NL8401298A - Werkwijze voor het vervaardigen van een kiempot, kiempot en werkwijze voor het ontkiemen van zaden met behulp van een kiempot. - Google Patents

Description

Hw/Mv/1 Adee-Agro

Werkwijze voor het vervaardigen van een kiempot, kiempot en werkwijze voor het ontkiemen van zaden met behulp van een kiempot

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een kiempot voor plantenkwe-kerijen.

In plantenkwekerijen worden reeds kiempotten 5 toegepast, waarin zaden worden aangebracht die onder ideale omstandigheden kunnen ontkiemen, welke kiempotten afhankelijk van de toepassing een bepaalde vorm en grootte kunnen hebben. De gebruikelijke kiempotten worden van hoogwaardige potgrond vervaardigd, welke potgrond bij voorkeur vooraf is gesterili-10 seerd. Niettemin blijven nadelen aan dergelijke kiempotten kleven, namelijk dat de potgrond een natuurprodukt is, -waarvan de samenstelling en de ontwikkelig van ziektekiemen niet blijvend inde hand te houden is.

De uitvinding beoogt een werkwijze te ver-15 schaffen voor het vervaardigen van kiempottèn, respectievelijk de kiempot zelf te verschaffen, die bovengenoemde nadelen niet vertonen.

De werkwijze onderscheidt zich doordat wordt uitgegaan van een korrelvormige massa anorganisch materiaal, 20 dat vervolgens wordt gemengd met een hechtmiddel waarna tenslotte het mengsel in een voor een kiempot gewenste vorm wordt geperst.

Dankzij de toepassing van een korrelvormige massa blijft na het persen tussen de korrels voldoende ruimte 25 over om een goed wortelstelsel van de plant te laten ontwikkelen, welke wortels zich in de capillaire ruimten tussen de korrels kunnen dringen. Bovendien verzorgen de capillaire ruimtes voor een voldoende toevoer van vocht en voedingsmiddelen. Het organische materiaal heeft zelf geen vochtabsorbe-30 rende eigenschappen, zoalsbij potgrond, zodat al het toegevoerde vocht voor de ontwikkeling van de plant kan worden , t -2- gebruikt. Bovendien heeft het anorganische materiaal de eigenschap weinig tot geen ziektekiemen te bevatten, hetgeen bijdraagt aan de gezonden ontwikkeling van de plant.

Bij voorkeur wordt als korrelvormige massa een steenwolgranulaat gebruikt, waarvan het voordeel is dat de kiempot een zekere mate van flexibiliteit na het persen behoudt, gezien de op zichzelf flexibele steenwolkorrels. Hierdoor treedt weinig wortelbeschadiging op.

De met de werkwijze verkregen kiempot heeft bij voorkeur een cilindrische vorm, waarvan althans één kopvlak is verdiept. De cilindrische vorm waarborgt een gelijkmatige toevoer van vloeistof en voedingsstoffen en geeft de minste kans op beschadiging. Het verdiepte kopvlak dient om het daarop aangebrachte zaad te centreren in het midden van het kopvlak waardoor een symmetrisch wortelstelsel is gewaarborgd.

De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor het kiemen van zaden met behulp van een hierboven genoemde kiempot, welke werkwijze zich onderscheidt door een aantal van dergelijke kiempotten in een drager met aan de kiempot gelijkvormige holtes te plaatsen, vervolgens elk der potten te voorzien van zaad, de drager met potten te bedekken met een verdamping-remmende laag waarbij vooraf of gelijktijdig vocht wordt toegediend.

Een dergelijke werkwijze leent zich voor automatisering van het aanbrengen van de kiempotten respectievelijk zaden hetgeen de kostprijs van de kiemplanten omlaag brengt.

Bij voorkeur vindt het ontkiemen in geklimati-seerde ruimten plaats.

Volgens een verdere ontwikkeling van de werkwijze wordt de verkregen ontkiemde plant verspeend door de kiempot met plant in een de Jciempot passend opnemende grotere pot van anorganisch materiaal, bijvoorbeeld steenwol te plaatsen. Hiermee is verzekerd dat er geen onderscheid tussen de verschillende materialen van de grote en kleine pot wordt gekregen, hetgeen zou bijdragen aan een ongelijkmatige ontwikkeling van de plant, gezien de verschillende eigenschappen 8401298 $ -3- wat betreft vochtbeljeersing, absorbering en verdamping van de verschillende materialen. De grotere pot behoeft echter niet van korrelvormige steenwol te zijn, maar bijvoorbeeld van de reeds in de plantenkwekerijen gebruikelijke laminaire steen-5 wolmateriaal.

De uitvinding wordt nader toegelicht in de hieronderstaande figuurbeschrijving.

In de tekening toont:

Fig. 1 een perspektivisch schematisch over-10 zicht van een geautomatiseerd systeem voor het maken van kiempotten en gereedmaken voor ontkiemen.

Fig. 2 een perspektivisch aanzicht van een deel van het systeem uit fig. 1 volgens de lijn II,

Fig. 3 een perspektivisch aanzicht, gedeelte-15 lijk weggebroken van een kiempot volgens de uitvinding,

Fig. 4 een detail van het materiaal van de kiempot,

Fig. 5 een drager voorzien van kiempotten met verkregen planten tijdens het verspenen in grotere potten, 20 Fig. 6 een aanzicht respectievelijk doorsnede van een in een grotere pot geplaatste kiempot volgens de uitvinding.

In fig. 1 is met het cijfer 1 een houder voor een granulaat aangegeven en met het cijfer 2 een houder voor 25 een passend hechtmiddel. Het granulaat kan van willekeurige aard zijn maar is bij voorkeur van korrels steenwol, dat vrij in de handel verkrijgbaar is. Het hechtmiddel kan eveneens van willekeurig materiaal zijn, maar is bij voorkeur van een in water oplosbare polymeer.

30 De uitstroomopening van beide houders 1 mondt uit in een mengvat 3 waar de twee voornoemde grondstoffen volgens een vooraf bepaalde verhouding worden gemengd. Het mengsel wordt via een trechter 4 toegevoerd via een inspuit-verdeelstuk 5 in een pers 6. De pers is aan de onderzijde 35 voorzien van een schuif 7, die door een niet getoond aan-drijfmiddel in de richting van de pijl P1 heen en weer verschuifbaar is. Bij het toevoeren van een voldoende hoeveelheid mengsel in de holtes 8 van de pers 6, wordt een stempel 9 met in de holtes 8 passende stiften 10 omlaag gedrukt, 8401298 -4- waardoor het mengsel wordt geperst. De stiften 10 zijn hier voorzien van conische einddelen, welke ervoor zorgen dat het kopvlak van de in de cilindrische holte 8 gevormde kiempot een verdiepte gestalte krijgt.

Na een vooraf bepaald verblijf in de holte 8 kan de schuif 7 worden verplaatst, zodat de onderzijde van de pers 6 vrijkomt en alle kiempotten gelijktijdig door het verder omlaagdrukken van het stempel 9 in een onder de stempel 6 aangebrachte drager 11 kunnen worden gedrukt. De drager 11 is daartoe voorzien van een rij holtes 12, waarvan de vorm gelijkvormig is aan die van de geperste kiempotten. Hierbij zij opgemerkt dat de kiempotten ruim in de holtes 12 passen, teneinde een voldoende vloeistoftoevoer mogelijk te maken.

De dragers 11 worden op een transportbaan 13 in de richting van de pijl P2 stapsgewijs verschoven, zodat telkens de rij holtes 12 kan worden gevuld. Nadat een drager 11 volledig is gevuld, komt deze terecht bij het volgende station 14 waar een “zaadhouder 15 is erangebr-acht, “aan de onderzijde waarvan een met het aantal kiempotten overeenkomend aantal toevoerbuizen 16 zijn aangebracht. Door een niet getoond doseerapparaat wordt telkens een laag zaden uit de houder 15 vrij gegeven, waarbij telkens een zaadkorrel via de buis 16 in de kiempot terechtkomt. Dankzij het conisch ingestulpte kopvlak van een kiempot komt het zaad in het midden van het kopvlak terecht.

Achter het zaaistation 15 is een afdekstation 17 aangebracht, waarmee over de houder met daarin opgenomen kiempotten een laag verdamping remmend middel 18 wordt gelegd. Zonodig kan de laag door middel van een sproeikop 19 worden bevochtigd.

Voor een verdere ontwikkeling kan de houder 11 in een geklimatiseerde ruimte worden gebracht voor de juiste ontkieming van het zaad.

Fig. 2 en 3 tonen in detail het hierboven geschetste systeem volgens fig. 1. Opgemerkt zij dat in fig. 2 duidelijk is te zien dat de kiempot 20 ruim passend in de holte 12 van de houder 11 is opgenomen. Daardoor kan telkens in een holte 12 een laagje water of ander vocht met voedings -5- % middelen 21 door middel van een toevoersysteem 22 worden aangebracht.

Dankzij de korrelvormige structuur van de kiempot 20 zal door de capillaire ruimte daarin, zie fig. 3 en 4, een voldoende hoeveelheid vloeistof zich in de kiempot 20 omhoogbewegen en het zaad op het bovenvlak 25 van de kiempot bereiken. Ook vanwege de later aangebrachte vochtige bovenlaag 18 wordt het ontkiemen bevorderd. Dankzij het anorganische materiaal van de kiempot 20 zijn in het getoonde systeem praktisch elke ziektekiemontwikkeling voorkomen.

Fig. 5 toont het verspenen van ontkiemde planten. Na enige tijd is het wortelstelsel, zie ook fig. 6, van de plant zodanig gevorderd dat de wortels zich door de gehele kiempot 20 uitstrekken, waardoor een verdere ontwikkeling zal worden geremd. De kiempot 20 kan in de volle grond worden geplaatst, maar het verdient volgens de uitvinding de voorkeur om de kiempot 20 met plant in een pot 23 van bijvoorkeur- hetzelfde-grondstofmateriaal zoals steenwol;met een ~ grotere afmeting te plaatsen. De pot 23 heeft een holte 24, welke nagenoeg aansluit op de omtreksvorm van de kiempot 20. Hierdoor kan een gelijkmatige verdere ontwikkeling van het wortelstelsel plaatsvinden. De potten 23 zijn‘van voldoende stevigheid om als zogenaamde losse pot te fungeren. Dit bevordert een gelijkmatige toevoer van lucht, vloeistof en voedingsstoffen en daardoor een goede verdere ontwikkeling van de plant. Het materiaal van de pot 23 behoeft hier niet korrelvormig te zijn, maar kan zoals gebruikelijke van gelamineerd materiaal zijn vervaardigd. Bij toepassing van dezelfde grondstof wordt echter verzekerd dat er geen verdampingsver-schillen tussen beide potten ontstaan waardoor temperatuurverschillen en daardoor rot van de plant zou kunnen optreden.

De uitvinding is niet beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvormen. Zo is het mogelijk dat de kiempot een andere vorm heeft aangepast aan de te kweken plant. Bovendien kan een meervoudige kiempot binnen het kader van de uitvinding vallen, bijvoorbeeld die waarin meer dan een plant gelijktijdig kan worden ontkiemd.

84012S8

Claims (9)

1. Werkwijze voor het vervaardigen van een kiempot voor plantenkwekerijen, met het kenmerk, dat een korrelvormige massa anorganisch materiaal onder een vooraf bepaalde verhouding wordt gemengd met een hechtmiddel, 5 waarna tenslotte het mengsel tot een voor een kiempot gewenste vorm wordt geperst.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de korrelvormige massa bestaat uit steenwol granulaat.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 en 2, met het kenmerk, dat het hechtmiddel bestaat uit een in water oplosbare polymeer.

4. Mengsel bestaande uit een granulaat, bij voorkeur steenwol granulaat, en een in water oplosbare poly- 15 meer, met het kenmerk, dat het mengsel wordt gebruikt voor.het vervaardigen van een kiempot.

5. Kiempotverkregen volgens de werkwijze volgens een der voorgaande conclusies.

6. Kiempot volgens conclusie 5, met het 20 kenmerk, dat de pot een cilindrische vorm met althans één verdiept kopvlak vertoont.

7. Werkwijze voor het kiemen van zaden met behulp van een kiempot volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat een aantal kiempotten in een drager met 25 aan de kiempot gelijkvormige holtes worden geplaatst, elk der potten wordt voorzien van zaad, de drager met de daarin aangebrachte potten wordt bedekt met een verdamping-remmende laag, waaraan vooraf of gelijktijdig aan de drager vocht wordt toegevoerd.

8. Werkwijze volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de drager met kiempotten in een geklima-tiseerde ruimte wordt ondergebracht.

9. Werkwijze volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat de verkregen plant wordt verspeend door de 35 kiempot met plant in een de kiempot passend opnemende grotere pot van anorganisch materiaal, bijvoorbeeld steenwol, te plaatsen. 8401298