[go: up one dir, main page]

NL8520301A - Oproepomleidfunctie in een hulpverleningstelefoonstelsel. - Google Patents

Oproepomleidfunctie in een hulpverleningstelefoonstelsel. Download PDF

Info

Publication number
NL8520301A
NL8520301A NL8520301A NL8520301A NL8520301A NL 8520301 A NL8520301 A NL 8520301A NL 8520301 A NL8520301 A NL 8520301A NL 8520301 A NL8520301 A NL 8520301A NL 8520301 A NL8520301 A NL 8520301A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
service center
exchange
subscriber
subscriber equipment
numeric code
Prior art date
Application number
NL8520301A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Ericsson Telefon Ab L M
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Ericsson Telefon Ab L M filed Critical Ericsson Telefon Ab L M
Publication of NL8520301A publication Critical patent/NL8520301A/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04MTELEPHONIC COMMUNICATION
    • H04M1/00Substation equipment, e.g. for use by subscribers
    • H04M1/006Call diverting means
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04MTELEPHONIC COMMUNICATION
    • H04M11/00Telephonic communication systems specially adapted for combination with other electrical systems
    • H04M11/04Telephonic communication systems specially adapted for combination with other electrical systems with alarm systems, e.g. fire, police or burglar alarm systems

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Signal Processing (AREA)
  • Telephonic Communication Services (AREA)
  • Alarm Systems (AREA)
  • Accommodation For Nursing Or Treatment Tables (AREA)
  • Telephone Function (AREA)

Description

8520301 Λ ν·cl Τ~±Ί
V0 8164 2<S APKryaéJ
Oproepomleidfunctie in een hulpverleningstelefoonstelsel.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en inrichting bij een telecommunicatiestelsel, waarbij een aantal abonnees in staat is om met één of meer centraal gelegen controleposten, die voor de abonnees gemeenschappelijk zijn, te worden verbonden.
5 Bij telecommunicatiestelsels van het genoemde type, meer in het bijzonder bij telefoonstelsels voor het snel verlenen van hulp moeten de abonnees, welke gewoonlijk oudere personen zijn met een beperkte mobiliteit of welke op een andere wijze invalide zijn, snel onder gebruik van hun eigen telefoon kunnen communiceren met iemand, welke hen snel de 10 hulp kan verlenen, waarom zij hebben verzocht.
Bij stelsels, waarin een automatische oproeper wordt gebruikt om via het publieke telefoonnetwerk een voorafbepaald telefoonnummer op te roepen, waarbij een bepaalde functie automatisch of manueel dient te worden uitgevoerd, bestaan er verschillende bekende methoden om de 15 oproeper een ander telefoonnummer te laten kiezen, indien om de een of andere reden het eerste nummer niet kan worden beantwoord, waardoor de gewenste functie wordt verkregen.
1. De oproeper is geprogrammeerd om een ander voorafbepaald nummer bij een volgende poging tot oproepen te kiezen.
20 2. De oproep wordt beantwoord en via een gebruikelijke oproep- afleidinrichting wordt de oproep doorgegeven door via een andere telefoonlijn het telefoonnummer op te bellen, waar de beoogde functie kan worden verschaft.
3. De oproep wordt beantwoord en met behulp van een speciaal 25 signaal wordt de oproeper erop gewezen om een ander voorafbepaald telefoonnummer te kiezen.
4. De lijn wordt bij de telefooncentrale geherrouteerd.
De herrouteerfunctie staat in het algemeen bekend als een omleidfuncties.
30 De bekende alternatieven leiden evenwel tot bepaalde problemen.
De alternatieven 1 en 3 vereisen, dat de oproeper is geprogrammeerd om het andere telefoonnummer te kiezen. Een verandering in het andere nummer brengt een herprogrammering van alle oproepers in het stelsel met zich mede.
8520301 -2-
Alternatief 2 betekent een dure uitrusting, omdat twee telefoonabonnees met de uitrusting moeten worden verbonden.
Alternatief 4 vereist een schakelinrichting in de telefooncentrale en extra paren aders voor het besturen daarvan.
5 De werkwijze en inrichting volgens de uitvinding zijn bestemd om te worden gerealiseerd in een telefoonstelsel voor spoedige hulp van het type, beschreven in de Zweedse octrooiaanvrage 7801578-1.
Voor een beter begrip van de uitvinding zal het basisprincipe van de werking en de toepassing van het stelsel overeenkomstig de boven-10 genoemde aanvrage hierna in het kort worden beschreven.
Zoals reeds is vermeld, bestaat bij personen, zoals gepensioneerden en invaliden dikwijls een grote behoefte om gemakkelijk in staat te zijn om met iemand te communiceren, welke hen snel de hulp kan verschaffen, waarom zij vragen.
15 De abonnee-uitrusting van het stelsel is verbonden met het publieke telefoonnetwerk en is zodanig geprogrammeerd, dat één of een aantal telefoonnummers voor één of een aantal dienstcentra wordt opgeroepen.
Wanneer de gepensioneerde in contact wenst te komen met het 20 dienstcentrum, wordt de abonnee-uitrusting ingeleid met behulp van een ingebouwde drukknop of onder gebruik van uitwendige functietoetsen, welke met de uitrusting zijn verbonden. De telefoonlijn, welke normaliter met het telefoontoestel van de gepensioneerde is verbonden, wordt naar de abonnee-uitrusting omgeschakeld onder gebruik van het bijbehorende 25 schakelrelais. De verbindingstoon wordt gedecteerd en de reeks oproep-handelingen wordt ingeleid.
Wanneer de oproep in het dienstcentrum wordt beantwoord zendt dit laatste een bevestigingssignaal uit, waardoor de oproepende abonnee eindigt met het controleren van het feit, of de oproep werkelijk door een 30 een dienstcentrum is beantwoord.
Het bevestigingssignaal leidt ook de overdracht van een identi-teitscode uit de abonnee-uitrusting in, zodat de persoon, welke om hulp vraagt, in de dienstcentra kan worden geïdentificeerd. Hierna vindt de oproepfunctie plaats, waarbij het dienstcentrum spraakbesturingssignalen 35 uitzendt voor het alternatief schakelen van microfoon en luidspreker in de abonnee-uitrusting naar de gepensioneerde.
8520301 -3-
Vele gemeenten bouwen hun dienstverlening aan gepensioneerden zodanig op, dat oproepen van gepensioneerden gedurende de dag door een dienstgebied worden aangenomen, terwijl zij 's-nachts worden ontvangen in een centrale dienstpost. Om dit te bereiken is een type oproepomleid-5 functie nodig.
De werkwijze en inrichting volgens de uitvinding, waarmede de genoemde problemen worden opgelost, werkt als volgt:
Wanneer de abonnee-uitrusting het telefoonnummer van het dienst-centrum heeft gekozen en daarmede is verbonden, wordt de oproep auto-10 matisch beantwoord door een automatische telefoonbeantwoorder of een andere uitrusting, welke het signaalbeeld, nodig voor het uitvoeren van de oproepomleidfunctie, kan imiteren.
In plaats van een gesproken bericht of een combinatie daarmede wordt in de automatische telefoonbeantwoorder een signaal geregistreerd 15 en dit signaal opent de faciliteit van de abonnee-uitrusting om een nieuw telefoonnummer te ontvangen, dat door de telefoonbeantwoorder in een geschikte signaalvorm wordt geregistreerd. Het telefoonnummerbericht kan vergezeld gaan van een signaal, dat veroorzaakt, dat de abonnee-uitrusting een in gang zijnde telefooncommunicatie verbreekt, of dit 20 wordt ook verkregen door het uitschakelen van de oproeptijdcontrole-faciliteit wanneer niet wordt voldaan aan het criterium "bevestigings-signaal". Na een geschikte tijdvertraging wordt de reeks oproephande-lingen opnieuw ingeleid en thans naar het dienstcentrum, dat door het ontvangen telefoonnummer wordt bedoeld.
25 Bij het beschreven stelsel wordt voor het besturen van de nood zakelijke functies via de telefoonlijn gebruik gemaakt van multi-frequentiesignalering met dubbele toon (DTMF-signalering).
De uitvoeringsvorm volgens de uitvinding is niet beperkt tot DTMF-signalering en men kan gebruik maken van andere signaleertypen.
30 Het criterium hiervoor is een eind-naar-eiridsignalering binnen de spraak-band, waarbij een dergelijke signalering via een tot stand gebrachte telefoonverbinding kan worden overgedragen.
De voordelen van een oproepomleidfunctie volgens de uitvinding zijn, dat de grote hoeveelheid inrichtingen (de uitrusting van de gepen-35 sioneerde), geen informatie behoeft te bevatten en evenmin op pijl behoeft te worden gebracht met telefoonnummers van de dienstcentra waar- 65 2 0 3 0 1 -4- mede een zogenaamde nachtverbinding moet plaatsvinden.
Een ander voordeel is ook van belang uit een oogpunt van veiligheid. Indien een dienstcentrum om de een of andere reden uitvalt (defecten, kabelbreuk, enz.) kan in de publieke telefooncentrale een telefoon-5 beantwoorder in werking worden gesteld en van hieruit kunnen de oproepen naar een in bedrijf zijnd dienstcentrum worden geherrouteerd.
De uitvinding zal onderstaand nader worden toegelicht onder verwijzing naar de tekening, waarin men een blokschema van een uitvoeringsvorm van een stelsel volgens de uitvinding vindt.
10 Zoals uit de figuur blijkt, is een aantal abonnees TA1 - TAn via de bijbehorende abonnee-uitrustingen SE1 - SEn daarvan met bepaalde dienstcentra A, B, C verbonden en wel bij dit voorbeeld via een centrale EX in het publieke telefoonnetwerk. Binnen een geografisch meer compacte eenheid is het natuurlijk ook mogelijk om via een lokale centrale een 15 verbinding tussen abonnees en een of meer lokaal opgestelde dienstcentra, dat wil zeggen een inwendig telefoonstelsel, zonder gebruik te maken van buitenlijnen tot stand te brengen. Dit brengt evenwel een bepaalde beperking met zich mede aangezien er telefoonnummers kunnen zijn, welke verschillen van die, welke slechts leiden naar de dienstcentra, welke 20 in de abonnee-uitrusting zijn geprogrammeerd, bijvoorbeeld nummers van relaties en vrienden.
De figuur toont een voorbeeld van een configuratie, waarbij een bepaald aantal abonnees is verbonden met een gebiedsdienstcentrum A en een bepaald aantal is verbonden met een gebiedsdienstcentrum B. Het cen-25 trum B is slechts ter wille van de duidelijkheid aangegeven en behoort niet tot de uitvinding zelf. Een hoofddienstcentrum C kan oproepen van alle abonnees ontvangen. De voor de uitvinding van belang zijnde eenheden zijn in blokschemavorm in de dienstcentra en de abonnee-uitrusting SE1 aangegeven.
30 Hierna zal een reeks handelingen volgens de uitvinding onder ver wijzing naar de figuur worden toegelicht.
Aangenomen wordt, dat het dienstcentrum A voor "nacht-verbinding" dient, zodat alle oproepen naar het centrum A naar het hoofddienstcentrum C zullen worden geherrouteerd. In het dienstcentrum A wordt de nachtver-35 bindingsuitrusting NK van het type Ericsson KFB 16901 zodanig beïnvloed, dat een verbinding tot stand wordt gebracht tussen de uitrusting NK en 8520301 -5- de telefoonbeantwoordingsuitrusting ATS. Door het kiezen van de van toetsen voorziene telefoon met DTMF-signalering is eerder in de telefoon-beantwoorder een openingscode geregistreerd, overeenkomende met een cijfer, bijvoorbeeld 3, gevolgd door het telefoonnummer naar het hoofddienst-5 centrum C. De abonnee-uitrusting SE1 is zodanig geprogrammeerd, dat deze het dienstcentrum A oproept, dat wil zeggen dat een code, overeenkomende met het nummer van het dienstcentrum A, normaliter in een geheugen in de 2 abonnee-uitrusting is opgeslagen. Het geheugen is van het type E PROM (Electrical Eraseable Programable Read Only Memory) van het type 10 General Instrument 5901.
Thans wordt aangenomen, dat de abonnee TA1 contact wenst te maken met het dienstcentrum A.
De reeks handelingen wordt ingeleid doordat de abonnee of een inwendige starttoets S in zijn abonnee-uitrusting SE1 beïnvloedt of op 15 een conventionele wijze een uitwendige starteenheid bijvoorbeeld een radiozender ARS in werking stelt, die op zijn beurt de abonnee-uitrusting bestuurt door een daarin aanwezige radio-ontvanger ARM. Een besturingseenheid MCPU, welke bestaat uit een microprocessor van het type INTEL 8749, bekrachtigt nu een verbindingsrelais IR en door een vast-20 houd- en zendeenheid T, welke normale transformator- en versterkerfunc-ties naar de lijn uitvoert, wordt een lus naar de publieke centrale EX gevormd, die de verbindingstoon naar de abonnee-uitrusting SE1 zendt.
De verbindingstoon wordt ontvangen en gedetecteerd via de zendeenheid T in een verbindingstoondetector TD, welke door de besturingseenheid 25 MCPU wordt bestuurd. Wanneer de verbindingstoon is goedgekeurd, leest de besturingseenheid het ingeprogrammeerde telefoonnummer van het hoofd- dienstcentrum uit een permanent-nummergeheugen FNM uit, dat deel uitmaakt 2 van het E PROM-geheugen, en leidt het uitzenden van het nummer in. Dit kan geschieden onder gebruik van onderbrekingspulsering via een puls-30 eenheid IE of, indien de telefoonnetwerkcentrale is uitgerust voor DTMF-signalering, via een signaalzender SS van het type MITEL 5089, bestemd voor DTMF-signalering. Wanneer de centrale EX het uitgezonden telefoonnummer heeft ontvangen, worden de kiesorganen van de centrale ingesteld naar het dienstcentrum A.
35 In de MCPU wordt tegelijkertijd de tijdcontrole ingeleid om te controleren, dat het antwoordbevestigingssignaal uit het informatie- 8520301 -6- centrum binnen een bepaalde tijd (ongeveer 90 seconden) wordt verkregen. Wanneer de telefoonnetwerkkiesorganen worden ingesteld, controleert de centrale, dat het gewenste telefoonnummer niet bezet is. Indien het nummer bezet is, wordt de bezettoon naar de abonnee-uitrusting SE1 ge-5 zonden, welke dit via de zendeenheid en de detector TD detecteert.
De besturingseenheid verbreekt de lus naar de telefoonnetwerkcentrale via de pulseenheid IE en last een pauze van ongeveer 30 seconden in, waarna een nieuwe poging tot oproepen plaatsvindt. Indien het telefoonnummer niet bezet is, wordt de wektoon naar de abonnee-uitrusting ge-10 zonden en wordt het weksignaal naar het dienstcentrum A gezonden.
Hier wordt de oproep automatisch beantwoord en de telefoonbeantwoorder wordt in werking gesteld en zendt de openingscode 3 uit.
Het cijfer 3 wordt in de abonnee-uitrusting via de eenheid T en een signaalontvanger SM van het'type MITEL 8870 ontvangen, waar het 15 cijfer voor DTMF-signalering wordt gedecodeerd en wordt toegevoerd aan de besturingseenheid MCPU, welke dan opent en het opslaan van het binnenkomende telefoonnummer in een tijdelijk nummergeheugen TNM voorbereidt. Het geregistreerde telefoonnummer wordt dan vanuit de telefoonbeantwoorder ATS in het dienstcentrum A uitgezonden, dat wil zeggen bij dit voor-20 beeld het nummer van het hoofddienstcentrum C, waarbij dit nummer wordt ontvangen door de abonnee-uitrusting SE1, en de signalen worden gedecodeerd via de eenheid T en de ontvanger SM, terwijl de ontvangen cijfers via de besturingseenheid in het geheugen TNM worden opgeslagen, waarbij het geheugen TNM een RAM-geheugen is.
25 Aangezien geen bevestigingssignaal werd verkregen uit het dienst centrum A, wordt de tijd gedurende welke de besturingseenheid MCPU controleert, overschreden, waardoor de lus via de eenheid IE naar de centrale EX wordt onderbroken, welke dan de oproep naar het dienstcentrum A verbreekt.
30 Het is ook mogelijk in de code vanuit de telefoonbeantwoorder een eindgedeelte op te nemen, dat een signaal is, dat aan de abonnee-uitrusting aangeeft, dat geen bevestigingssignaal binnenkomt. De abonnee-uitrusting kan dan de verbinding onmiddellijk verbreken zonder te wachten op een tijdtrekkerwerking.
35 De besturingseenheid MCPU controleert een pauze van ongeveer 30 seconden waarna de lus naar de centrale opnieuw via de pulseenheid 8520301 -ίσε wordt gesloten. De verbindingstoon wordt op conventionele wijze door de zendeenheid T en de detector TD gedetecteerd en door de besturingseenheid gecontroleerd. Wanneer de verbindingstoon is goedgekeurd, leest de besturingseenheid het opgeslagen telefoonnummer uit het tijdelijke 5 nummergeheugen TNM uit en wordt de uitzending van het nummer ingeleid, hetzij via de pulseenheid IE (onderbrekingspulsering) of via de signaal-zender SS (DTMF-signalering), afhankelijk van de toepassing.
Wanneer de centrale EX het uitgezonden telefoonnummer heeft ontvangen, worden de kiesorganen van de centrale ingesteld op het hoofd-10 dienstcentrum C. Indien het nummer onbezet is wordt het oproepsignaal vanuit de centrale naar het centrum C gezonden en wordt de wektoon naar de abonnee-uitrusting SE1 gezonden. Wanneer de oproep wordt beantwoord wordt een bevestigingssignaal, een code overeenkomende met bijvoorbeeld het cijfer 4, vanuit het hoofddienstcentrum C naar de abonnee-uitrus-15 ting gezonden. Het cijfer wordt via de zendeenheid T en de ontvanger SM ontvangen en wordt gedecodeerd en toegevoerd aan de besturingseenheid MCPU, waardoor de tijdcontrolafaciliteit daarvan wordt uitgeschakeld.
De besturingseenheid leest informatie uit een identiteitsgeheugen IDM uit en leidt het uitzenden via de signaalzender SS en de zendeenheid T 20 van een identiteitsnummer, dat reeds in het geheugen is geprogrammeerd, naar het hoofddienstcentrum C in, waar het wordt ontvangen en door de antwoorduitrusting SVU in de vorm van een telefoon met een aantal lijnen wordt beantwoord, waarbij tevens een tekenindicator wordt ontstoken om de oproepende abonnee te identificeren. Het gesprek kan dan beginnen.
2 25 Het geheugen IDM vormt ook een deel van het geheugen E PROM.
Zoals blijkt is een aantal geheugenfuncties verenigd in een geheugen 2 E PROM doch ter wille van de eenvoud en duidelijkheid zijn deze als individuele eenheden bij de beschreven uitvoeringsvorm voorgesteld, hetgeen natuurlijk ook mogelijk is.
30 Er wordt geen beschrijving gegeven ten aanzien van het registre ren in en uitlezen van de geheugens of het opbouwen van communicaties via de centrale aangezien wordt aangenomen, dat dit op zichzelf bekend is.
8*20301

Claims (10)

1. Werkwijze om in een telecommunicatiestelsel, waarin een aantal abonnees via een telefooncentrale met een of meer gemeenschappelijke controleposten, zogenaamde dienstcentra, kan worden verbonden, automatisch om te schakelen naar een ander dienstcentrum wanneer oproepen 5 worden gericht naar een zogenaamd "voor nachtdienst aangesloten" dienstcentrum of een dienstcentrum, dat niet in bedrijf is, met het kenmerk, dat de abonnee-uitrusting bij activering van de bijbehorende abonnee bestemd is om een voorafbepaalde numerieke code, overeenkomende met het telefoonnummer naar een eerste dienstcentrum overeenkomende met het 10 nummer te zenden, en het dienstcentrum, indien dit voor nachtdienst is aangesloten of operationeel niet in werking kan treden, bestemd is om naar de abonnee een numerieke code terug te zenden, welke is opgeslagen in het centrum en overeenkomt met het nummer van een tweede dienstcentrum, waarbij het nieuwe nummer in de abonnee-uitrusting wordt opge-15 slagen, en dat nadat een voorafbepaalde tijd is verstreken nadat geen bevestigingssignaal uit het eerste dienstcentrum is ontvangen, de abonnee-uitrusting bestemd is om de verbinding met dit dienstcentrum te verbreken en gedurende een verdere verstreken tijd de abonnee-uitrusting bestemd is om een verbinding via de centrale met het tweede 20 dienstcentrum op te bouwen, door de opgeslagen numerieke code, overeenkomende met het telefoonnummer van het tweede dienstcentrum, uit te zenden, waarbij bij detectie van het nummer uit dit dienstcentrum naar de abonnee-uitrusting een bevestigingssignaal wordt gezonden, terwijl uit de abonnee-uitrusting daarop naar het tweede dienstcentrum een 25 identificatiesignaal wordt gezonden.
1. Werkwijze om in een telecommunicatiestelsel, waarin een aantal abonnees via een telefooncentrale met een of meer gemeenschappelijke controleposten, zogenaamde dienstcentra, kan worden verbonden, automatisch om te schakelen naar een ander dienstcentrum wanneer oproepen 5 worden gericht naar een zogenaamd "voor nachtdienst aangesloten" dienstcentrum of een dienstcentrum, dat niet in bedrijf is, met het kenmerk, dat de abonnee-uitrusting bij activering van de bijbehorende abonnee bestemd is om een voorafbepaalde numerieke code, overeenkomende met het telefoonnummer naar een eerste dienstcentrum overeenkomende met het 10 nummer te zenden, en het dienstcentrum, indien dit voor nachtdienst is aangesloten of operationeel niet in werking kan treden, bestemd is om naar de abonnee een numerieke code terug te zenden, welke is opgeslagen in het centrum en overeenkomt met het nummer van een tweede dienstcentrum, waarbij het nieuwe nummer in de abonnee-uitrusting wordt opge-15 slagen, en dat nadat een voorafbepaalde tijd is verstreken nadat geen bevestigingssignaal uit het eerste dienstcentrum is ontvangen, de abonnee-uitrusting bestemd is om de verbinding met dit dienstcentrum te verbreken en gedurende een verdere verstreken tijd de abonnee-uitrusting bestemd is om een verbinding via de centrale met het tweede 20 dienstcentrum op te bouwen, door de opgeslagen numerieke code, overeenkomende met het telefoonnummer van het tweede dienstcentrum, uit te zenden, waarbij bij detectie van het nummer uit dit dienstcentrum naar de abonnee-uitrusting een bevestigingssignaal wordt gezonden, terwijl uit de abonnee-uitrusting daarop naar het tweede dienstcentrum een 25 identificatiesignaal wordt gezonden.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de abonnee-uitrusting bestemd is voor het detecteren van een code uit het eerste dienstcentrum, welke aangeeft, dat een verbreking van de verbinding kan plaatsvinden zonder dat wordt gewacht totdat de voorafbepaalde tijd is 30 verstreken. 85 20 301 -^2-
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de abonnee-uitrusting bestemd is voor het detecteren van een code uit het eerste dienstcentrum, welke aangeeft, dat een verbreking van de verbinding kan plaatsvinden zonder dat wordt gewacht totdat de voorafbepaalde tijd is 30 verstreken. 8520301 -9-
3. Inrichting om in een telecommunicatiestelsel, waarin een aantal abonnees via een telefooncentrale met een of meer gemeenschappelijke controleposten, zogenaamde dienstcentra kan worden verbonden, automatisch naar een ander dienstcentrum om te schakelen wanneer oproepen 5 worden gericht naar een zogenaamd "voor nachtdienst aangesloten" dienstcentrum of een niet in bedrijf zijnd dienstcentrum, met het kenmerk, dat elke abonnee (TA1 - TAn) is verbonden met afzonderlijke abonnee-uitrustingseenheden (SE1 - SEn) en elke abonnee-uitrustingseenheid is voorzien van organen (S) voor het in werking stellen van de uitrusting 10 bij activering door de abonnee, besturingsorganen (MCPÜ) voor het uitlezen en zendorganen (SS, IE) voor het uitzenden van een voorafbepaalde eerste numerieke code, overeenkomende met het telefoonnummer van een eerste dienstcentrum (A) uit eerste geheugenorganen (FNM) naar het eerste dienstcentrum (A) via een telefooncentrale (EX), waarbij het 15 eerste dienstcentrum (A) is voorzien van organen (NK) voor nachtdienst-aansluiting van het centrum, automatische beantwoordingsorganen (ATS) voor het uitzenden van een tweede numerieke code, overeenkomende met het telefoonnummer van een tweede dienstcentrum (C), opgeslagen in de antwoordorganen, ontvangorganen (SM) in de abonnee-eenheid (SE) voor het 20 ontvangen en decoderen van de tweede numerieke code, tweede geheugenorganen (TNM) in de abonnee-eenheid voor het tijdelijk opslaan van de tweede numerieke code onder bestuur van de besturingsorganen (MCPU), waarbij na een voorafbepaalde tijd de besturingsorganen (MCPU) de tweede numerieke code uit het geheugen (TNM) uitlezen, dat daardoor wordt ge-25 ledigd, en de zendorganen (SS, IE) onder bestuur van de besturingsorganen (MCPU) de tijdelijk opgeslagen tweede numerieke code van het tweede dienstcentrum (C) naar de centrale (EX) zenden en het tweede dienstcentrum is voorzien van een antwoorduitrusting (SVU) voor het ontvangen van weksignalen uit de centralen en het uitzenden van een 30 bevestigingssignaal naar de abonnee-uitrustingseenheid na een oproep te hebben beantwoord, waarbij de besturingsorganen (MCPU) in de abonnee-uitrustingseenheid identificatie-informatie uit derde geheugenorganen (IDM) uitlezen en deze naar de antwoorduitrusting (SVU) in het tweede dienstcentrum (C) via de zendorganen (SS, IE) uitzenden, waarbij de 35 identificatie van de oproepende abonnee in het tweede dienstcentrum plaatsvindt. p p ~ r,/, <g Ί 'J '= j v ï - f3-
3. Inrichting om in een telecommunicatiestelsel, waarin een aantal abonnees via een telefooncentrale met een of meer gemeenschappelijke controleposten, zogenaamde diensteentra kan worden verbonden, automatisch naar een ander dienstcentrum om te schakelen wanneer oproepen 5 worden gericht naar een zogenaamd "voor nachtdienst aangesloten" dienstcentrum of een niet in bedrijf zijnd dienstcentrum, met het kenmerk, dat elke abonnee (TAl - TAn) is verbonden met afzonderlijke abonnee-uitrustingseenheden (SE1 - SEn) en elke abonnee-uitrustingseenheid is voorzien van organen (S) voor het in werking stellen van de uitrusting 10 bij activering door de abonnee, besturingsorganen (MCPU) voor het uitlezen en zendorganen (SS, IE) voor het uitzenden van een voorafbepaalde eerste numerieke code, overeenkomende met het telefoonnummer van een eerste dienstcentrum (A) uit eerste geheugenorganen (FNM) naar het eerste dienstcentrum (A) via een telefooncentrale (EX), waarbij het 15 eerste dienstcentrum (A) is voorzien van organen (NK) voor nachtdienst-aansluiting van het centrum, automatische beantwoordingsorganen (ATS) voor het uitzenden van een tweede numerieke code, overeenkomende met het telefoonnummer van een tweede dienstcentrum (C), opgeslagen in de antwoordorganen, ontvangorganen (SM) in de abonnee-eenheid (SE) voor het 20 ontvangen en decoderen van de tweede numerieke code, tweede geheugenorganen (TNM) in de abonnee-eenheid voor het tijdelijk opslaan van de tweede numerieke code onder bestuur van de besturingsorganen (MCPU), waarbij na een voorafbepaalde tijd de besturingsorganen (MCPU) de tweede numerieke code uit het geheugen (TNM) uitlezen, dat daardoor wordt ge-25 ledigd, en de zendorganen (SS, IE) onder bestuur van de besturingsorganen (MCPU) de tijdelijk opgeslagen tweede numerieke code van het tweede dienstcentrum (C) naar de centrale (EX) zenden en het tweede dienstcentrum is voorzien van een antwoorduitrusting (SVU) voor het ontvangen van weksignalen uit de centralen en het uitzenden van een 30 bevestigingssignaal naar de abonnee-uitrustingseenheid na een oproep te hebben beantwoord, waarbij de besturingsorganen (MCPU) in de abonnee-uitrustingseenheid identificatie-informatie uit derde geheugenorganen (IDM) uitlezen en deze naar de antwoorduitrusting (SVU) in het tweede dienstcentrum (C) via de zendorganen (SS, IE) uitzenden, waarbij de 35 identificatie van de oproepende abonnee in het tweede dienstcentrum plaatsvindt. 8520301 -10-
4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de centrale (EX) een centrale in een publiek telefoonnetwerk is.
4. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de centrale (EX) een centrale in een publiek telefoonnetwerk is.
5. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de centrale (EX) een lokale centrale buiten het publieke telefoonnetwerk is.
5. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de centrale (EX) een lokale centrale buiten het publieke telefoonnetwerk is.
6. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat bij een operationele onderbreking, bijvoorbeeld een kabelbreuk, in een dienst-centrum, de antwoordorganen (ATS) direct in de centrale (EX) kunnen worden verbonden voor het herrouteren van de oproepen.
6. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat bij een operationele onderbreking, bijvoorbeeld een kabelbreuk, in een dienst-centrum, de antwoordorganen (ATS) direct in de centrale (EX) kunnen worden verbonden voor het herrouteren van de oproepen.
7. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de geheugen- 10 organen (FNM) en (IDM) gedeeltelijke gebieden in gemeenschappelijke 2 geheugenorganen van het type E PROM zijn.
7. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de geheugen- 10 organen (FNM) en (IDM) gedeeltelijke gebieden in gemeenschappelijke 2 geheugenorganen van het type E PROM zijn.
8. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de geheugenorganen (FNM) en (IDM) gescheiden geheugens zijn.
8. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de geheugenorganen (FNM) en (IDM) gescheiden geheugens zijn.
9. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de zend-15 organen (SS, IE) bestaan uit een zender (SS) voor DTMF-signalering.
9. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de zend-15 organen (SS, IE) bestaan uit een zender (SS) voor DTMF-signalering.
10. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de zend-organen (SS, IE) bestaan uit een zender (IE) voor onderbrekingspulsering. 8 k ? 0 3 01 85Z 0 3 0 1 VO 8164 I Be v. d T £ J -it- ΓΓ I AiPkï^ö I GEWIJZIGDE CONCLUSIES
10. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de zend-organen (SS, IE) bestaan uit een zender (IE) voor onderbrekingspulsering. 8520301
NL8520301A 1984-09-17 1985-09-17 Oproepomleidfunctie in een hulpverleningstelefoonstelsel. NL8520301A (nl)

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
SE8404667A SE444880B (sv) 1984-09-17 1984-09-17 Sett for att i ett telekommunikationssystem vid anrop till nattkopplad jourcentral eller jourcentral ur drift astadkomma automatisk omkoppling till en annan jourcentral och anordning for genomforande av settet
SE8404667 1984-09-17
PCT/SE1985/000353 WO1986001960A1 (en) 1984-09-17 1985-09-17 Call diverter function in an early care telephone system
SE8500353 1985-09-17

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8520301A true NL8520301A (nl) 1986-07-01

Family

ID=20357046

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8520301A NL8520301A (nl) 1984-09-17 1985-09-17 Oproepomleidfunctie in een hulpverleningstelefoonstelsel.

Country Status (10)

Country Link
US (1) US4689811A (nl)
AU (1) AU4864485A (nl)
DE (1) DE3590468T1 (nl)
DK (1) DK229286A (nl)
FI (1) FI861779A0 (nl)
GB (1) GB2177279A (nl)
NL (1) NL8520301A (nl)
NO (1) NO861495L (nl)
SE (1) SE444880B (nl)
WO (1) WO1986001960A1 (nl)

Families Citing this family (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB8714003D0 (en) * 1987-06-16 1987-07-22 Trunstall Telecom Ltd Emergency call system
JPH0714230B2 (ja) * 1988-05-19 1995-02-15 富士通株式会社 着信呼の分配制御方式
US5249223A (en) * 1991-01-03 1993-09-28 At&T Bell Laboratories Call-load-control arrangement for an emergency-call-answering center
US5210784A (en) * 1991-06-28 1993-05-11 Lifeline Systems, Inc. Adaptive speakerphone system
US5379337A (en) * 1991-08-16 1995-01-03 U S West Advanced Technologies, Inc. Method and system for providing emergency call service
CA2102865C (en) * 1992-11-11 1999-02-16 Robert J. Mulrow Internode routing for a telephone system
US5457731A (en) * 1993-10-04 1995-10-10 Witherspoon; Joe H. Emergency telecommunications device for the disabled
DE19741576A1 (de) * 1997-09-20 1999-03-25 Cit Alcatel Verfahren zum Weiterleiten von Notrufen
AUPR056200A0 (en) * 2000-10-03 2000-10-26 Telemedia Group Pty Ltd Communication arrangement
DE202005021463U1 (de) * 2005-01-18 2008-04-17 Biotronik Crm Patent Ag Patientengerät

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3700813A (en) * 1966-10-18 1972-10-24 Gen Alarm Corp Telephoning system
US3867581A (en) * 1972-12-29 1975-02-18 Stromberg Carlson Corp Universal night service circuit
US4028499A (en) * 1975-11-28 1977-06-07 Rca Corporation Universal/assigned night answering system for EPABX
US4064368A (en) * 1976-06-07 1977-12-20 Lifeline Systems, Inc. Closed-loop emergency alarm and response system
SE416593B (sv) * 1978-02-10 1981-01-19 Ericsson Telefon Ab L M Larmsystem innefattande ett antal abonnentapparater

Also Published As

Publication number Publication date
SE8404667D0 (sv) 1984-09-17
FI861779A (fi) 1986-04-28
FI861779A0 (fi) 1986-04-28
NO861495L (no) 1986-04-16
US4689811A (en) 1987-08-25
GB8612119D0 (en) 1986-06-25
DK229286D0 (da) 1986-05-16
SE8404667L (sv) 1986-03-18
SE444880B (sv) 1986-05-12
DE3590468T1 (de) 1986-08-28
GB2177279A (en) 1987-01-14
WO1986001960A1 (en) 1986-03-27
AU4864485A (en) 1986-04-08
DK229286A (da) 1986-05-16

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5502761A (en) Apparatus and method for relaying calling information to a pager or alternate telephone
US4850012A (en) Automated access facilities for use with key telephone systems
US4672660A (en) Method and system for identifying telephone callers
US4922526A (en) Automated access facilities for use with key telephone systems
EP0647075B1 (en) System and method for identifying the incoming directory number when multiple directory numbers are assigned to one wireless device
US4001513A (en) Method and apparatus for the detection of fraudulent toll telephone calls
US5742906A (en) Intelligent PBX in-building and out-of-building personal reach communications system
JPH05153255A (ja) 通信システム内で用いられる信号通報処理装置及び方法
GB2240693A (en) Telephone call intercept system
US4882744A (en) Automatic paging system
GB2194709A (en) Call forwarding system and method
GB2166321A (en) Emergency call unit
NL8520301A (nl) Oproepomleidfunctie in een hulpverleningstelefoonstelsel.
US4611095A (en) Telephone conference bridge system
CA2170303C (en) Method in a communications system for providing an out-of-band signaling response based on predetermined conditions
EP0688126A2 (en) A voice messaging system
US4881252A (en) Sheltered housing scheme communications system
US5930346A (en) Extended public switched telephone network architecture with enhanced subscriber control on call setup
JPS5966252A (ja) 発信者選択電話機
GB2062410A (en) Call barring arrangement
JPS5842352A (ja) 発信加入者番号識別呼出装置
EP0198913A1 (en) Call unit for use in an emergency call system
KR19980054679A (ko) 교환기를 이용한 구내방송장치
GB2193061A (en) Emergency call acceptor
JPS63114360A (ja) 自動着信端末呼出方式