[go: up one dir, main page]

NL8700214A - Projectiel voor een tankafweerwapen voor het van boven af bestrijden van een tank. - Google Patents

Projectiel voor een tankafweerwapen voor het van boven af bestrijden van een tank. Download PDF

Info

Publication number
NL8700214A
NL8700214A NL8700214A NL8700214A NL8700214A NL 8700214 A NL8700214 A NL 8700214A NL 8700214 A NL8700214 A NL 8700214A NL 8700214 A NL8700214 A NL 8700214A NL 8700214 A NL8700214 A NL 8700214A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
projectile
target
control unit
tank
probe
Prior art date
Application number
NL8700214A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Rheinmetall Gmbh
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Rheinmetall Gmbh filed Critical Rheinmetall Gmbh
Publication of NL8700214A publication Critical patent/NL8700214A/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F42AMMUNITION; BLASTING
    • F42BEXPLOSIVE CHARGES, e.g. FOR BLASTING, FIREWORKS, AMMUNITION
    • F42B12/00Projectiles, missiles or mines characterised by the warhead, the intended effect, or the material
    • F42B12/02Projectiles, missiles or mines characterised by the warhead, the intended effect, or the material characterised by the warhead or the intended effect
    • F42B12/04Projectiles, missiles or mines characterised by the warhead, the intended effect, or the material characterised by the warhead or the intended effect of armour-piercing type
    • F42B12/10Projectiles, missiles or mines characterised by the warhead, the intended effect, or the material characterised by the warhead or the intended effect of armour-piercing type with shaped or hollow charge
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F42AMMUNITION; BLASTING
    • F42BEXPLOSIVE CHARGES, e.g. FOR BLASTING, FIREWORKS, AMMUNITION
    • F42B10/00Means for influencing, e.g. improving, the aerodynamic properties of projectiles or missiles; Arrangements on projectiles or missiles for stabilising, steering, range-reducing, range-increasing or fall-retarding
    • F42B10/60Steering arrangements
    • F42B10/66Steering by varying intensity or direction of thrust
    • F42B10/661Steering by varying intensity or direction of thrust using several transversally acting rocket motors, each motor containing an individual propellant charge, e.g. solid charge
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F42AMMUNITION; BLASTING
    • F42BEXPLOSIVE CHARGES, e.g. FOR BLASTING, FIREWORKS, AMMUNITION
    • F42B15/00Self-propelled projectiles or missiles, e.g. rockets; Guided missiles

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Fluid Mechanics (AREA)
  • Aviation & Aerospace Engineering (AREA)
  • Aiming, Guidance, Guns With A Light Source, Armor, Camouflage, And Targets (AREA)
  • Radar Systems Or Details Thereof (AREA)

Description

Korte aanduiding: Projectiel voor een tankafweerwapen voor het van boven af bestrijden van een tank.
De uitvinding betreft een projectiel voor een tankafweerwapen volgens de inleiding van conclusie 1.
Een dergelijk, uit het Duitse Offenlegungsschrift 2830859 bekend tankafweerprojectiel heeft ten doel, op grond van een toenemende tank-bescherming aan de voor- en zijkant, een tank in de dakpartijen van boven af te bestrijden. Daartoe zwenkt het als raket uitgevoerde tankafweerprojectiel tijdens de baan naar het doel naar een van boven naar beneden gerichte stand om een holle lading in een vertikale stand op een afstand boven de tank te ontsteken.
Een nadeel bij dit afweerprojectiel is dat de effectieve prestatie van de holle lading in het doel enerzijds afhangt van de bereikbare gevechtsafstand en anderzijds door de horizontale verdere beweging tijdens de baan drastisch wordt verminderd. De holle lading kan met zijn baan slechts op de wijze van een strijk-effekt op het doel werkzaam worden, waardoor een prestatievermindering tot 50% kan optreden.
Een verder belangrijk nadeel is dat bij dit tankafweerprojectiel de koers door een op magnetische invloed werkende taster eerst op betrekkelijk korte afstand kan worden gemeten. Doordat bijvoorbeeld slechts dicht bij de tank het magnetische aardveld wordt vervormd, neemt de aanspreeknauw-keurigheid van de taster bij een reikwijdte tot 4 meter met meer dan 50% af, terwijl deze bij afstanden groter dan 5 meter zelfs onder de 20% kan liggen. Daardoor worden tijdens de beweging van het projectie] zijdelings van de doe]richting v?eg bewegende tanks eventueel niet meer door de taster waargenomen. Verder blijft het projectiel bij zijdelings langs de tank voorbij vliegen op grond ven de vertikale detonatiestand van de springlading bovendien onwerkzaam.
Het projectiel beeft bovendien voor de besturing een dure stuurinrichting nodig. Zo zijn bijvoorbeeld voor het doen ontstaan van de draai-beweging van het projectiel naar de vertikale stand een groot aantal impulsgevers nodig.
Ten opzichte daarvan beoogt de uitvinding een eenvoudig van grond tot grond werkend tankafweerprojectiel te verschaffen, dat voor tankbe-schieting van boven af en uit een punt zijdelings van de tank schuin van boven een grote trefzekerheid en doorslagprestatie moet waarborgen.
Dit wordt bereikt met de in conclusie 1 aangegeven kenmerken. Verdere gunstige uitvoeringen en verdere ontwikkelingen van de uitvinding blijken uit de volgconclusies.
Door de uitvinding is het gunstig mogelijk voor een tankafweerwapen een projectiel te verschaffen dat het mogelijk maakt, door een in een met eigenfrequentie ten opzichte van een gevechtskop met holle lading roterende stuureenheid ingebouwde taster, het doe] nauwkeurig op een grote horizontale afstand waar te nemen, de punt van het projectie] tijdens de waarneming door verdere middelen op het dak van de tank te richten en in de doelrichting te versnellen, zodat bij een aanraking van het doel de holle lading met zekerheid en groot doorslagvermogen kan worden ontstoken.
Een als passieve laser-lichttaster of als actieve radartaster uitgevoerde roterende taster is gunstig in staat onder een zich met de projectielhartlijn vormende schuine hoek 0\ de grond strookvormig af te tasten en het doel op een gegeven, relatief grote afstand L vdór het doel vroegtijdig waar te nemen. Het ten opzichte van het toerental van de gevechtskop met holle lading belangrijk grotere toerental van de stuureenheid is zodanig afgestemd dat de afstanden van de aftastlussen of stroken van de taster op de grond afhankelijk van de prcjectielsnelheid zodanig kort zijn, dat een pantservoertuig met zekerheid wordt waargenomen. Door de plaatsing van een verschoven ten opzichte van de taster in de roterende stuureenheid aangebrachte vaste stof-impulsgever is het mogelijk, behalve een gunstige compensatie van de draaibeweging van de roterende stuureenheid, na het waarnemen van het doel, bijvoorbeeld door een springlading, een gedoseerde en radiaal gerichte stuurimpuls te veroorzaken om een draaiing van het projectiel om zijn zwaartepunt in die mate te verkrijgen, dat ook bij een schuine bestrijding uit een punt zijdelings naast de tank, het projectiel op de bovenzijde van de tank wordt gericht.
Cp bijzonder gunstige wijze wordt het projectiel na plaats gehad hebbende draaiing om zijn zwaartepunt, bij het bereiken van de doelrichting door een op dit moment ontstoken tweede raketmotor tot aan het doe] verder versneld.
Omdat tijdens de draaibeweging om het zwaartepunt een door de buitenlucht veroorzaakte terugstelkracht Fj geen invloed op de baan kan uitoefenen, heeft het projectiel enerzijds middelen voor het losmaken van de stabilisatievinnen of anderzijds symmetrisch op de vinnen gerichte mondstukken voor de vorming van een bij elke vleugel door de generatorgassen veroorzaakte compressiestoot.
Bij voorkeur is de stuureenheid aan de voorzijde van de gevechtskop met holle lading gelegerd op een geleiding van een ontstekingsafstands-houder, waarbij de stuureenheid in de axiale richting zodanig is aangebracht, dat een vervorm.ingsvrije overdracht van zijn axiale massa-traagheidskrachten hij de start op de gevechtskop met holle lading mogelijk is. De legering van de stuureenheid aan de ontstekingsafstandhouder maakt de vorming mogelijk van een buitenmartel met gelijke diameter als de gevechtskop met holle lading, zodat de binnenruimte van de ringvormige stuureenheid een zinvolle plaatsing mogelijk maakt van een aandrijfaggre-gaat voor het doen ontstaan van de rotatie van de stuureenheid, een electronische eenheid voor het in werking stellen van de vaste stof-impuls-gever en een batterij, bijvoorbeeld voor de stroomopwekking voor de electronische eenheid. Door een als raketaandrijving uitgevoerd aandrijf-aggregaat, waarvan de gassen uit twee, ruimte sparende, tangentiaal aangebrachte en in de zelfde omtreksrichting wijzende straalmondstukken uittreden, kunnen verder gunstig nominale toerentallen worden bereikt in eer gebied van 40 tot 50 omwentelingen per seconde.
Het tankafweerprojectiel heeft tussen zijn stabilisatievinnen en de gevechtskop met holle lading twee achter elkaar aangebrachte raketmotoren, waarvan naar keuze één motor dient voor een naversnelling na de start en de andere voor de versnelling van het tankafweerprojectiel na de draaiing in de doelrichting. Voor het geval dat de vinnen voor het vermijden var. de door de buitenlucht veroorzaakte terugstelkracht na de draaiing om het projectielzwaartepunt van het projectiel moeten worden losgemaakt, is het uittreedkanaal var de raketmotor aan de achterzijde op eenvoudige wijze gesloten met een stop, waardoor bij de ontsteking van de raketmotor de vinnen door de gasdruk van het projectiel worden gescheiden. Het projectiel is bij voorkeur geschikt voor afschieten uit een pantservuist. Bijvoorbeeld kunnen bij eer. knielende aanslag van de schutter op bijzonder gunstige wijze een grote trefnauwkeurigheid en een grote doorslagprestatie worden bereikt bij gevechtsafstanden van ongeveer 300 m.
De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin een uitvoeringsvoorbeeld van het projectiel volgens de uitvinding is weergegeven.
Fig. 1 toont een langsdocrsnede door het tarkafvreerwapen,
Fig. 2 is een gedeeltelijke, vergrote weergave van fig. 1, van een aan het vooreinde van het tankafweerw’apen aangebrachte stuureenheid,
Fig. 3 is een doorsnede volgens het vlak III - III van fig. 2 door een rotatieaandrijving voor de stuureenheid,
Fig. 4 is een doorsnede van een axiale legering van de stuureenheid volgens het in fig. 2 met IV aangeduide detail,
Fig. 5 is een verder uitvoeringsvariant van de axiale legering van de stuureenheid volgens het in fig. 2 met IV aangeduide detail,
Fig. 6 is een doorsnede volgens het vlak VI - VI van fig. 1, als dwarsdoorsnede door een stabilisatievleugel met aanwezige compressiestoot,
Fig. 7 is een vooraanzicht van het tankafweerwapen in een boven de tank, maar zijdelings ten opzichte daarvan verschoven, afschietpunt,
Fig. 8 toont in perspectief het baanverloop van het tankafweerwapen van de gevechtsplaats van een schutter tot aan het treffen van een tankdak,
Fig. 9 toont schematisch het baanverloop van het tankafweerwapen na het waarnemen van het doel in de doelrichting.
Het projectiel 16 bestaat volgens fig. 1 en 2 uit een gevechtskop 4 met holle lading met trefontsteker 32, een tijdens de baan een koerscorrectie voor het direct aansturen op de bovenzijde van een doel, bij voorkeur de bovenzijde van een tank 23, resp. tanktoren 43 (fig.8) veroorzakende stuurheid 1 en verder uit aan de achterzijde aangebrachte, stuwkracht veroorzakende aandrijfaggregaten 33, 35 en stabiliseervinnen 15.
De gevechtskop 4 met holle lading heeft binnen een in hoofdzaak buisvormige gevechtskophuls 38 een holle lading 7, een metalen kegelvormig inlegstuk 39, waarvan de kegelhoek bijvoorbeeld voer het bereiken van een grote doorslagprestatie ligt in een gebied rond 60° en verder aan de voorzijde een bevestiging 40 van een voorste afdekkap 6 voor de holle lading. De afdekkap 6 bestaat, uit een naar voren smaller wordende afgeknotte kegel, waarvan de voorrand 41 een binnenwerk.se doorsnede vormt en is verbonden met een geleiding 8 voor een telescopisch in de gevechtskop 4 met holle lading schuifbare afstandhouder 9, die aan het vooreinde op een optimale ontstekir.gsafstand tot de holle lading de trefontsteker 32 opneemt. Terwijl de binnenzijde van de geleiding 8 is uitgevoerd als glijbus voor de ontstekingsafstandshouder 9, heeft de geleiding 8 aan de buitenzijde een voorste en een achterste legerplaats 49 voor het opnemen van een voorste en een achterste radiaal leger 10, 11 voor een ten opzichte van de gevechtskop met holle lading individuele rotatie van de stuureenheid 1.
Voor de storingsvrije overdracht van de bij het starten van het projectiel 16 optredende axiale massatraagheidskrachten van de stuureenheid 1 is volgens fig. 4 bij het achterste radiale leger 11 een tegen de afdekkap steunend axiaal leger 12 aangebracht. Volgens een ten opzichte van fig. 4 verschillende en in fig. 5 weergegeven uitvoeringsvariant kan ook tussen het achterste radiale leger 11 en de afdekkap 6 een elastisch element zijn aangebracht, bijvoorbeeld een elastische 0-ring 13, die onder de bij de start optredende, axiale massatraagheidskrachten zodanig wordt samengedrukt, dat de overdracht van deze krachten over een groot oppervlak kan plaatsvinden van de achterste elndzijde 14 van de stuureenheid 1 op de afdekking 6'.
De stuureenheid 1 is ringvormig aangebracht, waarbij de buitenmantel 44 ervan overeenkomt met de buitendiameter van de huls 38.
In de binnenruimte van de stuureenheid 1 is voor het nauwkeurig waarnemen van het doel van grotere afstand, bijvoorbeeld van de langsafmeting 45 en de breedte-afmeting 46 van een zich op een afstand L tussen 15 en 30 meter in een gevechtsstand bevindende tank 23 (fig. 8) een vaste taster 2 aangebracht, die enerzijds als passieve laserlichttaster, of anderzijds als actieve radartaster kan zijn uitgevoerd. De taster 2 is onder een schuine hoek (fig. 9) excentrisch ten opzichte van de projectielhart-lijn 5 binnen de stuureenheid 1 aangebracht. Bij een schuine hoek in het gebied tussen 11 en 15° en een zichtboek (fig. 9°), die bijvoorbeeld 3° kan bedragen, is de taster 2 bij een hoge eigen rotatie in het gebied tussen bij voorkeur 40 - 50 omwentelingen per seconde in staat de grond strookvormig af te tasten (fig. 8) en het doel met zekerheid waar te nemen.
Bij het gebruik van een radarpulstaster komt het grote terugkaatsings-vermogen van de uit metaal bestaande tank 23 (fig. 8) het juist waarnemen var, het doel op de afstand I, tussen 15 en 30 m ten goede. Evenzo met zekerheid en nauwkeurig wordt het doel waargenomen bij een dergelijke afstand door een laserlichttaster, wanneer het door de schutter op niet weergegeven wijze tijdens de vliegtijd van bet projectiel wordt belicht.
Voor het doen ontstaan van de grote eigen rotatie is binnen de stuureenheid 1 excentrisch ten opzichte van de projectielhartlijn 5 een aan-drijfaggregaat 25 aangebracht, dat bestaat uit een door een ontstekings-element 26 in werking te stellen raketaandrijving 27. Met de als gasgenerator uitgevoerde raketaandrijving 27 zijn volgens fig. 3 twee aan de omtrek van de stuureenheid 1 symmetrisch tegenover elkaar liggende en tegengesteld aan de rotatierichting 28 wijzende, tangentiaal aargebrachte straalmondstukken 29 telkens door een gasgeleidingskanaal 30 verbonden.
Bij het aandrijfaggregaat 25 is binnen de stuureenheid 1 een daardoor activeerbare batterij 33 voor de stroomopwekking van een electronics-eenheid 21 er, van de aan de voorste punt van de af standhouder 9 aangebrachte trefontsteker 32 aangebracht.
De stuureenheid 1 heeft verder voor de koerscorrectie een vaste stof-impulsgever 3, die na het waarnemen van het doel door de taster 2 door een gedoseerde en radiaal gerichte stuurimpuls de stand van de projectielhartlijn 5 door draaien om het projectielzwaartepunt 18 zodanig wijzigt, dat ook bij een schuine bestrijding van de tank 23 (fig. 7) de bovenzijde 22 van de tank 23 resp. van de toren 43 direct kan worden aangestnnrd. De vaste stof-impulsgever 3 is daarbij in de omtreksrichting van de stuureenheid 1 ten opzichte van de taster (2) verschoven, bij voorkeur tegenoverliggend aangebracht, in het buitenste mantelgedeelte en bestaat bijvoorbeeld voor het doen ontstaan van een kort durende stuurimpuls uit een springlading 47.
Doordat dit projectiel 16 voor tankbestrijding bij voorkeur uit een terugstootvrije, echter niet tot de beschermingsomvang van de uitvinding behorende pantservuist met een kaliber d door een schutter 50 (fig. 8) op het doel kan worden afgevuurd, waarbij de schutter 50 op niet weergegeven wijze op de tank richt, het projectiel 16 echter in feite wordt afgevuurd op een vasthoudpunt 48 (fig. 9) van een niet weergegeven doel-venster op een hoogte h (fig. 9) van bijvoorbeeld 4 m boven de grond, is de vliegbaan 51 (fig. 9) bij een doelafstand L bij voorkeur 20 m vóór het doel voor alle gevechtsafstanden tot 300 m bij benadering horizontaal. Daardoor kan bij slechts minimale afwijking van de vliegbaan 51 ten opzichte van een niet weergegeven horizontaal, voor het doen ontstaan van de voor de draaiing van het projectiel naar de doelrichting noodzakelijke stuurimpuls, op eenvoudige wijze een wat hoeveelheid en werking betreft steeds gelijke springlading 47 worden gebruikt. Onder voorwaarde van de als voorbeeld hierboven genoemde vliegbaengegevens, wordt het doel door de tester 2 op een constante doelafstand L van bij voorkeur 20 m waargenomen en wordt de springlading 47 tegelijk door de met de taster 2 verbonden en in de stuureenheid 1 aangebrachte electronica-eenheid 21 ontstoken.
Op bijzonder gunstige wijze is een dergelijk stuurmechanisme van het projectiel 16 ook geschikt voor het aansturen van een doel, dat ten opzichte van het doel waarop door de schutter is gericht, zijdelings is verschoven, daar door de stuurimpuls telkens een de koerswijziging veroorzakende kracht (fig. 7) steeds radiaal op de projectielhartlijr.
5 is gericht en de richting van de kracht Fn daarbij op eenvoudige wijze op grond van de standbepalende doelwaarneming van de taster 2 en op grond van de van de stand afhankelijke in werkingstel ling door de electrordca-eenheid 21 met de hellingsrichting van de naar de bovenzijde 22 van de tank 23 resp. van de toren 43 (fig.8) wijzende nieuwe vliegrichting 49(fig. 7) in overeenstemming kan worden gebracht.
Met de draaiing van het projectiel 16 om zijn zwaartepunt 18 wordt voor het aanhouden van de directe doelkoers het projectiel 16 door ontsteking van een aan de achterzijde aangebrachte en als tweede aan-drijfaggregaat uitgevoerde raketmotor 33 of 35 verder naar bet doel versneld.
Tijdens de draaiing van het projectiel 16 om zijn zwaartepunt 18 moet er echter op worden gelet, dat, bepaald door de gewijzigde aanstroom-richting van de buitenlucht op de in schuine richting wijzende vleugels 37 (fig. 6) van de stabiliseervinnen 15, de daaruit volgende terugstel-krachten voor een terugdraaiing van het projectiel 16 naar zijn oorspronkelijke vliegrichting 51 (fig. 9) niet werkzaam kunnen worden.
Daartoe heeft de achterzijde 17 van het projectiel 16 enerzijds middelen 24 voor het loslaten van de vinnen 15 van het projectie] en anderzijds symmetrisch op de vinnen gerichte mondstukken 20 voor het vormen van een door de generatorgassen veroorzaakte compressiestoot 36 (fig. 6).
Voor de naversnel1ing van het projectiel 16 bij de draaiing naar de doelrichting en voor het vermijden van de door de buitenlucht veroorzaakte terugstelkrachten en voor het vergroten van de startversnelling, zijn tussen de stabiliseervinnen 15 en de holle lading 17 twee als raketmotoren 33, 35 uitgevoerde aandrijfaggregaten achter elkaar aangebracht, die enerzijds bij het starten en anderzijds bij de verdere versnelling naar het doel na elkaar werkzaam kunnen worden. Zo dient, wanneer de voorste raketmotor 35 voor de naversnelling van het projectiel 16 direct na de start wordt gebruikt, de achterste raketmotor 33 bij het zwenken naar de doelrichting voor de verdere versnelling van het projectiel naar het doel. Anderzijds dient volgens een door de electron!ce-eenheid 21 bestuurde omgekeerde ontstekingsvolgorde de achterste raketmotor 33 voor de naversnelling bij de start, terwijl de voorste raketmotor 35 bet projectie] 16 naar de doelrichting versnelt. Door de naversnelling bij de start wordt bijvoorbeeld een bij benadering zes kilo zwaar projectiel door een, door een niet weergegeven staartlading veroorzaakte beginsnelheid van 100 m/s in 0,2 - 0,5 s tot 150 - 170 m/s versneld.
Bij gebruik van de laketmotor aan de achterzijde voor de verdere versnelling van het naar de doelrichting gedraaide projectiel 16 is een axiaal aangebracht uittreedmondstuk 34 tot aan de ontsteking van de raketmotor 33 door een als middel 24 voor het loslaten van de vinnen 15 aange-brachte stop 19 gesloten. De stop 19 is daarbij op niet weergegeven wijze vast met de vinnen 15 verbonden. De stop wordt tezamen met de vinnen 15 door de druk van de door de raketmotor 33 veroorzaakte gassen van het projectiel 16 afgestoten. Wordt deze raketmotor voor de startversnel 1ing gebruikt, dan is het ui t treedmondstuk. 34 geopend.
De ten opzichte van de achterste raketmotor 33 met de buitendiameter d grotere voorste raketmotor 35 komt overeen met het kaliber van de niet weergegeven afschietloop. De uittreedmondstukken 20 van deze motor 35 zijn aan het achtereinde van deze motor symmetrisch over een cirkel ver- deeld aangebracht en zodanig kegelvormig naar buiten op de vleugels 37 gericht, dat zich bijvoorbeeld voor het gebruik voor de verdere versnelling naar de doelrichting bij elke vleugel 37 van de vinnen 15 de compressiestoot 36 volgens fig. 6 kan vormen. De vleugels 37 worden daarbij door een gasstraal 52 met grotere dan de geluidssnelheid, van de raketmotor 35, bijvoorbeeld met bij benadering 4,5 maal de geluidssnelheid, aangeblazen, zodat op grond van de belangrijk kleinere snelheid van de buitenluchtstroming een compressiestoot om de vleugels 37 gevormd kan worden, die door loslaten in het zijdelingse vleugelgebied 54 een koers beïnvloedende werking van de luchtstroom 53 op de vleugels 37 tot aan het doel belet.
Het een dergelijk projectiel 16 is het mogelijk op een in fig. 8 weergegeven en van de schutter 50 tot aan de tank 23 lopende doelafstand van bijvoorbeeld 300 m de bovenzijde 22 van de tank 23, 43 met zekerheid en met grote doorslagprestatie te treffen, waarbij bij het treffen van het doel door de ontsteker 32 de holle lading 7 voor het vormen van een effectieve straal constant op een door de afstandshouder gegeven optimale ontstekingsafstand wordt gestuurd, door middel van een aan het achtereinde van de holle lading 7 aangebrachte ontsteking?- en veiligheidsinrichting 55 ontstoken en door een detonatiegolver.afbuiger 56 gestuurd.
Een dergelijk uitgevoerd projectiel 16 is op gunstige wijze ook bruikbaar voor gemiddelde reikwijdten tot 2000 m, waarbij het echter nodig is het projectiel door verreikende wapens, bijvoorbeeld kanonnen, bij het doel te brengen.

Claims (12)

1. Frojectiel voor een tankafweerwapen voor het bestrijden van een tank van boven af, met een gevechtskop met holle lading, een aandrijfaggre-gaat, stabilisatievinnen, een taster voor het waarnemen van het doel en een vaste stof-impnlsgever voor een draaibeweging van het projectiel om zijn zwaartepunt, gekenmerkt doordat a) de taster (2) en de vaste stof impulsgever (3) binnen een onafhankelijk van de gevechtskop (4) met bolle lading roterende stuureenheid (1) zijn aangebracht, b) de taster (2) voor de nauwkeurige waarneming van bet doel in de langs- en zijrichting als passieve laserlicbttaster of actieve radartaster is uitgevoerd en onder een schuine boek excentrisch ten opzichte van de projectielhartlijn (5) is aangebracht, c) de vaste stof-impulsgever (3) in de omtreksrichting van de stuurinrichting (1) ten opzichte van de taster (2) verschoven is aangebracht en bij een doelwaarneming door de taster op een gegeven afstand (I.) vóór het doel door een eveneens in de stuureenheid (1) aangebrachte electro-nica-eenheid (21) zodanig in werking stelbaar is, dat het projectiel (16) door een gedoseerde en radiaal gerichte stuurimpuls van de vaste stof impulsgever (3) ook bij schuine bestrijding de bovenzijde (22) van de tank (23) direkt aanstuurt, d) het projectiel (16) aan de achterzijde een als tweede aandrijf-aggregaat uitgevoerde raketmotor (33 of 35) heeft, die voor de verdere versnelling naar het doel direct na de draaiing van het projectiel (16) naar de doelrichting wordt ontstoken, e) de achterzijde (17) van het projectiel (16) middelen (24) bevat voor het losmaken van de stabiliseervinnen (15) van het projectiel (16) of symmetrisch op de vinnen (15) gerichte mondstukken (20) voor het vormen van een door de geneiatcrgassen veroorzaakte compressiestoot (36), waardoor, al naar de bedrijfswijze bij het draaien van het projectiel (16) om het zwaartepunt (18) ervan een door de buitenlucht veroorzaakte terug-stelkracht niet op het projectiel (16) werkzaam kan worden.
2. Projectiel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de stuureenheid (1) in een voorste en een achterste radiaal leger (10, 11) is gelegerd, welke legers 2ijn gelegerd op een met een voorste afdekkap (6) van de holle lading (7) verbonden geleiding (8) van een ontstekings-afstandshouder (9).
3. Projectiel volgens conclsuie 1 of 2, met bet kenmerk, dat voor de overdracht var de bij de start optredende axiale maasatraagheidskrachten van de stuureenheid (1) bij het achterste radiale leger (11) een tegen de afdekkap (6) steunend axiaal leger (12) is aangebracht.
4. Projectiel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat tussen het achterste radiale leger (11) en de afdekkap (6) een elastisch element (13) is aengebracht, dat onder de bij de start optredende axiale massa-traagheidskrachten van de stuureenheid (1) zodanig wordt samengedrukt, dat de overdracht van deze krachten rechtstreeks van de achterzijde (14) van de stuureenheid (1) op de afdekking (6') plaatsvindt.
5. Projectiel volgens een der conclusies 1-4, met het kenmerk, dat binnen de stuureenheid (1) een aandrijfaggregaat (25) voor het doen ontstaan van de rotatie van de stuureenheid (1) is aangebracht.
6. Projectiel volgens een der conclusies 1 - 5, met het kenmerk, dat het aandrijfaggregaat (25) bestaat uit een door een ontstekingselement (26) in werking stelbare raketaandrijving (27), die excentrisch ten opzichte van de projectielhartlijn (5) is aangebracht en met twee op de omtrek van de stuureenheid (1) symmetrisch tegenover elkaar liggende en tegengesteld aan de rotatierichting (28) wijzende tangentiaal aangebrachte mondstukken. (29) is verbonden via telkens een gasgeleidingskanaal (30).
7. Projectiel volgens een der conclusies 1-6, met het kenmerk, dat het door het aandrijfaggregaat (25) veroorzaakte nominale toerental van de stuureenheid (1) een veelvoud bedraagt van de eigen rotatie van het projectiel (16), bij voorkeur 40 - 50 omwentelingen per seconde.
8. Projectiel volgens een der conclusies 1-7, met het kenmerk, dat bij het aandrijfaggregaat (25) binnen de stuureenheid (1) een daardoor activeerbare batterij (31) voor de stroomopwekking voor de electronische. eenheid (21) en een aan de voorste punt van de afstandhouder (9) aangebrachte trefontsteker (32) zijn aangebracht.
9. Projectiel volgens een der conclusies 1 - 8, met het kenmerk, dat het eerste en tweede aandrijfaggregaat bestaat uit twee achter elkaar tussen de stabiliseervinnen (15) en de holle lading (7) aangetrachte raketmotoren (33, 35), welke afhankelijk van de bedrijfswijze naar keuze na elkaar werkzaam, werden, waarbij hetzij de voorste raketmotor (35) voor een naversnelling van het projectiel (16) direct na de start dient en de achterste raketmotor (33) het projectiel (16) na de projectieldraaiing om het zwaartepunt (18) naar de doelrichting versnelt, of volgens een omgekeerde ontstekingsvolgorde de achterste raketmotor (33) dient voor de naversnelling bij de start en de voorste raketmotor (35) bet projectiel (16) naar de doelrichting versnelt.
10. Projectiel volgens een der conclusies ] - 9, met het kenmerk, dat bij gebruik van de achterste raketmotor (33) voor de versnelling van het projectiel (16) naar het doel, het uittreedmondstuk (34) tot aan de ontsteking van de raketmotor (33) door een als middel voor het losmaken van de stabiliseervinnen (15) aangebrachte stop (19) is afgesloten.
11. Projectiel volgens een der conclusies 1-9, met het kenmerk, dat de tijdens de doelversnelling voor de vorming van de compressiestoot noodzakelijke mondstukken (20) aan het achtereinde van de voorste raketmotor (35) symmetrisch over een cirkel verdeeld zijn aangebracht, waarbij de mondstukopeningen zodanig kegelvormig naar buiten zijn gericht, dat zich bij elke vleugel (37) van de vinnen (15) een compressiestoot (36) vormt.
12. Projectiel volgens een der conclusies 1-11, met het kenmerk, dat de afstand (1) voor de doelwaarneming door de taster (2) in een gebied tussen 15 en 30 m v66r het doel ligt.
NL8700214A 1986-02-05 1987-01-28 Projectiel voor een tankafweerwapen voor het van boven af bestrijden van een tank. NL8700214A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE3603497A DE3603497C1 (de) 1986-02-05 1986-02-05 Geschoss fuer eine Panzerabwehrwaffe zur Bekaempfung eines Panzers von oben
DE3603497 1986-02-05

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8700214A true NL8700214A (nl) 1993-01-04

Family

ID=6293412

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8700214A NL8700214A (nl) 1986-02-05 1987-01-28 Projectiel voor een tankafweerwapen voor het van boven af bestrijden van een tank.

Country Status (9)

Country Link
US (1) US5275355A (nl)
DE (1) DE3603497C1 (nl)
FR (1) FR2682468B1 (nl)
GB (2) GB8628448D0 (nl)
IT (1) IT1236507B (nl)
NL (1) NL8700214A (nl)
PT (1) PT84242B (nl)
SE (1) SE8700373D0 (nl)
TR (1) TR22626A (nl)

Families Citing this family (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
IL134735A0 (en) * 2000-02-25 2003-06-24 Rafael Armament Dev Authority Wall breaching warhead
US6430919B1 (en) 2000-03-02 2002-08-13 Direct Propulsion Devices, Inc. Shaped charged engine
SE522568C2 (sv) * 2000-09-04 2004-02-17 Saab Ab Förfarande för hastighetskompensering av en RSV-stråle, samt robot
RU2527610C2 (ru) * 2012-10-03 2014-09-10 Министерство обороны Российской Федерации Федеральное бюджетное учреждение "3 Центральный научно-исследовательский институт Министерства обороны Российской Федерации" Двухступенчатая противотанковая управляемая ракета
US11988173B2 (en) 2020-10-21 2024-05-21 Raytheon Company Multi-pulse propulsion system with passive initiation
DE102022001626A1 (de) 2021-11-15 2023-05-17 Junghans Microtec Gmbh Geschoss

Family Cites Families (14)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2804823A (en) * 1955-05-13 1957-09-03 Jablansky Louis Multiple unit projectile
US3282540A (en) * 1964-05-05 1966-11-01 Henry S Lipinski Gun launched terminal guided projectile
US3485461A (en) * 1968-04-26 1969-12-23 Us Army Firing control system for laser-guided projectiles
CH574094A5 (en) * 1972-01-03 1976-03-31 Ship Systems Inc Projectile trajectory correction system by explosives - has longitudinal grooves on projectile circumference charged with high explosive
SE408092B (sv) * 1975-03-24 1979-05-14 Consult Ab Nils Erik Kuller Sett och anordning for styrning av utlosningen av en projektil
FR2401400A1 (fr) * 1977-08-23 1979-03-23 Serat Arme antichar sol-sol
FR2406800A1 (fr) * 1977-10-18 1979-05-18 Aerospatiale Missile d'attaque en survol
DE2757664A1 (de) * 1977-12-23 1979-06-28 Rheinmetall Gmbh Vorrichtung zur veraenderung der flugbahn eines geschosses
FR2425049A1 (fr) * 1978-03-09 1979-11-30 Serat Perfectionnements apportes aux armes sol-sol agissant en survolant l'objectif
US4347996A (en) * 1980-05-22 1982-09-07 Raytheon Company Spin-stabilized projectile and guidance system therefor
FR2534370B1 (fr) * 1982-10-11 1986-12-19 Luchaire Sa Engin destine a l'attaque en survol d'objectifs tels que notamment des blindes
DE3300709C2 (de) * 1983-01-11 1985-12-19 Friedrich Dr. 8890 Aichach Schäff Rotierender Flugkörper zum Bekämpfen von Luftzielen
DE3427227A1 (de) * 1984-07-24 1986-01-30 Diehl GmbH & Co, 8500 Nürnberg Endphasen-steuerbarer munitionsartikel und verfahren zu seiner zielnavigation
US4657208A (en) * 1985-06-10 1987-04-14 The United States Of America As Represented By The Secretary Of The Army Rotating warhead

Also Published As

Publication number Publication date
FR2682468A1 (fr) 1993-04-16
US5275355A (en) 1994-01-04
PT84242B (pt) 1994-11-30
GB8628448D0 (en) 1992-11-04
GB2265442A (en) 1993-09-29
DE3603497C1 (de) 1993-01-07
SE8700373D0 (sv) 1987-01-30
PT84242A (pt) 1992-03-31
GB2265442B (en) 1994-05-18
TR22626A (tr) 1988-01-20
IT1236507B (it) 1993-03-11
IT8747596A0 (it) 1987-01-30
GB8701810D0 (en) 1993-01-20
FR2682468B1 (fr) 1994-06-10

Similar Documents

Publication Publication Date Title
JPH0215122Y2 (nl)
US5661254A (en) System for protecting a target from missiles
US5309843A (en) Warhead with a tandem charge
US4858532A (en) Submunitions
US4848236A (en) Mine with indirect firing for attacking armoured vehicles
US6044765A (en) Method for increasing the probability of impact when combating airborne targets, and a weapon designed in accordance with this method
US6745696B1 (en) Armor piercing projectile
GB2149066A (en) Overhead attack missile
GB2141809A (en) Armour piercing projectile
US5261629A (en) Fin stabilized projectile
NL8700214A (nl) Projectiel voor een tankafweerwapen voor het van boven af bestrijden van een tank.
RU2158408C1 (ru) Способ поражения наземных и воздушных целей и устройство (боеприпас) для его реализации
US4693182A (en) Ammunition unit
US5363766A (en) Remjet powered, armor piercing, high explosive projectile
US6318273B1 (en) Shaped-charge projectile and weapon system for launching such a projectile
JPH04500406A (ja) 軽対装甲車用兵器
RU2108537C1 (ru) Противотанковая ракета кинетического действия
EP0677717B1 (de) Mittels eines Laser-Leitstrahles fernsteuerbares Projektil
RU2237856C2 (ru) Бронебойный реактивный снаряд
RU2115882C1 (ru) Неуправляемый реактивный снаряд, запускаемый из трубчатой направляющей
US20250093137A1 (en) Barrier-breaching munition
EP0845098A2 (en) Asymmetric penetration warhead
US20240200917A1 (en) Projectile and fuse with brake
JP2020517904A (ja) 選択可能な迎え角を有する発射物
DE3817263C1 (de) Suchzünder-Mine

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed