[go: up one dir, main page]

NL8501654A - Oorlogsschip. - Google Patents

Oorlogsschip. Download PDF

Info

Publication number
NL8501654A
NL8501654A NL8501654A NL8501654A NL8501654A NL 8501654 A NL8501654 A NL 8501654A NL 8501654 A NL8501654 A NL 8501654A NL 8501654 A NL8501654 A NL 8501654A NL 8501654 A NL8501654 A NL 8501654A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
deck
unit
ship according
ship
unit container
Prior art date
Application number
NL8501654A
Other languages
English (en)
Other versions
NL193636C8 (nl
NL193636C (nl
NL193636B (nl
Original Assignee
Blohm Voss Ag
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Blohm Voss Ag filed Critical Blohm Voss Ag
Publication of NL8501654A publication Critical patent/NL8501654A/nl
Publication of NL193636B publication Critical patent/NL193636B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL193636C publication Critical patent/NL193636C/nl
Publication of NL193636C8 publication Critical patent/NL193636C8/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B63SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; RELATED EQUIPMENT
    • B63BSHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; EQUIPMENT FOR SHIPPING 
    • B63B3/00Hulls characterised by their structure or component parts
    • B63B3/14Hull parts
    • B63B3/70Reinforcements for carrying localised loads, e.g. propulsion plant, guns
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B63SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; RELATED EQUIPMENT
    • B63GOFFENSIVE OR DEFENSIVE ARRANGEMENTS ON VESSELS; MINE-LAYING; MINE-SWEEPING; SUBMARINES; AIRCRAFT CARRIERS
    • B63G1/00Arrangements of guns or missile launchers; Vessels characterised thereby
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B63SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; RELATED EQUIPMENT
    • B63BSHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; EQUIPMENT FOR SHIPPING 
    • B63B17/00Vessels parts, details, or accessories, not otherwise provided for
    • B63B17/0081Vibration isolation or damping elements or arrangements, e.g. elastic support of deck-houses

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Aviation & Aerospace Engineering (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Ocean & Marine Engineering (AREA)
  • Ship Loading And Unloading (AREA)
  • Bridges Or Land Bridges (AREA)
  • Aiming, Guidance, Guns With A Light Source, Armor, Camouflage, And Targets (AREA)
  • Vibration Prevention Devices (AREA)

Description

Η * VO 7213
Titeli Oorlogsschip.
De uitvinding betreft een oorlogsschip met in het scheepsdek aanwezige/ een inbouwopening omgevend eenheidsfundament, waarin een een-heidsplatform ten opzichte van het hoofdreferentievlak van het schip i gericht ingebouwd is, waarop een functieëenheidsinstallatie, zoals een 5 wapen- of navigatieinstallatie aangebracht is, en welke voor het opnemen ! van tenminste een deel van de functieëenheidsinstallatie onder een bin- ! nen het schip reikende eenheidscontainer draagt, welke tot aan een onder het scheepsdek liggend onderdek reikt.
Bij een bekend oorlogsschip van dit type (Duits octrooischrift 10 nr. 20 56 069) bevindt zich het onderdek, tot waaraan de eenheidscontainer ongeveer binnen het schip reikt, direkt onder het bovenste scheepsdek, waarin het eenheidsfundament en het eenheidsplatform aangebracht zijn. De eenheidscontainer is uitsluitend via het eenheidsplatform en het eenheidsfundament, dat wil zeggen slechts door middel van 15 een rondom lopende bevestigingsflens met het scheepslichaam verbonden.
De functieëenheidsinstallatie kan een boven op een eenheidsplatform aangebracht wapen of een navigatieantenne omvatten, terwijl de voor het functioneren van het wapen of de navigatieantenne belangrijke inrichtin-, gen en schakelingen binnen de eenheidscontainer ondergebracht zijn.
20 Voorts is het reeds bekend, in een schip over meerdere dekken tot op de binnenbodem een vertikale waterdichte schacht in te bouwen, waarin een dienovereenkomstige over meerdere dekken zich uitstrekkende functie-eenheid is ondergebracht, welke door middel van een geschikt fundament vast met de binnenbodem verbonden is. Deze constructie heeft het nadeel, 25 dat op de bodem van het schip optredende belastingen bijvoorbeeld door grondkontakt of een detonatie (mijnen, torpedo's, enz.) op de functie-eenheid overgedragen worden en deze zelf of de daarin aanwezige apparaten en inrichtingen beschadigd kunnen worden. Ook voor het geval, dat de functieëenheid zelf of de daarin aanwezige apparaten en inrichtingen 30 niet beschadigd worden, bestaat het gevaar van een standsverandering van de functieëenheid als geheel en dus een ongewenste verandering van het beddingsvlak van de functieëenheidsinstallatie.
Bij het met eenheidsfundamenten uitgeruste bekende oorlogsschip (Duits octrooischrift 20 56 069) is weliswaar een betrouwbaar richten :-Vr >. ; ·. ' .·» /> ό W -- - - -
i I
- 2 - van de functieëenheidsinstallatie ten opzichte van het hoofdreferentie-vlak van het schip gewaarborgd, doch wordt het eenheidsfundament in het bijzonder bij zeer zware functieëenheidsinstallaties, welke zich over meerdere dekken kunnen uitstrekken, aan sterke belastingen blootgesteld, 5 welke onder bepaalde omstandigheden aanzienlijke versterkingen van het scheepsdek vereisen.
Het doel van de uitvinding nu bestaat daarin, een oorlogsschip van het hierbovengenoemde type te verschaffen, waarbij zoals voorheen het beddingsvlak van de aan het eenheidsplatform aangebrachte functie-10 eenheidsinstallatiesnauwkeurig ten opzichte van het hoofdreferentievlak van het schip gericht is, ofschoon echter het eenheidsplatform en het eenhe ids fundament ook bij aanwezigheid van zware functieëenheidsinstallaties aanzienlijk ontlast worden, zonder dat het gevaar van veranderingen van het beddingsvlak bij het optreden van vervormingen binnen 15 het schip bestaat.
Voor het oplossen van dit probleem wordt volgens de uitvinding voorgesteld, dat de eenheidscontainer extra aan het onderdek via tenminste een deel van het gewicht van het eenheidsplatform, de eenheidscontainer en de functieëenheidsinstallatie opnemende, in vertikale 20 richting verend meegevende, doch tenminste een begrensde horizontale beweging toelatende steunen wordt vastgehouden.
De uitvindingsgedachte moet derhalve daarin worden gezien, dat tenminste een aanzienlijk deel van het totale gewicht van het eenheidsplatform, de eenheidscontainer en de daaraan, respectievelijk daarin 25 aangebrachte functieëenheidsinstallatie en onder bepaalde omstandigheden zelfs het totale gewicht van het onderdek, tot waar de eenheidscontainer reikt, opgenomen wordt, waarbij echter het richten van de functieëenheidsinstallatie met betrekking tot het scheepslichaam normaliter door de op bepaalde wijze aan het eenheidsfundament aangebracht 30 eenheidsplatform bepaald wordt. Dit wordt mogelijk, doordat de in hoofdzaak slechts vertikale gewichtskrachten opnemende steunen een ongedwongen horizontale beweging van het onderste bereik van de eenheidscontainer toelaten. Door de in vertikale richting verend meegevende constructie van de steunen wordt verder gewaarborgd, dat vervormingen van het onder-35 dek, bijvoorbeeld door grondkontakt of detonatie in het waterbereik onder het schip de functieëenheidsinstallatie niet kunnen beschadigen en het λ — Λ ; ί ;; . · J,\
'J
* t - 3 - nauwkeurig richten van het beddingsvlak niet kunnen beïnvloeden.
Voorts wordt door de constructie volgens de uitvinding gewaarborgd, dat de bij zeegang voorkomende relatieve bewegingen tussen het bovenste scheepsdek en het onderdek, waarop de eenheidscontainer boven-5 dien is gesteund, geen invloed op de lagering van het eenheidsplatform op het eenheidsfundament heeft.
Bij voorkeur zijn de steunen tussen de bodem en het onderdek aangebracht. Voorts moeten de steunen langs de omtrek van de eenheidscontainer verdeeld aangebracht zijn. Hierdoor wordt het richten van de 10 steunen ten opzichte van het hoofdreferentievlak van het schip voor het inbrengen van de eenheidscontainer vergemakkelijkt.
Volgens de uitvinding zijn de steunen in hoogterichting verstelbaar, waarbij in het bijzonder elke steun een binnen een moer verstelbare vertikale spil omvat. Op deze wijze kan de door elke steun afzonder-15 lijk op de eenheidscontainer van onderen uitgeoefende ontlastingskracht nauwkeurig ingesteld worden. Daartoe kan bijvoorbeeld een draaimoment-sleutel gebruikt worden, door middel waarvan de gewenste ontlastingskracht zonder grote eisen aan de zorgvuldigheid van het bedieningspersoneel, ingesteld kan worden.
20 Om de verende soepelheid te verwezenlijken, moet elke steun een vertikale veerconstructie omvatten. Volgens de uitvinding heeft de vertikale veerconstructie bij voorkeur een zodanige veerkarakteristiek, dat tussen het onderdek en de bodem van de eenheidscontainer in vertikale richting een een bij grondkontakt of detonatie optredende vervor-25 ming van het onderdek compenserende relatieve beweging zonder een de functieëenheidsinstallatie beïnvloedende verhoging, respectievelijk verlaging van de steunkracht mogelijk is.
Een voldoende bescherming tegen beschadiging door vervorming van het onderdek wordt verkregen, wanneer de door de veerkarakteristiek 30 mogelijke relatieve beweging 5 tot 20 cm, in het bijzonder 5 tot 15 cm en bij voorkeur ongeveer 10 cm bedraagt. Hierbij moet de veerkarakteristiek zodanig gekozen zijn, dat de steunkracht binnen het relatieve be-wegingsbereik niet meer dan 50%, in het bijzonder 30% en bij voorkeur ongeveer 20% verhoogd respectievelijk verlaagd wordt.
35 Om verder ongehinderde bewegingen van de bodem van de eenheids- - 4 - • i container in horizontale richting mogelijk te naken, is tussen de bodem van de eenheidscontainer en het ondersteunende onderdek bij voorkeur een horizontaal glijlager aanwezig. Dit kan in het bijzonder verwezenlijkt worden, doordat de steunen op de bodem van de eenheidscontainer beves-5 tigde, horizontale bewegingen van de bodem toelatende lagers omvatten.
Van bijzondere betekenis is de uitvinding dan, wanneer de eenheidscontainer zich door zijn doorsnede overeenstemmend gevormde door-treedopeningen in tussen het scheepsdek en het onderdek aanwezige tussendek heen naar het onderdek uitstrekt. Dergelijke eenheidscontainers zijn 10 namelijk vanwege de grote uitgestrektheid in vertikale richting bijzonder zwaar. Bovendien is de hefboomsarm tot aan het eenheidsfundament relatief lang.
Volgens de uitvinding wordt dus voor het onderbrengen van een meerdeks-eenheidscontainer geen tussen de afzonderlijke doortreedope-15 ningen zich uitstrekkende schacht gébruikt, doch worden de containers alleen door het eenheidsfundament en de ondersteuning volgens de uitvinding op de bodem gehouden. Om echter ook in dit geval een doeltreffende afdichting tegen water tussen de afzonderlijke dekken te verkrijgen, moet tussen de eenheidscontainer en elk tussendek een rondom lopende 20 afdichting aanwezig zijn.
Omdat relatief hoger meerdeks-eenheidscontainers bij bewegingen bij zeegang relatief grote kantelmomenten op het eenheidsfundament op het bovenste scheepsdek uitoefenen, wordt volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding voorgesteld, dat de eenheidscontainer op 25 tenminste één doortreedopening horizontaal op het bijbehorende tussendek is gesteund. Terwijl dus de op de bodem van de eenheidscontainer aanwezige steunen zeer bewust geen horizontale krachten moeten opnemen, worden " horizontale krachten binnen het tussendek waardoorheen de eenheidscontainer loopt, opgevangen. Hierbij neemt de rondom lopende afdichting 30 bij voorkeur gelijktijdig de functie over van de horizontale ondersteuning.
Voor het instellen van de grootte van de horizontale steunkrachten wordt volgens een voorkeursconstructieve verwezenlijking van de uitvinding voorgesteld, dat tussen het tussendek en de eenheidscontainer rondom 35 de doorgangsopening een instelbare, horizontale spreidinrichting aanwezig * Λ ca -> aJ λ 7* f y >. - . η Ίχ -Η* - 5 -
« I
is. Hierbij verdient het de voorkeur, wanneer de spreidinrichting via rondom lopende afdichtkragen ten opzichte van de eenheidscontainer, respectievelijk het tussendek gesteund is.
Een zeer fijngevoelige instelling van de horizontale steunkracht 5 wordt gewaarborgd, doordat de spreidinrichting twee in een horizontaal vlak aangebrachte, ten opzichte van elkaar verstelbare spanklauwen heeft.
Een constructief voordelige uitvoeringsvorm onderscheidt zich, doordat de spanklauwen van boven en van onderen door rondom lopende af-dichtstroken verbonden zijn, welke door klemplaten, respectievelijk een 10 aan het tussendek bevestigde, horizontaal verlopende flens tegen de spanklauwen gedrukt zijn.
Moet in een bepaald eenheidsfundament, dat voor het opnemen van een meerdeks-container bestemd is, een container van iets kleinere hoogte ingebouwd worden, dan zijn volgens de uitvinding de steunen op 15 een op het onderdek, respectievelijk een tussendek bevestigd, de door-treedopeningen afsluitend draagdeksel aangebracht.
De uitvinding houdt zich ook bezig met de inbouw van functie-eenheidsinstallaties dragende eenheidscontainers in bij voorkeur rechthoekige of vierkante openingen, welke in meerdere dekken vertikaal 20 boven elkaar aangebracht zijn. Bij voorkeur draagt de met een eenheidscontainer verbonden eehheidsplatform boven het scheepsdek uitstekende installaties, zoals bijvoorbeeld een wapen of een navigatieantenne.
Onder het bovenste scheepsdek bevindt zich in de eenheidscontainerruimte bij de installatie behorende apparaten en inrichtingen met de daarvoor 25 noodzakelijke verzorgingsaansluitingen. De eenheidscontainer is door een door het eenheidsplatform gevormde en omlopende bevestigingsflens waterdicht en vast met het bovenste scheepsdek verbonden. Een aan de eeriheidscon-' tainer rondom lopende drukflens is door een waterdichte elastische afdichting in elk doorbroken dek aanwezig, waarbij deze drukflens gelijktijdig voor 30 het opnemen vein de uit de scheepsbewegingen resulterende horizontale krachten geschikt is. Op bepaalde drukpunten op de bodem van de eenheidscontainer worden bepaalde delen van het gewicht via de steunen op het onderdek overgedragen, waarbij bovendien een voorafbepaald gedeelte vein de uit de scheepsbewegingen en een eventuele schokbelasting veroorzaakte 35 vertikale krachten opgenomen worden. Afdichtlijsten in alle doorbroken rj . A .3 r Z i·? ·Ί *« ’ ·. :: .? - 6 - I f dekken zijn zodanig uitgevoerd, dat zij de standveranderingen van de functieëenheid bij het richten in het beddingsvlak kunnen volgen. Door het aanpersen van rubberlijsten wordt de waterdichtheid verkregen en worden de optredende horizontale krachten zonder meer van de functie-5 eenheidsinstallatie op de dekconstructie overgedragen. De onder de functieëenheidsinstallatie op de binnenbodem, respectievelijk het onderdek aangebrachte steunen voor het op te nemen gewicht zijn ten behoeve van insteldoeleinden in hoogterichting verstelbaar. Op grond van die verstelbaarheid kan de door elke steun op te nemen last exact vooraf-10 bepaald worden. Van belang is het, dat de uit de vervorming van het scheepslichaam ook ontstane horizontale bewegingen van het onderdek door de steunen niet op de eenheidscontainer verder geleid worden.
De toekomstige wapenontwikkelingen worden in hoofdzaak beïnvloed door verreikende raketten van aanzienlijke lengte, welke vertikaal uit 15 een dienovereenkomstig aangepaste houder starten. Voorts wordt steeds vaker geschut van groot kaliber met de meest verschillende munitie met eindfasebesturing gebruikt. Deze toekomstige wapeninstallaties vereisen functieëenheidsinstallaties, welke over meerdere dekhoogtes reiken en op grond van de daarin aanwezige munitie grote gewichten kunnen dragen. 20 De uitvinding heeft het voordeel, dat de bij zeer zware functie- eenheidsinstallaties aanwezige grotere gewichten niet meer door het bovenste scheepsdek opgenomen moeten worden, zodat de aldaar aanwezige dekconstructie dienovereenkomstig minder duur uitgevoerd kan zijn.
Op grond van de relatieve beweging tussen het bovenste dek en de 25 binnenbodem, respectievelijk onderdek, welke door vervorming van het scheepslichaam bij zeegang veroorzaakt wordt, is volgens de uitvinding de onderste fundamentering van horizontaal werkende glijlagers voorzien. Om echter een doeltreffende horizontale steun voor de eenheidscontainer te waarborgen, wordt de eenheidscontainer in een daartegenoverliggend 30 dek extra horizontaal gesteund, om de bevestiging in het bovenste scheepsdek niet bovenmatig te belasten.
De uitvinding verschaft aldus een schip, waarbij het dek van de eenheidscontainer onafhankelijk van de daarop aangebrachte installatie een bevestigingsflens van dezelfde afmetingen bezittend eenheidsplatform 35 is, dat door middel van de bevestigingsflens via een met het schip ver- 8^0 i
* ' I
; ! - 7 - ' bonden eenheidsfundament losneembaar aan het scheepslichaam bevestig-baar en ten opzichte van het hoofdreferentievlak gericht kan worden.
Ter hoogte van elk doorbroken dek zijn drukflenzen aanwezig, welke door hun afmetingen en toleranties in staat zijn, zowel alle 5 optredende horizontale krachten op te nemen als ook door een aangeperst rubberprofiel de noodzakelijke waterdichtheid te verwezenlijken. De rand van de in het doorbroken dek aanwezige openingen is zodeuaig uitgevoerd dat dit geschikt veranderbare dichtlijsten kan opnemen, welke de stands-veranderingen van de eenheidscontainer bij het richten van het beddings-10 vlak kunnen volgen, door aanpersen van rubberlijsten de waterdichtheid kunnen vormen en de optredende horizontale krachten van de functie-eenheid op de dekconstructie kunnen overdragen.
Aan de bodem van de eenheidscontainer zijn rondomlopend drukpun-ten aanwezig, die door hun uitvoeringsvorm in staat zijn, zowel een 15 voorafbepaald gedeelte van de optredende vertikale lasten op te nemen alsook de uit de vervorming van het scheepslichaam ontstane horizontale bewegingen toe te laten. Op de binnenbodem van het schip onder de eenheidscontainer is een omlopende fundamentering aanwezig, welke onder een van elk van aanwezig drukpunt op de bodem van de eenheidscontainer 20 een in hoogte verstelbare opneeminrichting voor een overeenkomstig het op te nemen gewicht bemeten steun heeft. Door de in hoogte verstelbare opneeminrichting kan de door elke steun op te nemen last exact bepaald worden, zodat de lastverdeling tussen de bovenste bevestigingsflens en de onderste ondersteuning overeenkomstig de betreffende situatie bepaald 25 kan worden. Als steunen voor het doel van de uitvinding zijn schokdempers zeer geschikt.
Ook bij een volle lastopname moeten de steunen, respectievelijk schokbrekers nog een vrije veerweg van ca. 100 mm ter beschikking hebben, om eventuele vervormingen van de dubbele bodem, welke door grondkontakt 30 of door een detonatie veroorzaakt kunnen worden, te kunnen compenseren, zonder dat een beschadiging van de functieëenheidsinstallatie optreedt.
De uitvinding wordt hierna als voorbeeld met verwijzing naar de tekening beschreven. Daarin toont: fig. 1 schematisch een ten dele doorsneden zijaanzicht van een 35 in een oorlogsschip volgens de uitvinding ingebouwde functieëenheids- 3 C·;·· ! : 1 -) " * 9 - 8 - installatie, fig. 2 een schematische doorsnede volgens de lijn II-II in fig.1 voor het aanduiden van de fundamentering van de eenheidscontainer aan het onderdek, 5 fig. 3 op vergrote schaal de doorsnede III uit fig. 1, fig. 4 schematisch een doorsnedeaanzicht volgens de lijn IV-IV in fig. 1, fig. 5 op vergrote schaal het uitgesneden gedeelte V in fig. 1, en 10 fig. 6 een aan fig. 1 analoge schematische doorsnede, waarbij echter een om de onderste dekafstand in de hoogte verkleinde eenheidscontainer in het oorlogsschip is ingebouwd.
Volgens fig. 1 is in het bovenste scheepsdek 11 van een oorlogsschip volgens de uitvinding een in doorsnede vierkante of rechthoekige 15 inbouwopening 35 aanwezig, welke door een eenheidsfundament 12 omgeven is. Op het eenheidsfundament 12 is gericht op het hoofdreferentievlak van het schip een eenheidsplatform 13 bevestigd, zoals difc'in het Duitse octrooischrift 20 56 069 in detail beschreven is.
Van onderen is aan het eenheidsplatform 13 een vierhoekige een-20 heidscontainer 14 bevestigd, welke tezamen met het eenheidsplatform 13 een functieëenheidsinstallatie draagt, welke uit een op het eenheidsplatform 13 aangebracht wapen 19a en de in de eenheidscontainer 14 ondergebrachte, daarbijbehorende apparaten en inrichtingen 19b bestaat.
Volgens de uitvinding strekt de eenheidscontainer 14 zich over-25 eenkomstig de doorsnede van de eenheidscontainer 14 vierkante of rechthoekige doortreedopeningen 26, 27 in het onder het scheepsdek 11 bevindend tussendek 16, 17 uit tot nagenoeg een onderdek 18, dat bijvoorbeeld door de binnenbodem van het schip gevormd kan zijn. De vertikale afstand van het afzonderlijke dek 11, 16, 17 respectievelijk 18 bedraagt 30 normaliter 2,5 m.
Volgens de uitvinding is de een afstand ten opzichte van het onderdek 18 bezittende bodem 15 van de eenheidscontainer 14 via volgens fig. 2 langs de omtrek 21 van de eenheidscontainer 14 op gelijkmatige afstand aangebrachte steunen 20 op het onderdek 18 gesteund.
35 Elke steun 20 heeft volgens fig. 3 een aan het onderdek 18 beves- * — “ 7 rtjf "*/ V 3 ‘-V 'iJ ï • % - 9 - tigde moer 23, waarin een vertikaal verlopende spil 22 gedraaid is. Aan het boveneinde heeft de spil 22 een lager 36, waarop een veerconstructie 24 met zijn onderste tegenlager 37, bijvoorbeeld door middel van schroeven 38 bevestigd is.
5 De veerconstructie 24, welke volgens de uitvinding als schokdem per uitgevoerd kan zijn, strekt zich vertikaal uit tot een bovenste tegenlager 39, dat door een aan de onderzijde van de bodem 15 van de eenheidscontainer 14 bevestigd lager 25 zodanig is vastgéhouden, dat tussen het tegenlager 39 en het lager 25 een begrensde horizontale belt) weging mogelijk is.
Volgens de figuren 1, 4 en 5 zijn tussen de rand van de door-treedopeningen 26, 27 en de buitenwand van de eenheidscontainer 14 spreidinrichtingen 29 aangebracht, welke ertoe dienen, zowel de waterdichtheid tussen het dék te waarborgen alsook de eenheidscontainer 14 15 horizontaal op het tussendek 16, 17 te steunen.
Volgens de figuren 4 en 5 heeft de spreidinrichting volgens de uitvinding een in hoogte van het tussendek 16, 17 rondom de eenheidscontainer 14 lopende afdichtingskraag 28a, welke zich tussen de buitenwand van de eenheidscontainer 14 en een spanklauw 30 van de spreidin-20 richting 29 ligt. Volgens fig. 4 zijn in de aan de buitenwand van de eenheidscontainer 14 verlopende vertikale groeven 41 ter hoogte van het tussendek 16, 17 afdichtende vulstukken 40 gelegd, waartegen de rondom lopende afdichtkraag 28a in het bereik van de vertikale groeven 41 aanligt. De plaats van de vertikale groeven 41 en de vulstukken 40 is in 25 fig. 5 gestreept aangeduid.
De binnenste spanklauw 30 is door bouten 42 ten opzichte van de buitenste spanklauw 31 gesteund, waarbij een op de bout 42 aanwezige moer 43 de afstand van de spanklauwen 30, 31 kan doen veranderen.
Onder het tussendek 16, respectievelijk 17 is een rondom de door-30 treedopening 26, respectievelijk 27 een vertikaal wandstuk 44 aanwezig, waarvan op een afstand onder het tussendek 16, respectievelijk 17 een naar binnen reikende horizontale flens 33 uitsteekt, welke nabij de eenheidscontainer 14 een naar onderen gerichte omzetting 45 heeft. De spanklauwen 30, 31 bevinden zich op kleine afstand boven de flens 33 en zijn 35 ten opzichte daarvan door een deze verbindende rondom lopende strook 28d gescheiden.
** Γί A 1 % - ' :., -· 'J · ♦.*··'* * * - 10 -
Evenwijdig aan de flens 33 bevindt zich boven de spanklauwen 30, 31 een klemplaat 32, welke de beide spanklauwen 30, 31 evenals de flens 33 overlapt en waartussen en de spanklauwen 30, 31 zich een andere rondom lopende afdichtstrook 28c bevindt, welke eveneens de spanklauwen 5 30, 31 verbindt.
In de ruimte tussen de buitenste spanklauw 31 en het vertikale wandstuk 44 bevindt zich een andere rondom lopende afdichtkraag 28b.
In de figuren 2 en 4 is ook de de afzonderlijke dekken 16, 17 respectievelijk 18 verstijvende dekstructuur met streeppunten, respectievelijk 10 gestreept aangeduid.
Volgens fig. 4 bestaat de spreidinrichting 29 volgens de uitvinding uit zich langs de zijwanden van de eenheidscontainer 14 zich uitstrekkende rechte stukken 29' en de rechte stukken 29' aan de hoeken met elkaar verbindende bochtstukken 29".
15 De plaatsing van een eenheidscontainer 14 in een oorlogsschip volgens de uitvinding vindt als volgt plaats:
Allereerst worden de uit een vertikaal verstelstuk 22, 23 en een daarmee in serie geschakelde schokdemper 24 bestaande steunen 20 zo goed mogelijk ten opzichte van het hoofdreferentievlak van het schip gericht 20 op het onderdek, respectievelijk binnenbodem 18 van het schip aangebracht, zoals dit uit de figuren 1 en 2 blijkt. Vervolgens wordt dan de van het wapen 19a en de ingebouwde apparaten en inrichtingen 19b, dat wil zeggen de functieëenheidsinstallatie voorziene eenheidscontainer 14 door middel van het eenheidsplatform 13 op het eenheidsfundament 12 gezet, waarbij 25 de eenheidscontainer 14 door de doortreedopeningen 26, 27 in de tussendekken 16, 17 verschoven wordt. De eenheidscontainer 14 rust nu reeds ten dele op de steunen 20. Voorts vindt in de uit het octrooischrift 20 56 069 blijkende wijze het richten van het eenheidsplatform 13 ten opzichte van het hoofdreferent ie vlak van het schip plaats, waarbij de 30 eenheidscontainer 14 de noodzakelijke zwenkbewegingen ten opzichte van het scheepslichaam, respectievelijk de dekken 11, 16, 17, 18 zonder meer kunnen uitvoeren, terwijl de spreidinrichtingen 29 nog niet aangebracht zijn en relatief ten opzichte van de vertikale steunen 20 een horizontale verschuiving van de bodem 15 mogelijk is. Waar het op de 35 juiste wijze richten van het eenheidsplatform 13 wordt dit door middel
Si *) » v ' ·' - 11 - * i j van kunststof op het eenheidsfundament 12 vastgezet.
Thans worden de spillen 22 volgens fig. 3 uit de moeren 23 door middel van een draaimomentsleutel zolang uitgedraaid, dat de schokdemper respectievelijk de veerconstructie 24 een voorafbepaalde kracht van onder 5 af op de bodem 15 van de eenheidscontainer 14 uitoefent. Nadat deze handeling aan alle steunen 20 heeft plaatsgevonden nemen deze laatste een voorafbepaald deel van het gewicht van de eenheidscontainer 14 op.
Het eenheidsfundament 12, respectievelijk het eenheidsplatform 13 worden dienovereenkomstig ontlast.
10 aansluitend worden dan allereerst volgens fig. 4 de bochtstukken 29" van de spreidinriditLngen 29 in de ruimte tussen de dékken 16, 17 enerzijds en de eenheidscontainer 14 anderzijds aangebracht en door verstellen van de moer 43 (fig. 5) op de bouten 42 zo ver gespreid, dat de rondom lopende afdichtkraag 28a, 28b tussen de eenheidscontainer 15 14 en de spanklauwen 30 enerzijds, respectievelijk de spanklauw 31 en het vertikale wandstuk 44 anderzijds dicht ingespannen worden. Tijdens dit spanproces is de de klemplaat 32 met de flens 33 verbindende vertikale bout 46 nog gelost, zodat de onderlinge verschuiving van de spanklauwen 30, 31 in radiale richting niet verhinderd wordt.
20 Zodra de spreidinrichting in het bereik van alle vier bochtstuk ken 29" ter plaatse gebracht is, worden de rechte stukken 29' allereerst op de hierbij ingestelde afstand van de afzonderlijke bochtstukken 29" bemeten. Vervolgens worden dan de rechte stukken 29' van de spreidinrichting 29 tussen de bochtstukken 29" aangebracht en dan evenals de 25 bochtstukken 29" door het verstellen van de moer 43 zodanig gespreid, dat de voor het op de juiste wijze vasthouden van de eenheidscontainer 14 noodzakelijke horizontale krachten van het dek 16, respectievelijk 17 qr die eenheidscontainer 14 en omgekeerd overgebracht kunnen worden.
De onderste rondom lopende afdichtstrook 28d moet voor het in-30 leggen van de spreidinrichtingen 29 op de flens 33 aangebracht worden.
Nadat het noodzakelijk spannen tussen de dekken 16, 17 en de eenheidscontainer 14 heeft plaatsgevonden, wordt nu de bovenste rondom lopende afdichtstrook 28c op de spanklauw 30, 31 gebracht. Aansluitend worden de overeenkomstig gevormde kleurplaten 32 opgelegd en de 35 vertikale bouten 46 in op daartoe geschikte afstanden aanwezige platen O ‘ " 1 - >' - 12 - geboorde gaten door de klemplaten 32 en de flens 33 gestoken. Door middel van moeren 47 vindt dan het spannen van de bouten 46 zodanig plaats dat de klemplaten 32 de rondomlopende stroken 28c, 28d tegen de span-klauwen 30, 31 van boven respectievelijk van onderen aandrukken.
5 Thans is niet alleen de noodzakelijke horizontale ondersteuning van de eenheidscontainer 14 op de tussendekken 16, 17 bewerkstelligd, doch ook een doeltreffende waterdichte afsluiting tussen de boven, respectievelijk onder het tussendek 16, 17 liggende ruimen.
Voorzover de vertikale groeven 41 (fig. 4, 5) aan de buitenwand 10' van de eenheidscontainer 14 zijn aangebracht, moeten voor het inbrengen van de spreidinrichting 29 nog vulstukken 40 ingelegd worden.
Bij het naar omhoog draaien van de spillen 22 moet tussen de spil 22 en het onderste tegenlager 37 van de veerconstructie 24 een draaibeweging mogelijk zijn. Nadat de spil 22 op de noodzakelijke wijze 15 uit de moer 23 gedraaid is, wordt het tegenlager 37 met het aan de spil 22 bevestigde lager 36 door een of meer schroeven 38 draaiingsvast verbonden .
In fig. 6 zijn gelijke verwijzingscijfers overeenkomstig da.delen als in de voorafgaande figuren.
20 Volgens fig. 6 heeft de eenheidscontainer 14 een over de afstand van de dekken 17, 18 kleinere hoogte dan bij het uitvoeringsvoorbeeld volgens fig. 1. Om ook in dit geval de bevestiging van de eenheidscontainer 14 volgens de uitvinding mogelijk te maken, is de doortreed-opening 27 in het tussendek 17 door een deksel 34 vast afgesloten, dat 25 aan zijn bovenzijde de steunen 20 draagt en zo stabiel is uitgevoerd, dat dit evenals bij het uitvoeringsvoorbeeld volgens fig. 1 de binnen-bodem 18 de gewenste ontlastingskrachten via de steunen 20 op de eenheidscontainer 14 kan overdragen. Omdat bij het uitvoeringsvoorbeeld volgens fig. 6 de eenheidscontainer 14 zich nog slechts door de door-30 treedopening 26 van het tussendek 16 uitstrekt, is nu aldaar een spreidinrichting volgens de uitvinding 29 aanwezig, welke op dezelfde wijze is opgebouwd en op dezelfde wijze werkt als dit hierboven met betrekking tot de figuren 4 en 5 beschreven werd. De steunen 20 zijn tussen de bodem 15 van de eenheidscontainer 14 en het draagdeksel 34 zo aange-35 bracht en werken op dezelfde wijze als dit ten opzichte van fig. 1 tot 3 hierboven beschreven werd.
A » i -' -t /.
ft l) = ' · ♦V· y ' - 13 -
De uitvinding is dus in het bijzonder geschikt voor containers met een hoogte gelijk aan tenminste twee dekhoogtes, dat wil zeggen dat de container van boven met het eenheidsplatform verbonden is, dan daar- i onder gesteund en afgedicht door een opening in tenminste één daaronder 5 gelegen dek grijpt en tenslotte aan de onderzijde door een onderdek i bovendien gesteund is.
' _ I
! i CS ?"* Λ ;ï 99 HM' ·* V- 1 ‘ i -i

Claims (20)

1. Oorlogsschip met in het scheepsdek aangebrachte, een inbouw-opening omgevende eenheidsfundamenten, waarin een eenheidsplatform ten opzichte van het hoofdreferentievlak van het schip reeds ingebouwd is, waaraan een functieëenheidsinstallatie, zoals een wapen- of navigatie- 5 installatie aangebracht is en welke voor het opnemen van tenminste een deel van de functieëenheidsinstallatie onder een in het inwendige van het schip reikende eenheidscontainer draagt, welke tot aan een onder het scheepsdek liggend onderdek reikt, met het kenmerk, dat de eenheidscontainer (14) bovendien aan het onderdek (18) via tenminste een deel van 10 het gewicht van het eenheidsplatform (13), de eenheidscontainer (14) en de functieëenheidsinstallatie (19a, 19b) opnemend, in vertikale richting verende, meegevende, doch tenminste een begrensde horizontale beweging toelatende steunen (20) wordt vastgehouden.
2. Schip volgens conclusie l,.met het kenmerk, dat de steunen (20) 15 tussen de bodem (15) van de eenheidscontainer (14) en het onderdek (18) zijn aangebracht.
3. Schip volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de steunen (20) langs de omtrek (21) van de eenheidscontainer (14) verdeeld zijn aangebracht.
4. Schip volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de steunen (20) in hoogte verstelbaar zijn.
5. Schip volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat elke steun (20) een binnen een moer (23) verstelbare vertikale spil (22) omvat»·
6. Schip volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, 25 dat elke steun (20) een vertikale veerconstructie (24) omvat.
7. Schip volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de veerconstructie (24) een zodanige veerkarakteristiek heeft, dat tussen het onderdek (18) en de bodem (15) van de eenheidscontainer (14) in vertikale richting een een grondkontakt of detonatie optredende vervorming van het onderste 30 compenserende relatieve beweging zonder een de functieëenheidsinstallatie beïnvloedende verhoging, respectievelijk verlaging van de steun-kracht mogelijk is. 5? · ; ' ‘ * » - 15 -
8. Schip volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de door de veerkarakteristiek mogelijke relatieve beweging 5 tot 20 cm, in het bijzonder 5 tot 15 cm en bij voorkeur ongeveer 10 cm bedraagt.
9. Schip volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de veerkarakteris-5 tiek zodanig gekozen is, dat de steunkracht binnen het relatieve bewe- gingsbereik over niet meer dan 50%, in het bijzonder 30% en bij voorkeur ongeveer 20% verhoogt, respectievelijke verlaagt.
10. Schip volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de steunen (20) aan de bodem (15) van de eenheidscontainer (14) 10 bevestigde, horizontale bewegingen van de bodem (15) toelatende lagers (25) omvatten.
11. Schip volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de eenheidscontainer (14) zich door met zijn doorsnede overeenkomstig gevormde doortreedopeningen (26, 27) in tussen het scheepsdek (11) 15 en het onderdek (18) aanwezig tussendek (16, 17) naar het onderdek (18) uitstrekt. i
12. Schip volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat tussen de eenheidscontainer (14) en elk tussendek (16, 17) een rondom lopende afdichting (28a, 28b, 28c, 28d) aanwezig is.
13. Schip volgens conclusie 11 of 12, met het kenmerk, dat de een heidscontainer (14) aan tenminste een doortreedopening (26, 27) horizontaal aan het bijbehorende tussendek (16, respectievelijk 17) gesteund is, en wel bij voorkeur rondom.
14. Schip volgens conclusie 12 en 13 met het kenmerk, dat de rondom 25 lopende afdichting (28a, 28b, 28c, 28d) gelijktijdig de functie van de horizontale ondersteuning ovemeemt.
15. Schip volgens een van de conclusies 11 tot 14, met het kenmerk, dat tussen het tussendek (16, 17) en de eenheidscontainer (14) rondom de doortreedopeningen (26, 27) een instelbare horizontale spreidinrich- 30 ting (29) aanwezig is.
16. Schip volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de spreidinrich-ting (29) via rondomlopende afdichtkragen (28a, 28b) ten opzichte van de eenheidscontainer (14) , respectievelijk het tussendek (16, 17) gesteund is. «Γ* * Λ * **» t» - 16 -
17. Schip volgens conclusie 15 of 16, met het kenmerk, dat de spreid-inrichting (291 twee in een horizontaal vlak aangebrachte, onderling verstelbare spanklauwen (30, 31) heeft.
18. Schip volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat de spanklauwen 5 (30, 31) van boven en van onderen door rondom lopende afdichtstroken (28c, 28d) verbonden zijn, welke door klemplaten (32) respectievelijk een aan het tussendek (16, 17) bevestigde, horizontaal verlopende flens (33) tegen de spanklauwen (30, 31) gedrukt worden.
19. Schip volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, 10 dat de steunen (20) op een aan het onderdek, respectievelijk een tussendek (17) bevestigd, de doortreedopening (27) afsluitend draagdeksel (23) aangebracht zijn.
20. Schip volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de steunen (20) uit het achter elkaar schakelen van een veercon- 15 structie en een hoogteverstelconstructie (22, 23) bestaan. 8501634
NL8501654A 1984-06-29 1985-06-07 OORLOGSSCHIP MET FUNCTIEëENHEIDSINSTALLATIES. NL193636C8 (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE19843424067 DE3424067A1 (de) 1984-06-29 1984-06-29 Kampfschiff mit funktionseinheitsanlagen
DE3424067 1984-06-29

Publications (4)

Publication Number Publication Date
NL8501654A true NL8501654A (nl) 1986-01-16
NL193636B NL193636B (nl) 2000-01-03
NL193636C NL193636C (nl) 2000-05-04
NL193636C8 NL193636C8 (nl) 2002-12-05

Family

ID=6239497

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8501654A NL193636C8 (nl) 1984-06-29 1985-06-07 OORLOGSSCHIP MET FUNCTIEëENHEIDSINSTALLATIES.

Country Status (8)

Country Link
US (1) US4709646A (nl)
CA (1) CA1243903A (nl)
DE (1) DE3424067A1 (nl)
ES (1) ES8704830A1 (nl)
FR (1) FR2566737B1 (nl)
GB (1) GB2160825B (nl)
IT (1) IT1185151B (nl)
NL (1) NL193636C8 (nl)

Families Citing this family (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2662991B1 (fr) * 1990-06-08 1995-06-02 Etat Francais Delegue Darmement Sous-marin convertible a coque resistante.
FI101373B (fi) * 1993-04-05 1998-06-15 Kone Corp Järjestely ripustus- ja kompensaatioköysien venymän kompensoimiseksi
US6645016B1 (en) 1999-06-24 2003-11-11 Siemens Aktiengesellschaft Merchant navy vessel comprising a hull that is provided for accommodating goods and/or people
FR2975074B1 (fr) * 2011-05-11 2013-06-21 Dcns Navire du type comportant au moins un puits de reception d'au moins un conteneur de lancement de missile
BE1022270B1 (fr) * 2014-09-04 2016-03-08 Cockerill Maintenance & Ingenierie S.A. Systeme de visee escamotable
CN113120171B (zh) * 2019-12-31 2024-09-13 中集船舶海洋工程设计研究院有限公司 船舶

Family Cites Families (16)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE310872C (nl) *
US470036A (en) * 1892-03-01 canet
US453545A (en) * 1891-06-02 Tave adolphe canet
US835157A (en) * 1906-01-16 1906-11-06 Irvin G Fry Combined cupboard and dumb-waiter.
US943498A (en) * 1909-06-11 1909-12-14 Charles H Weller Elevator-cupboard.
US1164415A (en) * 1915-02-16 1915-12-14 Sheridan D Simmons Semisubmersible war-ship.
US1632973A (en) * 1924-05-10 1927-06-21 Johanknegt Jan Coenraad Advertising device
US1637973A (en) * 1925-11-06 1927-08-02 Christian J Thompson Boat-hull construction
BE416223A (nl) * 1935-06-25
DE721111C (de) * 1937-05-04 1942-05-26 Krupp Ag Rohrruecklaufgeschuetz
US2336557A (en) * 1942-07-30 1943-12-14 Glenn L Martin Co Flush gun turret
US3650498A (en) * 1969-05-02 1972-03-21 Bell Telephone Labor Inc Adjustable spring suspension mount having constant static deflection
DE2056069C3 (de) * 1970-11-14 1979-02-15 Blohm + Voss Ag, 2000 Hamburg Funktionseinheit auf Schiffen für Waffen-, Feuerleit- oder Ortungsanlagen
US3848558A (en) * 1972-04-10 1974-11-19 R Henry Submersible aircraft carrier
US4087085A (en) * 1976-08-23 1978-05-02 Hauser Henry K Impact deflection absorber and stabilizer
US4103881A (en) * 1976-09-13 1978-08-01 Simich Irene C Load regulator

Also Published As

Publication number Publication date
GB2160825A (en) 1986-01-02
DE3424067C2 (nl) 1988-05-05
DE3424067A1 (de) 1986-01-09
FR2566737B1 (fr) 1990-11-30
GB8516435D0 (en) 1985-07-31
IT8521366A0 (it) 1985-06-28
GB2160825B (en) 1988-01-13
NL193636C8 (nl) 2002-12-05
NL193636C (nl) 2000-05-04
NL193636B (nl) 2000-01-03
CA1243903A (en) 1988-11-01
ES8704830A1 (es) 1987-05-01
IT1185151B (it) 1987-11-04
US4709646A (en) 1987-12-01
ES544637A0 (es) 1987-05-01
FR2566737A1 (fr) 1986-01-03

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8501654A (nl) Oorlogsschip.
US5089972A (en) Moored ship motion determination system
EP1544642A3 (en) Two-dimensional image pickup apparatus
RU2086663C1 (ru) Опрокидывающийся конвертер
RU99120993A (ru) Железнодорожный терминал для контейнеров и железнодорожная вагон-платформа
US5362019A (en) Postal box mounting pedestal
NO137040B (no) Flytende, lastb{rende konstruksjon.
FI71995C (fi) Vaog.
CA1040910A (en) Ammunition magazine for a tank gun
ES368298A1 (es) Aparato para asegurar envases de cargamento superpuestos a una superficie de cubierta.
US5284269A (en) Space saving double seal
EP1196318A1 (en) Mooring turret radial elastomeric spring arrangement
US4600339A (en) Shield for protecting a well head and functional modules of an under sea station
CA2181630A1 (en) Turret for a wheel-mounted or tracked vehicle
US4660494A (en) Mooring device
DK154880B (da) Marineskib med flere daek
RU215466U1 (ru) Контейнер для хранения и транспортировки крупногабаритного зеркала телескопа
GR3002405T3 (en) Weighing apparatus, especially with torpedo cars
CN217048992U (zh) 一种高精度多用途船货舱舷侧分段搭载系统
SU1525043A1 (ru) Кузов транспортного средства дл перевозки легкоповреждаемой продукции
NO800599L (no) Stabiliseringsanordning ved flytelegemer.
US11975887B1 (en) Shock-qualified stowage pallet
HU9202820D0 (en) Storage device for compact storing cargo containers
SU1693169A1 (ru) Временный инвентарный причал
SU1703522A2 (ru) Саморазгружающийс вагон дл перевозки сыпучих грузов

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
CNR Transfer of rights (patent application after its laying open for public inspection)

Free format text: BLOHM + VOSS GMBH

DNT Communications of changes of names of applicants whose applications have been laid open to public inspection

Free format text: BLOHM + VOSS HOLDING AG

V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20050101