NL8502638A

NL8502638A - STAIR.

Info

Publication number: NL8502638A
Application number: NL8502638A
Authority: NL
Original assignee: Klaus Hoehne Metallverarbeitun
Priority date: 1985-09-27
Filing date: 1985-09-27
Publication date: 1987-04-16
Also published as: EP0217467A1

Description

Λ *...........Λ * ...........

* * -1“ 25040/CV/tl* * -1 “25040 / CV / tl

Korte Aanduiding: Trap.Short Designation: Stair.

De uitvinding heeft betrekking op een trap voorzien van althans een trede en een zich dwars op deze trede uitstrekkend stootbord.The invention relates to a staircase comprising at least one step and a riser extending transversely to this step.

5 Bij bijvoorbeeld openbare gebouwen of voertuigen,zoals bussen,treinen en dergelijke is veelal een althans een trede omvattende trap aangebracht om de overgang tussen het straatniveau en de vloer van een dergelijk gebouw resp. voertuig te overbruggen. Hierdoor worden dergelijke gebouwen en/of voertuigen zeer slecht of praktisch geheel ontoegan-10 kelijk voor gehandicapte personen,in het bijzonder die gehandicapte, personen,die van een rolstoel gebruik moeten maken,terwijl ook het overbrengen van zware lasten tussen de verschillende niveau's over de trap moeilijk,zoal niet onmogelijk is.In public buildings or vehicles, such as buses, trains and the like, for instance, an at least one step comprising a stair is usually arranged for the transition between the street level and the floor of such a building, respectively. bridge the vehicle. This makes such buildings and / or vehicles very poorly or practically completely inaccessible to disabled persons, in particular those with disabilities, who need to use a wheelchair, while also transferring heavy loads between the different levels across the stairs difficult, if not impossible.

Met de uitvinding wordt beoogd een eenvoudige-oplossing te geven voor 15 dit reeds vele jaren algemeen bekend zijnde probleem.The object of the invention is to provide a simple solution to this problem, which has been generally known for many years.

Volgens de uitvinding kan dit worden bereikt doordat de trede en het stootbord zodanig zijn aangebracht,dat zij vanuit hun gebruikelijke stand in de trap kunnen worden versteld naar een stand waarin zij naast elkaar zijn gelegen om een platform te vormen,terwijl middelen zijn aangebracht 20 met behulp waarvan het zo gevormde platform in hoogterichting verstelbaar is.According to the invention this can be achieved in that the step and the riser are arranged such that they can be adjusted from their usual position in the staircase to a position in which they are next to each other to form a platform, while means are provided with with the aid of which the platform thus formed is adjustable in height direction.

Door toepassing van de constructie volgens de uihinding kan,gebruikmakend van de trap vormende onderdelen,een platform worden gevormd,waarop een te transporteren last of persoon kan plaatsnemen om in hoogterich-25 ting te worden versteld,bijvoorbeeld tussen het straatniveau en de vloer van een gebouw of de vloer van een voertuig of dergelijke.By applying the construction according to the invention, using the stair-forming parts, a platform can be formed, on which a load or person to be transported can take place in order to be adjusted in height direction, for instance between the street level and the floor of a building or the floor of a vehicle or the like.

Hieronder zal de uitvinding nader worden uiteengezet aan de hand van de toepassing van een dergelijke trap bij een bus,waarbij de trap is voorzien van slechts een tweetal treden en een zich tussen deze treden 30 uitstrekkend stootbord. Het zal echter duidelijk zijn,dat de toepassing van een dergelijke trap niet is verbonden aan het gebruik van een bus,maar ook toepasbaar is bij gebouwen,railvoertuigen en dergelijke.Verder zal de uitvinding uiteraard ook toepasbaar zijn bij een trap met meer of minder treden,waarbij al naar gewenst en doelmatig alle treden van de desbetref-35 fende trap of een aantal treden van de desbetreffende trap met daarbij behorende stootborden voor het vormen van het platform kunnen worden benut.The invention will be explained in more detail below with reference to the use of such a staircase with a bus, the staircase being provided with only two steps and a riser extending between these steps. It will be clear, however, that the use of such a staircase is not linked to the use of a bus, but is also applicable to buildings, rail vehicles and the like. Furthermore, the invention will of course also be applicable to a staircase with more or fewer steps. wherein, if desired and expedient, all steps of the relevant staircase or a number of steps of the relevant staircase with associated risers can be used for forming the platform.

£ 5 -J 2 63 '3 % *50 ^ -2- 25040/CV/tl£ 5 -J 2 63 '3% * 50 ^ -2- 25040 / CV / tl

Fig.1 toont een trap volgens de uitvinding,gedeeltelijk in aanzicht en gedeeltelijk in doorsnede.Fig. 1 shows a staircase according to the invention, partly in elevation and partly in section.

Fig. 2 toont in zijn rechter gedeelte een doorsnede over fig.1 volgens de lijn B- B in fig.1 en in zijn linker gedeelte een doorsnede over 5 fig.2,gezien volgens de lijn A- A in fig.1.Fig. 2 shows in its right-hand section a section on fig. 1 along the line B-B in fig. 1 and in its left-hand section a section on fig. 2, seen along the line A-A in fig. 1.

Fig. 3 toont een langsdoorsnede over fig.1,met de treden en het tussen deze treden gelegen stootbord in de een platform vormende stand gebracht.Fig. 3 shows a longitudinal section through FIG. 1, with the steps and the riser located between these steps being brought into a platform-forming position.

Fig. 4 toont een doorsnede over een verstelcilinder en met deze 10 verstelcilinder verbonden onderdelen.Fig. 4 shows a section through an adjusting cylinder and parts connected to this adjusting cylinder.

In fig.1 is een langsbalk 1 ,welke deel uitmaakt van het chassis van een bus en die nabij een zijkant van de bus is gelegen,in doorsnede weergegeven. Met behulp van deze langsbalk wordt een schematisch weergegeven vloer 2 van de passagiersruimte van de bus ondersteund.In Fig. 1, a longitudinal beam 1, which forms part of the chassis of a bus and which is located near a side of the bus, is shown in cross section. With the aid of this longitudinal beam, a schematically shown floor 2 of the passenger compartment of the bus is supported.

15 Aan de langsrand van deze bus is ter hoogte van een in de niet nader weergegeven opbouw aangebrachte toegangsopening een zich vanaf de vloer 2 naar benedenhuitstrekkende strip 3 aangebracht,welke een eveneens aan de vloerplaal/bevestigde en zich vanaf de vloerplaat 2 naar beneden uitstrekkende steunplaat 4 afdekt,waarbij,zoals uit fig.1 blijkt de strip 20 3 onder de steunplaat 4 uitsteekt. In het verlengde van de steunplaat 4 is een plaat 5 gelegen,waarvan het boveneinde in de in figuur 1 weergegeven stand waarin de plaat 5 zich verticaal uitstrekt,door het ondereinden van de strip 3 is afgedekt.At the longitudinal edge of this sleeve, an access opening arranged in the construction (not shown in more detail) is provided with a strip 3 extending downwards from the floor 2, which strip also has a supporting plate attached to the floor slab and which extends downwards from the floor slab 2. 4, wherein, as can be seen from Figure 1, the strip 20 protrudes below the support plate 4. An extension of the supporting plate 4 is a plate 5, the top end of which, in the position shown in figure 1 in which the plate 5 extends vertically, is covered by the bottom end of the strip 3.

De plaat 5 vormt met het daarboven uitstekende deel van de strip 3 25 een stootbord van een trap,welke een trede 6 omvat die aan een langsrand met behulp van een horizontaal verlopende scharnieras 7 scharnierend is gekoppeld met de onderrand van de plaat of het stootbord 5-The plate 5, with the part of the strip 3 projecting above it, forms a riser of a staircase, which comprises a step 6 which is hinged to a longitudinal edge by means of a horizontally extending hinge shaft 7 with the lower edge of the plate or riser 5 -

De van de scharnieras 7 afgekeerde langsrand van de trede 6 is met behulp van een zich evenwijdig aan de scharnieras 7 uitstrekkende schar-30 nieras 8 gekoppeld met de bovenrand van een verder,zich in de in fig.1 weergegeven stand verticaal uitstrekkend stootbord 9. De onderrand van het stootbord 9 is gelegen nabij een langsrand van een verdere horizontaal gelegen trede 10.The longitudinal edge of the step 6 remote from the hinge shaft 7 is coupled by means of a hinge shaft 8 extending parallel to the hinge shaft 7 to the top edge of a further riser 9 extending vertically in the position shown in fig. The bottom edge of the riser 9 is located near a longitudinal edge of a further horizontal step 10.

eena

Aan het boveneinde van de gestelbalk 1 is met behulp van /zich evenwijdig 35 aan de scharnierassen 7 en 8 uitstrekkende scharnieras 11 het cilinderhuis 12 van een verstelcilinder 13 scharnierend gekoppeld.The cylinder housing 12 of an adjusting cylinder 13 is hingedly coupled at the top end of the frame beam 1 by means of hinge shaft 11 extending parallel to the pivot axes 7 and 8.

8502 63 8 * -3- 25040/CV/tl8502 63 8 * -3- 25040 / CV / tl

Nabij de onderzijde van de gestelbalk 1 is een zich evenwijdig aan de as 11 uitstrekkende as 14 opgesteld,die om zijn lengteas draaibaar is in aan de gestelbalk 1 bevestigde steunen. Aan deze as 14 is een arm 15 bevestigd in het vrije uiteinde waarvan een gat 16 is aangebracht.Het 5 buiten het huis 12 van de verstelcilinder uitstekende uiteinde van de zuigerstang 17 van de verstelcilinder is normaal met behulp van een door het gat 16 gestoken pen met de arm 15 gekoppeld.Ter wille van de overzichtelijkheid van de figuur is echter het uiteinde van de drijfstang 17 op enige afstand van het uiteinde van de arm 15 weergegeven.Near the underside of the frame beam 1 is arranged a shaft 14 extending parallel to the axis 11, which is rotatable about its longitudinal axis in supports fastened to the frame beam 1. Attached to this shaft 14 is an arm 15 in the free end of which a hole 16 is provided. The end of the piston rod 17 of the adjusting cylinder projecting outside the housing 12 of the adjusting cylinder is normal using a pin inserted through the hole 16 coupled to the arm 15. However, for the sake of clarity of the figure, the end of the connecting rod 17 is shown at some distance from the end of the arm 15.

10 Verder zijn aan de as 14 armen 18 hevestigd ,welke ach althans nagenoeg haaks op de arm15 en vanaf de as 14 naar beneden toe uitstrekken. Aan de armen 18 zijn met behulp van zich evenwijdig aan de as 14 uitstrekkende scharnierpennen 19 de uiteinden van koppelstangen 20( scharnierend gekoppeld . De van de scharnierpennen 19 afgekeerde uiteinden van de kop-15 pelstangen 20 zijn met behulp van zich evenwijdig aan de pennen 19 uitstrekkende pennen 21 verbonden met zich evenwijdig aan elkaar uitstrekkende profielbalken 22.Furthermore, arms 18 are mounted on the shaft 14, which projections extend at least substantially perpendicular to the arm 15 and downwards from the shaft 14. The ends of coupling rods 20 (hingedly coupled to the arms 18 are hinged pins 19 extending parallel to the axis 14. The ends of the coupling rods 20 facing away from the hinge pins 19 are parallel to the pins 19 extending pins 21 connected to profile beams 22 extending parallel to each other.

Verder zijn nabij de as 14 aan de chassisbalk 1 steunen 23 bevestigd. Aan deze steunen zijn met behulp van pennen 24,die zich evenwijdig aan de 20 pennen 19 uitstrekken de uiteinden van koppelstangen 25 bevestigd. Zoals daarbij uit figuur 1 blijkt liggen de hartlijnen van de penen 19 en 24 in eenzelfde verticaal vlak, waar bij de pennen 24 op een hoger niveau zijn gelegen dan de pennen 19.Furthermore, supports 23 are attached to the chassis beam 1 near the axle 14. The ends of coupling rods 25 are attached to these supports with the aid of pins 24, which extend parallel to the pins 19. As can be seen from Figure 1, the axes of the pins 19 and 24 lie in the same vertical plane, where the pins 24 are at a higher level than the pins 19.

De van de pennen 24 afgekeerde uiteinden van de koppelstangen 25 25 zijn met behulp van zich evenwijdig aan de pennen 21 uitstrekkende pennen 26 eveneens scharnierend gekoppeld met de profielbalken 22. Daarbij liggen in de in fig.1 weergegeven stand de hartlijnen van de pennen 21 en 26 weer in eenzelfde verticaal vlak,terwijl de pennen 26 boven de pennen 21 zijn gelegen.The ends of the coupling rods 25 remote from the pins 24 are also hingedly coupled to the profile beams 22 by means of pins 26 extending parallel to the pins 21, the axes of the pins 21 in the position shown in FIG. 26 again in the same vertical plane, while the pins 26 are located above the pins 21.

30 De beide zich evenwijdig aan elkaar uitstrekkende profielbalken 22 zijn onderling verbonden door een onder deze profielbalken aangebrachte verbindingsplaat 27. Deze verbindingspiaat 27 is bevestigd aan nabij de onderzijde van de profielbalken gelegen en zich naar elkaar toe uitstrekkende flenzen 28 van de profielbalken.The two profile beams 22 extending parallel to each other are mutually connected by a connecting plate 27 arranged under these profile beams. This connecting plate 27 is fastened to flanges 28 of the profile beams located near the underside of the profile beams.

35 - Aan de bovenzijdeivan deze flenzen 28 zijn geleidingsorganen 29 bevestigd voor geleiding van de onderste horizontaal gelegen benen van 8502-33 8 t 'v -4- 25040/CV/tl door de flenzen 28 ondersteunde en zich evenwijdig aan de profielen 22 uitstrekkende,in doorsnede U-vormige profielen 30. Aan een uiteinde zijn deze profielen 30 voorzien van oren 31 waartussen een de uiteinden van deze beide profielen 30 verbindende koppelstang 32 kan worden aange-5 bracht.35 - At the top of these flanges 28 are mounted guide members 29 for guiding the lower horizontal legs of 8502-33 8 t-v -4-25040 / CV / tl supported by the flanges 28 and extending parallel to the profiles 22, in section U-shaped profiles 30. At one end these profiles 30 are provided with ears 31 between which a coupling rod 32 connecting the ends of these two profiles 30 can be arranged.

Met behulp van een verticaal staande pen 33 is nabij het midden van de koppelstang het uiteinde gekoppeld van een telescopisch uitgevoerde zuigerstang 34 van een verstelcilinder 35. Het huis 26 van deze verstelcilin-der is aan zijn van de telescopische zuigerstang afgekeerde uiteinde met 10 behulp van een horizontaal verlopende scharnierpen 37 scharnierend gekoppeld met een steun 38,die is bevestigd aan de de beide profielen 22 verbindende steunplaat 27. Het zal duidelijk zijn,dat met behulp van deze telescopische verstelcilinder 35 de beide U-vormige profielen 30 in hun lengterichting ten opzichte van de deze profielen 30 ondersteunende pro-15 fielen 22 verschuifbaar zijn.The end of a telescopic piston rod 34 of an adjusting cylinder 35 is coupled near the center of the coupling rod by means of a vertical pin 33. The housing 26 of this adjusting cylinder is connected to its end remote from the telescopic piston rod by means of a horizontally extending hinge pin 37 hingedly coupled to a support 38, which is attached to the support plate 27 connecting the two profiles 22. It will be clear that, with the aid of this telescopic adjustment cylinder 35, the two U-shaped profiles 30 are longitudinally relative to of the profiles 22 supporting these profiles 30 are slidable.

Zoals verder nog uit fig.1 blijkt zijn de van de oren 31 afgekeerde uiteinden van de profielen 30 afgeschuind,zodanig dat de begrenzingsranden 39 van deze profielen 30 aan de van de oren 31 afgekeerde einden van de profielen vanaf de boveneinden van de profielen schuin omlaag in een van 20 de oren afgekeerde richting naar de onderzijde van de prefielen verlopen.As further shown in Fig. 1, the ends of the profiles 30 remote from the ears 31 are chamfered, such that the boundary edges 39 of these profiles 30 at the ends of the profiles remote from the ears 31 are slanted downwards from the top ends of the profiles in one of the ears turned away towards the bottom of the prefiles.

Nabij 'de bovenzijden van de profielen 30 is een horizontaal verlopende zich loodrecht op de lengterichtingen deze profielen uitstrekkende as 40 tussen de profielen aangebracht. Met behulp van deze as 40 is de trede 10 zwenkbaar met de profielen 30 gekoppeld.Eventueel kan ook 25 slechts een middengedeelte van de trede 10 met behulp van de as 40 zwenkbaar met de profielen 30 zijn verbonden,waarbij dan de zijkanten van de trede 10 vast met de bovenflenzen van de profielen 30 verbonden kunnen zijn. De breedte van het verzwenkbare gedeelte 10 moet echter zodanig zijn,dat dit gedeelte ,zoals hieronder nader uiteengezet ,kan worden ge-30 bruikt als oprit om daar een rolstoel of dergelijke overheen te rollen.Near the top sides of the profiles 30, a horizontally extending shaft 40 extending perpendicular to the longitudinal directions of these profiles is arranged between the profiles. With the aid of this shaft 40, the step 10 is pivotally coupled to the profiles 30. Optionally, only a middle part of the step 10 can also be pivotally connected to the profiles 30 by means of the shaft 40, the sides of the step 10 then fixedly to the top flanges of the profiles 30. However, the width of the pivotable portion 10 should be such that, as explained further below, this portion can be used as a ramp to roll over a wheelchair or the like.

In de in fig.1 weergegeven stand rust de trede 10 ook op de bovenflenzen van de profielen 22,zodat een goede ondersteuning van deze trede 10 is verkregen zonder dat er gevaar bestaat,dat de trede 10 om de as 40 gaat verzwenken.In the position shown in fig. 1, the step 10 also rests on the top flanges of the profiles 22, so that a good support of this step 10 is obtained without there being any danger of the step 10 pivoting about the axis 40.

35 Zoals verder in de figuren is weergegeven zijn aan de onderrand van het stootbord 9 met behulp van een horizontale,zich evenwijdig aan de 8502 63 8 -5- 25040/CV/tl scharnierassen 7,8 en 40 uitstrekkende aan de profielen 30 bevestigde scharnieras 41 waarom het stootbord 9 zwenkbaar is de uiteinden van koppelstangen 42 scharnierend gekoppeld.Deze koppelstangen strekken zich, gezien in fig.1 schuin naar beneden en in de richting van de chassisbalk 5 1 uit. Door de ondereinden van de pennen 43 zijn zich evenwijdig aan de as 41 uitstrekkende pennen 43 gestoken. Deze pennen 43 zijn gevoerd door sleufgaten 44,die zijn aangebracht in aan de plaat 27 bevestigde verticaal staande ribben 45. Zoals in het bijzonder uit fig.3 blijkt strekken daarbij de sleufgaten 44 zich aanvankelijk enigszins schuin omhoog en in 10 een van de chassisbalk 1 afgekeerde richting uit can over te gaan in horizontaal verlopende gedeelten,die open zijn bij de van de chassisbalk afgekeerde uiteinden van deze platen 45.As further shown in the figures, at the lower edge of the riser 9, a hinge axis, which is attached to the profiles 30, is attached to the profiles 30 and extends parallel to the 8502 63 8-5 25040 / CV / tl shafts 7,8 and 40. 41 why the riser 9 is pivotally coupled the ends of coupling rods 42 are hinged. These coupling rods, as seen in fig. 1, extend diagonally downwards and in the direction of the chassis beam 5. Pins 43 extending parallel to the shaft 41 are inserted through the lower ends of the pins 43. These pins 43 are passed through slotted holes 44, which are arranged in vertically standing ribs 45 fixed to the plate 27. As can be seen in particular from Fig. 3, the slotted holes 44 initially extend slightly obliquely and in one of the chassis beam 1. turn away from the can into horizontally extending sections, which are open at the ends of these plates remote from the chassis beam 45.

Aan de pennen 43 zijn ook de uiteinden van koppelstangen 46 scharnierend gekoppeld. In de in fig.1 weergegeven stand van de onderdelen van de 15 trap strekken deze koppelstangen zich vanaf de scharnierpennen 43 schuin omhoog in de richting van de chas.sbalk 1 uit. De van de pennen 43 afgekeerde uiteinden van de koppelstangen 46 zijn bevestigd aan aan de plaat 5 bevestigde steunen 47 met behulp van zich evenwijdig aan de pennen 43 uitstrekkende pennen 48,die zijn gevoerd door in de uiteinden van de pen-20 nen 46 aangebrachte gaten en door in de platen 47 aangebrachte sleufgaten 49,waarvan de lengteassen zich evenwijdig aan de plaat 5 uitstrekken.The ends of coupling rods 46 are also hingedly coupled to the pins 43. In the position of the parts of the stage shown in fig. 1, these connecting rods extend obliquely from the hinge pins 43 in the direction of the chassis beam 1. The ends of the coupling rods 46 remote from the pins 43 are attached to supports 47 attached to the plate 5 by means of pins 48 extending parallel to the pins 43, which are passed through holes provided in the ends of the pins 46 and through slotted holes 49 arranged in the plates 47, the longitudinal axes of which extend parallel to the plate 5.

Nabij de scharnieras 8 zijn aan het stootbord 9 steunen 50 bevestigd. Aan deze steunen 50 zijn met behulp van zich evenwijdig aan de scharnieras 8 uitstrekkende scharnierpennen 51 de uiteinden van zich vanaf deze 25 scharnierpennen naar beneden toe uitstrekkende koppelstangen 52 scharnierend bevestigd. De ondereinden van de koppelstangen 52 zijn met behulp van zich evenwijdig aan de pennen 51 uitstrekkende pennen 53 scharnierend gekoppeld met verticaal staande ribben 54,die zich evenwijdig aan de ribben 45 uitstrekken en eveneens aan de plaat 27 zijn bevestigd. Voor het opne-30 men van de .scharnierpennen 53 zijn in de ribben 54 zich in de lengterichting van deze ribben en horizontaal uitstrekkende sleufgaten 55 aangebracht in welke sleufgaten de pennen 53 verschuifbaar zijn.Supports 50 are attached to the riser 9 near the hinge axis 8. The ends of coupling rods 52 extending downwards from these hinge pins 52 are hinged to these supports 50 by means of hinge pins 51 extending parallel to the hinge axis 8. The lower ends of the coupling rods 52 are hingedly coupled to vertically positioned ribs 54, which extend parallel to the ribs 45 and are also attached to the plate 27, by means of pins 53 extending parallel to the pins 51. For receiving the hinge pins 53, the ribs 54 are provided in the longitudinal direction of these ribs and horizontally extending slotted holes 55 in which slotted holes the pins 53 are slidable.

Tussen de uiteinden van de koppelstangen 46 zijn met behulp van zich evenwijdig aan de pennen 48 uitstrekkende pennen 56 de uiteinden van 35 stèunstangen 57 scharnierend gekoppeld. In de in fig.1 weergegeven stand strekken de steunstangen 57 zich vanaf de pennen 56 verticaal omhoog uit, terwijl de vrije boveneinden van de steunstangen 57 aanliggen tegen de 8502 63 8The ends of 35 rods 57 are hingedly coupled between the ends of the coupling rods 46 by means of pins 56 extending parallel to the pins 48. In the position shown in Figure 1, the support rods 57 extend vertically upward from the pins 56, while the free upper ends of the support rods 57 abut the 8502 63 8

?v 'C? v 'C

-6- 25040/CV/tl onderzdjie van de trede 6. Tussen de steunen 50 en de steunstangen 57 zijn trekveren 58 aangebracht,die gezien in fig.1 de steunstangen 57 trachten te verdraaien in de richting van de wijzers van de klok om de pennen 56.-6- 25040 / CV / tl step of the step 6. Between the supports 50 and the support rods 57, tension springs 58 are arranged, which, seen in fig. 1, try to rotate the support rods 57 clockwise to pins 56.

Een verdraaiing vanuit de in de fig. 1 weergegeven stand wordt echter 5 verhinderd door aan de onderzijden van de treden bevestigde aanslagen 59 waartegen de boveneinden van de steunstangen 57 aanliggen.However, rotation from the position shown in Fig. 1 is prevented by stops 59 fastened to the undersides of the steps, against which the upper ends of the support rods 57 abut.

De in fig.1 weergegeven stand van stootborden 5 en 9 en treden 6 en 10 is de gebruikelijke stand,die deze onderdelen innemen indien voetgangers de bus via de trap betreden,waarbij uiteraard,zoals hierboven 10 reeds uiteengezet,het uiteinde van de zuigerstang 7 is verbonden met het vrij uiteinde van de arm 15.The position of risers 5 and 9 and steps 6 and 10 shown in fig. 1 is the usual position which these parts assume when pedestrians enter the bus via the stairs, of course, as already explained above, the end of the piston rod 7 is connected to the free end of the arm 15.

Door het op op zichzelf bekende wijze in werking stellen van de verstelcilinder 35,zodanig,dat deze verstelcilinder vanuit de in fig.4 weergegeven stand wordt samengetrokken,zal het gezien in fig.4 links gele-15 gen uiteinde van de telescopische zuigerstang naar rechts gaan bewegen en daardoor ook de U-vormige profielen 30 ten opzichte van de pro fielen 22 ,gezien in fig.1 naar rechts gaan verschuiven.By activating the adjusting cylinder 35 in a manner known per se, such that this adjusting cylinder is contracted from the position shown in fig. 4, the end of the telescopic piston rod, which is left in fig. 4, will turn to the right move and thereby also shift the U-shaped profiles 30 relative to the profiles 22, as seen in Fig. 1.

Daarbij wordt de trede 1Ö via de as 40 en de onderrand van het stootbord 9 via de as 41 door de profielen 30 meegenomen. Door deze ver-20 schuiving van de as 41 zullen ook de koppelstangen 42 en via deze koppelstangen de scharnierpennen 45 en de daaraan gekoppelde uiteinden 46 gezien in fig.1 naar rechts worden bewogen tegen de werking van niet nader weergegeven verende mechanismes,die bij voorkeur op de scharnierpennen 53 aangrijpen.The step 10 via the shaft 40 and the lower edge of the riser 9 via the shaft 41 are carried along by the profiles 30. As a result of this displacement of the shaft 41, the coupling rods 42 and via these coupling rods the hinge pins 45 and the coupled ends 46 seen in fig. 1 will also be moved to the right against the action of spring mechanisms, not shown in greater detail, which engage the hinge pins 53.

25 Ten gevolge van het naar rechts verplaatsen van het ondereinde van het stootbord 9 zal ook de scharnieras 8 naar beneden bewegen,terwijl de koppelstangen 52 gaan verzwenken om de scharnierpennen 53. Op deze scharnierpennen 53 werken niet nader weergegeven verende mechanismes in, die trachtei de scharnierpennen in de in fig.1 weergegeven stand te houden.As a result of the lower end of the riser 9 being moved to the right, the hinge shaft 8 will also move downwards, while the coupling rods 52 will pivot about the hinge pins 53. Spring mechanisms (not shown) act on these hinge pins 53, which attempts to prevent the hinge pins in the position shown in fig.1.

30 Door het naar beneden bewegen van de scharnieras 8 en door het naar rechts verplaatsen van de ondereinden van de koppelstangen 46 zullen ook de koppelstangen 46 gaan verzwenken om de in de sleufgaten 49 verschuifbare scharnierpennen 48,terwijl het stootbord 50 om de as 7 gaat verzwenken. Zo zullen de treden en stootborden geleidelijk vanuit de in fig.1 met ge-35 trokken lijnen en in fig.2 met gestippelde lijnen weergegeven stand worden verzwenkt en naar beneden bewegen tot deze onderdelen de in de fig.3 8 S 0 2 6 3 8 -7- 25040/CV/tl met getrokken lijnen weergegeven stand innemen. Vervolgens kunnen met behulp van de verstelcilinder 35 de profielen 30 nog verder naar rechts worden bewogen tot in de in stippellijnen weergegeven stand,waarin de trede 10 onder invloed van de zwaartekracht met zijn vrije uiteinde 5 naar beneden kan verzwenken in de stand 10a waarin het ondervlak van de trede aanligt tegen de begrenzingsranden 39 van de profielen 30.By moving the hinge shaft 8 downwards and by moving the lower ends of the coupling rods 46 to the right, the coupling rods 46 will also pivot about the hinge pins 48 slidable in the slotted holes 49, while the riser 50 will pivot about the shaft 7 . For example, the steps and risers will be pivoted gradually from the position drawn by lines drawn in fig. 1 and by dotted lines in fig. 2 and move downward until these parts reach the parts shown in fig. 3 8 S 0 2 6 3 8 -7- 25040 / CV / tl take position with solid lines. Then, with the aid of the adjusting cylinder 35, the profiles 30 can be moved even further to the right into the position shown in dotted lines, in which the step 10 can pivot downwards with its free end 5 under the influence of gravity into the position 10a in which the bottom surface of the step rests against the boundary edges 39 of the profiles 30.

Indien deze stand is bereikt is dus een horizontaal verlopend platform verkregen gevormd door,naast elkaar liggend,stootbord 5, trede 6, stootbord 9, welk platform is voorzien van een door de trede 10 10 gevormde oprit.When this position is reached, a horizontally extending platform is thus obtained formed by side-by-side riser 5, step 6, riser 9, which platform is provided with a ramp formed by step 10.

Dit platform met oprit kan nu met behulp van de verstelcilinder 13 op en neer worden bewogen,waarbij door in werking stellen van deze verstelcilinder de scharnierpennen 21 en 26 ,die zijn bevestigd aan de het platform ondersteunende profielen 22,kunnen worden verplaatst langs 15 de cirkelbogen 60 en 61. Door deze verzwenking is het platform verzwenk-baar tussen een onderste stand,waarin de het platform ondersteunende balken 22 op straatniveau 62 rusten en een bovenste stand ,waarin het bovenvlak van het platform althans nagenoeg in een vlak zal zijn gelegen met de bovenzijde van het vb eroppervlak 2.This ramp platform can now be moved up and down with the aid of the adjustment cylinder 13, whereby the hinge pins 21 and 26, which are attached to the platform supporting profiles 22, can be moved by operating the adjustment cylinder, along the circular arcs 60 and 61. As a result of this pivoting, the platform is pivotable between a bottom position, in which the platform-supporting beams 22 rest at street level 62 and an upper position, in which the top surface of the platform will be at least substantially flush with the top of the eg surface 2.

20 Indien in de onderste stand kan bijvoorbeeld een invalidewagen of dergelijke over de een oprit vormende trede 10 op het platform worden gereden,waarbij bij het over deze oprit rollen van de wielen het platform tijdelijk in een horizontale stand zal worden gezwenkt om dan weer terug te vallen naar de in de fig.3 rechts met stippellij-25 nen weergegeven stand 10a. In deze stand vormt het boven het platform uitstekende uiteinde van de trede een aanslag ,welke een onbeoogd van het platform afrijden van de invalidewagen of dergelijke voorkomt.If in the lower position, for instance an invalid car or the like can be driven over the step 10 forming a ramp on the platform, wherein the wheels will roll temporarily in a horizontal position when the wheels roll over this ramp and then back again. drop to the position 10a shown in dotted lines on the right in fig. In this position, the end of the step projecting above the platform forms a stop, which prevents an unintentional movement of the invalid carriage or the like from the platform.

Indien het platform niet langer als zodanig moet worden benut kan door uitschuiven van de verstelcilinder 35 de trap weer in zijn oor-30 spronkelijke stand worden teruggebracht,waarbij uiteraard de verschillende onderdelen bewegen in richtingen tegeqgsteld aan de hierboven beschreven,voor het vormen van het platform benodigde bewegingen.If the platform is no longer to be used as such, the ladder can be returned to its original position by extending the adjusting cylinder 35, the different parts of course moving in directions opposite to those described above to form the platform. necessary movements.

Uiteraard zijn er,zoals ook reeds hierboven aangeduid,variaties en aanvullingen mogelijk,zowel op de uitvoering als op het gebruik 35 van de trap.Of course, as also already indicated above, variations and additions are possible, both for the design and for the use of the stairs.

8502 63 88502 63 8

Claims

1. Stair provided with at least one step and a riser extending transversely to this step, characterized in that the step and the riser are arranged in such a way that they can be adjusted from their usual position in the staircase to a position in which their are arranged to form a platform, while means are provided by means of which the platform thus formed is height-adjustable.

A staircase according to claim 1, characterized in that the staircase is provided with a height-adjustable support member, in which a support member 10 is slidably mounted, while the bottom edge of a riser is hingedly coupled to the support member by means of a transverse Hinge axis extending in the direction of movement of the support member.

3. Stair according to claim 2, characterized in that at the top edge of the riser coupled to the support member a step is pivotally coupled by means of a second pivot axis, which extends parallel to the first pivot axis, which supports the riser with the support member connects.

4. A staircase according to claim 3, characterized in that a deflector extending upwards from the step is pivotably connected to the boundary edge of the step remote from the second hinge axis by means of a third hinge axis extending parallel to the second hinge axis.

5. A staircase according to claim 4, characterized in that at least one coupling rod is connected to the first pivot shaft, which extends downwards from the first pivot shaft, while the end of the coupling rod remote from the first pivot shaft is a pivot axis is pivotally coupled to one end of a second coupling rod, the other end of which is pivotally coupled to the second riser and the pivot axis is also slidable in a slotted hole extending at least substantially in the direction of displacement of the support member.

6. Stairs according to claim 5, characterized in that the slotted hole, from its end in which the pivot axis is situated in the position occupied by the steps and risers during normal use of the stairs, initially extends in the direction of displacement of the support member. extends diagonally upwards to change into a horizontal section of 85 0 2 53 3 -9- 25040 / CV / tl • tm.

7. A staircase according to any one of the preceding claims, characterized in that the end of at least one coupling rod is coupled to the riser, which is coupled to the support member by means of the first pivot axis, by means of a parallel to the pivot axis extending the first pivot axis, while the other end of the coupling rod is pivotable about a pivot axis, which is located in a slotted hole arranged in the carrier member, which extends in the direction of displacement of the support member.

A staircase according to any one of the preceding claims, characterized in that the lower step of the staircase is pivotally coupled to the supporting member about a further pivot axis extending parallel to the hinge axes and is supported in its horizontal position in the normal position of use of the staircase by parts of the support member,

A staircase according to any one of the preceding claims, characterized in that the ends of at least two coupling rods are hingedly coupled with the aid of horizontal pivot shafts, while one end of one of these coupling rods is hingedly coupled to a body with its other end which is accessible via the staircase, while the other end of the other coupling rod is hingedly coupled to the end of a lever, which is attached to a shaft which can be pivoted by means of adjusting means.

10. A staircase according to any one of the preceding claims, characterized in that the supporting member comprises two profiled beams, whereby U-shaped beams forming part of the supporting member are slidably supported.

A staircase according to claim 10, characterized in that an adjusting cylinder connected to the profile beams is arranged between the profile beams, with the aid of which the U-shaped beams are slidable. 85 0 2 6 3 8