NL8502753A

NL8502753A - Afsluitinrichting voor autoparkeerplaatsen.

Info

Publication number: NL8502753A
Application number: NL8502753A
Authority: NL
Original assignee: Pichler Mathias
Priority date: 1984-10-09
Filing date: 1985-10-09
Publication date: 1986-05-01
Also published as: DE3534884A1; IT1199441B; BE903399A; IT8404876A0

Description

NL 33.11O-dV/lb *

Afsluitinrichting voor autoparkeerplaatsen.

De onderhavige uitvinding betreft een afsluitinrichting voor autoparkeerplaatsen, in het bijzonder voor privë-parkeerplaatsen.

Een bekende inrichting van deze soort omvat in 5 hoofdzaak een U-vormige beugel, waarvan de beide benen aan hun vrije uiteinden draaibaar zijn verbonden met steunen, die op hun beurt bijvoorbeeld door middel van pluggen zijn verankerd in de in het bijzonder geasfalteerde bodem. De verhoogde stand wordt daarbij verzekerd, doordat de beugel onverzwenkbaar door 10 middel van een sleutel aan de steunen wordt vastgelegd.

Bij een andere bekende afsluitinrichting wordt de beugel door middel van een slot via een schuin verlopende steunschoor vastgelegd, welke aan het ene uiteinde door een steun draaibaar met de bodem is verbonden en aan het andere 15 uiteinde door middel van een slot in het midden van de dwarsbalk van de Ü-vormige beugel hiermede verbindbaar is, wanneer deze laatste zich in de verhoogde stand bevindt.

Het grootste nadeel van de genoemde bekende afsluit-inrichtingen bestaat hierin, dat de draaibare verbindingen 20 sterk zijn blootgesteld aan atmosferische invloeden en dikwijls onderhoud nodig hebben. De bekende afsluitinrichtingenzijn bovendien op ongemakkelijke wijze in het bijzonder bij zeer lage temperaturen te hanteren.

De onderhavige uitvinding beoogt de genoemde be-25 zwaren te ondervangen en een afsluitinrichting voor autoparkeerplaatsen te verschaffen zonder draaibare verbinding met de steunen, welke afsluitinrichting weinig onderhoud nodig heeft en gemakkelijk te hanteren is.

Volgens de uitvinding heeft de afsluitinrichting, 30 bestaande uit een een voertuig in de rijrichting tegenhoudende dwarsbalk en uit ten minste één de dwarsbalk dragend been, dat vast verbindbaar is met de bodem in een verhoogde stand, waarin de doortocht van het voertuig wordt verhinderd, en in een neergelaten stand, waarin de doortocht van het voertuig 35 vrij is, het kenmerk, dat het been een stijl is, die verschuifbaar is in een verticale, in de bodem aangebrachte geleiding, waarbij de verhoogde stand en de neergelaten stand worden verzekerd door een verankeringsmiddel tussen de stijl Ë n Cl 7 £ 7 ’ .-2- -¾ en de verticale geleiding.

De uitvinding wordt hierna nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin een uitvoeringsvoorbeeld is weergegeven .

5 Fig. 1 is een verticale doorsnede van een uitvoerings vorm van de afsluitinrichting volgens de uitvinding in neergelaten stand.

Fig. 2 is een verticale doorsnede van de afsluitinrichting volgens fig. 1 in de verhoogde stand.

10 Fig. 3 is een doorsnede volgens de lijn III-III uit fig. 2.

In de bodem 1 van bijvoorbeeld een parkeerplaats is een bij voorkeur vierkante geleiding 2 uit staal of een ander materiaal ingebed. In de geleiding 2 is verschuifbaar en com-15 plementair een stijl 6 van de als geheel met het verwijzings-cijfer 4 aangeduide afsluitinrichting opneembaar.

De stijl 6 draagt aan zijn boveneinde een vast hiermede verbonden dwarsbalk 5, die bijvoorbeeld een lengte van 50 cm bezit. De stijl 6 en de dwarsbalk 5 zijn bij voorkeur 20 vierkante holle profielen, die bijvoorbeeld door lassen met elkaar zijn verbonden.

De vierkante geleiding 2 bezit twee opneemopeningen 3 resp. 13, die naar buiten zijn gericht en op een afstand boven elkaar zijn aangebracht. Elk van de opneemopeningen 3, 25 13 is zodanig uitgevoerd, dat een bout 9 kan worden opgenomen, die is aangebracht op een uiteinde van een hefboom 7 en die door de wand van de stijl 6 heen steekt.

De hefboom 7 is in het inwendige van de stijl 6 ondergebracht, waarbij de hefboom 7 draaibaar is bevestigd in 30 de plaats 8. De hefboom 7 is bovendien aan ëën van zijn uiteinden door een veer 10 zodanig elastisch belast, dat de bout 9 de neiging vertoont uit de stijl 6 te worden gedrukt.

Het andere uiteinde van de hefboom 7 ligt daarentegen tegen een nok van een slot 11, dat in staat is de hefboom 7 uit 35 een stand, waarin de bout 9 in één van de opneemopeningen 3, 13 wordt gedrukt, naar een stand te verplaatsen, waar de bout 9 uit de opneemopeningen is vrijgemaakt. De positie van de beide opneemopeningen 3, 13 is zodanig, dat de afsluitinrichting 4 zich in de volledig neergelaten stand bevindt, 40 wanneer de bout 9 in de onderste opneemopening (fig. 1) is 85 5 2 7 5 3 - 3 - gestoken; de afsluitinrichting bevindt zich echter in de verhoogde stand, d.w.z. in de afsluitstand van de parkeerplaats, wanneer de bout 9 zich in de opneemopening 13 {fig. 3) bevindt. De verhoogde en neergelaten stand worden elk door het 5 slot 11 verzekerd.

De uitvinding is niet beperkt tot het in het voorgaande beschreven uitvoeringsvoorbeeld, dat op verschillende manieren kan worden gevarieerd.

Zo kan bijvoorbeeld tussen het onderste uiteinde van 10 de stijl 6 en de bodem van de geleiding 2 een doelmatig ondersteunde veer zijn aangebracht, die de stijl 6 naar boven kan drukken.

Aan de bovenrand van de geleiding 2 kan bijvoorbeeld een afdichting zijn aangebracht, die het binnendringen van 15 regenwater of stof in het inwendige van de geleiding verhindert. De dwarsbalk 5 kan zijn voorzien van een handgreep om het bedienen van de afsluitinrichting te verbeteren.

Uit het voorgaande zal duidelijk zijn, dat de afsluitinrichting volgens de uitvinding een eenvoudig en snel afslui-20 ten of openen van een parkeerplaats mogelijk maakt.

Tenslotte wordt nog opgemerkt, dat bij een aantal geleidingen 2 steeds dezelfde afsluitinrichting kan worden gebruikt, die eenvoudig uit de geleiding kan worden genomen om in een andere geleiding te worden geschoven.

8502 753

Claims

1. Afsluitinrichting, bestaande uit een een voertuig in rijrichting tegenhoudende dwarsbalk en uit ten minste één de dwarsbalk dragend been, dat vast verbindbaar is met de bodem in een verhoogde stand, waarin de doortocht van het 5 voertuig wordt verhinderd, en in een neergelaten stand, waarin de doortocht van het voertuig vrij is, met het kenmerk, dat het been een stijl (6) is, die verschuifbaar is in een verticale, in de bodem (1) aangebrachte geleiding (2), waarbij de verhoogde stand en de neergelaten stand worden ver- 10 zékerd door een verankeringsmiddel (9) tussen de stijl (6) en de verticale geleiding (2).

2. Afsluitinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het verankeringsmiddel (9) een bout (9) is, die is aangebracht op één van de uiteinden 15 van een hefboom (7), die in het inwendige van de stijl (6) elastisch in de richting van de geleiding (2) belast met de stijl (6) zwenkbaar is verbonden, waarbij het andere uiteinde van de hefboom (7) door middel van een nok van een in de stijl (6) of de dwarsbalk (5) aangebracht slot (11) ver- 20 zwenkbaar is.

3. Afsluitinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat tussen de stijl (6) en de bodem van de geleiding een de stijl (6) naar boven schuivende veer is aangebracht.

4. Afsluitinrichting volgens conclusie 1 en 2, met het kenmerk, dat de verhoogde en neergelaten stand zijn vastgelegd door twee in de stijl (6) gevormde opneemopeningen (3, 13), die de bout (9) zodanig opnemen, dat een verschuiving van de stijl (6) in de geleiding (2) wordt 30 verhinderd.

5. Afsluitinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat aan de bovenrand van de geleiding (2) een afdichting is aangebracht, die het binnendringen van water, stof enz. in het inwendige van de geleiding (2) ver- 35 hindert.

6. Afsluitinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de dwarsbalk (5) is voorzien van een handgreep. «302753