NL8700878A - Verstelinstrument voor het om twee onderling loodrechte assen elektrisch verstellen van de binnenspiegel van een motorvoertuig. - Google Patents

Description

* ί V.C. 9091

Verstelinstrument voer het om twee onderling loodrechte assen elektrisch verstellen van de binnenspiegel van een motorvoertuig.

De uitvinding heeft betrekking op een verstelinstrument voor het om twee onderling loodrechte assen elektrisch verstellen van de binr.er-spiegel van een motorvoertuig, welk verstelinstrument omvat 1) een met het voertuig te verbinden ophanginrichting voer een spie- 5 gelmontageplaat en 2) een daarmee verbonden om twee onderling loodrechte assen verstelbare spiegeimontageplaat met een daarop aan te brengen achteruitkijkspiegel.

De thans bekende bir.ner.spiegels bestaan uit een spiegelmontage-10 plaat, op de achterzijde waarvan een ophanginrichting is aangebracht, die samer. met een vast met het voertuig verbonden kogel een alzijdig scharnierende verbinding vormt. De ophanginrichting is vast cp deze kogel geklemd, zodat tussen ophanginrichting er. kogel een hoge wrijving wordt teweeggebracht, die ervoor zorgt dat de binnenspiegel triliings-15 vrij is opgehar.ger.. Deze hoge wrijving zorgt uiteraard ook voor relatief hoge versteikrachten. Aangezien de binnenspiegel met de hand wordt versteld is dit geen bezwaar. De relatief hoge krachten zijr. bij handverstellmg beschikbaar.

Het wordt steeds meer gebruikelijk om de buitenspiegels van eer.

20 motorvoertuig van eer. elektrisch verstelinstrument te voorzien, vooral ook omdat de buitenspiegels voor de bestuurder lastig bereikbaar zijn.

Ket verstelinstrument kar, bij buitenspiegels worden vastgezet in eer. aan weerszijden van het motorvoertuig aangebracht spiegelhuis. Voerdeel van elektrisch verstelbare achteruitkijkspiegels is ae mogelijkheid 25 deze in een aantal voergeprogrammeerde standen te brenger., aangepast aan ae grootte respectievelijk de houding achter het stuur var. verschillende bestuurders van een en hetzelfde motorvoertuig.

Ook voor binnenspiegels bestaat de wens deze in enkele voorge-programmeerde stander, te plaatsen, waarvoor een elektrisch verstelin-30 strumer.t noodzakelijk is. Daarvoor zijn niet bruikbaar de verstelinstru-inenten die voor buitenspiegels worden toegepast omdat bij binnenspiegels een spiegelhuis voor het daarin vastzetten var, het verstelinstrument ontbreekt. Het verstelinstrument moet verder een zeer compacte vorm.

f* -2- t hebben omdat het niet, met name in hoogterichting buiten de spiegel mag uitsteken. De via verstelmotoren leverbare verstelkrachten voor de spiegel zijn aanzienlijk geringer dan verstelkrachten, die met de hand op de spiegel kunnen worden uitgeoefend zodat een met kleine wrijving werkende 5 ophangconstructie moet worden gekozen. Het verkleinen van de wrijving in de ophangconstructie maakt de kans op hinderlijke trillingen van de binnenspiegel aanzienlijk groter.

De uitvinding beoogt een verstelinstrument voor een binnenspiegel van het bovenbeschreven type te verschaffen, dat compact is geconstru-10 eerd, met kleine verstelkrachten verstelbaar is en desondanks trillings-vrij in een motorvoertuig kan worden opgehangen. Het verstelinstrument volgens de uitvinding is daartoe gekenmerkt dat de ophanginrichting een huis omvat, waarin twee aandrijfeenheden zijn aangebracht, waarvan de uitgaande assen loodrecht op elkaar staan, alsmede een om een horizontale 15 as scharnierbaar met dit huis verbonden, door de aandrijfeenheden verstelbare spiegelmontageplaat, waarbij de aandrijfeenheden op zodanige afstand van het ophangpunt Van de ophanginrichting zijn aangebracht dat het daardoor op dit ophangpunt uitgeoefende koppel gelijk, doch tegengesteld -is aan het door de spiegelmontageplaat met spiegel op het ophang-20 punt uitgeoefende koppel.

Het zwaarste onderdeel van een spiegelverstelinstrument met daarop aangebrachte spiegel is het spiegelblad, waarvan het gewicht in de orde van grootte van 180 g ligt. De aandrijfeenheden zijn aanzienlijk lichter, het gewicht daarvan bedraagt per stuk ongeveer 60 g. Door nu 25 de spiegel met bijbehorende spiegeldraagplaat enerzijds en de aandrijf-eenheden met verschillende afstand van het ophangpunt aan te brengen, wordt een in elk geval statisch uitgebalanceerde opstelling verkregen, die niet als trillingsbron werkzaam is. Uiteraard moeten de onderlinge verbindingen van de onderdelen zodanig spelingsvrij worden uitgevoerd dat 30 ook deze geen aanleiding geven tot het ontstaan van trillingen.

Ter verstelling van de spiegelmontageplaat is deze aan de achterzijde voorzien van, een boogvormig, vettand segment, dat in ingrijping is met een rondsel, aangebracht op de aandrijfeenheid met horizontale as.

Door middel van dit boogvormige, vertande segment kan de spiegel-35 montageplaat om een horizontale as worden verzwenkt, waarbij het rondsel van de aandrijfeenheid steeds in ingrijping blijft met dit vertande

('. <·· '? O

X: fj ·,.

£ -3- ., segment. De spiegelmontageplaat wordt derhalve door de stilstaande aandrijf eenheid in een bepaalde zwenkstand gehouden.

Om de spiegelmontageplaat om een vertikale as te kunnen verzwen-ken omvat de ophanginrichting een vast met het motorvoertuig verbindbaar 5 ophangorgaan, dat door middel van een klembeugel met het huis is verbonden, waarbij het huis draaibaar is om het ophangorgaan, dat is voorzien van een in een horizontaal vlak gelegen boogvormig vertand segment, dat in ingrijping is met een rondsel, aangebracht op de aandrijfeenheid met vertikale as.

10 Indien de aandrijfeenheid met Vertikale as wordt bekrachtigd zal het huis met de daarin aangebrachte aandrijfeenheden, alsmede.de met dat huis verbonden spiegelplaat in zijn geheel worden verdraaid ten opzichte van de vast met het motorvoertuig verbonden ophangorgaan.

De verbinding van dit ophangorgaan met het motorvoertuig geschiedt . 15 bij voorkeur door middel van een bajonetkoppèling, waartoe het ophangorgaan is. voorzien van twee diametraal tegenover elkaar gelegen uitsparingen.

Een uitvoeringsvorm van het verstelinstrument volgens de uitvinding wordt aan de hand van de tekening nader toegelicht. Hierin toont: 20 . fig. 1 een bovenaanzicht van het verstelinstrument; fig. 2 een vooraanzicht; fig. 3 een doorsnede volgens de lijn III-III van fig. 1; fig. 4 een zijaanzicht; fig, 5 een achteraanzicht van het verstelinstrument; 25 fig. 6 een doorsnede van het huis van de ophanginrichting volgens de lijn VI-VI van fig. 4.

De opbouw van het verstelinstrument is het duidelijkst weergegeven in fig. 3. Het verstelinstrument is met het motorvoertuig verbonden door middel van een ophangorgaan 3,.dat zowel in rotatie als in axiale 30 richting vast met het.motorvoertuig, bijvoorbeeld het plafond van het voertuigdak verbindbaar moet zijn. In de wand van het ophangorgaan 3 zijn daartoe twee diametraal tegenover elkaar gelegen uitsparingen 28 (zie fig. 4} aangebracht met behulp waarvan het ophangorgaan. 3 via een bajonetkoppèling met het motorvoertuig verbindbaar is. Het ophangorgaan 35 3 is in hoofdzaak cilindrisch en inwendig hol uitgevoerd teneinde de elektrische bedrading 2 naar de aandrijfmotoren via het ophangorgaan te Λ I : - ; f < -4- λ kunnen doorvoeren. De elektrische bedrading 2 is omgeven door een be-schermkabel 1. Het ophangorgaan 3 is aan de onderzijde voorzien van een flens 4, waarvan het oppervlak rust op een draaikom 23, aangebracht aan de bovenzijde van het huis 5. Buiten de flens 4 van het ophangorgaan 3 5 is een uitstekende rand 27 aanwezig, die geleidend aanbrengbaar is in een corresponderende uitsparing, aangebracht in de draaikom 23. De verbinding tussen het ophangorgaan 3 en het huis.5 wordt verkregen door een klembeugel 6, die over het ophangorgaan 3 wordt geschoven en die op de bovenrand van de flens 4 drukt. Deze klembeugel 6 is aan de ene zijde door 10 middel van een klinknagel 8 verbonden met het bovenvlak van het huis 5, terwijl aan de tegenoverliggende zijde een horizontale pen 7 is aangebracht, die steekt door twee ogen 15 (fig. 2) die boven de draaikom 23 van het huis 5 uitsteken. De pen 7 steekt verder door een gat, aangebracht in de klembeugel 6. Klembeugel .6 en huis 5 kunnen om het ophangorgaan 3 15 roteren, waarbij de klembeugel 6 en het huis 5 aan weerszijden aanliggen tegen de horizontale flensranden van de flens 4.

De spiegelmontageplaat 9 is aan de bovenrand voorzien van twee ogen 16 (fig. 2) die door middel van de pen 7 scharnierbaar verbonden kunnen worden met de ophanginrichting, bestaande uit het ophangorgaan 3, 20 het huis 5 en de klembeugel 6. Op de spiegelmontageplaat 9 is een spiegel 10 aangebracht, bijvoorbeeld gelijmd. Aan de achterzijde van de spiegelmontageplaat 9 is een boogvormig, vertand segment 11 aangebracht, waarvan de vertanding in ingrijping is met een rondsel 12 van een aandrijfeenheid 14 met horizontale as, die in fig. 3 voor het vlak van 25 tekening ligt. Door het bekrachtigen van de motor van de aandrijfeenheid 14 kan de spiegel 9, 10 om de pen 7 in twee richtingen worden gezwenkt over een verstelbereik van 22°, zoals in fig, 4.aangegeven. De horizontale verstelbaarheid bedraagt 24° zoals in het bovenaanzicht van fig. 1 is aangegeven. Horizontale verstelling van de spiegel kan worden verkre-30 gen door de motor van de aandrijfeenheid 13 met vertikale as te bekrachtigen. De uitgaande as van de aandrijfeenheid 13 is eveneens voorzien van een rondsel, dat in ingrijping is met een vertanding 26, aangebracht op een boog 25 welke is verbonden met de flens 4 van het ophangorgaan 3 (zie fig. 1). Doordat het ophangorgaan 3 vast met het motorvoertuig is 35 verbonden zal bij bekrachtiging van de motor van de aandrijfeenheid 13 B 7 p n ? 7 8 , 5 è . -5- ; * het bijbehorende rondsel zich verplaatsen over de vertanding 26 van de boog 25, waardoor het huis 5 met de daaraan opgehangen spiegel. 9, 10 om een vertikale as wordt verdraaid.

Het huis 5 is het duidelijkst weergegeven in fig. 6. Het huis be-5 staat uit twee kamers met rechthoekige wanden 17, 18 voor het daarin opnemen van respectievelijk de aandrijfeenheid 14 met horizontale as en de aandrijfeenheid 13 met vertikale as. De aandrijfeenheden 13, 14 zijn van het type als beschreven in de Nederlandse octrooiaanvrage 84.01140, waarnaar kortheidshalve wordt verwezen. In de wanden van de kamers 17, 10 18 zijn uitsparingen 22 aangebracht. De aandrijfeenheden .13, 14 zijn.

aan de buitenzijde van uitsteeksels voorzien, die snappend kunnen grijpen in de uitsparingen 22.

De kamers 17,.18 zijn onderling verbonden door een samengestelde verbindingswand 19, waarin twee kamers 20, 21 zijn uitgespaard. De kamer 15 20 dient voor het doorlaten van het boogvormige,, vertande segment 11, dat op de achterzijde van de spiegelmontageplaat 9 is aangebracht. De kamer 21 dient voor het door het huis voeren, var. de uit het plafond van het voertuig komende elektrische bedrading 2, waarvan de einden op de aandrijfeenheden 13, 14 moeten worden aangesloten, zoals weergegeven in 20 fig. 5. Boven de bovenwand van de motorkamer IS bevindt zich een kap 24 voor het opnemen van het rondsel, dat wordt geschoven op de uitgaande as van de aandrijfeenheid 13. Dit rondsel is in ingrijping met de vertanding 26 van de boog 25 (zie fig. 1).

Aan de bovenzijde van het huis bevindt zich een draaikom 23 voor 25 de flens 4 van het ophangorgaan 3, zoals in doorsnede weergegeven in fig. 3. Boven deze draaikom 23 steken twee op afstand van elkaar gelegen ogen 15 uit, tussen welke ogen het doorboorde deel van de klembeugel 6 kan worden geplaatst, waarna deze ogen 15 respectievelijk de klembeugel 6 met de horizontale pen 7 kunnen worden gekoppeld.

30 In fig. 4 is met A de hartlijn van het ophangorgaan 3 aangegeven.

Met B is aangegeven het vlak, gaande door de hartlijnen van de aandrijf-eenheden 13, 14. Het gewicht van de spiegelmontageplaat 9 met daarop de spiegel 10 grijpt aan op de pen 7, waarbij met C een vertikaal vlak door de hartlijn van deze pen 7 is aangegeven. De afstand tussen de 35 vlakken.A en C enerzijds en tussen de vlakken.B en A anderzijds zijn zo- / / v ·; / 0 κ tl ·' -6- danig gekozen dat de links en rechts van het vlak A gelegen onderdelen een even groot, echter tegengesteld draaimoment uitoefenen op het op-hangpunt, gelegen op de lijn A. Daardoor is een gebalanceerd instrument verkregen en een bron voor mogelijke trillingen weggenomen.

f* T Λ Λ ·. =·? Λ - ‘K κ : ; ‘ - e y. ζ

' '"· ' " / V

Claims (4)

4- ' -7-

1. Verstelinrichting voor het over twee onderling loodrechte assen elektrisch verstellen van de binnenspiegel van een motorvoertuig, welke verstelinrichting omvat - een met het voertuig te verbinden ophanginrichting voor een spiegel-5 montageplaat en *- een daarmee verbonden om twee onderling loodrechte assen verstelbare spiegelmontageplaat met een daarop aan te brengen achteruitkijkspiegel met het kenmerk, dat de ophanginrichting een huis(5) omvat, waarin twee aandrijfeenheden (13, 14) zijn aangebracht, waarvan, de uitgaande assen 10 loodrecht op elkaar staan alsmede een om een horizontale as (7) schar-nierbaar met dit huis (5) verbonden, door de aandrijfeenheden (13, 14} verstelbare spiegelmontageplaat (9), waarbij de aandrijfeenheden (13, 14) op zodanige afstand van het ophangpunt (lijn A) van de ophanginrichting (3, 5, 6} zijn aangebracht.dat het daardoor op dit ophangpunt uitgeoefen-15 de koppel gelijk doch tegengesteld aan het door de spiegelmontageplaat met spiegel op het ophangpunt uitgpoefende koppel.

2. Verstelinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de spiegelmontageplaat (9) aan de achterzijde is voorzien van een boogvormig, vertand segment (11) dat in ingrijping is met een rondsel 20 (12) aangebracht op de aancrijfeenheid (14) met horizontale as.

3. Verstelinrichting volgens de conclusies 1'- 2, met het kenmerk, dat de ophanginrichting een vast met het motorvoertuig verbindbaar ophangorgaan (3) omvat dat door middel van een klembeugel (6) met het huis (5) is verbonden, waarbij het huis (5) draaibaar is om het ophang- 25 orgaan (3) dat is voorzien van een in een horizontaal vlak gelegen boogvormig vertand segment (25, 26), dat in ingrijping is met een rondsel, aangebracht op de aandrijfeenheid (13) met verticale as.

4. Verstelinrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het ophangorgaan (3) is voorzien van twee, diametraal tégenover elkaar 30 gelegen uitsparingen (28) geschikt voor het door middel van een bajonetkoppeling verbinden van het orgaan (3) met het plafond van een motorvoertuig. ··-- -;·> / o