NL8402996A

NL8402996A - Koppelingsstelsel voor het losneembaar aanbrengen van een steigerleuning.

Info

Publication number: NL8402996A
Application number: NL8402996A
Authority: NL
Original assignee: Bijstede Bv Ind & Handel
Priority date: 1984-10-01
Filing date: 1984-10-01
Publication date: 1986-05-01
Also published as: DK155891B; ATE31567T1; DK441885A; EP0180260A1; DE3561254D1; DK155891C; DK441885D0; NO161868B; NO853888L; EP0180260B1; ZA857489B; NO161868C

Description

Ê » «

84.5115/AA/MvC

Korte aanduiding: koppelingsstelsel voor het losneembaar aanbrengen van een steigerleuning.

De uitvinding heeft betrekking op een koppelingsstelsel geschikt voor het losneembaar aan een constructie koppelen van een constructie-element, in het bijzonder voor het losneembaar aan een steiger koppelen van een leuning. De leuning 5 kan daarbij eenvoudig bestaan uit in een verticaal vlak aan te brengen vakwerk van twee, door middel van dwarsstukken op afstand van elkaar aangebrachte horizontale liggers. De uitvinding heeft echter ook betrekking op constructies en daaraan te koppelen constructie-elementen van een andere soort, waar-10 bij het constructie-element bijvoorbeeld een paneel of een deel van een afrastering kan zijn.

De op het gebied van de steigerbouw uit de praktijk bekenkoppel ings stel seis voor het aan een steiger koppelen van een leuning, hebben echter zodanige bezwaren dat zij een gevaar 15 vormen voor de veiligheid van het op de steiger werkzame personeel. Dit wordt veroorzaakt doordat de leuning té gemakkelijk onbedoeld van de steiger ontkoppeld kan worden.

Het gebruik van klemkoppelingen of schroefkoppelingen kan dit bezwaar weliswaar opheffen, maar heeft op haar beurt als be-20 zwaar dat voor het koppelen en ontkoppelen van de leuning bijzondere handelingen en/of het gebruik van gereedschap en/of losse onderdelen en vereist is, zodat deze oplossing duur in aanschaf en gebruik is.

De uitvinding beoogt deze bezwaren op te heffen.

25 De uitvinding verschaft daartoe een koppelingsstelsel dat zich van het koppelingsstelsel van de hierboven aangegeven soort onderscheidt doordat drie of vier in de hoekpunten van een rechthoekig vlak door het constructie-element aangebrachte en aan het constructie-element bevestigde klauwdelen, met 30 elk een bek, die gevormd wordt door een aanslaggedeelte, waarvan een aanslagoppervlak ongeveer in het verlengde van het rechthoekige vlak ligt, een op afstand tegenover het aanslagoppervlak gevormde flens en een op afstand van de flens in hoofdzaak loodrecht vanaf het aanslaggedeelte uitgaand draaggedeelte, 35 dat tijdens gebruik onder de flens ligt, en door een stel 84 0 215 5? -2 - ? I ‘ in één, verticaal georiënteerd rechthoekig vlak aan de constructie gevormde uitsteeksels met elk een in hoofdzaak rechthoekige doorsnede, waarbij de klauwdelen en de uitsteeksels zodanig georiënteerd zijn en de corresponderende uitsteeksels 5 zodanige afmetingen hebben, dat de bek van een klauwdeel nauw om het corresponderende uitsteeksel kan draaien en dat een uitsteeksel binnen de bek van een klauwdeel een verticale speling heeft.

Hiermee wordt bereikt, dat het constructie-element slechts 10 aan de constructie gekoppeld kan worden nadat het vlak door het constructie-element onder insluiting van een minimale hoek met het verticale vlak docr de uitsteeksels van de constructie gebracht is, zodat elk bovenste klauwdeel over het corresponderende uitsteeksel kan grijpen. Daarna kan de onder-15 kant van het constructie-element neergelaten worden totdat het aanslaggedeelte van elk onderste klauwdeel tegen het corresponderende'uitsteeksel stuit. Wanneer het constructie-element tijdens het laatste deel van bovenvermelde beweging over een kleine afstand omhoog en daarna omlaag verplaatst 20 wordt bevindt het constructie-element zich in de aan de constructie gekoppelde toestand. Het constructie-element is slechts door het in omgekeerde volgorde uitvoeren van deze handelingen weer van de constructie te ontkoppelen. Het constructie-element is zonder bezwaar binnen de aanwezige spelings-25 ruimte over een kleine afstand horizontaal en verticaal te verplaatsen. Zelfs indien daarbij het constructie-element door een onbedoelde draaibeweging aan de onderkant ontkoppeld wordt, kan het constructie-element niet van de constructie losraken voordat de genoemde minimale hoek bereikt wordt.

30 Door een geschikte keuze van de afmetingen van de klauwdelen en de corresponderende uitsteeksels kan de minimale hoek gemakkelijk tussen 30-60° gekozen worden. Vooral indien het constructie-element een aan een steiger te koppelen leuning betreft heeft dit een zeer gunstige invloed op het veiligheids-35 aspect.

Het koppelingsstelsel volgens de uitvinding heeft bovendien als voordeel, dat het constructie-element eenvoudig, door het bewust uitvoeren van bepaalde handelingen, aan de constructie gekoppeld respectievelijk van de constructie ont- 8402996 £ ï - 3 - en/of losse onderdelen koppeld kan worden zonder dat daarbij gereedschap/gebruikt hoeft te worden, zodat dit vooral bij herhaaldelijk gebruik, zoals op het gebied van de steigerbouw, een belangrijke kostenbesparende factor is.

5 Het koppelingsstelsel is bij voorkeur zodanig uitgevoerd, dat een uitsteeksel uitgevoerd is met een blokkeergedeelte, dat uitgaat van het tegen het aanslagoppervlak van een bek te brengen zijde van het uitsteeksel en dat zich tenminste tot aan de bovenkant van het uitsteeksel uitstrekt, en dat 10 de flens van een bek een uitsparing heeft voor het laten passeren van het blokkeergedeelte. Hierdoor wordt, nadat het constructie-element aan de constructie gekoppeld is, ook verplaatsing ervan in horizontale richting tegengegaan. De genoemde minimale aanvangshoek voor het koppelen/ontkoppelen kan dan 15 tevens bepaald worden door de afmetingen van het blokkeergedeelte, zodat de dikte van het uitsteeksel tot een gewenste dikte beperkt kan blijven.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de-tekening. In de tekening toont: 20 Fig. 1 een vooraanzicht van een steiger met een losneem bare leuning waarbij het koppelingsstelsel volgens de uitvinding is toegepast;

Fig. 2 op grotere schaal de klauwdelen van het koppelingsstelsel met verschillende van uitsteeksels voorziene bovenste 25 en onderste koppeldelen;

Fig. 3 op grotere schaal een gedeelte van het koppelingsstelsel van fig. 1;

Fig. 4a, b, c, d een doorsnede volgens de lijn IV-IV van fig. 3 met de leuning in verschillende standen voor het aan 30 de steiger koppelen of van de steiger ontkoppelen van de leuning.

De in fig. 1 in vooraanzicht getoonde steigerconstructie 1 bestaat uit een aantal staanders 2 waaraan horizontaal verlopende liggers 3 zijn bevestigd.

35 In het vlak van de liggers 3 kunnen, eventueel met de liggers 3 als ondersteuning, plankiers aangebracht zijn, zodat op grote hoogte boven de grond werkzaamheden verricht kunnen warden. Ter beveiliging van het personeel wordt daarom 3492993 * *' - 4 - op denvereiste plaatsen tussen twee staanders 2 een leuning 4 aangebracht.

De in fig. 1 getoonde leuning 4 volgens de uitvinding bestaat uit een stel horizontale buisstukken 5, die op een 5 bepaalde afstand van elkaar gehouden worden door aan de buisstukken 5 bevestigde dwarsstukken 6. In de getoonde uitvoeringsvorm zijn alle vier uiteinden van de buisstukken 5 voorzien van gelijke klauwdelen 7, die op grotere schaal in fig.

2 getoond zijn.

10 De staanders 2 zijntegenover de klauwdelen 7 van de aan de staanders 2 te koppelen leuning 4 voorzien van een bovenste koppeldeel 8 respectievelijk onderste koppeldeel 9, die ook in fig. 2 op grotere schaal getoond zijn. Bij de getoonde uitvoeringsvorm van het koppelingsstelsel volgens de uit-15 vinding met vier gelijke klauwdelen 7 hebben de bovenste en onderste koppeldelen 8, 9 verschillende afmetingen.

Zoals getoond in fig. 2 zijn de klauwdelen 7 en de koppeldelen 8, 9, met uitzondering van een afschuining van het koppeldeel 8, ten opzichte van het vlak door de buisstukken 20 5 symmetrisch uitgevoerd. Een klauwdeel 7 heeft daarom twee bekken 10, die gescheiden worden door een vertikaal verlopend aanslaggedeelte 11, dat aan elke kant een aanslagopper-vlak 12 heeft. Aan de onderkant van het aanslaggedeelte 11 is een loodrecht daarop gericht draaggedeelte 13 gevormd.

25 Op afstand van elk aanslagoppervlak 12 is een relatief korte naar beneden lopende flens 14 gevormd, zodat tussen de onderkant van de flens 14 en de bovenkant van het draaggedeelte 13 een opening aanwezig is.

De koppeldelen 8, 9 hebben elk ten minste een naar het 30 betreffende klauwdeel 7 gericht uitsteeksel 15 resp. 16.

De uiteinden van de uitsteeksels 15 resp. 16 zijn voorzien van loodrecht op de uitsteeksels 15, 16 gerichte blokkeer-gedeelten 17 resp. 18. De hoogte van het uitsteeksel 15 en van het blokkeergedeelte 17 van het koppeldeel 8 is groter 35 dan de afstand tussen de onderkant van de flens 14 en het draaggedeelte 13 maar kleiner dan de hoogte van het aanslaggedeelte 11. De hoogte van het uitsteeksel 16 en van het blokkeergedeelte 18 van het onderste koppeldeel 9 is bijna 8402996 ί i - 5 - gelijk doch iets kleiner aan de afstand tussen de onderkant van de flens 14 en het draaggedeelte 13. De afstand tussen de bovenkant van het uitsteeksel 15 van het bovenste koppeldeel 8 en die van het onderste koppeldeel 9 is groter dan de afstand 5 tussen de draagvlakken van de draaggedeelten 13 van de bovenste en onderste klauwdelen 7. Bij de getoonde uitvoeringsvorm is dit afstandverschil ongeveer gelijk aan de halve hoogte van de flenzen 14.

Wanneer de uitsteeksels 15, 16 in de betreffende klauw-10 delen 7 opgenomen zijn wordt de verplaatsing van de buisstuk-ken 5 in de langsrichting ervan tegengegaan doordat de blok-keergedeelten 17, 18 opgenomen zijn binnen een tussen het draaggedeelte 11 en het buisstuk 5 gevormde doorgang en een tussen de flens 14 en het buisstuk 5 gevormde doorgang.

15 De minimale hoek die nodig is om het uitsteeksel 15 met het blokkeergedeelte 17 van een bovenste koppeldeel binnen de bek 10 van een bovenste klauwdeel 7 te brengen kan bepaald worden door geschikte keuze van de afmetingen van het koppeldeel 8 en van het klauwdeel 7 en bedaagt bij voorkeur ten 20 minste 30°. Deze minimale hoek is o.a. afhankelijk van de breedte van hét draaggedeelte 13 en de breedte van het blokkeergedeelte 17.

Doordat de uitsteeksels 15, 16, met blokkeergedeelten 17, 18, aan een koppeldeel 8 resp. 9 gevormd zijn, kunnen 25 zij gemakkelijk, bijv. door lassen of door middel van klinknagels, op nauwkeurig bepaalde plaatsen op de staanders 2 aangebracht worden.

Fig. 3 toont op grotere schaal een gedeelte van de in fig. 1 getoonde steiger 1 en in het bijzonder van het koppe- 30 lingsstelsel volgens de uitvinding, gezien vanaf de steiger, » waarbij de leuning zich in de aan de steiger 1 gekoppelde rusttoestand bevindt.

De figuren 4a, b, c, d tonen in doorsnede volgens de lijn IV-IV van fiO. 3 de stappen die genomen moeten worden om 35 de leuning 4 aan de steiger 1 te koppelen respectievelijk, in omgekeerde volgorde, de leuning 4 van de steiger 1 weg te nemen.

8402396

5 -O

- 6 -

Voor het koppelen moet de leuning 4 als eerste stap onder een minimale hoek ten opzichte van het vlak door het betreffende stel staanders 2 gebracht worden, zodat de bek 10 van de bovenste klauwdelen 7 over het betreffende uitsteeksel 15 5 methet blokkeergedeelte 17 gehangen kan worden. Vervolgens kan de leuning 4 in de richting van de pijl 19 verdraaid worden, totdat, zoals getoond in fig. 4b, de betreffende flens 14 van een onderste klauwdeel 7 tegen de bovenkant van het uitsteeksel 16 van het onderste koppeldeel 9 stuit.

10 Wanneer de leuning 4 vervolgens als getoond in fig. 4c ten opzichte van de uitsteeksels 15, 16 omhooggebracht wordt, kan door verder draaien van de leuning 4 in de richting van de pijl 19 het uitsteeksel 16 van het onderste koppeldeel 9 in de betreffende bek van het onderste klauwdeel 7 gebracht 15 worden. Wanneer de leuning 4 erna omlaag gebracht wordt, bevindt zij zich, als getoond in fig. 4d, in de aan de steiger 1 gekoppelde gebruikspositie.

In de gebruikspositie van de leuning 4 kan deze slechts over een kleine afstand vertikaal verplaatst worden en over 20 een verwaarloosbare kleine afstand in de richting loodrecht op het vlak door de leuning 4. Zelfs wanneer de leuning 4 achtereenvolgens in de in de figuren 4d, 4c, 4b getoonde posities gebracht wordt, levert dit geen gevaar op voor op de steiger 1 werkzaam personeel, omdat de leuning 4 slechts in 25 de in fig. 4a getoonde schuine positie van de bovenste uitsteeksels 15 afgenomen kan worden.

Doordat het koppelingsstelsel ten opzichte van het vlak door de buisstukken 5 van de leuning 4 symmetrisch uitgevoerd is, d.w.z. met twee bekken 10 aan weerszijden van een aanslag-30 gedeelte 11, zullen er bij het aanbrengen van de leuning 4 geen problemen met betrekking tot de positionering ervan ontstaan.

De flenzen 14 zijn naar beneden taps toelopend uitgevoerd en de blokkeergedeelten 17, 18 hebben daarmee corresponderende 35 afschuiningen. Hiermee wordt bereikt, dat de leuning (4) bij het aanbrengen op de steiger (1) meer speling in de lengterichting van de leuning (4) heeft, dan in de eindpositie ervan. De leuning (4) kan daardoor snel aangebracht worden, terwijl 840 29 9 δ -5 - 7 - het in de eindpositie in hoofdzaak trillingvrij is.

Omdat de koppeldelen 8, 9 eenvoudiger te vervaardigen zijn dan klauwdelen van de getoonde soort, zijn alle klauwdelen van het koppelingsstelselbij voorkeur gelijk en hebben de 5koppeldelen 8, 9 de hierboven genoemde verschillende afmetingen. Niettemin kan het koppelingsstelsel volgens de uitvinding zelfs uitgevoerd zijn met verschillende klauwdelen en bovendien met verschillende koppeldelen.

- conclusies - 8402396

Claims

1. Koppelingsstelsel geschikt voor het losneembaar aan een constructie koppelen van een constructie-element, gekenmerkt door drie of vier in de hoekpunten van een rechthoekig vlak door het constructie-element aangebrachte 5 en aan het constructie-element bevestigde klauwdelen, met elk een bek, die gevormd wordt door een aanslaggedeelte, waarvan een aanslagoppervlak ongeveer in het verlengde van het rechthoekige vlak ligt, een op afstand tegenover het aanslagoppervlak gevormde flens en een op afstand van de flens in hoofdzaak 10 loodrecht vanaf het aanslaggedeelte uitgaand draaggedeelte, dat tijdens gebruik onder de flens ligt, en door een stel in één, verticaal georiënteerd rechthoekig vlak aan de constructie gevormde uitsteeksels met elk een in hoofdzaak rechthoekige doorsnede, waarbij de klauwdelen en de uitsteeksels 15 zodanig georiënteerd zijn en de corresponderende uitsteeksels zodanige afmetingen hebben, dat de bek van een klauwdeel nauw om het corresponderende uitsteeksel kan draaien en dat een uitsteeksel binnen de bek van een klauwdeel een verticale speling heeft.

2. Koppelingsstelsel volgens conclusie 1, m e t h e t kenmerk, dat een uitsteeksel uitgevoerd is met een blokkeergedeelte, dat uitgaat van het tegen het aanslagoppervlak van een bek te brengen zijde van het uitsteeksel en dat zich tenminste tot aan de bovenkant van het uitsteeksel uitstrekt, 25 en dat de flens van een bek een uitsparing heeft voor het laten passeren van het blokkeergedeelte.

3. Koppelingsstelsel volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het aanslaggedeelte van een bek een uitsparing heeft voor het daarin kunnen opnemen van het blokkeer- 30 gedeelte van een uitsteeksel.

4. Koppelingsstelsel volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat aan weerszijden van het aanslaggedeelte van elk klauwdeel een bek gevormd is.

5. Koppelingsstelsel volgens . een van de voorgaande 35 conclusies, met het kenmerk, dat de flenzen van naar beneden taps toelopend afgeschuind zijn en de corres- 840 2 9 8 a - 9 - . » 0 ¢= $ ponderende vlakken van de blokkeergedeelten afgeschuind zijn.

6-. Koppelingsstelsel volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een naast het uitsteeksel gelegen zijde van een blokkeergedeelte naar boven 5 afgeschuind is.

7. Koppelingsstelsel volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de klauwdelen aan elkaar gelijk zijn en dat de hoogte van elk onderste uitsteeksel kleiner is dan die van elk bovenste uitsteeksel.

8. Koppelingsstelsel volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de uitsteeksels gevormd zijn op een aan de constructie te bevestigen koppeldeel. * # * · · 8402996