[go: up one dir, main page]

NL8503575A - Stelmechanismen en regelingen die deze belichamen. - Google Patents

Stelmechanismen en regelingen die deze belichamen. Download PDF

Info

Publication number
NL8503575A
NL8503575A NL8503575A NL8503575A NL8503575A NL 8503575 A NL8503575 A NL 8503575A NL 8503575 A NL8503575 A NL 8503575A NL 8503575 A NL8503575 A NL 8503575A NL 8503575 A NL8503575 A NL 8503575A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
adjusting
wheel
adjusting wheel
resilient
control
Prior art date
Application number
NL8503575A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Sturmey Archer Ltd
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Sturmey Archer Ltd filed Critical Sturmey Archer Ltd
Publication of NL8503575A publication Critical patent/NL8503575A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62MRIDER PROPULSION OF WHEELED VEHICLES OR SLEDGES; POWERED PROPULSION OF SLEDGES OR SINGLE-TRACK CYCLES; TRANSMISSIONS SPECIALLY ADAPTED FOR SUCH VEHICLES
    • B62M25/00Actuators for gearing speed-change mechanisms specially adapted for cycles
    • B62M25/02Actuators for gearing speed-change mechanisms specially adapted for cycles with mechanical transmitting systems, e.g. cables, levers
    • B62M25/04Actuators for gearing speed-change mechanisms specially adapted for cycles with mechanical transmitting systems, e.g. cables, levers hand actuated

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Transportation (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Transmission Devices (AREA)
  • Mechanical Control Devices (AREA)
  • Flexible Shafts (AREA)

Description

- 1 - . 1 "fill'll· . .ι.|.η· * ..... ;f ν' c
Stelmechanismen en regelingen die deze belichamen.
De uitvinding heeft betrekking op stelmechanismen, en heeft in het bijzonder, ofschoon niet uitsluitend, op dergelijke mechanismen die gebruikt worden bij tandwielkeuze middelen voor versnellingsnaven van een 5 fiets en dergelijke.
De uitvinding beoogt een stelmechanisme voor toepassing op een tandwielkeuzemiddel te verschaffen voor de regeling van het instellen van een versnellings-naaf voor een fiets of dergelijke.
10 Volgens de uitvinding wordt in of voor een trekkerregeling voor een versnellingsnaaf voor een fiets of dergelijke een stelmechanisme verschaft dat een stelwiel bevat, een regelplaat die coaxiaal in het genoemde stelwiel is gemonteerd voor een hoekbeweging 15 ten opzichte daarvan, een stelorgaan dat wordt onder steund door de regelplaat en daarop beweegbaar is gemonteerd voor de hoekverstelling daarvan, en naar keuze samenwerkbare aandrijfformaties op respectievelijk het stelwiel en het stelorgaan, welke aandrijfformaties onder-20 ling in aangrijping kunnen worden gebracht bij verstelling van het stelorgaan vanuit een referentiestand ten opzichte van de regelplaat in een passende zin en die, in gevolge een voortgezette beweging in dezelfde zin een aandrijf-beweging kan overbrengen op het stelwiel, welk mechanisme 25 verder terugstelorganen bevat die het stelorgaan naar de genoemde referentiestand ten opzichte van de regelplaat onder voorspanning zetten wanneer deze daarvan verplaatst.
Volgens een de voorkeur verdienend kenmerk van de uitvinding is de stelhefboom draaibaar op na regelplaat 30 bevestigd als een gewoonlijk radiale verlenging daarvan, welke draaibaar is op een as die evenwijdig is aan de draaias van de regelplaat, en waarbij de naar keuze samen- . . 1 £ 7 ^ Μ - 2 - * * werkbare aandrijfformaties een formatie op het stelorgaan bevatten voor het naar keuze in ingrijping brengen met een van een aantal samenwerkbare formaties op het stelwiel.
Volgens een andere de voorkeur verdienend kenmerk 5 is de stelhefboom Bedienbaar voor het instellen van de hoek- stand van het stelwiel in elke bewegingsrichting daarvan.
Volgens de uitvinding wordt eveneens een getrapt vrijmaakorgaan voor het stelmechanisme van een trekkerregeling voor een versnellingsdrijfwerk van een fiets o£ dergelijke 10 verschaft, daar het stelmechanisme een stellichaam bevat dat trapsgewijs instelbaar is in een eerste richting tegen een veerkrachtig tegenhoudorgaan in, en welk vrijmaakorgaan een aantal rijen palformaties heeft die in een aangrenzende evenwijdige plaatsing op het stellichaam zijn opgesteld, J5 waarbij tenminste een van de afzonderlijke pallen van ëén rij zijdelings is verzet ten opzichte van de overeenkomende pal van een andere rij, een vrijmaakorgaan, op afstand geplaatste noppen op het vrijmaakorgaan, elk voor een samenwerking naar keuze met respectievelijk een van de 20 genoemde rijen, en een tegenhoudorgaan dat een beweging van het vrijmaakorgaan veerkrachtig weerstaat.
De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van de tekening.
Fig. 1 toont een bovenaanzicht van een eerste uit-25 voeringsvorm van een trekkerregeling volgens de uitvinding voor een meerversnellingsnaaf voor een fiets of dergelijke, volgens de uitvinding.
Fig. 2 toont een onderaanzicht van de inrichting van fig. 1, waarbij ter wille van de duidelijkheid delen 30 zijn verwijderd.
Fig. 3 toont op grote schaal een aanzicht van een gedeelte van een deel van de inrichting van fig. 2.
De fig. 4 en 4a tonen schematisch een perspectivisch aanzicht en een gedeeltelijk aanzicht van terugkeermechanisme * 4 - 3 - van de inrichting van de fig. 1 en 2.
Fig. 5 toont een bovenaanzicht van een regeling " met ëën enkele hefboom voor een wrijfversnellingsnaaf voor een fiets of dergelijke volgens de uitvinding.
5 Fig. 6 toont een bovenaanzicht, gedeeltelijk in doorsnede, en getekend op verschillende schaal van een gedeelte van de constructie van fig. 5.
Fig. 7 toont een zijaanzicht van de inrichting van fig. 5.
10 Fig. 8 toont een benedenaanzicht van de in de fig. 5 en 7 getoonde regeling.
Fig. 9 toont een aanzicht, overeenkomend met dat van fig. 8, waarbij delen zijn weggelaten ter wille van de duidelijkheid.
15 Fig. J0 toont een doorsnede, gezien volgens de pijlen X-X van fig. 9.
In de tekening, en in het bijzonder in de fig.
] t/m 4, bevat een trekkermechanisme voor de lineaire instelling van de regelkabel van een drieversnellingsnaaf voor een fiets 20 of dergelijke een stelwiel 11 'dat draaibaar is aangebracht in een gewoonlijk rechthoekig huis 12 en dat een opening 13 en een sleuf 14 daarin heeft voor het opnemen van respectievelijk de nippel 15 en het eindgebied 16 van de regelkabel J7.
Een langwerpige draagplaat 18 is coaxiaal met het wiel 25 gemonteerd voor een boekversnelling ten opzichte daarvan, waarbij de plaat zich voorbij de omtrek van het wiel uitstrekt en draaibaar is ondersteund op een stelorgaan 19 op zijn verwijderde einde en als een verlenging daarop. Aandrijf-formaties 21, 22 zijn op de omtrek van het stelwiel 11 aange-30 bracht voor een aangrijping naar keuze door een samenwerkbare aandrijfformatie 23 op het stelorgaan 19, voor gebruik bij het tot stand brengen van een hoekverplaatsing van het stelwiel tegen de tegenhoudkracht in van een terugstelveer 24, die verbonden is tussen een dergelijk wiel en het huis J2, alles 35 op een wijze zoals hierna zal worden beschreven.
··» * «r* · -* λ »
__ I|,"I
V * - 4 -
Het mechanisme wat verder een tweede terugkeerveer 25 tussen de draagplaat 18 en het huis, waarbij de veer 25 een beweging van de draagplaat 18 in een instelrichting van het mechanisme weerstaat.
5 Aandrijfformaties 21, 22 bevatten contactoppervlakken die zijn opgesteld in een onder een hoek op afstand geplaatste radiale plaatsing bij de omtrek van het stelwiel 11, terwijl de samenwerkbare aandrijfformatie 23 een neus bevat die zich uitstrekt vanuit het stelorgaan 19 in de omtreksrichting 10 van het stelwiel 11 en met geringe afstand daartegenover geplaatst. Een vaste aanslag 26 is op ëën einde van een sleuf 27 in de zijwand van het huis 30 aangebracht waardoorheen het stelorgaan zich uitstrekt, welke sleuf zich uitstrekt over bij benadering 110 booggraden. Het orgaan 26 is geplaatst 15 vlakbij de omtrek van het stelwiel 11 en op die zijde van het stelorgaan 19 die verwijderd is van de aandrijfformatie 23, waarbij het orgaan 26 op dezelfde of op een overeenkomende radiale afstand staat van de hartlijn van de draagplaat 18 als een draaipen 28 die het stelorgaan 19 op het stelwiel 11 20 bevestigt. De terugkeerveer 25 brengt de draagplaat 18 terug naar een referentiestand die bepaald wordt door het instel-orgaan 26 na een verplaatsing vanuit een dergelijke stand.
De werking van het tot dusver beschreven mechanisme is zodanig dat bij een beweging van het stelorgaan 19 in de 25 richting van de pijl A in fig. 2, een dergelijk orgaan in de richting van de wijzers van een klok mee om de pen 28 draait en aldus de neus, welke de aandrijfformatie 23 vormt, naar de omtrek van het stelwiel beweegt.
Een voortzetting van een dergelijke draaibeweging 30 van het stelorgaan 19 zal de aandrijfformatie 23 in aanraking brengen met de omtrek van het stelwiel 31, zodat een verdere relatieve draaibeweging tussen het stelorgaan 19 en de draagplaat 18 wordt belet. Een voortgezette beweging van het stelorgaan 19 zal de draagplaat 18 en het stelorgaan 19.
35 samen doen bewegen om het midden van het stelwiel en tegen de - 5 - tegenhoudkracht van de terugkeerveer 25 in teneinde de aandrijfformatie 23 over de volle diepte in aangrijping te brengen met het aanrakingsoppervlak, dat de aandrijfformatie 22 vormt. Een nog verdere hoekbeweging van het stelorgaan 19 5 in een geschikte mate zal het stelwiel 11 tegen de tegenhoud kracht 10 van de veer 24 bewegen en zal aldus de regelkabel 17 longitudinaal verschuiven teneinde de noodzakelijke tand-wielverstelling tot stand te brengen.
Het stelwiel zal automatisch in zijn verstelde stand 10 worden gehouden door hierna te beschrijven geschikte organen, en het stelorgaan 19 en de draagplaat 18 zullen naar een beginstand in aanraking met de aanslag 26 worden teruggebracht door een terugkeerveer 25.
De relatieve stand van de in fig. 2 getoonde delen 15 is verenigbaar met de keuze van de tussenliggende tandwieloverbrenging van de drieversnellingsnaaf waarmede de kabel 17 is verbonden, waarbij een dergelijke stand vanuit de lage versnelling vanaf tot stand is gekomen door aangrijping van de aandrijfformatie 23 met de aandrijfformatie 21 en de 20 draaibare verstelling van het stelwiel 11, en wel door een beweging van het stelorgaan 19 op dezelfde wijze als hierboven is beschreven.
Het zal uit de tekening duidelijk zijn dat het begin van draaien van het stelorgaan op de pen 28 een beweging van 25 de draagplaat J8 tot stand zou brengen door een reactie tussen de aanslag 26 en dat deel van het daaraan grenzende stelorgaan, maar dat de primaire beweging in dit stadium de relatieve draaibeweging is tussen de draagplaat en het stelorgaan zodanig dat de aandrijfformatie 23 in de stand voor aangrijping 30 met de aandrijfformatie 21 of 22 wordt gebracht.
De geometrie van de constructie is zodanig dat een verloren beweging aanwezig is zoals tussen de beweging van de neus, of de aandrijfformatie 23 van het stelorgaan en zijn aangrijping met de samenwerkende aandrijfformaties 2.1, 22, - 6 -
Een vasthouden van het stelwiel in een verstelde stand en zijn naar keuze vrijmaken uit een dergelijke stand komt tot stand door een getrapt vrijmaakorgaan 32.
In de fig. 4 en 4a bevat het getrapte vrijmaakorgaan 5 32 boven- en benedenrij ene 33, 34 met palformaties bij een rand 35 van het stelwiel Π en een onder veerkracht staand vrijmaakorgaan 36 dat de genoemde rand overbrugt en overstaande, binnenwaarts gerichte pallen 37, 38 heeft, elk voor een aangrijping naar keuze met respectievelijk een van de 10 genoemde rijen.
De bovenrij 33 van palformaties bevat een weggesneden deel 39 in het omtreksgebied van het stelorgaan 11 en een radiale waltand 41 tussen de bestreken hoek van een dergelijk gebied, welke paltand 41 een opstaand aan de voorzijde gelegen 15 werkvlak 42 heeft en een hellend achterste of nokvlak 43.
Een ander werkvlak 44 is aangebracht in het weggesneden deel 39 op die zijde van de paltand 41 welke verwijderd is van het opstaande werkvlak 42 daarvan.
De benedenrij 34 bevat een ander weggesneden deel 20 45 in de omtrek van het stelwiel 11, waarbij een dergelijk weggesneden deel dezelfde, ofschoon iets grotere, boog bestrijkt dan het gebied 39 en wat de hoek betreft op ëën lijn daarmede ligt. Twee paltanden 46, 47 zijn in het weggesneden deel 45 aangebracht, dergelijke tanden hebben een respectievelijk 25 opstaande radiale werkvlakken 48, 49 en respectievelijk achterste nokvlakken 51, 52. Een ander opstaand radiaal werkvlak 53 is op dat einde van het weggesneden deel 45, aangebracht, dat verwijderd is van het werkvlak 48, waarbij het vlak 53 onder een hoek is gezet ten opzichte van het werkvlak 44 van 30 de rij 33.
Het werkvlak 42 van de paltand 41 ligt tussen de vlakken 48, 49 van de tanden 46, 47 in de omtreksrichting van het stelwiel, terwijl de einden van de weggesneden gebieden 39, 45, die respectievelijk zijn verwijderd van de werkvlakken - 7 - 44, 53, axiaal op ëén lijn liggen.
Het vrijmaakorgaan 36 bestaat uit een in een algemeen rechthoekig lichaam 54 met een quadrantvormige uitsnijding 50 in de wand daarvan met een straal die overeenkomt met 3 die van het stelwiel 11, waarvan de verticale ontvang van de uitsnijding zodanig is dat de omtrek van het wiel 11 vrij wordt opgenomen en in ingrijping daarmede komt. De beneden-zijde van het lichaam 54 is voorzien van een trap 55 op die hoek daarvan die diagonaal gelegen is tegenover de uit-IQ snijding 50 teneinde een zitting te verschaffen voor een terugkeerveer 56, waarbij de bovenzijde van het lichaam getrapt is voor de vorming van een omtreksschouder 57 voor aangrijping met de henedenzijde van de bovenzijde 58 van het huis 30 waarin het mechanisme is ondergebracht, waarbij een opening 51 in een dergelijk huis is aangebracht waardoorheen het gedeelte 61, met kleinere afmeting, van de bovenzijde van het lichaam zich uitstrekt.
De pallen 37, 38 strekken zich binnenwaarts van het lichaam vanuit dé boven en benedenoppervlakken van 20 de uitsnijding 50 daarin uit, welke pallen op éën lijn liggen en radiaal ten opzichte van een dergelijk uitgesneden deel zijn gericht. De aangrenzende evenwijdige randen 62, 63 van de pallen 37, 38 worden gescheiden over een afstand die groter is dan de dikte van het stelwiel in het gebied 25 van de op ëén lijn gelegen uitsnijdingen 39, 45 maar minder dan een dergélijke dikte plus de hoogte van de paltanden 41, 46, 47.
In de gemonteerde toestand van het trekkermechanisme is het lichaam 54 in aangrijping met de omtrek van het stel-30 wiel 11 met pallen 37, 38 in een stand voor aangrijping met respectievelijk de boven- en benedenrijen 33, 34.
Tijdens gebruik en met het vrijmaakorgaan 36 buitenwaarts van het huis 30 belast door de terugkeerveer 56, is de pal 38 in aangrijping met de benedenrij van de palformaties 35 in een hoekstand daarin die past bij de tandwielkeuze, zoals • « * - 8 - bepaald door de laatste werking van het stelorgaan 19, dat in oppervlakteaanraking met het desbetreffende radiale werkvlak 48, 49, 53 in aanraking wordt gehouden door de terugkeexveer 24, die werkzaam is op het stelwiel. Opgemerkt 5 wordt dat tijdens het gebruik van het mechanisme, de kabel-spanning eveneens dient voor het in oppervlakteaanraking brengen van de pal 38 met het desbetreffende werkvlak, waarbij de terugkeerveer 24 op de eerste plaats dient voor het plaatsen van het stelwiel 11 voordat de kabel wordt be-^ vestigd.
Aannemende dat de pal 38 in aangrijping moet worden gebracht met het radiale werkvlak 48, zal een beweging van het vrijmaakorgaan 36 tegen de tegehoudkracht in van de terugkeerveer 56 de pal 38 over het vlak 48 en buiten aan-^ grijping daarmede bewegen, waarbij het stelwiel aldus vrij kan draaien onder de oirvloed van de terugkeerveer 24 of de spanning in de kabel 17, wanneer gemonteerd. Echter beweegt, wanneer de pal 38 buiten aangrijping komt met de benedenlijn 34, de overstaande pal 37 in de bewegingsbaan ^ van het radiale werkvlak 42 van de bovenrij 33, zodat het gebied van de hoekheweging van het stelorgaan wordt beperkt.
Bij het vrijmaken van het orgaan 36 beweegt een dergelijk orgaan opwaarts onder de invloed van de terugkeerveer 56, waarbij de pal 37 buiten aangrijping komt met het werkvlak o c 42 maar de pal 38 in de bewegingsbaan van het werkvlak 49 beweegt teneinde een verdere hoekheweging van het stelorgaan te beperken.
Bij een daaropvolgende werking van het vrijmaakorgaan 36 wordt de pal 38 op dezelfde wijze in aangrijping gebracht ^ met het radiale vlak 53.
Het is duidelijk dat een tandwielverstelling in elke zin kan worden uitgevoerd, waarbij een verstelling in de ene richting wordt geregeld door de werking van het stelorgaan 19 en in de andere richting door de werking van het 35 vrijmaakorgaan 36, waarbij de verstelling in elk geval • > - 9 - toeneemt aangepast aan de mate van longitudinale verplaatsing van de regelkafael, noodzakelijk voor de verschuiving van de bewegende delen van de versnellingsnaaf om met een desbetreffende grootte.
2 Een tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding is getoond in de fig. 5 t/m 10, welke inrichting dient voor de regeling van een vijfversnellingsnaaf voor een fiets of dergelijke, door middel van één enkele hefboom, niettegenstaande dat twee regelkabels worden gebruikt voor het uitvoeren van een jq verstelling van de naaf.
In de fig. 5 t/m 10 bevat ëén enkele hefboomtrekker-regeling voor een vijfversnellingsnaaf een stelwielconstructie 66 die onder een hoek in toenemende mate instelbaar is op de draaias daarvan, waarbij onder veerkracht staande plaatsings-15 organen 67 werkzaam kunnen zijn op de omtrek daarvan en deze in een verstelstand kunnen vasthouden, waarbij een randnok 68 coaxiaal met de stelwielconstructie 66 is aangebracht en daarmede draaibaar is bij de regeling daarvan, boven op geplaatste kabelhefbomen 69, 71 die op één lijn zijn geplaatst met de 20 nok 68 en daarop respectievelijke nokvolgers 72, 71 hebben voor een samenwerkende aangrijping met de nokoppervlakken 74, 75 van de randnok 68, waarbij een trekkermechanisme 76 kan samenwerken met de stelwielconstructie 66 en, na bediening, een toenemende hoekversnelling van de genoemde constructie 25 66 en van de daarmede draaibare randnok 68 daarvan kan uitvoeren, en waarbij een huis 67 is aangebracht waarbinnen de bovenstaande constructie is gemonteerd.
De stelwielconstructie 66 bevat op afstand geplaatste tandwielen 78, 79 die op een vierkantige as zijn gemonteerd, 30 waarbij het buitenvlak van het wiel 78 getrapt is, zoals bij 81, voor aangrijping met een opening 82 in de bovenzijde van het huis 77 voor het daarin draaibaar bevestigen van het wiel 78. Het binnenvlak van het wiel 78 heeft een centrale blinde boring 83 met een vierkantige dwarsdoorsnede voor het opnemen 35 van de stelas 84, met dezelfde dwarsdoorsnede, in ingrijping ..........................
* 4 - 10 - daarmede. Een kraag 85 is om de blinde boring aangebracht, waarbij de buitenomtrek van de kraag cilindrisch is. Het wiel 79 heeft een centrale opening 86 met vierkantige doorsnede voor aangrijping met de stelas, waarbij dat vlak van het wiel, 5 aangrenzend aan het wiel 78, vlak is en op de bovenzijde van de kraag 85 steunt. Het overstaande vlak van het wiel 97 heeft eveneens een kraag 87 om de doorgaande holte 86 daarin, welke kraag eveneens een cilindrische buitenomtrek heeft.
De respectievelijke omtrekken van het tandwiel 78, 10 79 hebben dezelfde vorm, behalve dat de tanden op het wiel 78 zich niet uitstrekken naar het buitenvlak daarvan.
Een randnok 68, welke nok hierna in meer bijzonderheden zal worden beschreven, is gewoonlijk cirkelvormig en heeft een axiale doorgaande holte 88 met een vierkantige dwarsdoor-15 snede, weer voor aangrijping met de stelas 84. De nok 68 rust tegen de kraag 87 wanneer in aangrijping met de stelas 84.
Aan zijn boveneinde bevat het stelorgaan 84 een cilindrisch verlengstuk 89 voor draaibare aangrijping met 20 een zitting in de verwijderbare basis 91 van het huis 77.
De stelas 84 bevat verder een ribbe 92 die zich longitudinaal van éën zijde daarvan uitstrekt, waarbij complementaire groeven in de blinde boring 83 in het tandwiel 78 aanwezig zijn, een opening 86 in het tandwiel 79 en een doorgaande 25 holte 88 in de randnok 68 voor het waarborgen van gepaste relatieve hoekplaatsingen van de wielen en de nok op de constructie van de trekkerregeling.
Een plaatsingsorgaan 67 bevat een pal 92 die in de langsrichting van een overeenkomend gevormde uitsparing 30 93, aangebracht in het huis 77, beweegbaar is, waarbij de neus 94 van de pal halfcirkelvormig is en zodanige afmetingen heeft dat een complementaire aangrijping met de getande omtrekken van de bovenop geplaatse stelwielen 78, 79 onder de invloed van de drukveer 95 tot stand komt, geplaatst tussen de 35 pal 92 en het binnenoppervlak 96 van de wand van het huis.
3% ou >v -KA ·.·· „ - 11 -
Het huis 77 is gewoonlijk rechthoekig, in een vorm vervaardigd, en bevat een bovenzijde 97 en een zijwand-constructie 98 die daarmede ëën geheel vormt, waarbij het huis verder de bovenvermelde verwijderbare basis 91 bevat.
5 De bovenzijde 97 bevat een opening 82 waarin het getrapte buitenvlak van het tandwiel 78 rust en zelf getrapt is op ëën zijde daarvan, waarbij een sleuf 99 in de zijwand is aangebracht tussen de getrapte niveaux van de bovenzijde 79 voor een hierna uiteen te zetten doel.
10 De tandwielen 78, 79 liggen zijdelings op ëën lijn met de sleuf 99, terwijl de kabelhefboom 69, 71 zijn ondergebracht in de ruimte aan de benedenzijde van het benedenwaarts getrapte deel van de bovenzijde van het huis, daarin draaibaar aangebracht op een gemeenschappelijk pen 15 101 die in aangrijping is in een zitting (niet getoond) in de bovenzijde 97 van het huis en een zitting 103 in de verwijderbare basis 91.
Het trekkermechanisme 76, dat het best in fig. 6 is getoond, bevat een trekker 104 met een langwerpige, 20 in het algemeen gelijkbenig driehoekige vorm, draaibaar verbonden met een trekkerplaat 105, draaibaar op één lijn daarmede verbonden, waarbij een veerkrachtig orgaan 106 tussen het orgaan 104 en de plaat 105 is aangebracht, dat een hoekbeweging daartussen weerstaat. De trekker 104 is 25 symmetrisch ten opzichte van een lijn die door de top daarvan gaat, waarbij dat eindvlak daarvan, dat de trekkerplaat 105 opneemt voor een draaibare verbinding daarmede, geprofileerd is voor het verschaffen van voorwaarts gerichte op afstand geplaatste pallen 107, 108, waarbij op elke zijde van de 30 genoemde hartlijn er één is geplaatst. Zoals getoond is in fig. 6 is de trekker fpl voor het opnemen van het bovenvermelde veerkrachtige orgaan 106, dat een langwerpig lichaam van een veerkrachtige kunststof bevat waarvan één einde in de top van de driehoekige holte in de trekker rust en waarvan 35 het andere einde eindigt in een gevorkte verbinding 109 voor het - η - opnemen van het einde van de trekkerplaat 105, waarbij de aanrakende delen van het veerkrachtige orgaan J06 en de trekkerplaat 105 zodanig zijn gevormd dat een positieve en niet draaibare verbinding daarbij wordt verschaft.
5 De trekkerplaat 105 heeft een sluitringvormig centraal deel 11J voor aangrijping tussen de tandwielen 78, 79 en plaatsing door de kraag 85 op het wiel 78 en een radiaal verlengstuk 112 waarvan het uiteinde in aangrijping is met de gevorkte verbinding 105, aangebracht op het veerkrachtige J0 orgaan 106. Bij een stand, die over een hoek op afstand staat -van het verlengstuk 112, bevat de trekkerplaat een nok 113 voor het opnemen van de einden van een torsieveer 114, op de wijze als getoond in fig. 9, waarbij een dergelijke nok, in de gemonteerde toestand van de regeling en in de ruststand 15 yan de constructie (zoals getoond is in fig. 9) over een nok ligt die éën geheel vormt met het huis en in de hoek tussen de bovenzijde van een dergelijk huis en de wand daarvan.
Zoals blijkt uit fig. 9 is het trekkermechanisme 20 76 geplaatst in het huis met betrekking tot de tandwielen 78, 79 met de pallen 107, 108 daarvan aangrenzend en op afstand ten opzichte van de tanden van dergelijke wielen, waarbij het mechanisme draaibaar is op de as van dergelijke wielen en zullen, bij een dergelijke draaiing van het mechanisme, 25 de pallen in de omtreksrichting van de tandwielen bewegen.
Indien de trekker 104 ten opzichte van de trekkerplaat draait zal de daarvoor bestemde pal 107, 108 volgens de draairichting naar de tanden op de tandwielen bewegen en in aangrijping daarmede komen.
30 Aldus zal, door het uitvoeren van een draaibeweging van de trekker 104 om de trekkerplaat 105 in een passende zin, zodat de desbetreffende pal in aangrijping komt met de omtrek van de wielen, voor een rotatie van het trekkermechanisme 76 om de as van de tandwielen 77, 78, een daaropvolgende 35 rotatie van het trekkermechanisme er voor zorgen dat de wielen - 13 - worden ingesteld in een mate die bepaald wordt door de omvang van de verdere beweging van de trekker, waarbij de pal 92 wordt verplaatst tegen de tegenhoudkracht in van de desbetreffende drukveer 95. Bij het vrijmaken van de trekker 104 zal een 5 dergelijk orgaan na een stand op ëën lijn met de trekkerplaat 105 terugkeren onder invloed van het veerkrachtige orgaan 106, terwijl het trekkermechanisme 76 naar zijn referentie-stand zal terugkeren onder de werking van de torsieveer 114.
Het is duidelijk dat het trekkermechanisme 104 10 in elke richting werkzaam kan zijn en dat aldus de tandwielen eveneens in elke richting kunnen worden ingesteld.
Teneinde een grens te verschaffen voor de grootte van de hoekbeweging van de tandwielen 78, 79, hebben twee van de tanden van de tandwielen een achterdraaiing ondergaan, 15 zoals bij 115, 116 zodat de pallen 107, 108 niet aandrijvend daarmede in aangrijping zijn zodat een orgaan wordt verschaft voor het waarborgen van de keuze volgorden 2 - 1 - 2 en 4-5-4.
Een instelbeweging van de tandwielen 78, 79 wordt 20 vertaald in een longitudinale verstelling van de kabels 117, 118 die respectievelijk met de kabelhefbomen 69, 71 zijn verbonden door middel van de randnok 68, waarbij een rotatie van dergelijke wielen een rotatie veroorzaakt van de instelas en aldus een hoekverstelling van de randnok.
25 Door het aanbrengen van passende nokprofielen 119, 121 op de randnok voor respectievelijke samenwerking met nokvolgnokken 72, 73 op kabelhefbomen respectievelijk 69, 71, kan de hoekstand van de hefbomen worden versteld en dienovereenkomstig de daarmede verbonden kabels worden versteld, 30 zodat het versnellingsstandwieldrijfwerk wordt geregeld waarop de regeling wordt uitgevoerd.
Er zijn passende geleidingskanalen voor het opnemen van de kabels 117, 118 aangebracht in een blok dat ëën geheel vormt met de basis van het huis, waarbij de einden van de 35 kabelhefbomen 79, 71 op de gebruikelijke wijze de kabel *. ···_.· * - 14 - nippels opnemen, waarbij de basis van het huis is voorzien van een inlaatsleuf 126 voor een kabel en kabelnippel, voor kahelbevestiging.
Het buitenvlak van het tandwiel 78 en het aangrenzende 5 oppervlak van de bovenzijde 97 van het huis zijn voorzien van aanwijsorganen die het gekozen tandwiel tonen, welke organen zijn getoond in fig. 5 en een radiale uitsparing 127 in het vlak van het tandwiel bevatten alsmede cijferaanduidingen 128, bestemd voor de afzonderlijke standwielen 10 vlakbij de omtrek van dat deel van het tandwiel dat zich door de bovenzijde van het huis uitstrekt.
Tenslotte is de basis 91 van het huis voorzien van een daarop passend deel van een universele bevestigingsklem, die mogelijk maakt dat de trekkerregeling in elke vereiste 15 stand op de fietsen kan worden vastgezet.
Zoals het best blijkt uit fig. 8 bevat de klem-canstructie 129 een ring 139 met een radiale sleuf 132 in het buitenvlak daarvan teneinde een radiaal geplaatste bevestigingsklem 133 op te nemen, waarbij de binnenomtrek 20 van de ring, zoals bij 134, is getand voor een samenwerkende aangrijping met een complementaire profiel 135 dat als ëën geheel met de basis vanhet huis en bij het buitenvlak daarvan is aangehracht, De klemconstructie is door middel van een bout 136 vastgezet die in aangrijping is met de basis 91 van 25 het huis.
De uitvinding is niet beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvormen, aangezien een deskundige gemakkelijk alternatieve uitvoeringsvormen kan overwegen.
Zo kan bijvoorbeeld, terwijl het hier voorgestelde 30 stelmechanisme specifiek is beschreven in samenhang met trekkerregelingen voor een fiets met drie of vijf versnellings-tandwielnaven, een dergelijk mechanisme met voordeel worden toegepast op meer versnellingstandwielnaven met meer dan drie of vijf tandwielkeuzen of ja zelfs in andere verbanden, ^ ... ·. - » -* ' - ... . * · * — - 15 -
Voorts is het mechanisme niet beperkt tot constructies waarin het instellen plaatsheeft langs een boogvormige baan, aangezien wijzingen door een deskundige gemakkelijk kunnen worden uitgevoerd, zoals de toepassing van de bovenstaande 5 inrichting voor een lineaire instelling.
Eveneens kan het getrapte vrijmaakmechanisme gemakkelijk worden aangepast voor een lineaire werking.
____ ,·*

Claims (20)

  1. 2. Stelmechanisme volgens conclusie 1 met het kenmerk dat de stelhefboom draaibaar op de regelplaat is vastgezet 20 als een radiaal verlengstuk daarvan, dat draaibaar is om een as evenwijdig aan de rotatieas van de regelplaat, en dat de naar keuze samenwerkbare aandrijfformaties een formatie op het stelorgaan bevatten voor een selectieve aangrijping met ëén van een aantal samenwerkende formaties op het stelwiel.
  2. 3. Stelmechanisme volgens de conclusie 1 of 2 met het kenmerk dat de aandrijfformaties op het stelwiel op de omtrek daarvan zijn aangebracht.
  3. 4. Stelmechanisme volgens ëén der voorgaande conclusies met het kenmerk dat veerkrachtige organen zijn aan- 30 gebracht die een verplaatsing van de regelplaat van een referentie stand daarvan weerstaan.
  4. 5. Stelmechanisme volgens ëén der voorgaande conclusies met het kenmerk dat het terugkeerorgaan, dat het - 17 - stelorgaan in de richting van de referentiestand ten opzichte van de regelplaat onder voorspanning plaatst, een vaste aanslag bevat die in aangrijping kan worden gebracht met het stelorgaan.
  5. 6. Stelorgaan volgens êën der conclusies J t/m 4 met het kenmerk dat het terugkeerorgaan, dat het stelorgaan in de richting van de referentiestand onder voorspanning plaatst, een veerkrachtig orgaan bevat dat is aangebracht tussen het stelorgaan en de regelplaat.
  6. 7. Stelorgaan volgens conclusie 6 met het kenmerk dat het veerkrachtige orgaan zich radiaal ten opzichte van de regelplaat uitstrekt en geplaatst is in het stelorgaan, welk veerkrachtig orgaan werkzaam kan zijn voor het weerstaan van een relatieve beweging tussen de regelplaat en het 15 stelorgaan in elk der twee tegengestelde richtingen.
  7. 8. Stelmechanisme volgens ëën der conclusies 1 t/m 5 met het kenmerk dat het stelwiel trapsgewijs instelbaar is in een eerste richting tegen het veerkrachtige tegen-houdorgaan in, en voorts een vrijmaakorgaan bevat voor de 20 geregelde beweging van het stelwiel in een tweede richting tegengesteld aan de genoemde eerste richting, welk vrijmaakorgaan een aantal rijen pallen bevat die evenwijdig en aangrenzend zijn geplaatst op het stelwiel, waarbij tenminste, ëën van de afzonderlijke pallen van ëën rij zijdelings is 25 verzet ten opzichte van de op afstand geplaatste nokken op de met het vrijmaakorgaan overeenkomende pal van een andere rij, een vrijmaakorgaan elk voor een samenwerking naar keuze met een respectievelijk vrijmaakorgaan van de genoemde rijen, en een tegenhoudorgaan dat een beweging van het vrijmaakorgaan 30 veerkrachtig weerstaat.
  8. 9. Stelmechanisme volgens de conclusie 8 met het kenmerk dat het aantal rijen met palformaties is aangebracht op de omtrek van het stelwiel, waarbij op elk respectievelijk vlak van het genoemde wiel een rij is aangebracht.
  9. 10. Stelmechanisme volgens conclusie 9 met het kenmerk ____-« * A - 18 - dat de op afstand geplaatste nokken tegengesteld zijn aangebracht en getand zijn over een zodanige afstand dat een aangrijping met ëën of andere palformatie steeds gewaarborgd zal zijn.
  10. 11. Trekkerregeling voor een versnellingsnaaf van een fiets of dergelijke, voorzien van een stelmechanisme volgens ëën der conclusies 1 t/m 5.
  11. 12. Trekkerregeling volgens conclusie 11 met het kenmerk, dat het stelwiel trapsgewijs instelbaar is in een 10 eerste richting tegen een veerkrachtig tegenhoudorgaan in, en voorts een vrijmaakorgaan bevat voor de geregelde beweging van het stelwiel in een tweede richting tegengesteld aan de genoemde eerste richting, welk vrijmaakorgaan een aantal rijen palformaties beyat die evenwijdig en aangrenzend op het 15 stelwiel zijn aangeBracht, waarbij tenminste eenw. dë afzonder lijke pallen van ëën rij zijdelings is verzet ten opzichte van de overeenkomende pal van een andere rij, een vrijmaakorgaan, op afstand geplaatste nokken, op het vrijmaakorgaan, elk voor een samenwerking naar keuze met respectievelijk ëën der 20 genoemde rijen, en een veerkrachtig tegenhoudorgaan dat een beweging van het vrijmaakorgaan weerstaat.
  12. 13. Trekkerregeling volgens conclusie 12 met'het kenmerk dat het aantal rijen palformaties op de omtrek van het stelwiel is aangebraeht, waarbij op elk respectievelijk 25 vlak van het genoemde wiel een rij is aangebracht.
  13. 14. Trekkerregeling volgens ëën der conclusies 11 t/m 13 met het kenmerk dat een huis aanwezig is waarin het stelmechanisme daarin voor een hoekbeweging is bevestigd, waarbij het stelorgaan zich buitenwaarts vanuit dat huis 30 uitstrekt door een langwerpige sleuf in de omtrek daarvan en het veerkrachtige orgaan, dat het stelorgaan in de richting van de referentiestand onder voorspanning plaatst, een veer bevat die zich uitstrekt tussen en verbonden is met de regel-plaat en het genoemde huis. te A - 19 -
  14. 15. Trekregeling volgens één der conclusies 11 t/m 14 met het kenmerk dat terugkeerorganen zijn aangebracht, die een verplaatsing van het stelwiel vanuit een referentiestand weerstaan, welk terugkeerorgaan een veer bevat die zich uit- 5 strekt tussen en verbonden is met het stelwiel en het genoemde huis.
  15. 16. Trekregeling volgens conclusie 12 met het kenmerk, dat het vrijmaakorgaan in het huis is bevestigd voor een heen en weer gaande beweging tegen de tegenhoudkracht in van een 10 veerkrachtig orgaan.
  16. 17. Trekregeling volgens conclusie 11 met het kenmerk dat het stelwiel naar keuze trapsgewijs instelbaar is in elke rotatierichting daarvan, waarbij de regeling voorts onder veerkracht staande plaatsingsorganen bevat die in aangrijping 15 kunnen worden gebracht met en kunnen samenwerken met het stelwiel teneinde een dergelijk wiel in een ingestelde hoekstand vast te houden.
  17. 18. Trekregeling volgens conclusie J7 met het kenmerk dat ten opzichte van het stelwiel coaxiaal aangebrachte nokken 20 aanwezig zijn voor een rotatie daarmede en dat een aantal nokvolgers is aangebracht die draaibaar zijn gemonteerd voor een oscillerende beweging op een gemeenschappelijke as die evenwijdig en op afstand is geplaatst ten opzichte van de rotatieas van het stelwiel, waarbij de nokvolgers elk verbonden 25 kunnen worden met een respectievelijke tandwielregelkabel welke nokken afzonderlijke nokprofielen verschaffen voor de respectievelijke nokvolgers, waarbij de nokprofielen zodanig zijn aangepast en geplaatst dat een bepaalde verplaatsing in volgorde van de tandwielregelkabels wordt verschaft, in 30 overeenstemming met de trapsgewijze hoekinstelling van het stelwiel en de eisen met betrekking tot het overschakelen.
  18. 19. Getrapt vrijmaakorgaan voor het stelmechanisme van een trekkerregeling voor een versnellingsnaaf van een fiets of dergelijke, welke stelmechanisme een stellichaam bevat 35 dat trapsgewijs instelbaar is in een eerste richting tegen een - V J L ï - 20 - veerkachtig tegenhoudorgaan in, welk vrijmaakorgaan een aantal rijen met palformaties bevat die evenwijdig en aangrenzend op het stellichaam zijn aangebracht, waarbij tenminste ëën van de afzonderlijke pallen van ëën rij zij-5 delings is verzet ten opzichte van de overeenkomende pal van een andere rij, een vrijmaakorgaan, op afstand geplaatste nokken op het vrijmaakorgaan, elk voor een samenwerking naar keuze met een respectievelijke rij van de genoemde rijen en een tegenhoudorgaan dat een beweging naar het vrijmaakorgaan 10 weerstaat.
  19. 20. Stelmechanisme in of voor een trekkerregeling voor een versenllingsnaaf van een fiets of dergelijke, in hoofdzaak zoals hierboven beschreven en getoond in fig, 3 of 6.
  20. 21. Trekkerregeling voor een versnellingsnaaf van een fiets of dergelijke, in hoofdzaak zoals hierboven is beschreven met verwijzing naar en getoond in de fig. 1 t/m 4 of de fig. 5 t/m J0. - *
NL8503575A 1984-12-28 1985-12-24 Stelmechanismen en regelingen die deze belichamen. NL8503575A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
GB8432714 1984-12-28
GB08432714A GB2169065B (en) 1984-12-28 1984-12-28 Indexing mechanisms and controls embodying the same

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8503575A true NL8503575A (nl) 1986-07-16

Family

ID=10571767

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8503575A NL8503575A (nl) 1984-12-28 1985-12-24 Stelmechanismen en regelingen die deze belichamen.

Country Status (5)

Country Link
JP (1) JPS61222889A (nl)
DE (1) DE3546076A1 (nl)
DK (1) DK603285A (nl)
GB (2) GB2169065B (nl)
NL (1) NL8503575A (nl)

Families Citing this family (25)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS62191293A (ja) * 1986-02-14 1987-08-21 マエダ工業株式会社 自転車用変速操作レバ−装置
EP0352732B1 (en) * 1988-07-29 1995-02-15 Shimano Inc. Handlebar-mounted gear change lever
JP2675585B2 (ja) * 1988-07-29 1997-11-12 株式会社シマノ 自転車用変速レバー装置
US5222412A (en) * 1988-07-29 1993-06-29 Shimano Industrial Co., Ltd. Change speed lever apparatus for use in bicycle
US5012692A (en) * 1988-09-24 1991-05-07 Shimano Industrial Company Limited Change-speed lever apparatus for use in bicycle
EP0371429B1 (en) 1988-11-29 1993-07-28 Shimano Inc. Speed control apparatus for a bicycle
JP2848842B2 (ja) * 1989-04-11 1999-01-20 株式会社シマノ 自転車用変速レバー装置
US5799542A (en) * 1995-10-11 1998-09-01 Shimano, Inc. Bicycle shift control device
US5730030A (en) 1996-01-19 1998-03-24 Shimano, Inc. Shifting apparatus for bicycles having a brake operating unit disposed between first and second shifting levers
TW378183B (en) * 1996-02-14 2000-01-01 Shimano Kk Bicycle shift levers which surround a handlebar
US5784924A (en) * 1997-03-25 1998-07-28 Wu; Mu-Chuan Gearshift adjusting device
US6164421A (en) * 1998-10-14 2000-12-26 Shimano Inc. Disc brake assembly
US6389925B1 (en) 1999-02-16 2002-05-21 Shimano Inc. Shift operating device
US6332373B1 (en) 1999-02-16 2001-12-25 Shimano Inc. Gear indicator holder for a bicycle
US6295888B1 (en) 1999-02-16 2001-10-02 Shimano Inc. Gear indicator for a bicycle
DE19915336A1 (de) 1999-04-03 2000-10-05 Sram De Gmbh Schalter für ein Fahrradgetriebe
DE10002741B4 (de) 2000-01-22 2014-07-24 Sram Deutschland Gmbh Triggerschalter für Fahrradgetriebe
US6331089B1 (en) 2000-02-29 2001-12-18 Shimano, Inc. Mounting device for bicycle component
US6450060B1 (en) 2000-03-17 2002-09-17 Shimano, Inc. Bicycle shift device having a linearly sliding shift lever operated by a pivoting cover
DE10205278B4 (de) 2002-02-08 2019-03-14 Sram Deutschland Gmbh Freigabemechanismus
DE10224196A1 (de) 2002-05-31 2003-12-11 Sram De Gmbh Seileinzugmechanik für Triggerschalter
JP2008077469A (ja) * 2006-09-22 2008-04-03 Mikuni Corp レバー機構
JP2008230323A (ja) * 2007-03-19 2008-10-02 Shimano Singapore Pte Ltd 自転車の変速システム用位置決め装置
US8297146B2 (en) * 2007-06-25 2012-10-30 Shimano Inc. Bicycle control device
DE102013216932A1 (de) 2013-08-26 2015-02-26 Sram Deutschland Gmbh Halte- und Freigabemechanik zum Halten und Freigeben einer Seilaufnahmevorrichtung

Also Published As

Publication number Publication date
GB2169065A (en) 1986-07-02
JPS61222889A (ja) 1986-10-03
GB2169065B (en) 1987-12-23
DK603285A (da) 1986-06-29
GB8432714D0 (en) 1985-02-06
DK603285D0 (da) 1985-12-23
GB2183796B (en) 1988-04-27
GB8630919D0 (en) 1987-02-04
GB2183796A (en) 1987-06-10
DE3546076A1 (de) 1986-07-10

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8503575A (nl) Stelmechanismen en regelingen die deze belichamen.
CN100387484C (zh) 用于自行车传动装置的自行车换档操纵装置
US3532013A (en) Quick release mechanism for fine tooth ratchet wrenches
EP0485955B1 (en) Bicycle speed control apparatus
US5213005A (en) Speed control device for bicycle derailleur
US6691591B2 (en) Bicycle control device
US5222412A (en) Change speed lever apparatus for use in bicycle
GB2023710A (en) Locking seat hinges
US6021688A (en) Twist handlebar for controlling the derailleur of a bicyle
JPH09356U (ja) ギヤセレクタ
US5829313A (en) Bicycle derailleur shifting mechanism having indexing configured for use with variety of chain sprocket sets
US5009629A (en) Shift lever assembly for bicycle
WO1998012444A1 (fr) Embrayage a friction a dispositif de rattrapage d'usure, notamment pour vehicule automobile
CN100540391C (zh) 自行车变速器的换档控制装置
EP0352733B1 (en) Change-speed lever apparatus for use in bicycle
US4348916A (en) Brake operating device for a bicycle
US8375823B2 (en) Bicycle shift control device
JP2730555B2 (ja) 自転車用変速レバー装置
SU553943A3 (ru) Автоматический регул тор зазора барабанного тормоза с внутренними колодками
US4885951A (en) Indexation control device for a cycle derailleur
USRE34007E (en) Indexation control device for a cycle derailleur
US3998297A (en) Brake shoe clearance automatic adjusting device
US4702352A (en) Automatic adjuster
CH636050A5 (fr) Machine a ecrire.
US3958470A (en) Double acting ratchet wrench with cam actuated oscillatory pawl

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed