NL8401338A - Zwenkmechanisme met twee aanslagstanden. - Google Patents

Description

} , VO 6178

L

Titel: Zwenkmechanisme met twee aanslagstanden

De uitvinding heeft betrekking op een zwenkmechanisme met twee aanslagstanden en voorzien van"een stationair basislichaam met twee eerste, de aanslagstanden bepalende nokvlakken, die beurtelings kunnen samenwerken met een van twee eerste contranokvlakken op een zwenkbaar 5 basislichaam, dat middels een in het stationaire basislichaam gelagerde zwenkas aandrijfbaar is.

Met een dergelijk algemeen bekend zwenkmechanisme is op relatief eenvoudige wijze het zwenkbare basislichaam over een nauwkeurig vast te leggen en eventueel in te stellen hoek te draaien ten opzichte van 10 het stationaire basislichaam door het zwenkbare basislichaam vanuit de eerste aanslagstand te draaien tot in de tweede aanslagstand en terug.

Problemen kunnen zich voordoen indien beide aanslagstanden nauwkeurig gehandhaafd moeten worden, terwijl stationair- en zwenklichaam aan trillingen, schokken en dergelijke onderhevig zijn. Alsdan dienen de 15 aanslagstanden middels borgorganen.te worden gefixeerd, waarbij zich bijzondere problemen voordoen indien beide lichamen gemonteerd zijn in het inwendige van een gesloten huis met beperkte afmetingen, waarbij bijvoorbeeld slechts plaats is voor een enkele, roteerbare aandrijving voor de zwenkas.

20 Met de uitvinding wordt beoogd een zwenkmechanisme van de in de aanhef bedoelde soort zodanig te verbeteren, dat dit met een enkele aandrijving in beide aanslagstanden brengbaar is en in elk van die beide standen schok- en trillingsbestendig borgbaar alsmede ontgrendelbaar is, waarbij de in beslag genomen - ruimte tot een minimum is terug te 25 brengen.

Dit wordt overeenkomstig de uitvinding bereikt, als één der basislichamen is voorzien van twee tweede, tegengesteld aan de eerste gerichte nokvlakken, die elk voor het fixeren van één der aanslagstanden kunnen samenwerken met een van twee tweede contranokvlakken op een pal-30 orgaan, dat op het andere basislichaam ten opzichte.daarvan verplaatsbaar is gemonteerd, welke verplaatsing stuurbaar is door een nok aangebracht op een stuurlichaam, dat bevestigd is op de zwenkas en over een 0401338 -2- hoek voldoende voor het ontgrendelen van het palorgaan draaibaar is ten opzichte van het zwenkbare basislichaam. Door deze maatregelen is het zwenkmechanisme middels de tweede nokvlakken en contranokvlakken in beide aanslagstanden te fixeren, hetgeen wordt bewerkstelligd door ha ..het 5 contactmaken van het eerste nokvlak met het eerste contranokvlak en het zodoende blokkeren van het zwenkbare basislichaam, de zwenkas met het daaraan bevestigde stuurlichaam over een kleine hoek verder te laten draaien, waardoor de nok op het stuurlichaam het palorgaan vrijgeeft en het tweede nokvlak gaat samenwerken met het tweede contranokvlak, waar-10 door het zwenkbare basislichaam onbeweeglijk en tegen trillingen en schokken geborgd in.zijn aanslagstand is gefixeerd. Het in de andere aanslagstand brengen van het zwenkmechanisme vindt plaats door het in tegengestelde richting aandrijven van de zwenkas, waardoor eerst het stuurlichaam over een kleine hoek ten opzichte van het zwenkbare basislichaam 15 wordt verplaatst en daarbij het palorgaan uit zi ji grendelstand drukt waarna het zwenkbare lichaam vrij is om samen met het stuurlichaam tot in de andere aanslagstand te draaien, waar de borging wederom op de bovenomschreven wijze plaatsvindt.

De gewenste samenwerking-.tussen het zwenkbare basislichaam en het 20 stuurlichaam is op eenvoudige, doch uiterst effectieve en in het bijzonder weinig ruimte in beslagnemende wijze te verwezenlijken, als overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding het stuurlichaam plaatvormig is uitgevoerd en vlaksgewijs contact maakt met een. plaatopper-vlak van het zwenkbare basislichaam, waarbij de koppeling tussen .

25 beide lichamen bestaat uit een penvormig deel, dat aan een der beide lichamen loodrecht op de contactmakende vlakken is bevestigd en ten minste reikt tot in een in het andere lichaam aanwezig sleufgat. Ten einde deze samenwerking optimaal trillings- en schokbestendig te maken, verdient het overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding 30 de voorkeur, dat het penvormige deel een bout is, die door het sleufgat in het andere lichaam reikt en een moer draagt,, die onder tussenvoeging van een veer steunneemt op het andere lichaam. Door deze maatregelen wordt op effectieve wijze voorkomen dat stuurlichaam en zwenkbaar basislichaam anders dan door de aandrijving van de zwenkas ten opzichte van 35 elkaar verschuiven, in welke stand dan ook de elementen zijn geplaatst ten opzichte van de richting van de zwaartekracht.

Het fixeren is op relatief eenvoudige wijze, betrouwbaar en met 1401338 -3- weinig plaats in beslag nemende middelen te verwezenlijken, als overeenkomstig een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding het palorgaan een zwenkarm is, die veerbelast in de richting van de nok op het stuurlichaam bevestigd is aan het stationaire basislichaam, aan 5 zijn vrije zwenkarm^uiteinde de tweede contranokvlakken draagt, en voorzien is van een pen, die met de nok op het stuurlichaam kan samenwerken.

Ten einde op relatief tolerantie-ongevoelige wijze, ook bij het optreden van lichte slijtage en vervorming, steeds een spelingsvrije fixering in beide aanslagstanden te verwezenlijken, verdient heb over-10 eenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding de voorkeur, dat een tweede contra-nokvlak van het palorgaan bij het samenwerken met het corresponderende tweede nokvlak een kleine hoek met dat tweede hokvlak insluit.

Een bijzonder plat, een minimum aan ruimte in beslagnemend zwenk-15 mechanisme volgëns de uitvinding wordt verkregen, als overeenkomstig een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding het stationaire basislichaam een tweetal platen omvat, die door verbindingselementen op korte afstand van elkaar zijn ^plaatst, waarbij in de ruimte tussen deze platen een plaatvormig stuurlichaam, een plaatvormig veerbelast 20 palorgaan en een van het zwenkbare basislichaam deel uitmakende plaat zijn ondergebracht, en wel zodanig, dat het plaatvorraige palorgaan en de van het basislichaam deel uitmakende plaats die voorzien is van de tweede nokvlakken, in hoofdzaak in één vlak zijn gelegen, evenals het plaatvormige stuurlichaam en een op het palorgaan inwerkende veer.

25 Aldus wordt een zwenkmechanisme verkregen, dat fixering in en ont-grendeling uit beide aanslagstanden middels een enkele, aandrijfbare zwenkas mogelijk maakt en dat een dikte heeft gelijk aan vier op elkaar liggende platen, waarbij bijvoorbeeld een dikte van circa 2,5 mm voor elke plaat een constructie oplevert die wat robuustheid 30 betreft aan zware vereisten voldoet.

Onder verwijzing naar een in de tekening weergegeven uitvoerings-voorbeeld zal het zwenkmechanisme volgens de uitvinding thans nader worden :besproken :.en toegelicht. Daarbij toont:.

Fig. 1 het zwenkmechanisme in onderaanzicht in zijn ene 35 aanslagstand;

Fig. 2 het zwenkmechanisme uit fig. 1 in zijn.andere'aanslagw stand; en

Fig. 3 het zwenkmechanisme van fig. 2 in zijaanzicht.

8401338 -4- :Eët in de tekening weergegeven zwenkmechanisme is voorzien van een stationair basislichaam 1, dat bijvoorbeeld in het inwendige van een niet-weérgegeven, gesloten huis is bevestigd en dat is samengesteld uit een eerste plaat 2 en een tweede plaat 3 die onderling zijn gekoppeld 5 door pennen 4.

Verder is het zwenkmechanisme voorzien van een zwenkbaar basislichaam 5 met eerste contranokvlakken 6 en 7, die kunnen samenwerken met eerste nokvlakken 8 en 9, die gevormd zijn op de tweede plaat 3 van het stationaire basislichaam 1. Het eerste contranokvlak 6 bevindt zich op 10 een ten opzichte van het zwenkbare basislichaam 5 door middel van bouten 10 instelbaar nokvlakorgaan 11. Een basislichaamplaat 12 is via een inbusbout 13 vast verbonden met het zwenkbare basislichaam 5. Op de plaat 12 ligt een stuurplaat 14, die vast verbonden is met een zwenkas 15, die via een tandwiel 16 op niet verder weergegeven wijze aandrijfbaar 15 is. De stuurplaat 14 is voorzien van een sleufgat 17 waardoorheen een bout 18 reikt, dié bevestigd is in de plaat 12. Een op de bout 18 gedraaide moer 19 neemt via een schroefveer 20 en een onderlegring 21 steun op de stuurplaat 14, waardoor deze verend tegen de plaat 12 wordt gedrukt. Door deze constructie is de stuurplaat 14 ten opzichte van de 20 basislichaamplaat 12 bij aandrijving middels de zwenkas 15 over de lengte van het sleufgat 17 draaibaar. Bij verdere draaiing, indien toegestaan door de eerste nokvlakken 8 en 9, zal de stuurplaat 14 samen met de plaat 12 en derhalve met het zwenkbare basislichaam 5 roteren.

De plaat 12 is verder voorzien van twee nokvlakken 22 en 23, die 25 kunnen samenwerken met twee contranokvlakken 24 en 25 op een palorgaan 26, dat via een zwenkas 27 is verbonden met de platen 2 en 3 van hét stationaire basislichaam 1 en via een bladveer 28, die aangrijpt op de pen 4, een bus 29 op de as 27 en een pen 30 op het palorgaan 26, in de richting van de plaat 12, waarmee het palorgaan 26 in één vlak is gelegen, 30 wordt gedrukt. Het palorgaan 26 is verder voorzien van een zijdelings:· uitstekende pen 31, die kan samenwerken met de buitenomtrek van de stuurplaat 14, welke buitenomtrek gevormd is als stuumok voor het palorgaan 26 en daartoe voorzien is van een eerste hellend nokdeel 32, een cirkelvormig nokdeel 33 en een tweede hellend nokdeel 34.

35 Ten einde het zwenkmechanisme vanuit de in fig. 1 weergegeven stand te brengen tot die in fig. 2 wordt in fig. 1 gezien de zwenkas 15 middels het tandwiel 16 en verder niet weergegeven aandrijfmiddelen links omge- 8401338 -5- draaid. In eerste instantie zal hierdoor de stuurplaat 14 gaan roteren, waarbij het zwenkbare basislichaam 5, dat in zijn stand geborgd zit door de samenwerkende vlakken 7 en 9 respectievelijk 23 en 25, op zijn plaats blijft en de verplaatsing van de stuurplaat wordt mogelijk gemaakt door 5 het sleufgat 17. Tijdens het verdraaien van de stuurplaat 14 zal het hellende nokdeel 32 daarvan aanlopen tegen de pen 31. van het palorgaan 26, waarna verdere draaiing van de stuurplaat 14 deze via de pen 31 het palorgaan 26 uit zijn vergrendelende stand licht. Hierna is het zwenkbare basislichaam 5.'vrijgegeven voor draaiing, die wordt geëffec-10 tueerd als de bout 18 stuit tegen het einde van het sleufgat 17 in de draaiende stuurplaat 14. Het einde van het draaien van het zwenkbare basislichaam 5 wordt bereikt bij het aanslaan van zijn eerste contra-nokvlak 6 tegen het eerste nokvlak 8 van de tweede plaat 3 van het stationaire basislichaam 1. Als gevolg van de aanwezigheid van het 15 sleufgat 17 kan de stuurplaat 14 verder draaien, waardoor de pen 31 van het palorgaan 26, welke pen 31 tijdens..het draaien over het cirkelvormige nokdeel 33 liep, op het tweede hellende nokdeel 34 terecht komt, hetgeen het palorgaan 26 onder invloed van de bladveer 28 doet zwenken, waardoor het tweede contranokvlak 24 van het palorgaan 26 20 gaat samenwerken met het tweede nokvlak 22 van de plaat 12, waardoor . het zwenkbare basislichaam 5 in zijn stand wordt gefixeerd.

Het wederom in de in fig. 1 weergegeven stand brengen van het zwenk-mechanisme wordt bewerkstelligd door het rechtsom aandrijven van de zwenkas 15 , waarbij het palorgaan 26 wordt gelicht door het gaan samen-25 werken van het tweede hellende nokdeel 34 met de pen 31 en het eerste hellende nokdeel 32 het palorgaan 26 in zijn fixerende stand (fig. 1) laat komen door doordraaien van de stuurplaat 14 na het tot stilstand komen van het zwenkbare basislichaam 5 bij het tegen.elkaar stuiten van de vlakken 7 en 9.

30 Het spreekt vanzelf, dat er binnen het kader van .de uitvinding vele wijzigingen en varianten mogelijk zijn. Zo verdient het bijvoorbeeld de voorkeur, dat de vlakken 22 en 23 en/of de daarmee samenwerkende vlakken 24 en 25 niet zuiver radiaal zijn gericht, waardoor steeds voor een spelingsvrije fixatie wordt zorggedragen bij een 35 relatief tolerantie-ongevoelige constructie. Verder zijn de buitenomtrekken van de diverse platen op velerlei wijzen anders uit te voeren zonder ;dat dit de wezenlijke werking van het zwenkmechanisme beïnvloedt.

8401338 * -6-

Ook is het mogelijk de zwenkas zodanig uit te voeren, dat deze met de hand draaibaar is.

8401338

Claims (6)

1. Zwenkmechanisme met twee aanslagstanden en voorzien van een stationair..basislichaam met twee eerste, de twee aanslagstanden bepalende nokvlakken, die beurtelings kunnen samenwerken mèt een van twee eerste contranokvlakken op een zwenkbaar basislichaam, dat middels een in het 5 stationaire basislichaam gelagerde zwenkas aandrijfbaar is, met het kenmerk, dat een der basislichamen is voorzien van twee tweede, tegengesteld aan de eerste gerichte nokvlakken, die elk. voor het fixeren van één der aanslagstanden kunnen samenwerken met.een van twee tweede contranokvlakken op een palorgaan, dat op het andere basislichaam ten 10 opzichte daarvan verplaatsbaar is gemonteerd, welke verplaatsing stuurbaar is door een nok aangebracht op een stuurlichaam, dat bevestigd is opcfe zwenkas en over een hoek voldoende voor het ontgrendelen van het .'.palorgaan draaibaar is ten opzichte van het zwenkbare bai s lichaam ...

2. Zwenkmechanisme volgens conclusie 1, met. het kenmerk, dat het. 15 stuurlichaam plaatvormig is uitgevoerd en vlaksgewijs contact maakt met een plaatoppervlak van het zwenkbare basislichaam, waarbij de koppeling tussen beide lichamen bestaat uit een penvormig deel, dat aan een der beide lichamen loodrecht op de contactmakende vlakken is bevestigd en ten minste reikt tot in een in het andere lichaam aanwezig 20 sleufgat.

3. Zwenkmechanisme volgens conclusie, 2, met het kenmerk, dat het penvormige deel een bout is, die door het sleufgat in het andere lichaam reikt en een moer draagt, die onder tussenvoeging van een veer steunneemt op dat andere lichaam.

4. Zwenkmechanisme volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het palorgaan een zwenkarm is, die veerbelast in de richting van de nok op het stuurlichaam bevestigd is aanhet stationaire basislichaam, aan zijn vrije zwenkarmuitèinde de tweede contranokvlakken draagt, en voorzien is van een pen, die met de nok op het stuurlichaam 30 kan samenwerken.

5. Zwenkmechanisme volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een tweede contranokvlak van het palorgaan bij het samenwerken met:het corresponderende tweede nokvlak een kleine hoek met dat tweede nokvlak insluit. 8401338 « * -8-

6. Zwenkmechanisme volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het stationaire basislichaam een tweetal platen omvat, die door verbindingselementen op korte afstand van elkaar zijn geplaatst, waarbij in de ruimte tussen deze platen een plaatvormig stuurlichaam, een plaatvormig veerbelast palorgaan en een van het zwenkbare basislichaam deeluitmakende plaat zijn ondergebracht, en wel zodanig, dat hettp 1 aatvormige palorgaan en de van het basislichaam deel uitmakende plaat, die voorzien is van de tweede nokvlakken, in hoofdzaak in één vlak zijn gelegen, evenals het plaatvormige stuurlichaam en een op het palorgaan inwerkende veer. 8401338