NL8403071A - Inrichting voor het vervaardigen van een mondstuk en het bevestigen van mondstukken aan tabakskolommen van sigaretten. - Google Patents
Inrichting voor het vervaardigen van een mondstuk en het bevestigen van mondstukken aan tabakskolommen van sigaretten. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8403071A NL8403071A NL8403071A NL8403071A NL8403071A NL 8403071 A NL8403071 A NL 8403071A NL 8403071 A NL8403071 A NL 8403071A NL 8403071 A NL8403071 A NL 8403071A NL 8403071 A NL8403071 A NL 8403071A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- drum
- length
- double
- nozzle
- notches
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A24—TOBACCO; CIGARS; CIGARETTES; SIMULATED SMOKING DEVICES; SMOKERS' REQUISITES
- A24C—MACHINES FOR MAKING CIGARS OR CIGARETTES
- A24C5/00—Making cigarettes; Making tipping materials for, or attaching filters or mouthpieces to, cigars or cigarettes
- A24C5/47—Attaching filters or mouthpieces to cigars or cigarettes, e.g. inserting filters into cigarettes or their mouthpieces
- A24C5/471—Attaching filters or mouthpieces to cigars or cigarettes, e.g. inserting filters into cigarettes or their mouthpieces by means of a connecting band
Landscapes
- Manufacturing Of Cigar And Cigarette Tobacco (AREA)
Description
* - -Γ 4 Ν032770 1
Inrichting voor het vervaardigen van een mondstuk en het bevestigen van mondstukken aan tabakskolommen van sigaretten. _
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op het vervaardigen van 5 sigaretten met een stijf mondstuk bevestigd aan een einde, en meer in het bijzonder op een inrichting voor het bevestigen van twee coaxiaal in lijn liggende tabakskolommen van sigaretten aan een daar tussen geplaatst vast mondstuk met dubbele lengte als een tussen liggende stap bij de vervaardiging van een gerede sigaret met een stijf mondstuk be-10 vestigd bij een einde.
Het is bekend, om twee coaxiaal in lijn liggende tabakskolommen van sigaretten te bevestigen aan een tussenliggende filterstang met dubbele lengte door het omwikkelen van mondstukmateriaal om de filterstang met dubbele lengte en om een deel van elke tabakskolom nabij de 15 filterstang om een groep bestaande uit filterstang- tabakskolom voort te brengen. Nadat de tabakskolommen zo bevestigd zijn aan de filterstang met dubbele lengte wordt de filterstang met dubbele lengte bij de dwarshartlijn doorgesneden waardoor twee afzonderlijke van een filter voorziene sigaretten verkregen worden.
20 Verschillende inrichtingen zijn bekend voor het uitvoeren van de bovenbeschreven taak. Voorbeelden van tot nu toe bekende inrichtingen zijn bekend uit de Amerikaanse octrooischriften 2.166.486, 2.194.387, 2.786.472, 2.809.640 en 3.001.528.
In het algemeen grijpen de tot nu toe bekende inrichtingen de om-25 trek van de tussenliggend aangebrachte filterstang en de tabakskolommen door wrijving aan, waardoor de groep omvattende de filterstang-tabaks-kolom gerold wordt, waardoor het mondstukmateriaal om de filterstang i met dubbele lengte en delen van de tabakskolom men nabij de einden van de filterstang met dubbele lengte gerold worden.
30 Hoewel de tot nu toe bekende inrichtingen van het hierboven be schreven soort bevredigend kunnen zijn om filterstangen met tabakskolommen te verbinden, ontstaat een twee-voudig probleem bij het bevestigen van een stijf mondstuk aan tabakskolommen. Filterstangen worden vervaardigd van verhoudingsgewijs zachte, veerkrachtige vezelachtige 35 geschuimde materialen, zoals bijvoorbeeld cellulose-acetaat, dat een omtreksoppervlak heeft met een verhoudingsgewijs hoge wrijvingscoëffi- | ciënt ten opzichte van het raakoppervlak van de rolinrichting. Stijve mondstukken worden echter typisch vervaardigd van een glad hard kunststof materiaal dat een verhoudingsgewijs geringe wrijvingscoëffciënt 40 heeft. Daarom gebeurt het dat indien de tot nu toe dubbele rolinrich- 8403071 2 4 5 ting gebruikt wordt om een groep omvattende monstuk met dubbele leng-te-tabakskolom te rollen, dat de groep omvattende het mondstuk met dubbele lengte-tabakskolom glijdt in plaats van rolt door de rolinrichting en het mondstukmateriaal zal daarom niet om het stijve mondstuk met 5 dubbele lengte en delen van het tabakskolommen nabij de einden van het mondstuk gewikkeld worden. Het vergroten van de loodrecht gerichte kracht uitgeoefend door de· rolinrichting tegen het mondstuk met dubbele lengte zal de funktionele kracht tussen de rolinrichting en het mondstuk vergroten maar het stijve materiaal van het mondstukmateriaal zal 10 echter scheuren indien de loodrechte kracht die daarop uitgeoefend wordt te groot is.
De onderhavige uitvinding onderkent dit dillema en voorziet in een oplossing daarvoor.
Meer in het bijzonder voorziet de onderhavige uitvinding in een 15 uitvoering in een inrichting voor het opbrengen van twee papierringen om de omtrek van een mondstuk van de sigaret met dubbele lengte op afstand van elkaar liggend bij tegenovergestelde langszijden ten opzichte van de dwarshartlijn van het mondstuk met dubbele lengte, omvattende een draaibare trommel die ten minste even breed is als de lengte van 20 het mondstuk met dubbele lengte, waarbij de draaibare trommel een veelheid van inkepingen heeft voor het opnemen van mondstukken met dubbele lengte, gevor%d in de omtrek daarvan met tussenruimten daarom heen liggend, waarbij de inkepingen met de langsassen daarvan in hoofdzaak evenwijdig aan de draaiingsas van de trommel gericht zijn, en een stil-25 staand wikkelblok met een boogvormig raakoppervlak, dat concaaf gericht is naar de omtrek van de trommel, waarbij het boogvormige raakoppervlak van het wikkelblok overeenkomt met de kromming van het omtreksoppervlak van de trommel en op een bepaalde afstand ligt van het omtreksoppervlak van de trommel op die kleiner is dan de diameter van het mondstuk met 30 dubbele lengte, en twee op afstand van elkaar liggende raakzones op afstand liggend aan tegenoverliggende zijden van de langshartlijn van het wikkelblok geschikt om in de langsrichting op afstand liggende delen van het mondstuk met dubbele lengte te raken, waarbij de raakzones een verhoudingsgewijs hoge wrijvingscoëfficiënt met het mondstuk hebben.
35 Bij een verdere uitvoering voorziet de onderhavige uitvinding in een inrichting voor het bevestigen van twee cilindrische tabakskolommen aan een daar tussen aangebracht mondstuk met dubbele lengte door het wikkelen van een vel mondstukmateriaal om het mondstuk met dubbele lengte en een deel van elke tabakskolom dat direkt nabij elk einde van 40 het mondstuk met dubbele lengte ligt, om een sigarettegroep te vormen, 840 3 07 f έ * 3 omvattende een draaibare trommel, die ten minste even breed is als de totale lengte van de twee tabakskolommen en het tussen liggende mondstuk met dubbele lengte, waarbij de draaibare trommel een veelheid van inkepingen heeft, die de sigarettegroep ontvangen, gevormd in de omtrek 5 daarvan met op afstand liggende tussenruimten daarom heen, waarbij de inkepingen met de langsas in hoofdzaak evenwijdig gericht zijn aan de draailngsassen van de trommel, en een stilstaand rolblok met een boogvormig raakoppervlak dat concaaf gericht is naar de omtrek van de trommel, waarbij het boogvormige raakoppervlak van het rolblok overeenkomt 10 met de kromming van het omtreksoppervlak van de trommel en op een bepaalde afstand van het omtreksoppervlak van de trommel ligt, die kleiner is dan de diameter van het mondstuk met dubbele lengte, waarbij ten minste de middelste zone van het raakoppervlakt geschikt is om het tussenliggend aangebrachte mondstuk met dubbele lengte van de sigarette-15 groep aan te raken bij het omtreksoppervlak van de trommel tussen aangrenzende inkepingen gevormd in de trommel, die van een verhoudingsgewijs zacht veerkrachtig materiaal is met een verhoudingsgewijs hoge wrijvingscoëfficiënt ten opzichte van het mondstuk.
Een duidelijker begrip van de onderhavige uitvinding zal verkregen 20 worden aan de hand van de onderstaande beschrijving in samenhang met de bijgevoegde tekeningen, waarbij overeenkomstige cijfers in de verschillende tekeningen betrekking hebben op overeenkomstige delen en waarbij: figuur 1 een sigarettegroep is vervaardigd volgens de onderhavige 25 uitvinding met het mondstukmateriaal gedeeltelijk niet gewikkeld om details duidelijker te tonen; figuur 2 een andere uitvoering is van een sigarettegroep vervaardigd volgens de onderhavige uitvinding met het mondstukmateriaal gedeeltelijk niet gewikkeld om details duidelijker te tonen; 30 figuur 3 een perspectievisch aanzicht is van een inrichting die de onderhavige uitvinding omvat voor het wikkelen van twee op afstand liggende ringen om de omtrek van een mondstuk met dubbele lengte op afstand liggend en aan tegenoverliggende zijden van de dwarshartlijn van het mondstuk met dubbele lengte; 35 figuur 4 een vergroot onderaanzicht is van een stilstaand wikkel- blok volgens de onderhavige uitvinding zoals gezien in de richting van de pijlen 4-4 in figuur 3; figuur 5 een perspectivisch aanzicht is van een inrichting omvattende de onderhavige uitvinding voor het bevestigen van twee cilin-40 drische tabakskolommen aan een daar tussen aangebracht stijf mondstuk 840 307 1 4 » i met dubbele lengte; en figuur 6 een vergroot onderaanzicht is van een stilstaand rolblok volgens de onderhavige uitvinding zoals gezien in de richting van de pijlen 6-6 in figuur 5.
5 In figuur 1 wordt ten eerste een sigarettegroep getoond, in het geheel aangegeven met verwijzingscijfer 10, bestaande twee axiaal in lijn liggende tabakskolommen 12 en 14 en een tussengeplaatst stijf mondstuk 16 met dubbele lengte. Tijdens de vervaardiging van sigaretten worden de tabakskolommen 12 en 14 aan tegenoverliggende einden van het 10 tussengeplaatste stijve mondstuk 16 met dubbele lengte bevestigd met een vel mondstukmateriaal 18, dat gewikkeld is om het stijve mondstuk 16 met dubbele lengte en een deel van elke tabakskolom 12 en 14 nabij elk einde van het mondstuk en daaraan klevend gehecht door roldruk. Indien bijvoorbeeld het mondstuk 16 met dubbele lengte 52 mm lang is, zal 15 het mondstukmateriaal 18 57 mm breed zijn, zodat dit het einde van elke tabakskolom 12 en 14 nabij het mondstuk 16 ongeveer 2,5 mm overlapt. Nadat de tabakskolommen 12 en 14 aan het mondstuk 16 met dubbele lengte bevestigd zijn waardoor een sigarettegroep 10 gevormd wordt, wordt het mondstuk 16 met dubbele lengte gescheiden bij de dwarshartlijn daarvan, 20 hetgeen twee afzonderlijke sigaretten geeft die elk een stijf mondstuk bij een einde hebben.
Teneinde te verzekeren dat het mondstukmateriaal 18 aan het stijve mondstuk hecht, wordt eventueel een papieren ring 20 om het mondstuk gewikkeld dat onder het mondstukmateriaal ligt, zoals het meest duide-25 lijk blijkt uit figuur 2, waar het mondstukmateriaal 18 gedeeltelijk afgewikkeld is om details duidelijker te tonen. Bij de hierboven beschreven vervaardigingshandeling is het noodzakelijk om twee papieren ringen 20 om het mondstuk 16 met dubbele lengte te wikkelen die op afstand van elkaar liggen in de langsrichting van het mondstuk 16 met 30 dubbele lengte aan tegenoverliggende zijden van de dwarshartlijn van het mondstuk 16 met dubbele lengte.
Figuur 3 toont een inrichting, in het geheel aangegeven met verwi jzingscijfer 22, voor het wikkelen van de twee ringen 20 om het mondstuk 16 met dubbele lengte* De inrichting 22 bestaat uit een draaibaar 35 aangebrachte toevoertrommel 24 voor mondstukken met dubbele lengte en een stilstaand wikkelblok 26 voor ringen aangebracht in de nabijheid en op afstand van een boogvormig deel van de omtrek van de toevoertrommel 24 voormondstukken.
De toevoertrommel 24 voor mondstukken omvat een veelheid van open 40 inkepingen 28 gevormd in het omtreksoppervlak daarvan met in hoofdzaak 8403071 5 * * op gelijk liggende tussenruimten daarom heen. Elke inkeping 28 is met de langsas daarvan in hoofdzaak evenwijdig aan de draaiingsas van de toe-voertrommel 24 voor mondstukken gericht en is geschikt om daarin een mondstuk 16 met dubbele lengte op te nemen. Bij voorkeur is de toevoer-5 trommel 24 voor mondstukken ten minste even breed als de lengte van een mondstuk met dubbele lengte, en de diepte van elke inkeping 28 is ongeveer 1/3 van de diameter van de mondstukken zodat het grootste deel van het mondstuk met dubbele lengte buiten een inkeping 28 blijft. Zoals in het gebied "A" in figuur 3 aangegeven is, worden voordat een mondstuk 10 16 met dubbele lengte in een inkeping 28 voor het ontvangen van mond stukken aangebracht wordt, twee evenwijdige op afstand liggende stroken 20A van papier, die om het mondstuk 16 met dubbele lengte gewikkeld zullen worden om de ringen 20 te vormen, boven de mondstukopenemende inkeping 28 aangebracht aan beide zijden van de dwarshartlijn van de 15 inkeping 28. De stroken 20A worden elk met de voorrand daarvan boven de inkeping 28 aangebracht, zodat de voorrand van de strook 20A klevend gehecht zal zijn aan het mondstuk 16 met dubbele lengte dat opgenomen moet worden in de inkeping 28, waarbij het overige van de stroken 20A zich naar buiten uitstrekt over de omtrek van de toevoertrommel 24 voor 20 mondstukken, tussen aangrenzende inkepingen 28 achter het mondstuk 16 met dubbele lengte aangebracht in de inkeping 28 en waaraan de voorrand daarvan bevestigd is.
Uit figuur 3 en 4 blijkt dat het stilstaande wikkelblok 26 gevormd is met een boogvormig oppervlak 30 dat op afstand ligt van en concaaf 25 gericht is naar het omtreksoppervlak van de toevoertrommel 24 voor de mondstukken. De kromming van het boogvormige oppervlak 30 van het wik-. kelblok 26 komt overeen met de kromming van de omtrek van de toevoertrommel 24 voor mondstukken, zodat de ruimte daartussen langs de lengte van het wikkelblok 26 gelijk is. Het boogvormige oppervlak 30 van het 30 wikkelblok 26 omvat twee evenwijdige, op afstand liggende raakzones 30A en 30B voor het mondstuk op gelijke afstand liggend aan beide zijden van de langshartlijn van het boogvormige oppervlak 30 en zich in hoofdzaak over de hele lengte van het boogvormige oppervlak 30 uitstrekkend. Verder is elk van de raakzones 30A en 30B ongeveer even breed als de 35 breedte van een papierstrook 2QA en is in lijn met een van de stroken 20A. De afstand tussen raakoppervlakken 30A en 30B en het omtreksoppervlak van trommel 24 komt overeen met de omvang waarin het mondstuk met dubbele lengte uit de inkepingen 28 steekt voorbij de. toevoertrommel 24. De raakoppervlakken 30A en 30B zijn vervaardigd van een verhou-40 dingsgewijs zacht veerkrachtig materiaal met een verhoudingsgewijs hoge 8403071 * ' i 6 wrijvingscoëfficiënt bij rollen met het materiaal van het mondstuk met dubbele lengte, bijvoorbeeld in de orde van grootte van ten minste 0,2. Een passend materiaal is schuimrubber met lage dichtheid. Een dergelijk materiaal dat met succes gebruikt is, is een produkt verkocht door 5 Scholl, Inc. uit Memphis, Tennessee onder het handelsmerk "MOLEFORM".
Tijdens bedrijf voert de toevoertrommel 24 voor mondstukken, wanneer deze draait achtereenvolgens mondstukken 16 met dubbele lengte toe aan het inlaat- of stroomopwaartse einde van het stilstaande wikkelblok 26 voor ringen. Indien het mondstuk 16 met dubbele lengte de ruimte 10 tussen het wikkelblok 26 en toevoertrommel 24 binnentreedt raken de raakzones 30A en 30B het mondstuk 16 met dubbele lengte in een inkeping 28 van de trommel 24, waardoor het aangeraakte mondstuk 16 met dubbele lengte tegen de draaiing van de toevoertrommel 24 indraait uit de inkeping 28 op het omtreksoppervlak van de trommel 24. Het mondstuk 16 met 15 dubbele lengte op het omtreksoppervlak van de trommel 24 blijft in aanraking met de veerkrachtige zones 30A en 3QB van het wikkelblok 26 waardoor het mondstuk 16 met dubbele lengte tegengesteld aan de draai-ingsrichting van de wikkeltrommel 24 rolt op het omtreksoppervlak van de trommel 24 tussen aangrenzende inkepingen 28, waardoor elk van de 20 stroken 20A om de omtrek van het mondstuk 16 met dubbele lengte gewikkeld wordt dat de twee op afstand liggende ringen om het mondstuk 16 met dubbele lengte vormt op afstand van elkaar liggend aan tegenoverliggende zijden van de dwarshartlijn van het mondstuk 16 met dubbele lengte.
25 In figuur 5 is een inrichting afgeheeld die in het geheel aangege ven wordt met verwijzingscijfer 32, voor het bevestigen van de twee axiaal in lijn liggende tabakskolommen 12 en 14 aan het daartussen aangebrachte mondstuk 16 met dubbele lengte door het wikkelen van het vel mondstukmateriaal 18 om het mondstuk 16 en een deel van elke tabaksko-30 lom direkt nabij elk einde van het mondstuk 16 met dubbele lengte. De inrichting 32 bestaat uit een draaibaar aangebrachte toevoertrommel 34 voor de sigarettegroep en een stilstaand rolblok 36 aangebracht nabij en op afstand van een boogvormig deel van de omtrek van de toevoertrommel 34.
35 De toevoertrommel 34 omvat een veelheid van open Inkepingen 38 ge vormd in het omtreksoppervlak daarvan met in hoofdzaak gelijke tussenruimten daarom. Elke inkeping 38 is met de langsas daarvan in hoofdzaak evenwijdig aan de draaiingsas van de toevoertrommel 34 gericht en geschikt om daarin een sigarettegroep 10 te ontvangen. Bij voorkeur is de 40 toevoertrommel voor de sigarettegroep ten minste even breed als de 8403071 * i * 7 lengte van de sigarettegroep 10, en de diepte van elke inkeping is ongeveer 1/3 van de diameter van de tabakskolom, zodat het grootste deel van een sigarettegroep 10 buiten de inkeping 38 blijft. Zoals in het gebied "A” in figuur 5 geschetst is, wordt, voordat een sigarettegroep 5 10 opgenomen wordt in een inkeping 28, een vel mondstukmateriaal 18 over de inkeping 38 aangebracht zodat de voorrand van het vel mondstukmateriaal 18 klevend bevestigd zal worden aan het mondstuk 16 met dubbele lengte en einddelen van de tabakskolom 12 en 14 die opgenomen moeten worden in de inkeping 38 met het overige het mondstukmateriaal zich 10 naar buiten uitstrekkend over de omtrek van de toevoertrommel 34 tussen aangrenzende inkepingen 38 achter de sigarettegroep 10 waaraan deze bevestigd is.
In figuur 5 en 6 is af geheeld hoe het stilstaande rolblok 36 gevormd is met een boogvormig raakoppervlak 40 voor de sigarettegroep op 15 afstand liggend van en concaaf gericht naar het omtreksoppervlak van de toevoertrommel 34. Het rolblok 36 is stroomafwaarts van de plaats aan-gebracht waar de sigarettegroep 10 in de inkepingen 38 geplaatst is. De kromming van het boogvormige oppervlak 40 komt met de kromming van de omtrek van de toevoertrommel 34 overeen zodat de ruimte daartussen over 20 de lengte van het rolblok 36 gelijkblijvend is. De ruimte tussen het raakoppervlak 40 van het rolblok 36 en het omtreksoppervlak van de toevoertrommel 34 is kleiner dan de diameter van de sigarettegroep 10. De totale breedte van het raakoppervlak 40 is in hoofdzaak gelijk aan de breedte van de toevoertrommel 34 en is in drie zich in de langsrichting 25 uitstrekkende raakzones verdeeld, een middengebied 40A dat begrensd wordt door twee geheel gelijke zijzones 40B en 40C. De breedte "W" van de middenzone 40A is in hoofdzaak gelijk aan de breedte van het mondstukmateriaal 18 waarbij de langshartlijn 42 van de middelste raakzone 40A in lijn ligt met de dwarshartlijn van het stijve mondstuk met dub-30 bele lengte van een sigarettegroep 10 gedragen door de inkepingen 38, zodat het middelste raakgebied 40A slechts het stijve mondstuk 16 met dubbele lengte raakt alsmede een klein deel van elke tabakskolom 12 en 14 direkt nabij de einden van het mondstuk 16 waarover het mondstukmateriaal 18 gerold moet worden wanneer de toevoertrommel een sigarette-35 groep 10 onder het rolblok 36 beweegt. Elk van de zijzones 40B en 40C raakt ëin van de tabakskolommen 12 en 14, die zich uitstrekken van de tegenoverliggende einden van het mondstuk 16 met dubbele lengte aangeraakt door de middelste zone 40a. De middelste raakzone 40A en zijdelingse raakzones 40B en 40C zijn onderling van gelijke omvang. De mid-40 dels te raakzone 40A is vervaardigd van een verhoudingsgewijs zacht 8403071 « 8 * * veerkrachtig materiaal met een verhoudingsgewijs hoge wrijvingscoëffi-ciè'nt bij rollen, in de orde grootte van 0,2 of hoger, zoals bijvoorbeeld schuimrubber met lage dichtheid en dergelijke. Een passend commercieel verkrijgbaar materiaal blijkt een produkt te zijn verkocht 5 door Scholl, Inc. uit Memphis Tennessee onder het handelsmerk "MQLEFOBM". De zijdelingse raakzones 40B en 40G omvatten bij voorkeur een gepolijst metaal.
Het rolblok 36 kan eveneens ten minste een verbreekstaaf 44 omvatten bij het inlaateinde van het rolblok 36. De verbreekstaaf 44 is in 10 hoofdzaak even lang als de totale lengte van de tabakskolommen 12 en 14 en het tussen geplaatste mondstuk 16 met dubbele lengte van de sigarettegroep 10, en is in hoofdzaak evenwijdig aan de sigarettegroep 10 in een inkeping 38 die zich daaronder bevindt. Bovendien steekt de verbreekstaaf 44 naar het omtreksoppervlak van de toevoertrommel 34 uit, 15 voorbij het boogvormige raakoppervlak 40 van het rolblok 36. Zoals het meest duidelijk blijkt uit figuur 5 kan het, indien de afstand tussen aangrenzende inkepingen 38 van de trommel 34 kleiner is dan de lengte van het boogvormige raakoppervlak 40, wenselijk zijn om in ten minste een verbreekstaaf te voorzien, die in het geheel aangegeven wordt met 20 verwijzingscijfer 46 en zich uitstrekt naar het omtreksoppervlak van de trommel 34 evenwijdig aan de verbreekstaaf 44 en daarvan op een afstand liggend die in hoofdzaak overeenkomt met de afstand tussen aangrenzende inkepingen 38. De tweede verbreekstaaf 46 is in figuur 6 afgeheeld met twee helften 46A en 46B van de verbreekstaaf die in de langsrichting in 25 lijn liggen. Zoals afgebeeld steekt de helft. 46A van de verbreekstaaf zich van de zijdelingse raakzone uit en strekt de andere helft 46B van de verbreekstaaf zich van de andere zijdelingse raakzone 40C naar het omtreksoppervlak van de trommel 34 uit.
Tijdens bedrijf voert, wanneer de toevoertrommel 34 draait, deze 30 achtereenvolgens sigarettegroep 10 naar het inlaat- of stroomopwaartse einde van het rolblok 36. Wanneer een sigarettegroep 10 de ruimte tussen het rolblok 36 en toevoertrommel 34 binnentreedt, grijpt de verbreekstaaf 44 de gehele lengte van de sigarettegroep 10 aan, die in de inkeping 38 geplaatst is, die daaronder gaat is en de beweging van de 35 aangegrepen sigarettegroep 10 met de toevoertrommel 34 verstorend, waardoor de aangegrepen sigarettegroep 10 gedwongen wordt tegengesteld aan de draaiing van de toevoertrommel te draaien uit de inkeping 38 op het omtreksoppervlak van de trommel 34. Direkt na het onder de verbreekstaaf 41 doorgaan, wordt het mondstuk 16 met dubbele lengte van 40 sigarettegroep 10 op het omtreksoppervlak van de trommel 34 aangeraakt 8403071 c » 9 door de veerkrachtig middelste raakzone 40A van het raakoppervlak van het rolblok en de twee tabakskolommen 12 en 14 die zich uitstrekken van tegenoverliggende einden van het mondstuk 16 met dubbele lengte worden door verschillende zijdelingse raakzones 40B en 4QC geraakt, waardoor 5 de sigarettegroep 10 tegengesteld aan de draaiingsrichting van de trommel 34 op het omtreksoppervlak van de trommel 34 draait tussen aangrenzende inkepingen 38, waardoor het mondstukmateriaal 18 om het mondstuk 16 met dubbele lengte gewikkeld wordt, alsmede om einddelen van de tabakskolommen 12 en 14 nabij de tegenoverliggende einden van het mond-10 stuk 16 met dubbele lengte voordat de sigarettegroep 10 in de daarop volgende inkeping 38 valt» Soms is het wenselijk om de sigarettegroep 10 ten minste eenmaal opnieuw te rollen nadat het mondstukmateriaal 18 een eerste maal om de sigarettegroep gewikkeld is, om juiste hechting van het mondstukmateriaal aan de tabakskolommen en het mondstuk te ver— 15 zekeren. Hiertoe is het rolblok 36 langer dan de omtrek van de sigarettegroep 10, zodat de sigarettegroep 10 meer dan een omwenteling zal maken, bijvoorbeeld twee en een halve omwenteling, onder het rolblok 36.
In deze toestand is de tweede verbreekstaaf 46 aanwezig om net de tabakskolommen 12 en 14 aan te grijpen» Elke helft 46Δ en 46 B van de 20 tweede verbreekstaaf 46 grijpt één van de tabakskolommen 12 en 14 van de sigarettegroep 10 aan beide zijden van het tussengeplaatste stijve mondstuk 16 met dubbele lengte aan om de sigarettegroep 10 uit de opvolgende inkeping 38 en terug op het omtrekoppervlak van de trommel 34 te rollen. Indien de sigarettegroep 10 zich opnieuw op het omtreksop-25 pervlak van de trommel 34 bevindt, grijpt de veerkrachtige middelste raakzone 40A het mondstukmateriaal aan om het stijve mondstuk 16 en de zijdelingse raakzones 40B en 40C grijpen een van de bevestigde tabakskolommen 12 en 14 aan waardoor de sigarettegroep 10 opnieuw tegengesteld aan de draaiingsrichting van de trommel op het omtreksoppervlak 30 tussen aangrenzende inkepingen draait, waardoor het mondstukmateriaal 18 opnieuw gerold wordt, voordat de sigarettegroep 10 in de daaropvolgende inkeping 38 valt. Het rolblok 38 kan in elke gewenste lengte vervaardigd worden om de sigarettegroep 10 achtereenvolgens elk gewenst aantal malen opnieuw te doen rollen. Echter kunnen verbreekstaven over- j 35 eenkomstig aan de tweede verbreekstaaf 46 aangebracht moeten worden met tussenruimten daartussen die in hoofdzaak overeenkomen met de afstand tussen aangrenzende inkepingen 38 in de toevoertrommel 34 om de sigaret tegroepen uit de inkepingen 38 en op het omtreksoppervlak van de trommel 34 te doen rollen.
40 De bovenstaande gedetailleerde beschrijving is in hoofdzaak gege- 8403071 10 ven vanwege de duidelijkheid van het begrip en daaruit moeten geen niet noodzakelijke beperkingen begrepen worden met betrekking tot wijzigingen die duidelijk zullen worden voor degene bekwaam in de stand der techniek bij het lezen van deze beschrijving en welke wijzigingen uit-5 gevoerd kunnen worden zonder buiten het bereik van de uitvinding zoals hierboven en in de bijgaande conclusies beschreven, te geraken.
\ 8403071
Claims (16)
1. Inrichting voor opbrengen van twee papieren ringen om de omtrek van een sigarettemondstuk met dubbele lengte op afstand van elkaar lig-5 gend aan tegenoverliggende langszijden van de dwarshartlijn van het mondstuk met dubbele lengte, met het kenmerk, dat deze omvat: een draaibare trommel die ten minste even breed is als de lengte van een mondstuk met dubbele lengte, waarbij de draaibare trommel een veelheid van inkepingen voor het ontvangen van het mondstuk met dubbele 10 lengte heeft, gevormd in de omtrek daarvan met op afstand liggende tussenruimte daarom, waarbij de inkepingen met de langsassen daarvan in hoofdzaak evenwijdig aan de draaiingsas van de trommel gericht zijn; en, een stilstaand wikkelblok met een boogvormig raakoppervlak concaaf 15 gericht naar de omtrek van de trommel, waarbij het boogvormige raakoppervlak van het wikkelblok overeenkomt met de kromming van het omtreks-oppervlak van de trommel en op een bepaalde afstand ligt van het om-treksoppervlak van de trommel, die kleiner is dan de diameter van het . mondstuk met dubbele lengte en twee op afstand liggende raakzones op 20 afstand liggend aan tegenoverliggende zijden van de langshartlijn van het wikkelblok geschikt om in langsrichting op afstand van elkaar liggende delen van het mondstuk met dubbele lengte aan te raken waarbij de raakzones van een verhoudingsgewijs zacht veerkrachtig materiaal zijn met een verhoudingsgewijs hoge wrijvingscoëfficiënt met het mondstuk.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het boog vormige raakoppervlak van het wikkelblok langer is dan de afstand tussen aangrenzende inkepingen van de trommel voor het ontvangen van mond- stukken met dubbele lengte. j
3. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de inke-30 pingen gevormd in de trommel een diepte hebben, die kleiner is dan de diameter van een mondstuk met dubbele lengte zodat het grootste deel van het mondstuk met dubbele lengte buiten de inkeping blijft.
4. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het zachte veerkrachtige materiaal van de raakzones een 35 wrijvingscoëfficiënt bij rollen heeft met het mondstuk met dubbele lengte van ten minste 0,2.
5. Inrichting voor het bevestigen van twee cilindrische tabaksko-lommen aan een daartussen aangebracht stijf mondstuk met dubbele lengte door het wikkelen van een vel mondstukmateriaal om het stijve mondstuk 40 met dubbele lengte en een deel van elke tabakskolom direkt nabij elk 8403071 % einde van het mondstuk met dubbele lengte om een sigarettegroep te vormen, met het kenmerk, dat deze omvat: een draaibare trommel, die ten minste even breed is als de totale lengte van de twee tabakskolommen en het tussen geplaatste stijve mond-5 stuk met dubbele lengte waarbij de draaibare trommel een veelheid van inkepingen heeft, die sigarettegroepen ontvangen, gevormd in de omtrek daarvan met tussenruimten en daarom heen, waarbij de inkepingen met de langsassen daarvan in hoofdzaak evenwijdig aan de draaiingsas van de trommel gericht zijn; en 10 een stilstaand rolblok met een boogvormig raakoppervlak dat con caaf gericht is naar de omtrek van de trommel, waarbij het boogvormige raakoppervlak van het rolblok overeenkomt met de kromming van het om-treksoppervlak van de trommel en op een bepaalde afstand ligt van het het omtreksoppervlak van de trommel, die kleiner is dan de diameter van 15 het mondstuk met dubbele lengte, waarbij ten minste de middelste zone van het raakoppervlak geschikt is om het daartussen aangebrachte stijve mondstuk met dubbele- lengte van de sigarettegroep op het omtreksoppervlak van de trommel tussen aangrenzende inkepingen gevormd in de trommel aan te raken, dat van een verhoudingsgewijs zacht veerkrachtig ma- 20 teriaal is,, dat een verhoudingsgewijs aanzienlijk wrijvingscoëfficiënt met het mondstuk heeft.
6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het rolblok bovendien twee zijdelingse raakoppervlakken omvat die het middelste raakoppervlak begrenzen en waarbij elk van de zijdelingse raakop- 25 pervlakken geschikt om één van de tabakskolommen van de sigarettegroep op het omtreksoppervlak van de trommel aan te raken.
7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de zijdelingse raakoppervlakken in hoofdzaak van dezelfde omvang zijn als het middelste raakoppervlak.
8. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de zijde lingse raakoppervlakken vervaardigd zijn van een verhoudingsgewijs hard materiaal en een glad oppervlak voor de tabakskolommen vormen.
9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de zijdelingse raakoppervlakken van het rolblok gepolijst metaal Zijn.
10. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat deze bo vendien middelen omvat om de sigarettegroepen uit de inkepingen van de trommel en 'op het omtreksoppervlak van de trommel te rollen wanneer de sigarettegroepen de ruimte begrensd tussen het boogvormige raakoppervlak en de omtrek van de trommel binnentreden.
11. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat het mid- 840 3 07 1 -Γ > del dat de sigarettegroepen uit de inkepingen en op de omtrek van de trommel doet rollen omvat een verbreekstaaf bij bet inlaateinde van het rolblok waarbij de verbreekstaaf in hoofdzaak even lang is als de totale lengte van de twee tabakskolommen en het tussengeplaatste stijve 5 mondstuk met dubbele lengte van de sigarettegroep, waarbij de verbreekstaaf in hoofdzaak evenwijdig is aan de langsassen van de inkepingen in de draaibare trommel en uitsteekt van het boogvormige oppervlak van het rolblok naar het omtreksoppervlak van de trommel om de sigarettegroep aan te raken, die onder de verbreekstaaf gaat om de sigarettegroep uit 10 de inkeping en op het omtreksoppervlak van de trommel tussen aangrenzende inkepingen te rollen»
12. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het boogvormige raakoppervlak van het rolblok langer is dan de afstand tussen aangrenzende inkepingen van de trommel die sigarettegroepen ontvangen, 15 zodat de sigarettegroep meer dan een omwenteling zal maken wanneer deze onder het boogvormige raakoppervlak van het rolblok doorgaat.
13. Inrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat deze bovendien omvat: eerste middelen om de sigarettegroepen uit de inkepingen van de 20 trommel op het omtreksoppervlak van de trommel te doen rollen, wanneer de sigarettegroep de ruimte tussen het boogvormige raakoppervlak en de omtrek van de trommel binnentreedt; en, tweede middelen langs het boogvormige raakoppervlak op een afstand van de eerste middelen liggend aangebracht die in hoofdzaak overeenkomt 25 met de afstand tussen aangrenzende inkepingen om de sigarettegroepen uit de inkepingen van de trommel en op het omtreksoppervlak van de trommel te rollen.
14. Inrichting volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat het eerste middel voor het rollen van sigarettegroepen uit een inkeping om- 30 vat een eerste verbreekstaaf bij het inlaateinde van het rolblok, waarbij de verbreekstaaf in hoofdzaak even lang als de totale lengte van de twee tabakskolommen en tussenliggend mondstuk met dubbele lengte van de sigarettegroep is waarbij de verbreekstaaf in hoofdzaak evenwijdig is aan de langsassen van de inkepingen in de draaibare trommel en uit-35 steekt van het boogvormige oppervlakt van het rolblok naar het omtreks- i oppervlak van de trommel om de tabakskolommen en een tussenliggend mondstuk met dubbele lengte van de sigarettegroep in een inkeping van de trommel aan te raken wanneer de sigarettegroep onder de verbreekstaaf gaat om de sigarettegroep uit de inkeping en op het omtreksopper-40 vlak van de trommel tussen aangrenzende inkepingen te rollen; en 8403071 «r waarbij het tweede middel voor het rollen van sigarettegroepen uit de inkeping ten minste een tweede verbreekstaaf omvat langs het boogvormige raakoppervlak van het eerste verbreekstaaf op een afstand liggend die in hoofdzaak overeenkomt met de afstand tussen aangrenzende 5 inkepingen van de trommel die sigarettegroepen ontvangen, waarbij de tweede verbreekstaaf twee in de langsrichting in lijn liggende helften van de verbreekstaaf bevat die van het boogvormige oppervlak van het rolblok van beide zijden van het midden van de raakzone naar het om-treksoppervlak van de trommel uitsteken om slechts de twee tabakskolom- 10 men van de sigarettegroepen aan te raken, die onder de tweede verbreekstaaf gaan om de sigarettegroepen uit de inkeping en op het omtreksop-pervlak van de trommel tussen aangrenzende inkepingen te rollen.
15. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de inkepingen gevormd in de trommel'een diepte hebben kleiner dan de diameter 15 van de sigarettegroep, zodat het grootste deel van de sigarettegroep buiten de inkepingen blijft.
16. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het zachte veerkrachtige materiaal van de middelste raakzone een wrijvingsco-ëfficiënt bij rollen heeft met het mondstuk met dubbele lengte van ten 20 minste 0,2. 840 3 ö 7 1
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
US06/541,171 US4527570A (en) | 1983-10-12 | 1983-10-12 | Device for manufacturing a mouthpiece and attaching mouthpieces to cigarette tobacco columns |
US54117183 | 1983-10-12 |
Publications (3)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8403071A true NL8403071A (nl) | 1985-05-01 |
NL191378B NL191378B (nl) | 1995-02-01 |
NL191378C NL191378C (nl) | 1995-07-03 |
Family
ID=24158472
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8403071A NL191378C (nl) | 1983-10-12 | 1984-10-09 | Inrichting voor het opbrengen van twee papieren ringen alsmede inrichting voor het bevestigen van twee cilindrische tabakskolommen. |
Country Status (21)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US4527570A (nl) |
JP (1) | JPS6098977A (nl) |
AT (1) | AT385632B (nl) |
AU (1) | AU548715B2 (nl) |
BE (1) | BE900765A (nl) |
BR (1) | BR8405137A (nl) |
CA (1) | CA1242945A (nl) |
CH (1) | CH666387A5 (nl) |
DE (1) | DE3435015A1 (nl) |
DK (1) | DK160797C (nl) |
ES (1) | ES8605959A1 (nl) |
FI (1) | FI73870C (nl) |
FR (1) | FR2553264B1 (nl) |
GB (1) | GB2148692B (nl) |
GR (1) | GR80608B (nl) |
IL (1) | IL73310A (nl) |
IT (1) | IT1176901B (nl) |
LU (1) | LU85559A1 (nl) |
NL (1) | NL191378C (nl) |
NO (1) | NO162145C (nl) |
SE (1) | SE459382B (nl) |
Families Citing this family (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB8334664D0 (en) * | 1983-12-30 | 1984-02-08 | Molins Plc | Filter cigarette manufacture |
US5191906A (en) * | 1990-10-30 | 1993-03-09 | Philip Morris Incorporated | Process for making wrappers for smoking articles which modify the burn rate of the smoking article |
PL122968U1 (pl) * | 2011-06-03 | 2014-12-22 | Tobacco Research And Development Institute (Proprietary) Limited | Udoskonalenia dotyczące zestawiania wyrobu do palenia |
CN104994755B (zh) | 2012-12-06 | 2019-04-30 | 英美烟草(投资)有限公司 | 用于吸烟制品组装的模块化装置及其重新配置方法 |
MX2018003796A (es) * | 2015-09-29 | 2018-06-22 | British American Tobacco Mexico S A De C V | Una banda de papel boquilla. |
KR20220119659A (ko) | 2019-12-20 | 2022-08-30 | 필립모리스 프로덕츠 에스.에이. | 세그먼트 그룹 주위에 시트를 래핑하기 위한 탄성 접촉 요소 |
Family Cites Families (11)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE1183000B (de) * | 1962-07-27 | 1964-12-03 | Zd Y V I Plzen Narodni Podnik | Vorrichtung zum Umwickeln von Zigaretten und Filtereinheiten mit einem Verbindungsblaettchen fuer das Herstellen von Filterzigaretten |
GB1146206A (en) * | 1966-05-20 | 1969-03-19 | Hauni Werke Koerber & Co Kg | Apparatus for producing rod-like articles |
US3420243A (en) * | 1967-01-05 | 1969-01-07 | Reynolds Tobacco Co R | Apparatus for making filter tip cigarettes |
US3526233A (en) * | 1968-08-15 | 1970-09-01 | Reynolds Tobacco Co R | Heat sealing means for filter tipping of cigarettes |
JPS5510663B2 (nl) * | 1973-06-23 | 1980-03-18 | ||
GB1487422A (en) * | 1974-02-05 | 1977-09-28 | Molins Ltd | Manufacture of cigarettes |
US4020852A (en) * | 1976-07-07 | 1977-05-03 | R. J. Reynolds Tobacco Company | Apparatus for applying uniting bands to co-axial rod-shaped articles |
DE2751522C2 (de) * | 1977-02-09 | 1986-06-12 | Hauni-Werke Körber & Co KG, 2050 Hamburg | Vorrichtung zum Herstellen einer Zone gewünschter Luftdurchlässigkeit in einem Hüllmaterialstreifen für stabförmige Artikel der tabakverarbeitenden Industrie |
IT1146133B (it) * | 1980-06-20 | 1986-11-12 | Gd Spa | Dispositivo per l'applicazione di filtri a sigarette |
IT1146244B (it) * | 1980-11-17 | 1986-11-12 | Gd Spa | Dispositivo per l'applicazione di filtri a sigarette |
DE3105454C2 (de) * | 1981-02-14 | 1985-06-05 | Fabriques de Tabac Réunies S.A., Neuchâtel | Stabförmiger, rauchbarer Artikel mit einem Filterstab am Mundende und Vorrichtung zur Herstellung eines solchen Artikels |
-
1983
- 1983-10-12 US US06/541,171 patent/US4527570A/en not_active Expired - Lifetime
-
1984
- 1984-09-20 AT AT0299484A patent/AT385632B/de not_active IP Right Cessation
- 1984-09-20 CH CH4509/84A patent/CH666387A5/de not_active IP Right Cessation
- 1984-09-24 DE DE19843435015 patent/DE3435015A1/de active Granted
- 1984-09-26 AU AU33514/84A patent/AU548715B2/en not_active Ceased
- 1984-09-28 LU LU85559A patent/LU85559A1/fr unknown
- 1984-10-05 BE BE0/213789A patent/BE900765A/fr not_active IP Right Cessation
- 1984-10-09 NL NL8403071A patent/NL191378C/nl not_active IP Right Cessation
- 1984-10-09 IT IT23060/84A patent/IT1176901B/it active
- 1984-10-09 NO NO844041A patent/NO162145C/no not_active IP Right Cessation
- 1984-10-11 SE SE8405094A patent/SE459382B/sv not_active IP Right Cessation
- 1984-10-11 GR GR80608A patent/GR80608B/el unknown
- 1984-10-11 CA CA000465224A patent/CA1242945A/en not_active Expired
- 1984-10-11 DK DK486384A patent/DK160797C/da not_active IP Right Cessation
- 1984-10-11 BR BR8405137A patent/BR8405137A/pt not_active IP Right Cessation
- 1984-10-11 ES ES536739A patent/ES8605959A1/es not_active Expired
- 1984-10-12 GB GB08425808A patent/GB2148692B/en not_active Expired
- 1984-10-12 FI FI844018A patent/FI73870C/fi not_active IP Right Cessation
- 1984-10-12 FR FR8415677A patent/FR2553264B1/fr not_active Expired
- 1984-10-12 JP JP59214086A patent/JPS6098977A/ja active Pending
- 1984-10-24 IL IL73310A patent/IL73310A/xx not_active IP Right Cessation
Also Published As
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
CA1223567A (en) | Coreless paper roll and method for the manufacture thereof | |
US6127014A (en) | Adhesive roller construction | |
EP2908670B1 (en) | Smoking article wrapper and method of making a smoking article | |
EP0212879A1 (en) | Apparatus for adjusting a cigarette having variable smoking characteristics | |
EP2755508A1 (en) | Smoking article and manufacture thereof | |
GB2124975A (en) | Rolled bales of agricultural material | |
US4687009A (en) | Adjustable filter cigarette and method of manufacture thereof | |
NL8403071A (nl) | Inrichting voor het vervaardigen van een mondstuk en het bevestigen van mondstukken aan tabakskolommen van sigaretten. | |
US4494361A (en) | Packaging of drinking straws | |
US4115180A (en) | Dispenser and applicator apparatus for edge wrapping of stained glass chips and the like with foil | |
US4832056A (en) | Apparatus for making cigarettes | |
TR201816040T4 (tr) | Çubuk şekilli bir ürün etrafına bir sargı malzemesi sarmak için aparat ve metot. | |
GB2069310A (en) | Manufacture of cigarettes | |
US3238951A (en) | Apparatus for wrapping and tipping cigars | |
US3164157A (en) | Filter type cigarette and method of making same | |
US4017021A (en) | Coin roll | |
EP0331653A2 (en) | Method and apparatus for producing rolls of perforated paper strips, a roll manufactured in this way and a dispenser for dispensing sheets from said roll | |
US3551245A (en) | Method and means for forming from and securing to thin wrapper webs a reinforced tear strip | |
EP3027069A1 (en) | Tobacco smoke filter and method of production | |
FI68205B (fi) | Foerfarande och anordning foer separation av ett rullat band fraon en rullkonstruktion av banmaterial | |
EP0790782B1 (en) | Method and apparatus for wrapping a rod of smoking material | |
US4777967A (en) | Apparatus for wrapping preformed rods of smoking material | |
CA2069005C (en) | An apparatus for removing residual web | |
CA2110751A1 (en) | Cigarette filter tip for a hand rolled cigarette | |
SU56089A1 (ru) | Машина дл завертывани карамели и т.п. |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
BA | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20010501 |