij

5. Device according to any one of the preceding claims, characterized in that coupling members are arranged at least substantially near the underside of the vertical frame beams, with which the device can be coupled to the lower lifting arms of a lifting device of a tractor or the like vehicle.

6. Device as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that a coupling member is arranged on the top beam of the frame construction, with which the device can be coupled to the upper lifting arm of a lifting device of a tractor or the like vehicle.

7. Device as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that - * from the upper ends of the vertical beams of the frame construction, frame beams run obliquely downwards and are connected to the upwardly extending support beam, which with the upper end is connected to the reservoir is connected.

8. Device as claimed in claim 7, characterized in that the lower end of the support beam is connected to a horizontal frame beam, which extends at least substantially transverse to the longitudinal axis of the device.

9. Device according to claim 7 or 8, characterized in that the horizontal frame beam arranged at the rear of the frame is connected by the supporting beams to the bottom beam of the frame frame of the frame.

10. Device as claimed in claim 9, characterized in that the supporting beams consist of strip-shaped material which extends in the height direction with the wide side.

11. Device as claimed in claim 9 or 10, characterized in that a support beam is arranged on the support beams, which extends at least substantially transverse to the direction of travel of the device and forms a support for the driving means of the spreading members.

Device according to any one of the preceding claims, characterized in that the reservoir has a width that is more than three times the greatest depth of the reservoir. 7: ^ -7 .5 - *: Y / $

13. Device according to any one of the preceding claims, characterized in that the reservoir has a width approximately twice as great as the length of the reservoir, measured in a direction parallel to the direction of normal movement of the device during operation.

14. Device according to any one of the preceding claims, characterized in that the funnel-shaped part of the reservoir has four sides that converge from bottom to top and has four sides that diverge from bottom to top.

15. Device as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that the upper part of the reservoir is parallelopipedal and adjoins the top of the funnel-shaped parts of the reservoir. Λ i'f J / 'Λ Λ «J ® *' / * - ij ƒ £