NL8602142A - Buisverbindingsstuk voor toepassing bij de vervaardiging van thermisch geisoleerde leidingbuizen. - Google Patents

Description

* » VO 8337

Titel: Buisverbindingsstuk voor toepassing bij de vervaardiging van thermisch geïsoleerde leidingbuizen.

De uitvinding betreft een buisverbindingsstuk voor toepassing bij de vervaardiging van thermisch geïsoleerde leidingbuizen.

Bij de bekende werkwijzen voor de vervaardiging van thermisch geïsoleerde leidingbuizen wordt bijvoorbeeld zodanig te werk gegaan, dat men 5 de van afstandhouders voorziene leidingbuis tezamen met een als bescher mende mantel fungerende kunststof-foelieslang dóór een stationaire vorm-buis voert, waarbij het samenvoegen en aaneenlassen van de randen van de kunststofband tot kunststoffoelieslang even vóór het inbrengen in de stationaire vormbuis plaats vindt. Het op te schuimen kunststofmengsel wordt 10 gewoonlijk kort voor het samenvoegen en aaneenlassen van de elkaar overlappende randen van de tot kunststof-foelieslang gevormde kunststof-foelieband op die kunststofband opgebracht. Tijdens het passeren dóór de stationaire vormbuis vindt dan het volschuimen van de ringvormige ruimte tussen leidingbuis en slangvormige, beschermende buitenmantel plaats.

15 Gewoonlijk wordt daarbij een "eindloze" leidingbuis toegepast, welke van een voorraadrol wordt afgewikkeld en na het passeren van een richtgereedschap met schuim wordt omgeven.

Dikwijls is het daarbij ook de bedoeling, leidingbuisstukken ter lengte van ca. 6 tot 18 m, bij voorkeur in lengten van 12 tot 18 m, door 20 middel van een continu werkende installatie rondom met schuim te omgeven. Voor dergelijke doeleinden is het dan voordelig, wanneer de afzonderlijke leidingbuisstukken vóór het in de installatie voor het rondom omgeven met schuim inbrengen tot een quasi-eindloze streng worden verbonden.

Doel van de onderhavige uitvinding is nu een buisverbindingsstuk 25 te ontwikkelen, dat enerzijds een veilige en betrouwbare verbinding van de leidingbuiseinden waarborgt en anderzijds zowel de taak van een afstandhouder in de schuiminstallatie als van een beschermkap vervult, teneinde de buiseinden, totdat deze op de plaats van bestemming worden gelegd, tegen vervuiling en eventueel roest te beschermen.

30 Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt door een buisverbin dingsstuk, dat bestaat uit een cylindrisch vormlichaam met telkens twee in de richting van de cylinderas van weerszijde concentrisch aangebrachte S θ ö 2 1 4 2

» V

-2- cylindrische boringen, waarbij die cylindrische boringen op afstand uiteen in het cylindrische vormlichaam eindigen en waarbij de diameters van die cylindrische boringen overeenkomen met de buitendiameter van de thermisch isolerende leidingbuizen en de buitendiameters van de cylindrische vorm-5 lichamen met de buitendiameters van de cylindrische, thermisch isolerend werkzame schuimstofmantels.

De buisverbindingsstukken bestaan, volgens de uitvinding, uit kunststof, bij voorkeur uit elastische kunststof. Bijzonder voldaan hebben buisverbindingsstukken, welke uit polyurethaanelastomeren met fijne cellen met 10 een hoog volumegewicht - bestaan. Dergelijke uit fijne cellen bestaande polyurethaanelastomeren zijn bijvoorbeeld verkrijgbaar onder de geregistreerde handelsmerknaam "Cellasto" en "Vulkolan" respectievelijk de componenten A en B welke na vermenging deze produkten opleveren.

De buisverbindingsstukken zijn bij voorkeur met betrekking tot 15 de in de cylinderas aangebrachte boringen zodanig uitg.evoerd, dat zij zodanig afdichtend op de leidingbuiseinden zitten, dat er geen schuimstof tussen leidingbuis en buisverbindingsstuk kan binnendringen. Om een bijzonder stevig houvast van de buisverbindingsstukken op de leidingbuiseinden te waarborgen, zijn de boringen aan hun einden elk voorzien van een 20 cylindrisch uitsteeksel, waarvan de buitendiameters overeenkomen met de binnendiameters van de leidingbuizen. Na het verlaten van de installatie voor het rondom aanbrengen van het schuim worden de buisverbindingsstukken in het midden, loodrecht op de cylinderas doorgezaagd. De halve buisverbindingsstukken blijven dan als beschermkappen op de leidingbuiseinden 25 zitten. Na het dóórzagen worden het halve buisverbindingsstuk en de schuimstof laag van elkaar gescheiden, bijvoorbeeld door middel van daarvoor geschikte opensnijmessen, zodat vóór de montage de buiseinden door het eraf trekken van de beschermkappen in schone toestand vrijgemaakt kunnen worden. De aldus vrijgemaakte buiseinden worden dan op de gebruikelijke wijze 30 door middel van moffen afdichtend en duurzaam met elkaar verbonden.

Aangezien bij het continu opbrengen van het op te schuimen mengsel op de scheidingsfoelie niet kan worden vermeden, dat dat mengsel volledig van de cylindervormige buisverbindingsstukken wordt weggedrukt, is het voordelig gebleken, wanneer men cylindrische vormlichamen toepast, waarbij 35 ten minste één cylindermantelsegment evenwijdig aan de cylinderas is afgesneden, zodat de afgesneden zijde, welke naar het op te schuimen mengsel toe gekeerd is, bij het binnentreden in het vormkanaal aanvankelijk niet 189 2 1 hl -3- in aanraking komt met het schuimbare mengsel. Bij het opschuimen kan dan de schuimstof onder het buisverbindingsstuk voorwaarts en achterwaarts uittreden.

De uitvinding zal thans , aan de hand van de, in de figuren 1 tot 6 5 weergegeven, bijzonder de voorkeur verdienende uitvoeringsvorm, nader worden toegelicht zonder dat dit evenwel betekent dat de uitvinding tot die uitvoeringsvorm beperkt is.

In de figuren en de toelichting bij die figuren hebben de onder-suaande verwijzingscijfers de volgende betekenis: 10 1. Buisverbindingsstuk in de vorm van een cyiindrisch of rechthoekig vormlichaam 2a,2b Concentrische boringen 3. Thermisch geïsoleerd leidingbuiseinde 3a. Leidingbuis zonder thermische isolatie 15 4. Thermisch isolerend werkzame schuimstofmantel 5a,5b Cylindrische uitsteeksels in de boringen 2a, 2b 6, 7 Cylindermantelsegmenten 8. Cylindennantel 9a, 9b Kopzijden van de vormlichamen 1 20 10. Rondgaande uitsparing

Figuur 1 is een langsdoorsnede van twee thermisch geïsoleerde leidingbuiseinden 3, welke met het uitgevonden buisverbindingsstuk 1 zijn verbonden; 25 Figuur 2 is , evenals figuur 1, een langsdoorsnede van een tweetal geïsoleerde leidingbuiseinden 3, welke met het uitgevonden buisverbindingsstuk 1 zijn verbonden, waarbij dit buisverbindingsstuk 1 aanvullend is voorzien van de cylindrische uitsteeksels 5a, 5b in de boringen 2a, 2b;

Figuur 3 is een dwarsdoorsnede van een uitgevonden, cyiindrisch 30 buisverbindingsstuk 1 volgens figuur 1 langs de snijlijn A-A;

De figuren 4 en 5 zijn verdere, mogelijke dwarsdoorsneden van het uitgevonden buisverbindingsstuk 1 volgens figuur 1 langs de snijlijn A-A, 22 waarbij van het cylindrische basisvormlichaam 1 de rnantelsegmenten 6, respectievelijk 7 zijn afgesneden, waarbij opgemerkt wordt dat men uiteraard 3602142 -4- in de praktijk dergelijke vormlichamen rechtstreeks zal extruderen en vervolgens na het op geschikte wijze afkorten van de boringen 2a, 2b zal voorzien.

Hierbij wordt opgemerkt dat deze uitvoeringsvormen in zoverre voor-5 delig zijn omdat hiermee de mogelijkheid wordt geschapen dat de buisver-bindingsstukken 1 een centrering van de leidingbuiseinden in het vcrmkanaal in elke stand waarborgen,en dat het zich op de foelieband onder het buis-verbindingsstuk 1 bevindende, op te schuimen mengsel bij het opschuimen vóór en achter het buisverbindingsstuk 1 kan uittreden; 10 Figuur 6 toont een verdere uitvoeringsvorm van het uitgevonden buisverbindingsstuk 1 met de rondgaande uitsparing 10.

Bij deze laatstbedoelde uitvoeringsvorm komt het buisverbindingsstuk 1 slechts in geringe mate in vlak-aanraking met het op te schuimen mengsel, dat betrekkelijk gemakkelijk kan worden weggedrukt. Het tussen 15 de kopzijdën 9a, 9b achtergebleven, op te schuimen mengsel vult dan tijdens het opschuimen de rondom gaande uitsparing (10)op.

De in het voorgaande toegelichte uitvoeringsvormen laten zien, dat voor een deskundige op het onderhavige gebied verdere variatiemogelijkheden voor de hand liggen, welke mogelijkheden uiteraard mede binnen het 20 kader van de uitvindingsgedachte liggen.

ύ 3 ξ\ η 4 l $ $ D if <£,!***

Claims (9)

1. Buisverbindingsstuk voor toepassing bij de vervaardiging van thermisch geïsoleerde leidingbuizen, bestaande uit een cylindrisch vormlichaam (1), met telkens een in de richting van de cylinderas van weerszijden uit concentrisch aangebracht, cylindrisehe boring (2a,2b), welke boringen op 5 afstand uiteen in het cylindrisehe vormlichaam eindigen, waarbij de diameter van die cylindrisehe boringen (2a, 2b) correspondeert met de buitendiameter van de thermisch isolerende leidingbuizen (3) en de buitendiameter van het cylindrisehe vormlichaam (1) correspondeert met de buitendiameter van de cylindrisehe, thermisch isolerend werkzame schuimstofmantel 10 (4).

2. Buisverbindingsstuk volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de boringen (2a, 2b) aan hun einden elk zijn voorzien van een cylindrisch uitsteeksel (5a, 5b) van welke cylindrisehe uitsteeksels de buitendiameters overeenkomen met de binnendiameters van de leidingbuizen 15 (3a).

3. Buisverbindingsstuk volgens conclusie 1 en 2, met het kenmerk, dat van het cylindrisehe vormlichaam (1) evenwijdig aan de cylinderas ten minste één cylindermantelsegment (6) is afgesneden.

4. Buisverbindingsstuk volgens conclusie 1 en 2, met het kenmerk, dat 20 een viertal cylindermantelsegmenten (6) zodanig zijn afgesneden, dat uit het in dwarsdoorsnede ronde vormlichaam (1) een in dwarsdoorsnede vierkant vormlichaam is gevormd, waarvan de vierkant-diagonaal gelijk is aan de diameter van het in dwarsdoorsnede ronde vormlichaam-

5. Buisverbindingsstuk volgens conclusie 1 en 2, met het kenmerk, dat 25 een drietal cylindermantelsegmenten (7) zodanig zijn afgesneden, dat een vormlichaam is gevormd, dat in dwarsdoorsnede een gelijkzijdige driehoek bepaalt, waarvan de drie hoekpunten op de cylindermantel (8) liggen.

6. Buisverbindingsstuk volgens conclusie 1, met het kenmerk,dat * het cylindrisehe vormlichaam op afstand van de ene kopzijde (9a)tot aan 30 op afstand van de andere kopzijde (9b), van buiten tot op afstand van de binnenboring reikende uitsparing (10) bevat.

7. Buisverbindingsstuk volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het uit een kunststof bestaat.

8. Buisverbindingsstuk volgens conclusie 1 en 2, met het kenmerk, dat 8602142 -fillet bestaat uit een elastomere kunststof,

9. Buisverbindingsstuk volgens conclusie 1 tot 3, met het kenmerk, dat het bestaat uit een cellen vormend polyurethaan elastomeer. .·* * jT 8 § 0 2 1 1 ?