NL8502779A

NL8502779A - Werkwijze en inrichting voor het doseren van stukken vlees en dergelijk deeltjesvormig materiaal.

Info

Publication number: NL8502779A
Application number: NL8502779A
Authority: NL
Original assignee: Unilever Nv
Priority date: 1985-10-11
Filing date: 1985-10-11
Publication date: 1987-05-04
Also published as: GR3006130T3; EP0219168A3; ATE79215T1; DE3686388T2; US4754525A; EP0219168B1; EP0219168A2; ES2033679T3; DE3686388D1

Description

Q 7026 (R)

IS

Werkwijze en inrichting voor het doseren van stukken vlees en dergelijk deeltjesvormig materiaal_

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het doseren van stukken vlees en dergelijk vervormbaar, deeltjesvormig materiaal door dit materiaal in een van een opening voorziene kamer van een vooraf bepaalde 5 grootte te brengen, overtollig materiaal bij die opening te verwijderen en daarna het materiaal uit de kamer te verwijderen.

Voor het uitvoeren van een dergelijke bekende werkwijze 10 wordt tot nog toe een inrichting met een roterende tafel gebruikt, in welke tafel een aantal openingen is aangebracht die de bovenopeningen van zich aan de onderzijde van die tafel bevindende, cilindrische doseerkamers vormen. De onderbegrenzing van die 15 doseerkamers wordt gevormd door een vaste bodemplaat met een afvoeropening, over welke plaat de onderranden van de doseerkamers schuivend verplaatsbaar zijn en daarbij elk eenmaal per omwenteling in register komen met de afvoeropening, dan wel door bodemkleppen, die 20 ter plaatse van het afvoerpunt kunnen worden geopend.

Ten einde verschillende hoeveelheden te kunnen doseren kunnen de doseerkamers telescopisch in grootte verstelbaar zijn, waartoe dan de afstand tussen de tafel en de bodemplaat dienovereenkomstig verstelbaar 25 dient te zijn.

Bij het gebruik van deze bekende inrichting wordt het te doseren materiaal zodanig op de tafel gebracht dat het in de doseerkamers valt, wordt overtollig materiaal 30 met een afstrijker of een roterend veegorgaan bij de bovenopening verwijderd en wordt de daarna juist tot de bovenrand gevulde doseerkamer bij het passeren van de afvoeropening geleegd.

^ V 7 7 Q

----· :*Λ-> jr v - 2 - Q 7026 (R)

De doseernauwkeurigheid van deze methode en van de daarvoor gebruikte inrichting is betrekkelijk gering bij verwerking van stukken vlees en dergelijk vervormbaar, deeltjesvormig materiaal daar de 5 vullingsgraad van de doseerkamer niet constant isf in het bijzonder niet indien het voor het vullen van de doseerkamer benodigde aantal stukken betrekkelijk klein is, bijvoorbeeld minder dan 15.

10 De uitvinding hééft ten doel deze nauwkeurigheid te vergroten en verschaft daartoe een werkwijze van de in de aanvang beschreven soort, die gekenmerkt is doordat het materiaal in de doseerkamer wordt gecomprimeerd alvorens overtollig materiaal wordt verwijderd.

15

Bij voorkeur geschiedt dit comprimeren door de kamer te vullen terwijl deze een groter volume heeft dan het beoogde, vervolgens het volume te verkleinen tot het beoogde terwijl een belemmering voor het uittredende 20 materiaal bij de opening aanwezig is.

In een voorkeursuitvoeringsvorm wordt tijdens het verkleinen van het volume de opening van de doseerkamer ten dele afgesloten. De mate van afsluiting van die 25 opening is bij voorkeur ter aanpassing aan de aard van het te doseren materiaal instelbaar, wat zeer goed mogelijk is met een veerbelast orgaan. De veerbelasting daarvan is ter aanpassing aan verschillende soorten te doseren materiaal bij voorkeur instelbaar.

30

De beste resultaten worden bereikt indien het volume van de doseerkamer vanaf de tegenover de opening liggende zijde wordt verkleind en in het bijzonder in opwaartse richting.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een inrichting 350 2 77 9 35 * - 3 - Q 7026 (R) voor het doseren van stukken vlees en dergelijk vervormbaar, deeltjesvormig materiaal, voorzien van tenminste een aan een zijde open doseerkamer, organen voor het in die kamer brengen van te doseren materiaal, 5 organen voor het verwijderen van overtollig materiaal bij die opening van de kamer en organen voor het verwijderen van het materiaal uit de doseerkamer.

Bekende inrichtingen die aan deze omschrijving voldoen vertonen het hiervoor beschreven bezwaar, dat volgens 10 de uitvinding kan worden opgeheven door een doseerkamer van tijdens het doseerproces veranderbare grootte en door een orgaan dat de opening van de kamer ten dele kan afsluiten.

15 In een eenvoudige uitvoeringsvorm met een betrouwbare werking en goede resultaten heeft de doseerkamer een tijdens de werking ervan in hoogte veranderbare bodem.

In een eenvoudige uitvoeringsvorm is het volume 20 veranderbaar doordat de bodem is uitgevoerd als een in ' de cilindrische doseerkamer verplaatsbare zuiger.

Bij voorkeur is de bodem voor het verstellen voorzien j van een besturingsinrichting voor het verplaatsen ervan ! 25 van een stand waarin het volume van de doseerkamer groter is dein het beoogde naar een stand waarin dat « volume het beoogde is.

Zeer geschikt is de besturingsinrichting ingericht voor 30 het zodanig cyclisch verplaatsen van de boden dat de kamer een volume heeft groter dan het beoogde, vervolgens juist het beoogde, daarna gelijk aan nul, zodat de inhoud ervan wordt uitgeworpen en vervolgens weer het eerstgenoemde enzovoorts. Op deze wijze wordt 35 tevens het materiaal betrouwbaar uit de doseerkamer verwijderd en worden doseerfouten door het blijven plakken van materiaal voorkomen.

«sa-j 77 e - 4 - Q 7026 (R)

Indien de doseerkamer draaibaar is om een as kan in een geschikte uitvoeringsvorm om die as een van de besturingsinrichting van de zuiger van de doseerkamer deel uitmakende curveschijf zijn aangebracht.

5

In een uitvoeringsvorm die zeer geschikt is om de in de aanvang beschreven bekende inrichtingen te modificeren wordt de bodem van de doseerkamer gevormd door een ten opzichte van de bewegingsinrichting van de bovenzijde 10 van de doseerkamer ten minste gedeeltelijk schuin geplaatst oppervlak# waarlangs de onderzijde van de telescopisch in grootte veranderbare doseerkamer verplaatsbaar is. Door vervanging van de gebruikelijke vlakke bodem door een op de juiste wijze gewelfde# 15 toepassing van telescopisch uitschuifbare doseerkamers en het aanbrengen van een de bovenopening van de doseerkamer ten dele afsluitend orgaan ter plaatse waar de volumeverkleining plaats vindt kunnen de bezwaren van de bekende inrichtingen worden verminderd.

20

De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van de schematische tekening, waarin

Fig. 1 een inrichting volgens de uitvinding in bovenaanzicht# 25 Fig. 2 die inrichting in vertikale dwarsdoorsnede#

Fig. 3 een detaildoorsnede volgens de lijn ΙΙΙ-ΙΊΙ in Fig. 1#

Fig. 4 een detaildoorsnede volgens de lijn IV-IV in Fig. 1, 30 Fig. 5 een detaildoorsnede volgens de lijn V-V in Fig. 1, Fig. 6 een detaildoorsnede volgens de lijn VI-VI in Fig. 1#

Fig. 7 een gedeeltelijke ontwikkeling van een vertikale doorsnede overeenkomstig Fig. 3-6 door een 35 tweede uitvoeringsvorm, 8502 779 - 5 - Q 7026 (R)

Fig. 8 een derde uitvoeringsvorm in verticale doorsnede volgens de lijn VIII-VIII in fig. 9# en Fig. 9 die uitvoeringsvorm in horizontale doorsnede volgens de lijn IX-IX in fig.8 toont.

5

In Fig. 1 en 2 is schematisch in bovenaanzicht en in vertikale doorsnede een doseerinrichtinq volgens de uitvinding weergegeven.

10 Een in een gestel 1 om een as 2 draaibare, aangedreven horizontale tafel 3 is voorzien van een aantal gaten 4, die de bovenopeningen van alle op dezelfde afstand van de as 2 in de tafel aangebrachte cilindrische doseerkamers 5 vormen. Aan de bovenzijde van de tafel 3 15 bevinden zich in de met de pijl 6 aangegeven draairichting achtereenvolgens: een toevoergoot 7 voor te doseren produkt: dit produkt naar de buitenzijde van de tafel dwingende geleiders 8: een vlak boven de baan van de gaten 4 aangebracht langwerpig belemmerings-20 orgaan 9, dat een tegen de draairichting gerichte min of meer spitse punt heeft, welk orgaan in vertikale richting beweegbaar is en onder een instelbare druk van een drukveer 10 staat? een afstrijkorgaan 11 in de vorm van een binnenwaarts lopende, vaste, vertikale strook 25 waarvan de onderrand vlak tegen de tafel ligt en een afvoerinrichting 12. .

Langs de buitenrand van de tafel is een opstaande rand 13 aangebracht om te verhinderen dat het te doseren 30 materiaal van de tafel kan vallen.

De inrichting werkt als volgt: het via de goot 7 op de tafel 3 gebrachte materiaal wordt door de geleider 8 naar de gaten 4 gedwongen, zodat het in de doseerkamers 35 valt tijdens het voortbewegen van de tafel. Daarbij dient voor een overmaat materiaal gezorgd te worden. Daarbij ontstaat eerst de in Fig. 3 weergegeven

8502 77S

* ·» - 6 - Q 7026 (R) situatie? een in de doseerkamer verplaatsbare zuiger 14 wordt door een over een rondom de as 2 aangebrachte vaste curvebaan 15 lopende volgrol 16 in de onderste stand gehouden.

5

Bij het verder bewegen van de tafel naar de in Fig. 4 getekende stand komt het zich in de doseerkamer bevindende materiaal onder de geleidelijk toenemende druk die wordt uitgeoefend door de zuiger 14 enerzijds, 10 die zover omhoog bewogen wordt door de hoogte- verandering van de curvebaan 15, dat de doseerkamer het gewenste volume voor het te doseren materiaal krijgt, en de zich boven de opening bevindende belemmering 9 anderzijds. Een eventueel aanwezige overmaat materiaal 15 kan zijdelings langs en ten gevolge van de veer- belasting onderlangs de belemmering wordt weggedrukt.

Bij het verder bewegen van de tafel blijft de stand van de zuiger ongewijzigd, doch de opening 4 van de 20 doseerkamer 5 beweeegt onder een afstrijkorgaan 11 door, zodat nu de juiste hoeveelheid materiaal is afgezonderd, zoals Fig. 5 toont.

Dit materiaal wordt uit de doseerkamer verwijderd door 25 het zover omhoog bewegen van de zuiger 14 dat de bovenzijde ervan in een vlak komt te liggen met de bovenzijde van de tafel 3. Het zo uitgestoten materiaal wordt afgevoerd met een afvoerinrichting 12, die voorzien is van een over de tafel strijkende, horizon-30 tale schijf 17 met cilindrische gaten 18. Deze schijf is draaibaar in de met de pijl 19 aangegeven richting en voert de afgezonderde hoeveelheden materiaal af naar bijvoorbeeld langsbewegende afzonderlijke houders.

35 In een in Fig. 7 schematisch weergegeven andere uitvoeringsvorm is de tafel 3 weer van gaten 4 8502779 - 7 - Q 7026 (R) voorzien, waaronder zich cilindrische doseerkamers 20 bevinden. Deze kamers worden gevormd door twee telescopisch verschuifbare delen 21, 22, waarvan het wijde, onderste deel 22 met een drukveer 23 neerwaarts 5 naar een bodemplaat 24 geduwd wordt. De afdichting tussen de bodemplaat 24 en het onderste kamerdeel 22 wordt verzorgd door een ring 26, die om een zich radiaal ten opzichte van de rotatie-as van de tafel 3 uitstrékkende as draaibaar aan dat onderste deel 22 10 bevestigd is.

Deze bodemplaat vormt de bodem van de doseerkamers en heeft in wezen in omtreksrichting om de as 2 hetzelfde profiel als de groef 15 in de hiervoor beschreven 15 uitvoeringsvorm, zodat de telescopische doseerkamers op overeenkomstige wijze van volume veranderen. Het comprimeren en afstrijken vindt op overeenkomstige wijze plaats. Het uitwerpen van materiaal vindt op andere wijze plaats daar het laatste hoge deel van de 20 groef 15 niet overeenkomstig aanwezig is in het profiel van de bodemplaat 24. Deze bodemplaat is echter voor het afvoeren van het materiaal voorien van een opening 25, waardoor dit materiaal, zonodig geholpen door een straal lucht onder druk, kan vallen in daaronder 25 langsbewegende houders.

«

In fig. 8 en 9 is een tweede alternatief van de vulinrichting volgens de uitvinding weergegeven. Een schijfvormige rotor 27 mer verdikte rand met 30 straalsgewijs in die rand aangebrachte rechthoekige kamers 28, die aan de binnen-en de buitenomtrek en aan de bovenzijde van de rand open zijn, is draaibaar in een de rotor op een ui twerpopening 29 na nauwsluitend omgevende mantel 30. In de kamers zijn zuigers 31 35 verschuifbaar aangebracht, bestuurd door in een vaste curvegroef 32 lopende curverollen 33.

850277$ - 8 - Q 7026 (R)

De opening binnen de ring is aan de bovenzijde afgedekt door een kegelvormige, vlakke kap 34, die in het gestel van de inrichting is ondersteund. Voor de plaats waar de zuigers 31 buitenwaarts gaan bewegen begint een 5 afdekking 35 zich geleidelijk verder binnenwaarts boven de open bovenzijden van de kamers 28 uit te strekken, zodat bij het door de zuigers 31 buitenwaarts drukken van het in de kamers aanwezige produkt deze afdekking een belemmering voor het in opwaartse richting 10 ontwijkende produkt vormt. De rand van deze afdekking is van een opstaande rand voorzien die een afstijker vormt. Zodra de voorrand van de zuiger de afstrijker heeft bereikt beweegt de zuiger niet verder buitenwaarts, totdat de uitwerpopening 29 in de mantel 15 30 is bereikt. Aldaar beweegt de zuiger 31 geheel buitenwaarts en drukt het produkt uit de kamer 28 door de opening 29 op een afvoergoot 36.

Vervolgens beweegt de zuiger geheel binnenwaarts en kan 20 de betreffende kamer weer met produkt gevuld worden daar de afdekking voorbij de opening 29 geëindigd is. Nadat de kamer met het losse produkt gevuld is kan het gehele proces zich herhalen.

«

H

8502 77 9

Claims

1. Werkwijze voor het doseren van stukken vlees en dergelijk vervormbaar/ deeltjesvormig materiaal door dit materiaal in een van een opening voorziene kamer van een vooraf bepaalde grootte te brengen/ overtollig 5 materiaal bij die opening te verwijderen en daarna het materiaal uit de kamer te verwijderen, met het kenmerk, dat het materiaal in de kamer wordt gecomprimeerd alvorens overtollig materiaal wordt verwijderd.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het comprimeren geschiedt door de kamer te vullen terwijl deze een groter volume heeft dan het beoogde, vervolgens het volume te verkleinen tot het beoogde terwijl een belemmering voor het uittredende materiaal 15 bij de opening aanwezig is.

3. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat tijdens het verkleinen van het volume de opening ten dele wordt afgesloten. 20

4. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de mate van afsluiting van de opening instelbaar is. %

5. Werkwijze volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat de opening ten dele wordt afgesloten met een veerbelast orgaan.

6. Werkwijze volgens conclusie 5, met het kenmerk, 30 dat de veerbelasting instelbaar is.

7. Werkwijze volgens conclusies 2-6, met het kenmerk, dat het volume van de doseerkamer vanaf de tegenover de opening liggende zijde wordt verkleind. 35 0 2 7 7 Ö -V - 10 - Q 7026 (R)

8. Werkwijze volgens conclusies 2-6, met het kenmerk, dat het volume van de doseerkamer in opwaartse richting wordt verkleind.

9. Doseerinrichting voor stukken vlees en dergelijk vervormbaar, deeltjesvormig materiaal, voorzien van tenminste een aan de bovenzijde open en aan de onderzijde afsluitbare doseerkamer, organen voor het in die kamer brengen van te doseren materiaal, organen 10 voor het verwijderen van overtollig materiaal bij die opening van de kamer en organen voor het verwijderen van het materiaal uit de doseerkamer, gekenmerkt door een doseerkamer van tijdens het doseerproces veranderbare grootte en door een orgaan (9) dat de 15 opening van de kamer (5) ten dele kan afsluiten.

10. Doseerinrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de doseerkamer cylindrisch is en de van de opening afgekeerde wand is uitgevoerd als een in de 20 cylindrische doseerkamer (5) verplaatsbare zuiger (14).

11. Doseerinrichting volgens conclusie 9 of 10, met het kenmerk, dat de doseerkamer een tijdens de werking ervan in hoogte veranderbare bodem (14,24) heeft. 25

12. Doseerinrichting volgens conclusie 10 of 11, n\et het kenmerk, dat de zuiger voorzien is van een besturingsinrichting (15,16)'voor het verplaatsen ervan van een stand waarin het volume van de doseerkamer 30 groter is dan het beoogde naar een stand waarin dat volume het beoogde is.

13. Doseerinrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de besturingsinrichting is ingericht voor 35 het zodanig cyclisch verplaatsen van de zuiger, dat de kamer een volume heeft groter dan het beoogde, vervolgens juist het beoogde, daarna gelijk aan nul, 1502 779 Q 7026 (R) - 11 - zodat de inhoud ervan wordt uitgeworpen en vervolgens weer het eerstgenoemde enzovoorts.

14. Doseerinrichting volgens conclusie 12 of 13, met 5 het kenmerk, dat de doseerkamer draaibaar is om een as, waaromheen een van de besturings inrichting van de zuiger (14) van de doseerkamer (5) deel uitmakende curveschijf (15) is aangebracht.

15. Doseerinrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de bodem van de doseerkamer wordt gevormd door een ten opzichte van de bewegingsinrichting van de bovenzijde van de doseerkamer ten minste gedeeltelijk schuin geplaatst oppervlak (24), waarlangs de 15 onderzijde van de telescopisch in grootte veranderbare doseerkamer (21,22) verplaatsbaar is. 3532 773