[go: up one dir, main page]

NL8403768A - Inrichting voor het bewerken van de ploegsnede na het ploegen. - Google Patents

Inrichting voor het bewerken van de ploegsnede na het ploegen. Download PDF

Info

Publication number
NL8403768A
NL8403768A NL8403768A NL8403768A NL8403768A NL 8403768 A NL8403768 A NL 8403768A NL 8403768 A NL8403768 A NL 8403768A NL 8403768 A NL8403768 A NL 8403768A NL 8403768 A NL8403768 A NL 8403768A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
plow
arm
knives
frame
movement
Prior art date
Application number
NL8403768A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Rumptstad Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Rumptstad Bv filed Critical Rumptstad Bv
Priority to NL8403768A priority Critical patent/NL8403768A/nl
Publication of NL8403768A publication Critical patent/NL8403768A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B17/00Ploughs with special additional arrangements, e.g. means for putting manure under the soil, clod-crushers ; Means for breaking the subsoil
    • A01B17/004Clod-crushers

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Soil Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Soil Working Implements (AREA)

Description

'»· -/-
Inrichting voor het bewerken van de ploegsnede na het ploegen.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het bewerken van de ploegsnede na het ploegen. In het bijzonder bij het ploegen van sterk samenhangende grond, zoals bijvoorbeeld al dan niet natte kleigrond, 5 ontstaat een sterk samenhangende ploegsnede en daardoor tevens een vrij oneffen terrein.
Het is dan gewenst de ploegsnede te verbreken, zodat eventueel de vorst beter op de grond kan inwerken en uiteindelijk een rulle structuur en een meer effen 1Q oppervlak wordt verkregen, voordat de grond opnieuw wordt ingezaaid.
Het bewerken van de ploegsnede vindt in de meeste gevallen afzonderlijk van het ploegen plaats, wat uiteraard een extra gang van een trekker over het 15 terrein noodzakelijk maakt. Dit kost niet slechts arbeidstijd maar brengt ook het bezwaar met zich mee, dat de trekker de grond aandrukt.
De uitvinding beoogt nu deze bezwaren op te heffen en voorziet er daartoe in, dat met de ploegbalk 20 of met het ploegframe een arm is verbonden, die zich naar achteren toe uitstrekt tot in de nabijheid van het ploegijzer en is voorzien van een, in hoofdzaak dwars op de bewegingsrichting van de ploeg staande, dwarsbalk die een aantal op afstand van elkaar en over de lengte van de dwarsbalk 25 verdeeld staande, naar beneden toe stekende messen draagt, waarbij de arm en de dwarsbalk zodanig zijn verbonden met de ploegbalk of met het ploegframe dat de messen zich in hoofdzaak ter plaatse van de ploegsnede zullen bevinden en dat de arm en de. dwarsbalk nagenoeg steeds vrij blijven 30 van de grond.
Op deze wijze wordt de door het ploegijzer neergelegde ploegsnede direct daarna door de messen stuk •gesneden. Doordat de arm met de dwarsbalk nagenoeg vrijdragend aan de ploegbalk of het ploegframe is opgehangen wordt 35 op de ploegsnede slechts een snijdende werking uitgeoefend en geen krachten waardoor de grond in elkaar wordt gedrukt.
$403788 —- .1 • t -2-
Om te voorkomen dat de grond van de ploegsnede, direct na de doorgang van het mes, zich weer aansluit , kan er in worden voorzien, dat elk der messen een kleine hoek maakt met de bewegingsrichting van de ploeg. Hierdoor 5 zullen de terweerszijden van een mes liggende delen van * de ploegsnede enigszins uitjelkaar worden gedrukt en zal het ene deel door het mes iets mee naar voren toe worden genomen, Hierdoor kan met zekerheid worden bereikt, dat de ploegsnede na doorgang van de messen in afzonderlijke 10 stukken is verdeeld.
Bij voorkeur zal de snijkant van elk der messen een hoek maken met de vertikaal, zodanig dat het onderste punt van de snijkant, gezien in de bewegingsrichting van de ploeg, verder naar achteren toe ligt.
15 Hierdoor wordt bereikt, dat in het algemeen een snijkant van een mes geleidelijk aan met de grond in aanraking zal komen, terwijl verder eventueel in de grond aanwezige stukken hout, steen of ook taaie ' plantenresten gemakkelijker door de snijkant worden weggedrukt.
20 In het bijzonder kan er in worden voorzien, dat de arm zodanig met de ploegbalk of met het ploegframe is verbonden, dat het met de dwarsbalk verbonden einde ervan een omhoog gaande beweging kan uitvoeren.
Op deze wijze kan overbelasting van de messen 25 worden voorkomen, in het bijzonder wel wanneer één of meer der messen in aanraking komen met een zich in de grond bevindend stuk hout, een steen of ook taaie plantenresten. In het bijzonder bij schuin naar achteren toe stekende messen kan de arm wat worden opgetild wanneer het mes 30 in aanraking komt met een obstakel, terwijl direct daarna de arm door het gewicht van het totale samenstel weer naar beneden toe zal bewegen.
Hierbij kunnen verder tussen de arm en de ploegbalk of het ploegframe middelen aanwezig zijn waardoor de omhooggaande 35 beweging van de arm wordt beperkt.Hierdoor wordt voorkomen, dat de messen, wanneer daarop door de grond een aanmerkelijke belasting wordt uitgeoefend te weinig met de ploegsnede in aanraking zullen zijn voor een effectief doorsnijden ervan.
8403788 ίΓ » -3-
Wanneer verwacht kan worden, dat het gewicht van het totale samenstel niet voldoende zal zijn om de messen op de gewenste wijze door de ploegsnede heen te bewegen, kan er verder in worden voorzien, dat tussen g de arm en de ploegbalk of het ploegframe middelen aanwezig zijn die trachten de arm naar beneden toe te drukken.
Deze middelen kunnen op bekende wijze worden gevormd door veren, drukmedium-cilinders of dergelijke.
Wanneer de ploeg een wentélploeg is zal bij voorkeur IQ de dwars balk zijn voorzien van twee stellen, zich ter weerszijden van de dwarsbalk bevindende messen.
Op deze wijze kan steeds van dezelfde inrichting gebruik worden gemaakt zonder dat veel extra onderdelen noodzakelijk zijn.
15 Doordat de draaiings-as van de wentel-ploeg in het algemeen op.een grotere afstand boven de grond zal liggen dan de dwarsbalk waaraan zich de messen bevinden, zal er bij voorkeur in worden voorzien, dat de arm zwenkbaar is verbonden met het ploegframe, zodanig dat de arm in 20 elk der beide standen van de ploeg vanaf het ploegframe schuin naar beneden toejloopt, waarbij is voorzien in middelen voor het begrenzen van de beweging van de arm naar beneden toe. —'
Hoewel voor het begrenzen van de beweging van 25 de arm naar beneden toe weer gebruik kan worden gemaakt van drukmedium bediende cilinders, kunnen de middelen volgens de uitvinding in het bijzonder worden gevormd doordat de. arm is voorzien van een er dwars opstaande, in de beide standen van de arm in een in hoofdzaak horizontaal 30 vlak liggende pen, die zich bevindt in twee sleuf-gaten die in lengte richting zijn aangebracht in twee steun-stangen, die zich vanaf de pen schuin naar voren toe uitstrekken, de ene naar boven en de andere naar beneden toe en die bij het andere einde scharnierend zijn verbonden met het 35 ploegframe.
Op deze wijze wordt in beiden standen van de ploeg een stabiele ondersteuning van de arm bereikt. Door de aanwezigheid van de sleuf-gaten in de steunstangen kan bij het wentelen van de ploeg de arm een ver zwenkende 84 C 3 7 58 . — - -—- -4- beweging uitvoeren om de draaiings-as van de ploeg, waarbij de pen zich door beide sleufgaten heen beweegt en daarna in aanraking komt met het einde van het sleuf-gat in de andere steunstang dan in de vooraf-gaande stand.
5 Ter begrenzing van de beweging van de arm naar boven toe, kan er volgens een verdere uitwerking van de uitvinding in worden voorzien, dat elk sleufgat een naar één zijde toe gericht verbreed deel bezit, welke verbreding in de onderliggende stang steeds naar boven toe is gericht.
1 o Volgens een voorkeurs-uitvoeringsvorm van de uitvinding is de plaats van de sleuf van een steun stang instelbaar ten opzichte van de plaats van het scharnierpunt van de stang.
Op deze wijze kan worden bereikt, dat de messen 15 zich op de gewenste plaats ten opzichte van de grond en dus van de neergelegde ploegsnede bevinden.
De uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld, weergegeven in de tekening, waarin: 20 Fig. 1 een bovenaanzicht toont van een wentelploeg voorzien van een inrichting volgens ce uitvinding?
Fig. 2 een zijaanzicht toont van de inrichting t volgens de uitvinding tezamen met de onderdelen waarmee hij met de wentelploeg is verbonden; 25 Fig. 3 op vergrote schaal een zijaanzicht toont van de ophanging van de inrichting aan twee op speciale wijze uitgevoerde steunstangen in de transportstand van dé inrichting;
Fig. 4 een aanzicht toont overeenkomstig fig.
30 3 maar iiv de werkstand van de inrichting.
De in fig. 1 weergegeven wentelploeg 1 omvat het ploegframe 2 waarmee drie ploegijzers 3 zijn verbonden.
Het ploegframe 2 is op de bekende wijze door middel van het juk 4 verbonden met een niet weergegeven trekker.
35 Het frame 2 wordt daarbij zodanig ondersteund, dat het verzwenkbaar is om de as.5, zodanig dat het twee verschillende standen in kan nemen.
Met het frame 2 is nu de inrichting volgens de uitvinding verbonden, die in zijn geheel is aangeduid.
8403768 ί -5- met 6. Deze inrichting omvat de arm 7, die is verbonden met de bus 8, die door middel van de pen 9 draaibaar is gemonteerd op de console 10 die door middel van de verbindingselementen 11 op het frame 2 is aangebracht. De arm 7 is 5 aan zijn uiteinden voorzien van een flensplaat 12 waarmee hij door middel van de verbindingselementen 13 en de dwarsbalk 14 is verbonden. De dwarsbalk 14 draagt naar boven en naar beneden toe stekende messen 15.Door het losnemen van de verbindingselementen 13 kan de gehele dwarsbalk jq 14 worden uitgewisseld.
Het uitwisselen van de gehele dwarsbalk kan bijvoorbeeld plaats vinden wanneer de inrichting geschikt moet worden gemaakt voor gebruik onder geheel andere omstandigheden, zoals bijvoorbeeld een geheel andere grond-soort.
•J5 In het algemeen zullen de messen op niet nader weergegeven wijze losneembaar aan de dwarsbalk worden vastgezet, zodat een beschadigd mes gemakkelijk kan worden vervangen.
Zoals uit fig. 1 blijkt maakt het vlak van de 2g messen 15 een hoek met de bewegingsrichting van de ploeg, die is aangegeven door middel van de lijnen 16, die door de ploeg getrokken voren aanduiden.
Dat de balk 14 is voorzien van naar boven en naar beneden toe stekende messen 15, die om beurten werkzaam 25 zijn, blijkt in het bijzonder uit fig. 2, waarin ook de ondersteuning van de arm 7 meer in detail is weergegeven.
Zoals reeds gezegd is de arm 7 zwenkbaar om de met het frame 2 verbonden as 9. Het frame 2 draagt de plaat 17 en deze bezit twee scharnierpuntenl8, die elk weer zijn 3Q verbonden met een steunstang 19. Élke steunstang 19 omvat een met de scharnieras 18 verbonden deel 20, waarin een draadstang 21 kan worden geschroefd, die de plaat 22 draagt, waarin een sleufgat 23 is aangebracht. Door de sleufgaten 23 van de beiden platen 22 loopt een pen 24 die vast is 35 verbonden met de arm 7. De stang 21 wordt in het deel 2 o geborgd door middel van een borgmoer 25.
Bij de boven beschreven, in fig.2 weergegeven, uitvoering van de steunstangen 19 met de sleufgaten 23 zal de arm 7, wanneer op de messen 15 geen krachten worden 4Q uitgeoefend een stand innemen waarbij de pen 24 van de 8403788 % j' -6- arm 7 aan^ligt tegen het onderste einde van het sleufgat 23 van de bovenste steunstang 19. Bij gebruik van de inrichting kan op de messen 15 een opwaartse belasting worden uitgeoefend en hierdoor kan de arm 7 onbeperkt naar boven toe worden 5 verzwenkt, uiteraard tot-dat de pen 24 ervan in aanraking komt met het einde van het sleufgat 23 in de onderste steunstang 19, welke situatie zich echter nagenoeg nooit zal voordoen.
Om echter de omhoog gaande verzwenking van de 10 arm 7 te begrenzen, zodat de messen 15 niet meer over een voldoende afstand met de ploegsnede in aanraking zijn, kan er volgens de figuren 3 en 4 in worden voorzien, dat elke sleuf 23 van een steunstang 19 is voorzien van een verbreed deel 26. Wanneer nu de messen 15 geheel vrij 15 zijn van de grond kan , zoals aangegeven in fig. 3, de pen 24, die is verbonden met de arm 7, zich op enige afstand bevinden van het rechter einde van de sleuf 23 in de onderste steunstang 19. Hierbij oefent de arm 7, via de pen 24 op de bovenste steunstang 19 een belasting uit in een 20 richting zoals deze is aangegeven met de pijl 27. Wanneer op de messen 15 door de grond een omhoog gerichte kracht wordt uitgeoefend, zoals deze in fig. 4 is aangegeven met de pijl 28/ tal de pen 24 in-'beide sleuven 23 verschuiven totdat de pen 24 aan komt te liggen tegen het linker einde 25 van het verbrede deel 26 van de sleuf in de onder-liggende steunstang 19. De pen 24 kan nu niet verder omhoog bewegen, zodat ook de omhoog gaande verzwenkende beweging van de arm 7 wordt geblokkeerd. Hierbij zal op de steunstang 19 een trek--kracht worden uitgeoefend, die echter door 30 deze steunstang gemakkelijk kan worden opgenomen.
Op deze wijze worden de messen gedwongen in de ploegsnede gehouden, zodat zij daarop een voldoende snijdende werking zullen uitoefenen.
Het zal duidelijk zijn, dat in de figuren 3 en 35 4 de steunstangen 19 niet zijn weergegeven in die standen waarin zij zich in de praktijk bevinden.
Verder kan worden opgemerkt, dat in plaats van de steunstangen 19 ook gebruik zou kunnen worden gemaakt van drukmedium cilinders, zoals bijvoorbeeld hydraulische 8403768 4 -7- cilinders, waarbij dan de slag daarvan kan worden beperkt, zodat de arm telkens in de gewenste stand kan worden gebracht, terwijl de cilinders zodanig kunnen zijn uitgevoerd, dat zij een zekere verzwenking van de arm 7 veerkrachtig op 5 kunnen vangen en de arm daarna weer in de gewenste stand brengen.
Al deze mogelijkheden zullen echter voor de deskundige duidelijk zijn en liggen binnen het kader van de onderhavige uitvinding.
«· 84037*«

Claims (12)

1. Inrichting voor het bewerken van de ploegsnede na het ploegen, met het kenmerk, dat met de ploegbalk of met het ploegframe (2) een arm (7) is verbonden, die zich naar achteren toe uitstrekt tot in 5 de nabijheid van het ploegijzer (3) en is voorzien van een, in hoofdzaak dwars op de bewegingsrichting van de ploeg staande dwarsbalk (14) die een aantal op afstand van elkaar en over de lengte van de dwarsbalk (14) verdeeld staande, naar beneden toe stekende messen (15) draagt, 10 waarbij de arm (7) en de dwarsbalk (14) zodanig zijn verbonden met de ploegbalk of met het ploegframe (2) dat de messen (15) zich in hoofdzaak ter plaatse van de ploegsnede zullen bevinden en dat de arm (7) en de dwarsbalk (14) nagenoeg steeds vrijblijven van de grond.
2. Inrichting volgens conclusie 1, m e t het kenmerk , dat elk der messen (15) een kleine hoek maakt met de bewegingsrichting van de ploeg (1).
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2 , met het kenmerk, dat de snijkant van elk der messen 20 (15) een hoek maakt met de vertikaal, zodanig dat het onderste punt van de snijkant , gezien in de bewegingsrichting van de ploeg (1), verder naar achteren toe ligt.
4. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de arm (7) zodanig 25 met de ploegbalk of met het ploegframe (2) is verbonden , dat het met de dwarsbalk (14) verbonden einde ervan een omhooggaande beweging kan uitvoeren.
5. Inrichting volgens conclusie 4, m e t het kenmerk , dat tussen de arm (7) en de ploegbalk 30 of het ploegframe (2) middelen (19,22-24, 26) aanwezig zijn waardoor de omhooggaande beweging van de arm (7) wordt beperkt, 8403768 * h -9-
6. Inrichting volgens concluisie 4 of 5, m e t het kenmerk/ dat tussen de arm (7) en de ploegbalk of het ploegframe (2) middelen aanwezig zijn die trachten de arm (7) naar beneden toe te drukken.
7. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies/ met het kenmerk, dat de dwarsbalk (14) van de inrichting, voor het gebruik bij een wentelploeg, is voorzien van twee stellen, zich ter weerszijden van de dwarsbalk (14) bevindende, messen (15).
8. Inrichting volgens conclusie 7, m e t het kenmerk , dat de arm (7) zwenkbaar is verbonden met het ploegframe (2), zodanig dat de arm (7) in elk der beide standen van de ploeg (1) vanaf het ploegframe (2) schuin naar beneden toe loopt, waarbij is voorzien 15 in middelen voor het begrenzen van de beweging van de arm (7) naar beneden toe.
9. Inrichting volgens conclusie 8, m e t het kenmerk , dat de middelen voor het begrenzen van de beweging van de arm (7) naar beneden toe worden gevormd _,· 20 door een dwars op de arm (7) staande, in de beide standen van de arm (7) in een in hoofdzaak horizontaal vlak liggende, pen (24) die zich bevindt in twee sleufgaten (23) die in lengte-richting zijn aangebracht in twee steunstangen (19), die zich vanaf de pen (24) schuin naar voren toe 25 uitstrekken, de ene naar boven en de andere naar beneden toe en die bij het andere einde scharnierend(18) zijn verbonden met het ploegframe (2).
10. Inrichting volgens conclusie 9, m e t het kenmerk , dat elk sleufgat (23) een naar één zijde 30 toe gericht verbreed deel (26) bezit, welke verbreding in de onderliggende stang (19) steeds naar boven toe is gericht.
11. Inrichting volgens conclusie 9 of 10, m e t het kenmerk, dat de plaats van de sleuf (23,26) 8403768 --- —·---a -10- *· y V < van een steunstang (19) instelbaar is ten opzichte van de plaats van het scharnierpunt (18) van de stang (19).
12. Inrichting als beschreven en/of weergegeven in de tekening en ploeg voorzien van een dergelijke inrichting. 8403768
NL8403768A 1984-12-12 1984-12-12 Inrichting voor het bewerken van de ploegsnede na het ploegen. NL8403768A (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8403768A NL8403768A (nl) 1984-12-12 1984-12-12 Inrichting voor het bewerken van de ploegsnede na het ploegen.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8403768A NL8403768A (nl) 1984-12-12 1984-12-12 Inrichting voor het bewerken van de ploegsnede na het ploegen.
NL8403768 1984-12-12

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8403768A true NL8403768A (nl) 1986-07-01

Family

ID=19844899

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8403768A NL8403768A (nl) 1984-12-12 1984-12-12 Inrichting voor het bewerken van de ploegsnede na het ploegen.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL8403768A (nl)

Cited By (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0560319A1 (de) * 1992-03-10 1993-09-15 Kverneland Klepp As Drehpflug
WO1993017541A1 (en) * 1992-03-10 1993-09-16 Kverneland Klepp As Combination of a reversible plough and seed preparation device
FR2694996A1 (fr) * 1992-09-01 1994-03-04 Lemken Kg Charrue à corps de labour pivotants avec dispositif d'entraînement pour des instruments trainés.
FR2739247A1 (fr) * 1995-09-30 1997-04-04 Kverneland Klepp As Combinaison integree d'une charrue et d'un dispositif de preparation du sol

Cited By (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0560319A1 (de) * 1992-03-10 1993-09-15 Kverneland Klepp As Drehpflug
WO1993017541A1 (en) * 1992-03-10 1993-09-16 Kverneland Klepp As Combination of a reversible plough and seed preparation device
US5590722A (en) * 1992-03-10 1997-01-07 Kverneland Klepp As Combination of a reversible plough and seed preparation device
FR2694996A1 (fr) * 1992-09-01 1994-03-04 Lemken Kg Charrue à corps de labour pivotants avec dispositif d'entraînement pour des instruments trainés.
BE1006498A3 (fr) * 1992-09-01 1994-09-13 Lemken Kg Charrue pivotante avec un bras d'entrainement.
FR2739247A1 (fr) * 1995-09-30 1997-04-04 Kverneland Klepp As Combinaison integree d'une charrue et d'un dispositif de preparation du sol

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4259794A (en) Snowplow
US7658022B2 (en) Slip hitch for a snow plow
US3587751A (en) Snowplough with adjustable blade
US3431661A (en) Snow plow with laterally expansible fixed angle plow portions
NL7905113A (nl) Veldhakselaar.
US4313503A (en) Agricultural implement
US2466555A (en) Pea and bean harvesting attachment for tractors
US4079789A (en) Earth working tool
NL8403768A (nl) Inrichting voor het bewerken van de ploegsnede na het ploegen.
US4337833A (en) Tiltable box scraper for three-point attachment to a tractor
US4269018A (en) Bean divider
CA1136916A (en) Soil undercutter with pivotally mounted shank
NL8402106A (nl) Ploeg.
US5729920A (en) Attachment for a grab implement
US3230988A (en) Tree cutting attachment
EP0196729B1 (en) A plough
US2766672A (en) Tilling tool
US4715449A (en) Self-dumping crop shield
US2210223A (en) Harrow
US2756659A (en) Releasable plow standard
US1592690A (en) Snowplow and distributing attachment for road-scraping machines
US2722877A (en) Releasable plow standard
US3047075A (en) Offset disk harrows
EP0522495A1 (en) A mouldboard assembly for a plough
NL8403424A (nl) Ploeg.

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed