NL8501571A - Deeltjesvormige, builder bevattende, nonionogene synthetische detergentsamenstelling. - Google Patents

Description

ί % VO 7189

Deeltjesvormige, builder bevattende, nonionogene synthetische detergentsamenstelling.

De uitvinding heeft betrekking op een deeltjesvormige, builder bevattende, nonionogene, synthetische organische detergentsamenstelling. Meer in het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een dergelijke samenstelling, die een als builder effectieve hoeveel-5 heid van in combinatie polyacetaalcarboxylaat- en carbonaafc- en bicarbo-naatbuilders voor het nonionogene detergent bevat. De uitvinding omvat ook werkwijzen voor het bereiden van dergelijke produkten.

Deeltjesvormige nonionogene detergentprodukten zijn bekend, waarin basiskorrels, die meestal zijn samengesteld uit anorganisch(e) 10 builderzout of -zouten, bijvoorbeeld carbonaten en bicarbonaten, verkregen door sproeidrogen van een waterig crutchermengsel of suspensie, gewoonlijk vast nonionogeen detergent in vloeibare toestand hebben geabsorbeerd, waardoor vrij vloeiende deeltjesvormige samenstellingen worden verkregen. Polyacetaalcarboxylaatbuilderzouten, geschikt voor 15 gebruik als builders bij verscheidene organische detergents, primair anionogene organische detergents zijn in de literatuur beschreven alsmede in verschillende Amerikaanse en andere octrooischriften. Voorafgaande aan de onderhavige uitvinding echter, zijn deeltjesvormige, builder bevattende nonionogene synthetische organische detergent-20 samenstellingen, die carbonaat-en bicarbonaatbuilderzouten en polyace-taalcarboxylaat in een totaal builderwerking gevende hoeveelheid bevatten, niet beschreven en de voordelen van dergelijke samenstellingen en van werkwijzen voor het bereiden daarvan, waarbij het polyacetaal-carboxylaat en nonionogene detergents worden aangebracht op basiskorrels 25 van carbonaafc· en bicarbonaatbuilderzouten, waren evenmin bekend.

Deeltjesvormige nonionogene detergentsamensteHingen waarin het nonionogene detergent in vloeibare toestand wordt aangebracht op poreuze basiskorrels, die carbonaat- en bicarbonaatbuilderzouten bevatten, worden genoemd in het Amerikaanse octrooischrift 4.269.722, en

R

30 dergelijke samenstellingen zijn onder het merk FRESH START ^in de handel gebracht. Ze zijn in het bijzonder bruikbaar als non-fosfaat detergents of detergents met beperkt fosfaatgehalte in die gebieden waar detergentsamenstellingen met hoog fosfaatgehalte verboden zijn.

Ces'** ς 7 I

v ; * -2- c

Polyacetaalcarboxylaten worden beschreven in de Amerikaanse octrooi-schriften 4.144.226 en 4.315.092. De Amerikaanse octrooischriften 4.146.495 en 4.219.437 claimen detergentsamensteHingen die de polyace-taalcarboxylaatbuilder (4.146.495) bevatten en soortgelijke samenstel-5 lingen die ketodicarboxylaten (4.219.437) bevatten, die vaak als vervanging voor de polyacetaalcarboxylaten kunnen worden gebruikt. Verschillende andere octrooischriften over soortgelijke builders omvatten de Amerikaanse octrooischriften 4.141.676; 4.169.934; 4.201.858; 4.204.852; 4.224.420; 4.225.685; 4.226.960; 4.233.422; 4.233.423; 10 4.302.564 en 4.303.777. Ook relevant zijn de Europese octrooiaanvragen

No's 0 015 024; 0 021 491; en 0 063 399. Hoewel in sommige van deze octrooischriften en/of octrooiaanvragen brede omschrijvingen worden gegeven dat polyacetaalcarboxylaten in verscheidene typen detergentsamen-stellingen kunnen worden opgenomen, en hoewel sommige van dergelijke 15 polyacetaalcarboxylaten als componenten van nonionogene detergents en kationogene zacht-makers bevattende samenstellingen worden beschreven, « 0 wordt door geen van deze publikaties of combinaties daarvan derg. polyacetaalcarboxylaten als componenten van de nonionogene detergents volgens de onderhavige uitvinding beschreven of gesuggereerd en leert 20 geen van deze publikaties dat men de beschreven verbeterde detergent- werking van de samenstellingen volgens de uitvinding en het vrij vloeiende karakter van de bereide produkten verkrijgt. Ook worden de onderhavige bereidingswerkwijzen niet beschreven of behoorlijk gesuggereerd in genoemde publikaties alleen of in combinatie met elkaar.

25 Volgens de onderhavige uitvinding omvat een deeltjesvormige, builder bevattende nonionogene synthetische organische detergentsamen-stelling een detergerend werkzame hoeveelheid van een nonionogeen synthetisch organisch detergent, en een als builder werkzame hoeveelheid van in combinatie een polyacefcaalcarboxylaatbuilder voor het noniono-30 gene detergent en carbonaat- en bicarbonaatbuilders voor het nonionogene detergent. Bij voorkeur worden bepaalde nonionogene detergents, poly-acetaalcarboxylaatbuilders, carbonaat- en bicarbonaatbuilders in bepaalde hoeveelheden toegepast en is het verkregen produkt een vrij vloeiende deeltjesvormige, builder bevattende detergentsamenstelling 35 met verbeterde detergerende eigenschappen (of vuil verwijderende eigenschappen) . Tot de uitvinding behoren ook werkwijzen voor het produceren van dergelijke deeltjesvormige detergents.

8501571 é * -3- (

Het polyacetaalcarboxylaat kan geacht worden het materiaal te zijn, dat beschreven is in het Amerikaanse octrooischrift 4.144.226 en kan volgens de daarin beschreven methode worden bereid. Een typerend voorbeeld van een dergelijk produkt zal voldoen aan formule 1 van het 5 formuleblad waarin M gekozen is uit de groep, bestaande uit alkali- metaal, ammonium, alkylgroepen met 1-4 koolstofatomen, tetraalkylammo-niumgroepen en alkanolaminegroepen, beide met 1-4 koolstofatomen in de alkylgroepen daarvan, n gemiddeld ten minste 4 is, en en alle chemistabiele groepen kunnen zijn die het polymeer stabiliseren tegen 10 snelle depolymerisatie in basische oplossing. Bij voorkeur zal het polyacetaalcarboxylaat een materiaal zijn, waarin M alkalimetaal, bijvoorbeeld natrium voorstelt, n een waarde van 50-200 heeft, één van de groepen met de formules 2 en 3, of een mengsel daarvan voorstelt, R2 de groep met formule 4 voorstelt, en n een gemiddelde waarde van 15 20 tot 100, liever nog 30 tot 80 heeft. De berekende gewichtsgemiddel- de molecuulgewichten van de polymeren zullen gewoonlijk in het bereik van 2000 tot 20.000, bij voorkeur 3500 tot 10.000 en liever nog 5000 tot 9000 liggen, bijvoorbeeld ongeveer 8000 bedragen.

Hoewel de geprefereerde polyacetaalcarboxylaten hierboven zijn 20 beschreven, wordt opgemerkt dat ze geheel of gedeeltelijk vervangen kunnen worden door andere dergelijke polyacetaalcarboxylaten of verwante organische builderzouten, beschreven in de eerdergenoemde octrooi-schriften over dergelijke verbindingen, werkwijzen voor het bereiden daarvan en samenstellingen waarin ze worden toegepast. Ook kunnen de in 25 de verschillende octrooischriften, in het bijzonder het Amerikaanse octrooischrift 4.144.226, beschreven keten-beëindigende groepen worden gebruikt, mits ze de gewenste stabiliserende eigenschappen hebben, die toelaten dat de genoemde builders in zure media worden gedepolymeri-seerd, waardoor biologische afbraak daarvan in afvalstromen wordt ver-30 gemakkelijkt, maar hun stabiliteit in basische media zoals wasoplossingen, behouden.

Grote voorkeur heeft dat de carbonaat- en bicarbonaatbuilders natriumzouten zijn, maar andere in water oplosbare alkalimetaalcarbo-naten en bicarbonaten kunnen ook worden gebruikt, tenminste gedeeltelijk, 35 zoals die van kalium. Het kan in watervrije, gehydrateerde of gedeeltelijk gehydrateerde toestand verkeren. Natriumsesquicarbonaat kan als

0 ts i 3 / I

, i * -4- f gedeeltelijke of volledige vervanging voor het carbonaat en bicarbo-naat worden toegepast. Eén van de voordelen van de onderhavige uitvinding is dat het in "Builder U", het verkrijgbare polyacetaalcarboxy-laat, aangetroffen natriumcarbonaat als builder bruikbaar is inde be-5 reide detergentsamenstellingen.

•De vierde component van de onderhavige detergentsamenstellingen is een nonionogeen synthetisch organisch detergent of een mengsel van dergelijke detergents. Hoewel verschillende geschikte nonionogene detergents met de gewenste detergerende eigenschappen en fysische eigen-10 schappen (normaliter vast, bij kamertemperatuur, maar vloeibaar te maken zodat het in vloeibare vorm op basiskorrels kan worden aangebracht) kunnen worden gebruikt, zal tenminste als een deel van het gehalte van de samenstelling volgens de uitvinding aan een dergelijk detergent, allerliefst het nonionogene detergent, een condensatiepro-15 dukt.van ethyleenoxyde en een hogere vetalkohol zijn. Het ethyleen-, oxydegehalte van dergelijke detergents zal liggen in het bereik van 3 tot 20 mol, bij voorkeur 3 tot 12 mol en liever nog 6 tot 8 mol, bijvoorbeeld ongeveer 6,5 of 7 mol ethyleenoxyde per mol vetalcohol zijn, en de vetalcohol zal gewoonlijk 10 tot 18 koolstofatomen, liefst 20 gemiddeld 12 tot 15 koolstofatomen, bijvoorbeeld ongeveer 13 of 14 koolstofatomen hebben. Tot de andere nonionogene detergents die eveneens kunnen worden toegepast, behoren de ethyleenoxydecondensatie-produkten van alkylfenolen met 5 tot 12 koolstofatomen in de alkylgroep, zoals nonylfenol, waarin het ethyleenoxydegehalte 3 tot 30 mol per mol 25 bedraagt, en condensatieprodukten van ethyleenoxyde en propyleenoxyde, r) die onder het merk Pluronic "-'''in de handel zijn.

Hoewel, in essentie watervrije produkten bereid kunnen worden en bruikbaar zijn zal gewoonlijk vocht in de detergentsamenstelling aan-• wezig zijn, hetzij in vrije vorm hetzij als hydraat, zoals een gehydra-30 teerd carbonaat. De aanwezigheid van een dergelijk hydraat draagt bij aan een versterking van de detergentsamenstellingdeeltjes en vergemakkelijkt soms het oplossen van dergelijke deeltjes in het waswater.

Om deze redenen en om de bereiding te vergemakkelijken, is vocht bij voorkeur in het produkt aanwezig.

35 Behalve de genoemde componenten kunnen ook andere materialen zoals een aanvullende builder (natriumsilicaat) en adjuvantia worden 8501571 • * -5- toegepast. Ook kunnen in sommige gevallen condensatieprodukten van hogere vetalkohol en ethyleenoxyde met grotere ethyleenoxydegehalten dan 20 mol per mol worden gebruikt als vervanging voor een deel van de condensatieprodukten met kleiner ethyleenoxydegehalte. Wanneer het der-5 halve gewenst is om het vrij vloeiend vermogen van een geprefereerd produkt verder te verbeteren, kan deels een hardere nonionogene component zoals een materiaal met 21 tot 50 ethyleenoxydegroepen per mol worden gebruikt, in welk geval de hoeveelheid daarvan bij voorkeur 1 tot 50%, gewoonlijk nog liever 5 tot 25% van het totale gehalte aan 10 nonionogeen detergent bedraagt. Verder zal het natriumsilicaat, dat een aanvullende builderwerking bezit en een bijdrage levert aan corro-sie-inhibitie van aluminiumvoorwerpen in waswater dat de detergent-samenstelling bevat, een Na20:SiC>2-verhouding in het bereik van ongeveer 1:1,6 tot 1:3, bij voorkeur 1:2 tot 1:2,6, bijvoorbeeld 1:2,35 of 15 1:2,4 hebben. -

Tot de verschillende adjuvantia die gebruikt kunnen worden, behoren kleurmiddelen, zoals kleurstoffen en pigmenten, parfums, enzymen, stabilisatoren, antioxydatiemiddelen, fluorescente glansmiddelen, buffers, fungiciden, germiciden, en vloeibevorderingsmiddelen. Desge-20 wenst kunnen ook vulstoffen zoals natriumsulfaat en/of natriumchloride aanwezig zijn. Tot de adjuvantia behoren ook verschillende vulstoffen en verontreinigingen in andere componenten van de samensteHingen, zoals Na2C02 in het polyacetaalcarboxylaat (Builder ü).

De hoeveelheden van de verscheidene componenten die tot de 25 (eerder vermelde) gewenste verbeterde detergerende eigenschappen zullen leiden, zullen gewoonlijk 5 tot 35% nonionogeen detergent en 30 tot 95% van een combinatie van polyacetaalcarboxylaat en carbonaat- en bicar-bonaatbuilders zijn. De verhouding van het polyacetaalcarboxylaat tot de combinatie van carbonaat en bicarbonaat zal in het bereik van 1:5 30 tot 2:1, bij voorkeur 1:5 tot 3:2, en liever 1:4 tot 1:1 liggen, bijvoorbeeld ongeveer 1:2,2 zijn. De eventuele rest van dergelijke samenstellingen zal bestaan uit vulstof(f en), andere builder(s), adjuvant(s) en vocht. Gewoonlijk zal het gehalte aan nonionogeen detergent ten minste 5% van het produkt zijn en zal het carbonaat plus bi-35 carbonaatbuildersgehalte ten minste 15%, bij voorkeur ten minste 25% daarvan zijn. Het nonionogene detergentgehalte zal bij voorkeur 10 tot 8501571

V I

-6- r 30%, liever 10 tot 20% bedragen, bijvoorbeeld ongeveer 16% zijn, het polyacetaalcarboxylaatgehalte zal bij voorkeur 10 tot 40%, liever 12 tot 30%, bijvoorbeeld ongeveer 18 of 23% zijn, en het totaal van carbonaat en bicarbonaat zal bij voorkeur 20 tot 75%, liever 25 tot 5 55%, bijvoorbeeld ongeveer 41% bedragen, van de detergentsamenstelling.

De verhouding van carbonaat tot bicarbonaat zal in het bereik van 1:3 tot 3:1, bij voorkeur 1:2 tot 2:1 en liefst 1:2 tot 1:1, liggen, bijvoorbeeld ongeveer 1:1,5 zijn. Bij voorkeur zullen de percentages carbonaat en bicarbonaat in de bereiken van 10 tot 30% respectievelijk 10 10 tot 40% liggen, liefst 10 tot 20% respectievelijk 15 to 35%, bij voorbeeld ongeveer 17% en ongeveer 24%. Het vochtgehalte van het pro-dukt zal gewoonlijk 1 tot 20%, bij voorkeur 3 tot 15% en nog liever 3 tot 8% zijn, bijvoorbeeld ongeveer 4 of 5% bedragen. Dit vochtgehalte omvat het vocht dat uit het produkt kan worden verwijderd door 15 een standaard droogbewerking in een oven (2 uur op 105°C). Het natrium-silicaatgehalte, wanneer natriumsilicaat aanwezig is, zal 1 tot 18%, bij voorkeur 5 tot 15% en liever nog 8 tot 14% zijn, bijvoorbeeld ongeveer 13% bedragen. Het totale percentage adjuvants kan variëren van 0 tot 20%, maar zal gewoonlijk in het onderste gebied van dit traject 20 liggen, 1 tot 10%, bij voorkeur 2 tot 6%, bijvoorbeeld ongeveer 4 of 5%, waarbij individuele adjuvantspercentages gewoonlijk 0,1 tot 5%, bij voorkeur 0,2 tot 3% zijn. In de bovenstaande beschrijving en verder in deze beschrijving zijn de gegeven percentages van carbonaat en bicarbonaat op watervrije basis, en omvatten niet vocht dat door drogen 25 in een oven als bovenstaand beschreven kan worden verwijderd. Het gehalte aan vulstof(fen) kan in sommige gevallen wel 40% zijn, maar gewoonlijk, wanneer vulstof aanwezig is, zal de hoeveelheid daarvan in het bereik van 5 tot 30%, vaak 10 tot 25% liggen.

Het deeltjesvormige detergentprodukt volgens de uitvinding 30 kan worden bereid met de methode die beschreven is in het Amerikaanse octrooischrift 4.269.722. Dit octrooischrift en het Amerikaanse octrooi-schrift 4.144.226 moeten door verwijzing hier opgenomen geacht. Volgens een dergelijke methode wordt een waterige suspensie bereid, die het deeltjesvormige natriumcarbonaat en natriumbicarbonaat, natrium-35 silicaat, gewoonlijk toegevoegd als een waterige oplossing, water, en eventuele geschikte vulstoffen en adjuvants, zoals fluorescente glans- 850 1 57 1 » -7- middelen en pigmenten, die hitte-stabiel zijn, omvat. Gevonden is dat natriumsulfaat een nadelige invloed heeft op het vrij vloeiend vermogen van de detergentsamenstelling, wanneer het wordt toegevoegd aan basiskorrels met nonionogeen detergent; zijn aanwezigheid wordt daarom 5 soms vermeden. In sommige gevallen kan de polyacetaalcarboxylaat- builder worden toegevoegd in de crutcher maar omdat het soms een beperkte stabiliteit blijkt te hebben wanneer het bij verhoogde temperatuur wordt behandeld, wordt deze builder vaak naderhand toegevoegd.

In het algemeen heeft het crutchermengsel een vastestoffengehalte in 10- het bereik van 40 tot 70% en wordt het op een temperatuur in het bereik van 40 tot 70°C verwarmd. Men kan watervrij of gehydrateerd bicarbo-naat en carbonaat of andere geschikte gecombineerde vormen daarvan, zoals natriumsesquicarbonaat toepassen. Een overwegend gedeelte van de nonionogene detergentcomponent zal echter niet in de crutcher aan-15 wezig zijn; deze zal in plaats daarvan naderhand worden toegevoegd, en bij voorkeur zal de hoeveelheid nonionogeen detergent in de crutcher beperkt zijn tot ongeveer 4%, bij voorkeur 2% of minder (op basis van het eindprodukt), en liefst nul zijn, teneinde verlies van dit detergent tijdens de sproeidroogbewerking te vermijden. Wanneer agitatie om 20 uniformiteit van de suspensie te verkrijgen lastig is, vanwege excessieve gelering of verdikking van het mengsel, kunnen viscositeit-regelingsmiddelen zoals citroenzuur, magnesiumsulfaat en/of magnesium-citraat worden toegepast. Dergelijke verdunningsraiddelen zullen geacht worden te behoren tot de groep aangeduid als adjuvans. Na grondig men-25 gen in de crutcher, hetgeen 10 minuten tot 1 uur in beslag neemt, wordt de crutchersuspensie naar een conventionele sproeidroogtoren gepompt, van het gelijkstrooms-cf tegenstroomstype, waarin hij gedroogd wordt door verwarmde drooglucht op een temperatuur in het bereik van 200 tot 500°C, bij voorkeur 200 tot 350°C wanneer het mengsel polyacetaalcar-30 boxylaat bevat, waardoor bolvormige gesproeidroogde deeltjes worden verkregen met afmetingen in het bereik van zeven van de No's. 8 tot 100 volgens de Amerikaanse zeefreeks. Dergelijke basiskorrels zijn bij voorkeur poreus, zodat ze nonionogeen detergent kunnen absorberen, en een dergelijke poreusheid is tenminste gedeeltelijk te danken aan de ont-35 leding van bicarbonaat in carbonaat tijdens het sproeidrogen, waarbij "qpblazend" kooldioxyde ontstaat. Normaliter wordt 20 tot 80% van het bicarbonaat omgezet in carbonaat, afhankelijk van de sproeitorencondities.

§50 1 57 1 ? -8- t

De resulterende poreuze basiskorrels worden in een geschikte partij- of continue mixer of blender gevoerd, bijvoorbeeld een hellende roterende trommel (partijmenger), waarin ze naversproeid worden bij een geschikte temperatuur waarbij het nonionogene detergent vloeibaar 5 is, gewoonlijk in het bereik van 45 tot 60°C, bij voorkeur 45 tot 50°C. In één uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding wordt alle nonionogene detergent, in vloeibare toestand en bij voorkeur bij verhoogde temperatuur in het beschreven voorkeursgebied, op de bewegende oppervlakken van de massa basiskorrels gesproeid met behulp van een 10 verstuivingsmondstuk van conventioneel type, en penetreert het tijdens het mengen in het inwendige van de korrels, waarbij een deel van het nonionogene detergent zich nabij het oppervlak daarvan bevindt. Daarna wordt zonder koeling tot het stollingspunt van het detergent de poly-acetealcarboxylaatbuilder in fijn verdeelde poedervorm, met bijvoorbeeld 15 deeltjesafmetingen in het gebied van 200 tot 400 mesh (hoewel grovere deeltjes met afmetingen van wel No. 100 zeef uit de Amerikaanse zeef-reeks eveneens kunnen worden gebruikt), op de bewegende basiskorrels gestoven, die nu geabsorbeerd nonionogeen detergent bevatten. Een deel van de fijn verdeelde polyacetaalcarboxylaatdeeltjes wordt in de tussen-20 ruimten en holten van de korrels gezogen door het nog vloeibare nonionogene detergent en een ander deel hecht aan dit detergent nabij de oppervlakken van de korrels, en wordt aan de korrels vastgehouden wanneer het detergent tot stolling wordt afgekoeld. In een dergelijke bewerking belemmert het polyacetaalcarboxylaat, dat aan de basiskorrels 25 wordt vastgehouden, de vorming van kleverige produkten. Tegelijkertijd wordt door het vasthouden daarvan aan de korrels verhindert dat het produkt in zijn eindgebruikverpakking tijdens vervoer en opslag laag-vorming vertoont.

Verschillende adjuvants van de types die normaliter naderhand 30 zouden worden toegevoegd, zoals enzympoeders en parfums, kunnen samen met het polyacetaalcarboxylaatpoeder of voor of na de poedertoevoeging worden toegevoegd. Gewoonlijk heeft het zoals bij het nonionogene detergent de voorkeur dat vloeibare componenten op de oppervlakken van de tussentijdse deeltjes van detergentsamenstelling worden gesproeid, maar 35 in sommige gevallen, zoals ook het geval is bij aanbrenging van het nonionogene detergent in vloeibare toestand op de basiskorrels, is ver-sproeiing niet nodig en heeft ook druppelen van de vloeistof het effect 8501571 -9- uw .

5 ψ dat deze op bevredigende wijze wordt verdeeld en absorptie daarvan in de poreuze deeltjes wordt bevorderd. Poedervormige materialen die worden toegevoegd, verkeren bij voorkeur in fijn verdeelde poedervorm, zoals bovenstaan beschreven voor de polycarboxylaatbuilder, maar andere 5 deeltjesgroottebereiken kunnen ook worden toegepast (zoals ook het geval is voor de builder), hoewel in dergelijke gevallen de resultaten niet even bevredigend hoeven te zijn. Ook kan men in sommige gevallen/ in plaats van het vloeibare materiaal voor absorptie te versproeien over gesproeidroogde basiskorrels, de vloeistof aanbrengen op granu-10 laire (niet gesproeidroogde of geagglomereerde) gemengde carbonaat- en bicarbonaatdeeltjes/ maar dit is gewoonlijk niet even bevredigend omdat dergelijke deeltjes normaliter niet de absorptiecapaciteit van gesproeidroogde basiskorrels hebben en minder uniform zijn.

In plaats van de latere aanbrenging van verpoederde polyace-15 taalcarboxylaatdeeltjes, gehecht aan vloeibaar detergent dat op basis korrels is aangebracht, wordt de builder in een andere en geprefereerde werkwijze volgens de uitvinding op de basiskorrels aangebracht als een dispersie van het polyacetaalcarboxylaat in het normaliter vaste non-ionogene detergent bij verhoogde temperatuur en in vloeibare toestand.

20 In een dergelijke toedieningswijze kan een deel vein het polyacetaal- carboxylaatbuilder opgelost zijn in het vloeibare nonionogene detergent, maar normaliter is een groter deel daarvan daarin gedispergeerd, bij voorkeur in de vorm van fijn verdeelde deeltjes, bijvoorbeeld die welke kleiner zijn dan 200 mesh, en bij voorkeur groter dan 400 mesh. In der-25 gelijke toedieningsmethoden kunnen de basiskorrels aanvankelijk zijn verwarmd op een soortgelijke temperatuur als die van het toegediende . vloeibare detergent, maar gevonden is dat hoewel theoretisch men van een dergelijke gang van zaken zou verwachten dat hij een grotere absorptie van het detergent en de polyacetaalcarboxylaatbuilder bevordert, 30 is het in de praktijk voldoende dat de basiskorrels op kamertemperatuur zijn, waarbij een bevredigende absorptie en snelle koeling van het pro-dukt worden verkregen. De dispersie van polyacetaalcarboxylaatbuilder-deeltjes in het vloeibare nonionogene detergent wordt bij voorkeur op een bewegend bed van basiskorrels versproeid, maar soms is sproeien 35 niet nodig, en is louter druppelen van het vloeibare medium op de basiskorrels bevredigend, en in sommige gevallen is voldoende om de basis- 8501571 -10- r korrels en de dispersie louter met elkaar te mengen zonder dat men zich hoeft te bekommeren om de wijze van toediening van de vloeibare dispersie aan de basiskorrels.

De temperatuur van de dispersie van polyacetaalcarboxylaat-5 deeltjes in een nonionogeen detergent kan zijn als geschikt is bevonden voor toepassing in de beschreven toedieningsmethode. Gewoonlijk zal die temperatuur in het bereik van 45 tot 95°C liggen, maar bij voorkeur, om de stabiliteit van het polyacetaalcarboxylaat beter in stand te houden en om een snellere afkoeling na toediening daarvan aan·de basis-10 deeltjes te bevorderen, zal de temperatuur van toediening in het bereik van 45 tot 60°C, liefst ongeveer 45 tot 50 of 55°C liggen. Dit hangt echter af van het stollingspunt van het nonionogene detergent, dat gelijk aan of lager dan de laagste temperatuur van een dergelijk gebied zal zijn. Natuurlijk zal bij hoger smeltende nonionogene detergents de 15 ondergrens voor het gebied dienovereenkomstig worden aangepast, waar-bij hij gewoonlijk ten minste 2 en bij voorkeur ten minste 5 of 10°C hoger is dan het stollingspunt. Het polyacetaalcarboxylaat zal bij voorkeur deeltjesgrootten hebben, waarbij vrijwel alle deeltjes (gewoonlijk meer dan 90%, bij voorkeur meer dan 95% en liefst meer dan 20 98%) niet groter zijn dan wat kan passeren door een No. 200 zeef van de Amerikaanse zeefreeks (of een 200 mesh zeef). Grotere deeltjes kunnen echter worden gebruikt, maar in het algemeen zijn deze niet groter dan 100 of 160 mesh. De deeltjes zullen bij voorkeur in het bereik van 200 tot 400 mesh liggen, bijvoorbeeld 200 tot 325 mesh, om penetraties 25 in tussenruimten van de basiskorrels te bevorderen, en om te bevorderen dat ze beter aan de oppervlakken daarvan blijven vastzitten.

In de genoemde dispersies, waarin een deel van het polyacetaalcarboxylaat in oplossing kan zijn, zal de verhouding van polyacetaalcarboxylaat tot nonionogeen detergent normaliter in het bereik van 30 1:20 tot 3:2 bij voorkeur 1:10 tot 1:1 en liever 1:2 tot 1:1 liggen.

Deze verhoudingen kunnen echter worden aangepast, afhankelijk van de in het eindprodukt gewenste samenstellingsverhoudingen van het polyacetaalcarboxylaat en het nonionogene detergent. Normaliter zal niet meer dan drie delen polyacetaalcarboxylaat samen met twee delen nonionogeen 35 detergent aanwezig zijn, en bij voorkeur zal deze bovengrens 1:1 zijn. Wanneer meer polyacetaalcarboxylaat in de produktsamenstelling gewenst 850 1 57 1 -11- is, kan. dit naderhand worden toegevoegd, zoals eerder is beschreven, na absorptie van een deel van het polyacetaalcarboxylaat en het vloeibare nonionogene detergent. Hoewel andere materialen, met inbegrip van deeltjes vormige materialen zoals enzymen, naderhand kunnen worden toege-5 voegd, kunnen deze soms ook worden opgelost en/of gedispergeerd in het nonionogene detergent, samen met het polyacetaalcarboxylaat en kunnen ze samen met deze builder en het detergent aan de basiskorrels worden toegediend.

In sommige gevallen kan een deel (soms alle) van het polyace-10 taalcarboxylaat met de carbonaat- en bicarbonaatbuilders worden ge-sproeidroogd, maar in dergelijke gevallen zal gewenst zijn dat men milde condities gebruikt, waarbij men in het bijzonder erop moet letten dat produkt zich niet kan ophopen op de inwendige wanden van de sproeitoren, waar het polyacetaalcarboxylaat zou kunnen worden ontleed. 15 Zolang de sproeitorencondities zodanig zijn, dat de korrelstemperaturen niet oplopen tot een temperatuur die destabiliserend voor het gebruikte polyacetaalcarboxylaat is, is sproeidrogen uitvoerbaar maar omdat dit niet altijd kan worden verzekerd in commerciële sproeidroogprocessen, heeft het vaak om praktische redenen de voorkeur dat het polyacetaal-20 carboxylaat naderhand wordt toegediend.

Het produkt met de gegeven samenstellingen, bereid volgens één van de beschreven methoden, is bevredigend vrij vloeiend, niet kleverig en niet aankoekend, ondanks zijn gehalte aan nonionogeen detergent en polyacetaalcarboxylaat. De deeltjes daarvan hebben een regel-25 matige vorm, die een bolvorm benadert, en het produkt heeft een gewenste stortdichtheid (hoger dan de stortdichtheid van gebruikelijke gesproeidroogde produktên, die in het bereik van 0,25 tot 0,4 g/ml neigt te zijn), normaliter gelegen in het bereik van ongeveer 0,5 tot 0,8 g/m, bijvoorbeeld 0,6 tot 0,7 g/ml. Bijgevolg kan men kleinere 30 verpakkingen gebruiken, waardoor meer beschikbare ruimte in de rekken van supermarkten wordt verkregen en wasmiddelopslag in huizen wordt vergemakkelijkt. De verkregen detergentsamenstelling is een uitstekend detergent, met een verbeterde reinigingskracht ten opzichte van verscheidene vuilsoorten. Zijn detergerende werking is groter dan die van 35 een vergelijkingsdetergent zonder het polyacetaalcarboxylaat. Verras-senderwijze is de detergerende werking van de samenstelling volgens 850 1 571 f -12- de uitvinding beter dan die van een vergelijkingssamenstelling, ondanks het feit dat de hoeveelheid nonionogeen detergent in de vergelijkingssamenstelling groter is. Opgemerkt wordt dat de totale verhouding van builder in het "experimentele" produkt groter is, maar ook dan zijn de 5 verhoudingen van carbonaat-, bicarbonaat- en silicaatbuilders lager.

De uitvinding wordt aan de hand van de volgende voorbeelden nader toelicht, maar niet beperkt. Tenzij anders is aangegeven zijn alle temperaturen in °C en zijn alle delen op het gewicht betrokken in de voorbeelden, elders in deze besthrijving, en in de conclusies.

10 VOORBEELD I

Component delen natriumcarbonaat (watervrij) 16,6 natriumbicarbonaat 24,7 hogere vetalkohol polyethoxylaat nonionogeen 15,2 15 detergent ^ (2) natriumpolyacetaalcarboxylaat fBuilder ü] 23,1 natriumsilicaat vastestoffen (Na^OiSiO^ = 1:2,4) 12,9 vocht 4,6 enzympoeder (proteolytisch enzym, 200 mesh) . 1,02 20 fluorescent glansmiddel (Tinopal 5BM geconc.) 1,53 blauw pigment (ultramarijn blauw) 0,16 parfum 0,19 100,0 (1) Condensatieprodukt van 6,5 mol ethyleenoxyde 25 en een mol hogere vetalkohol met 12-13 kool stof atomen, in de handel als Neodol 23-6,5 van Shell Chemical Company (2) Geleverd door Monsanto Company (als Builder U), met een berekend gewichtsgeraiddel molecuul- 30 gewicht van ongeveer 8000, en ongeveer 80% actief polymeergehalte.

De deeltjesvormige detergentsamenstelling met de bovenstaand vermelde formulering wordt bereid door een deel van de componenten, met inbegrip van het natriumcarbonaat en het natriumbicarbonaat te 35 sproeidrogen, waarbij basiskorrels worden verkregen, en dan later andere componenten van de samenstelling, met inbegrip van het noniono-gene detergent, het polyacetaalcarboxylaat, het enzym en het parfum, 8501571 -13- met deze basiskorrels te mengen. Het crutcheranengsel of suspensie wordt bereid door achtereenvolgens aan een detergentcrutcher toe te voegen 35,6 delen water (bij voorkeur gedeïoniseerd water, maar stadswater met ten hoogste 150 d.p.m. CaCO3 equivalent kan worden toegepast), 7,0 delen 5 natuurlijk watervrij natriumcarbonaat, 32,3 delen natriumbicarbonaat van technische kwaliteit, 23,6 delen van een 47,5%-ige waterige oplossing van natriumsilicaat met een ^£0:SiO^-verhouding van ongeveer 1:2,4, 1,3 delen fluorescent glansmiddel (Tinopal 5BM geconcentreerd) en 0,3 delen ultramarijn blauw pigment, en te mengen bij een tempera-10 tuur van ongeveer 45 tijdens deze toevoegingen en gedurende ongeveer 20 minuten daarna, waarna de crutchersuspensie met een vaste-stoffengehalte van ongeveer 45% naar een hogedrukpomp wordt gevoerd (Engels: "dropped") , die hem door verstuivingsmondstukken pompt bovenin een tegenstroomstype sproeidroogtoren, waarin hij door verwarmde 15 drooglucht met een temperatuur van ongeveer 325°C wordt gedroogd tot in essentie bolvormige poreuze deeltjes met afmetingen in het bereik van de nummers 10 tot 100 zeven (Amerikaanse zeef reeks), en met een vochtgehalte van ongeveer 7,6%. In sommige gevallen kan een ondergeschikte hoeveelheid van gerecirculeerde basiskorrels (of eindprodukt) .

20 voor herbehandeling in het crutchermengsel worden opgenomen, met gepaste wijzigingen van de formulering om hiervoor ruimte te maken.

De. resulterende basiskorrels, gewoonlijk op ongeveer kamertemperatuur maar in sommige gevallen nog op een temperatuur tussen de luchttemperatuur aan de bodem van de toren en kamertemperatuur, dich-25 ter bij kamertemperatuur (soms 5 tot 30°C daarboven), worden in een menginrichting gevoerd, in dit geval een hellende roterende trommel, waarin achtereenvolgens aan 78,41 delen van de basiskorrels, 20,02 delen van het geëthoxyleerde alkohol nonionogene detergent, 30 delen van Builder U, 0,32 delen enzym en 0,25 delen parfum worden toegevoegd.

30 De geëthoxyleerde alkohol wordt op het bewegende bed van basiskorrels versproeid bij een verhoogde temperatuur, 50°C, waarbij hij in vloeibare toestand verkeert. De Builder U en het proteolytische enzym (mengsels van amylolytische en proteolytische enzymen, bijvoorbeeld 1:1 mengsels, kunnen ook worden gebruikt) worden op het bewegende bed 35 van basiskorrels "verstoven" nadat deze het nonionogene detergent hebben geabsorbeerd (hetgeen gewoonlijk binnen ongeveer 2 tot 10 minuten plaatsvindt), waarna de parfum op dit bewegende tussenprodukt wordt 850 1 57 1 * w -14- gesproeid. De resulterende deeltjesvormige detergentsamenstelling heeft deeltjesafmetingen in het bereik van de nummers 10 tot 100 zeven, Amerikaanse zeefreeks, en heeft een stortdichtheid van 0,65 g/ml. Bij kamertemperatuur is het vrij vloeiend, niet kleverig en niet aankoekend.

5 Na afkoeling en zeven, indien dat gewenst is, om alle of vrijwel alle deeltjes in het gewenste gebied van No's. 10 tot 100 zeven te verkrijgen, wordt het produkt verpakt, in kisten gedaan, opgeslagen en vervoerd. Gevonden is dat het een uniforme samenstelling heeft en behoudt * tijdens het verpakken en dat de inhoud van verschillende verpakkingen 10 eveneens uniform is. Ook blijkt het tijdens vervoer en opslag geen afzettingen te vertonen.

Een verge lijkingsprodukt werd op dezelfde wijze als bovenstaand beschreven geproduceerd, behalve dat men het natriumpolyacetaal-carboxylaat (Builder O) daaruit wegliet. In plaats van 100,0 delen 15 produkt werden derhalve 76,9 delen geproduceerd, en de hoeveelheden van de verschillende componenten in het produkt waren 30% groter dan die welke in de bovenstaand vermelde formulering zijn vermeld. Wanneer het "experimentele" produkt werd vergeleken met het "vergelijkingsprodukt" wat detergerende eigenschappen betreft, in een standaard vuil-20 verwijderingsproef waarbij verschillende vuilsoorten afgezet op verscheidene substraatweefsels werden gebruikt, bleek het produkt volgens de uitvinding significant beter in vuilverwijderende activiteit (of detergerende werking) te zijn dan het vergelijkingsprodukt.

In de detergentieproeven werd een automatische wasmachine ge-25 bruikt die 67 liter water van 49°C bevatte, en waarin 1,8 kg schone kleding en drie monsters elk van vijf verschillende testweefsels werden gebracht. De eerste en tweede van deze testweefsels waren verkregen van Test Fabric Company. Het eerste was van nylon, vervuild met grafiet, minerale olie en verdikker, en het tweede van katoen vervuild 30 met sebum, deeltjesvormig materiaal en kaolien. Het derde testweefsel was van katoen, vervuild met New Jersey klei en het vierde weefsel was een katoen-dacron-mengsel, vervuild met deze klei. Het vijfde testweefsel, aangeduid als EMPA 101, was van katoen en was vervuild met een mengsel van sebum-vuil, roet en olijfolie.

35 Nadat sets van de testweefselmonsters waren gewassen, waarbij één set gewassen werd in een automatische wasmachine, aan het waswater 850 1 57 1 -15- ί ϊ waarvan de samenstelling volgens de uitvinding was toegevoegd, waarbij de concentratie daarvan in het waswater 0,07% bedroeg, en het waswater een hardheid van ongeveer 150 d.p.m., calciumcarbonaatequivalent (Ca:Mg-verhouding van 3:2) had, en waarbij de tijd van het wasgedeelte 5 van de cyclus ongeveer 10 minuten bedroeg, en de andere set, aan het waswater waarvan de controlesamenstelling was toegevoerd, daarna in dezelfde machine werd gewassen, en na drogen, werden reflectiewaarden van de monsters gemeten en werden de gemiddelden genomen voor elk vervuild testweefsel. Gebruikmakend van verschillende factoren waarvan 10 de ervaring heeft geleerd dat ze representatief zijn voor menselijke evaluaties van de belangrijkheid van de reinigingskrachten van een detergent tegen de verscheidene vuilsoorten, werden de uiteindelijke vuilverwij deringsindices verkregen voor de experimentele en controle-detergentsamenstellingen. De vuilverwijderingsindex voor het produkt 15 volgens de uitvinding was 12,6 punten hoger dan die voor de controle, hetgeen een significante verbetering in detergerende eigenschappen voor de samenstelling volgens de uitvinding aantoont.

Wanneer in de formulering van het produkt volgens de uitvin-

(ïD

ding andere nonionogene detergents worden gebruikt, zoals Neodol “25-7, 20 Alfonic 1618-65, of een geschikt ethyleenoxyde-propyleenoxyde- condensatieprodukt zoals dat wat onder het merk Pluronic ®in de handel is, resulteert een soortgelijke verbeterde detergentie, vergeleken met een controle waaruit het polyacetaalcarboxylaat was weggelaten. Ook worden vergelijkbare resultaten verkregen wanneer delen van het natrium-25 carbonaat en natriumbicarbonaat vervangen werden door equivalent ses-quicarbonaat, bijvoorbeeld 10 tot 50%. Dit is ook de situatie wanneer het gebruikte silicaat een Na2<3: SiC^-verhouding van 1:2 heeft. Veranderingen in de gebruikte adjuvantia, zoals weglating van het enzym of vervanging daarvan door amylolytisch enzym, of toevoeging van betrek-30 kelijk kleine hoeveelheden vulstof zoals NaCl en Na2SO^, of de aanwezigheid van andere builders zoals zeolieten, hebben tot gevolg dat de p*o-dukten volgens de uitvinding ook het beschreven type verbetering ten opzichte van de controle vertonen. Dit is ook waar wanneer verschil- ♦ lende polyacetaalcarboxylaten zoals die van kalium, ammonium, lage 35 alkyl en alkanolamine aanwezig zijn, met 1 tot 4 koolstofatomen in de alkylgroepen daarvan, wanneer de toegepaste eindstandige groepen verschillen van de onderhavige eindstandige groepen, gegeven in de eerder- 8501571 V >*.

-16- r vermelde formulering, waarbij de andere eindstandige groepen zijn zoals beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 4.144.226, en wanneer de berekende gewichtsgemiddelde molecuulgewichten van het polyacetaal-carboxylaat 5000 of andere gewichten binnen het beschreven voorkeurs-5 gebied van 3500 tot 10.000 zijn. Natuurlijk is mogelijk dat het verschil in detergentie niet zo groot is wanneer de minder gewenste componenten worden gebruikt.

Vergelijkbare resultaten worden ook verkregen wanneer de bereiding van het produkt op andere wijze wordt uitgevoerd onder verschil-10 lende condities, zoals eerder beschreven, en onder toepassing van componenten in andere hoeveelheden, eveneens als eerder beschreven. Wanneer bijvoorbeeld de samenstelling van de formulering wordt gevarieerd door de hoeveelheden van de componenten met ±10, ±20 en ±30% te veranderen, terwijl ze binnen de vermelde bereiken worden gehouden, worden soort-15 gelijke resultaten verkregen.

VOORBEELD II

Tien delen Neodol 25-7 (een condensatieprodukt van 7 mol ethy-leenoxyde en een mol hogere vetalkohol met 12 tot 15 koolstofatomen • gemiddeld) en tien delen Builder U, met een berekend gewichtsgemiddeld 20 molecuulgewicht van ongeveer 8000, werden in een vloeibare toestand dispersie-oplossing omgezet door ze eerste met elkaar te mengen en vervolgens tot ongeveer 49°C te verwarmen. Het builderpoeder met deeltjes-afmetingen in het gebied van 325 tot 400 mesh, loste niet op in het hete nonionogene detergent maar dispergeerde daarin goed. De aldus be-25 reide dispersie werd als sproeivloeistof aangebracht of gedruppeld (of gesproeid) bij een verhoogde temperatuur in het bereik van 45 tot 55°C, bij voorkeur ongeveer 50°C, op 30 delen basiskorrels (in een bewegend bed) die 47% natriumbicarbonaat, 34% natriumcarbonaat, 13% natriumsilicaat (Na20:Si02 = 1:2,4), 1,6% magnesiumsulfaat, 0,6% na-30 triumcitraat (verdunner), en 3,8% water omvatten. Het resulterende produkt was vrij vloeiend, niet aankoekend en niet kleverig, en had een uitstekend uiterlijk. Wanneer het werd getest tegen een controlepro-dukt, waaruit het Builder ü was weggelaten, bleek het een significant betere detergentie te bezitten.

35 Soortgelijke resultaten konden worden verkregen wanneer andere carbonaten, bicarbonaten, nonionogene detergents en polyacetaalcarboxy-laten werden gebruikt, en in andere hoeveelheden, binnen de eerder ver- . |501571 *· t -17- melde beschrijvingen.

Om het vrij vloeiend vermogen, de niet kleverigheid en de niet aankoekende eigenschappen verder te verbeteren, konden desgewenst op de korrels na de absorptie van het nonionogene detergent en Builder 5 U, ongeveer 5 delen fijn verdeeld Zeoliet 4A of een ander geschikt zeoliet worden verstoven, of kan het zeoliet met deeltjesafmetingen als die vande builder, ook in het nonionogene detergent worden gedis-pergeerd en met het nonionogene detergent en de builder op de basiskorrels worden aangebracht. Wanneer zeoliet werd gebruikt (en dit kan 10 ook met het polyfosfaat worden gesproeidroogd of in het nonionogene detergent worden gedispergeerd) was het bij voorkeur een Zeoliet A (4A heeft de grootste voorkeur) met deeltjesafmetingen van 200 tot 400 mesh, bij voorkeur 325 tot 400 mesh (wanneer gedispergeerd in non-ionogeen detergent of naderhand toegevoerd) en bedroeg de hoeveelheid 15 daarvan 5 tot 40%, bij voorkeur 10 tot 20%, en was de zeolietmon-ionogeen detergentverhouding Ii20 tot 1:1. De verhouding van de som van zeoliet en polyacetaalcarboxylaat tot nonionogeen detergent lag bij voorkeur in het bereik van 1:10 tot 1,1:1 of 1,2:1.

VOORBEELD III

20 De procedure van voorbeeld II werd herhaald, maar de samen stelling werd bereid door het Neodol 25-7, in vloeibare toestand bij een temperatuur van 49°C aan te brengen op de bewegende basiskorrels door het daarop te druppelen (of versproeien), waarna een fijn verdeeld Builder U-poeder (200 tot 400 mesh) met het tussenprodukt werd 25 gemengd. Het poeder hechtte aan het oppervlak van het nonionogene detergent en het resulterende produkt was vrij vloeiend, niet kleverig, niet aankoekend en gaf bij opslag geen afzettingen, hoewel zonder de toevoeging van het Builder U de deeltjes kleverig waren en slecht vloeiden. De detergerende eigenschappen van het eindprodukt waren in 30 essentie gelijk (superieur), vergeleken met een controle, aan die van dezelfde samenstelling volgens voorbeeld II.

Variaties in de formulering volgens de voorbeelden II en III kunnen worden aangebracht, bijvoorbeeld door verschillende nonionogene detergents te gebruiken zoals die welke eerder zijn beschreven, en 35 andere typen polyacetaalcarboxylaten, die eerder vermeld zijn, te gebruiken. Ook kunnen variaties worden aangebracht in de basiskorre1-formuleringen, als eerder is beschreven. In al die gevallen zal het 350 1 57 1 -18- r resulterende produkt bevredigend zijn en een betere detergentie hebben, vergeleken met een controle waaruit de polyacetaalcarboxylaat-component is weggelaten. In sommige gevallen, zoals wanneer de gebruikte hoeveelheid Builder U en/of nonionogeen detergent voldoende groot 5 is opdat een verbetering van het vloeiend vermogen gewenst is, kunnen vloeiing-verbeteringsmiddelen (zeolietbuilders kunnen een dergelijke functie uitoefenen) in het eindprodukt worden opgenomen, bij voorkeur door ze met Builder U te mengen en het mengsel daarvan aan te brengen op de basiskorrels, die reeds afgezet nonionogeen detergent in vloei-10 bare toestand bevatten en op verhoogde temperatuur verkeren, of door het vloeiing-verbeteringsmiddel aan te brengen na absorptie door de basiskorrels van de nonionogeen detergent-acetaalcarboxylaatdispersie. Alternatief is ook mogelijk om een hoeveelheid zeoliet, bijvoorbeeld 10 tot 20% van het produkt, in het nonionogene detergent te disper-15 geren.

De mengprocedures en inrichtingen kunnen eveneens worden gewijzigd. In plaats van gedurende 20 minuten mengen in een ladingsge-wijs proces waarbij een hellende trommel wordt gebruikt, kan bijvoorbeeld de mengtijd worden veranderd tot 5-40 minuten, en kunnen 20 andere inrichtingen worden gebruikt zoals V-blenders, gefluidiseerde bedden, Schugi-mixers en Day-mixers. De resultaten van dergelijke wijzigingen zullen toch een aanvaardbaar produkt met de gewenste karakteristieken en waseigenschappen zijn, met een gewenste stortdichtheid in het bereik van 0,6 tot 0,8 g/ml als in de gegeven uitvoeringsvoor-25 beelden.

De uitvinding is beschreven aan de hand van verschillende voorbeelden en uitvoeringsvormen daarvan, maar het zal duidelijk zijn de uitvinding niet daartoe is beperkt omdat deskundigen met de onderhavige beschrijving voor zich, in staat zullen zijn om vervangingen 30 en equivalenten te gebruiker zonder dat daarmee de uitvinding wordt verlaten.

35 850 1 57 1

Claims (12)

1. Deeltjesvormige, builder bevattende, nonionogene synthetische organische detergentsamenstelling, omvattende een detergerend werkzame hoeveelheid van een nonionogeen synthetisch organisch detergent, en een als builder werkzame hoeveelheid van in combinatie polyacetaal- 5 carboxylaat-, alkalimetaalcarbonaat- en alkalimetaalbicarbonaatbuilders voor het nonionogene detergent.

2. In hoofdzaak fosfaatvrije detergentsamenstelling volgens conclusie 1, waarin het nonionogene detergent een condensatieprodukt van ethyleenoxyde en een hogere vetalkohol is, de polyacetaalcarboxy- 1.0 laatbuilder een berekend gewichtsgemiddeld molecuulgewicht in het bereik van 3500 tot 10.000 heeft, het alkalimetaalcarbonaat natriumcarbonaat is, het alkalimetaalbicarbonaat natriumbicarbonaat is, en de hoeveelheden van de componenten 5 tot 35% nonionogeen detergent en 30 tot 95% van een combinatie van polyacetaalcarboxylaat-, natrium-15 carbonaat- en natriumbicarbonaatbuilders bedragen, waarbij de verhouding van polyacetaalcarboxylaat tot de combinatie van natriumcarbonaat-en natriumbicarbonaatbuilders in het bereik van 1:5 tot 2:1 ligt en de verhouding van natriumcarbonaat tot natriumbicarbonaat in het bereik van 1:3 tot 3:1 ligt, en waarbij de rest van de samenstelling, indien 20 aanwezig, bestaat uit vulstof(fen) en/of ander builder(s) en/of adjuvant(s) en/of vocht.

3. Fosfaatvrije detergentsamenstelling volgens conclusie 2, waarin het nonionogene detergent een condensatieprodukt is van 3 tot 20 mol ethyleenoxyde en een mol vetalkohol met 10 tot 18 koolstofatomen, 25 de polyacetaalcarboxylaatbuilder een berekend gewichtsgemiddeld molecuulgewicht in het bereik van 5000 tot 9000 heeft en de hoeveelheden van de componenten 10 tot 30% nonionogeen detergent, 10 tot 40% polyacetaalcarboxylaat, 10 tot 30% natriumcarbonaat en 10 tot 40% natriumbicarbonaat zijn.

4. Detergentsamenstelling volgens conclusie 3, waarin het non ionogene detergent een condensatieprodukt is van 3 tot 12 mol ethyleenoxyde en een mol vetalkohol met gemiddel 12 tot 15 koolstofatomen, het polyacetaalcarboxylaat een materiaal is waarin het carboxylaat natriumcarboxylaat is en de hoeveelheden van de componenten 10 tot 22% 850 1 57 1 -20- V ^ nonionogeen detergent, 15 tot 30% polyacetaalcarboxylaat, 10 tot 20% natriumcarbonaat en 15 tot 35% natriumbicarbonaat zijn.

5. Detergentsamenstelling volgens conclusie 4, waarin het non-'ionogene detergent een condensatieprodukt is van 6 tot 8 mol ethyleen- 5 oxyde per mol hoger vetalkohol, het polyacetaalcarboxylaat een berekend gewichtsgemiddeld molecuulgewicht van ongeveer 8000 heeft en de hoeveelheden van de componenten ongeveer 15% nonionogeen detergent, ongeveer 23% polyacetaalcarboxylaat, ongeveer 17% natriumcarbonaat, ongeveer 24% natriumbicarbonaat, ongeveer 13% natriumsilicaat met en 10 Na20:Si02-verhouding van ongeveer 1:2,4, ongeveer 5% vocht en ongeveer 3% adjuvants zijn.

6. Werkwijze voor hét bereiden van een detergentsamenstelling volgens conclusie 1, omvattende het sproeidrogen van een waterig crutchermengsel van alkalimetaalcarbonaat en alkalimetaalbicarbonaat, 15 mengen van de resulterende gesproeidroogde korrels met het noniono-gene detergent in vloeibare vorm bij verhoogde temperatuur, waardoor het detergent in de gesproeidroogde carbonaat-bicarbonaatkorrels wordt geabsorbeerd, en mengen van deze korrels die het nonionogene detergent bevatten met de polyacetaalcarboxylaatbuilder, waardoor 'de builder 20 aan deze korrels wordt vastgehouden en een vrij vloeiende deeltjesvormige detergentsamenstelling wordt verkregen.

7. Werkwijze voor het bereiden van een detergentsamenstelling volgens conclusie 1, omvattende het oplossen en/of dispergeren van de polyacetaalcarboxylaatbuilder in het nonionogene detergent in vloei- 25 bare vorm bij verhoogde temperatuur, het sproeidrogen van een waterig crutchermengsel van het alkalimetaalcarbonaat en alkalimetaalbicarbonaat en het op de resulterende gesproeidroogde korrels aanbrengen van de polyacetaalcarboxylaatbuilder-nonionogeen detergent oplossing of dispersie, terwijl gemengd wordt, waardoor deze oplossing of dis-30 persie door de carbonaat-bicarbonaatkorrels wordt gesorbeerd, waarbij een vrij vloeiende deeltjesvormige detergentsamenstelling wordt geproduceerd .

8. Detergentsamenstelling volgens conclusie 1, omvattende een naderhand aangebrachte zeolietbuilder voor het nonionogene detergent.

9. Detergentsamenstelling volgens conclusie 3, omvattende 5 tot 50% van naderhand aangebracht Zeoliet A. 8501571 ^ «fc -21-

10. Werkwijze volgens conclusie 6, omvattende het aanbrengen van fijn verdeeld zeoliet op het resulterende produkt, om de carboxylaat-builder en het nonionogene detergent te bedekken, waardoor de vrij vloeiende eigenschappen van het produkt worden verbeterd.

11. Werkwijze volgens conclusie 7, omvattende het aanbrengen van fijn verdeeld zeoliet op het resulterende produkt, om de carboxylaat-builder en het nonionogene detergent te bedekken, waardoor de vrij vloeiende eigenschappen van het produkt worden verbeterd.

12. Werkwijze volgens conclusie 7, waarin fijn verdeelde zeoliet- 10 deeltjes in het nonionogene detergent worden gedispergeerd samen met de polyacetaalcarboxylaatbuilder en met dit detergent en de builder op de gesproeidroogde korrels worden aangebracht. 850 1 57 1