NL8300628A - Brandbeschermingsafsluiting voor bouwwerkopeningen. - Google Patents

Description

VO 4576

Titel: Brandbeschenningsafsluiting voor bouwwerkopeningen.

De uitvinding heeft betrekking op een brandbeschermingsafsluiting voor bouwwerkopeningen, bestaande uit een, een verstijvingsraam en een inlegstuk van isolerend materiaal insluitende, door twee via haaks omgezette randstroken met elkaar verbonden metalen platen gevormde 5 vlakke kast.

Bij bekende brandbeschermingsafsluitingen van deze soort is de . constructieve uitvoering van het verstijvingsraam en de stabiele plaatsing daarvan in de afsluiting verbonden met een bijzondere inspanning opdat het raam, in het bijzonder in het geval van brand, bij thermisch 10 hoge belastingen van de afsluiting, de verstijvingswerking kan behouden.

De uit het Duitse octrooischrift 2.257.862 bekende brandbescher-mingsafsluiting voor wand— en plafondopeningen bestaat uit een afsluit-blad met een aantal lagen, welk blad een verstijvingsraam heeft met een binnengestel van metalen profielen, waarin inlegdelen van isolerend 15 materiaal zijn aangebracht, en dat op afstand van de metalen profielen > wordt omgeven door kastvormig uitgevoerde bekledingsplaten. Hierbij is aan weerszijden tussen de bekledingsplaten en het verstijvingsraam een tegen de bekledingsplaten aanliggende laag van brandbeschermingsplaten zodanig aangebracht, dat tussen de brandbeschermingsplaten en de inleg-20 delen van isolerend materiaal vrije tussenruimten overblijven- De bekledingsplaten zijn ook aan de einden van het afdekblad aan de binnenzijde bekleed met brandbeschermingsplaten, en samen met de brandbeschermingsplaten aan alle zijden op afstand aangebracht van het verstijvingsraam met het binnengestel. De verbinding van het verstijvingsraam met 25 de bekledingsplaten vindt plaats via dunne lijven.

Bij deze bekende brandbeschermingsafsluiting is het verstijvingsraam met het binnengestel van metalen profielen door een aanvullende ommanteling met brandbeschermingsplaten goed beschermd tegen hitte-inwerking, waarbij bovendien voor de onder hitte-inwerking schuimende 30 brandbeschermingsplaten zodanig veel tussenruimte is gelaten, dat vervormingen van de bekledingsplaten als gevolg van de volumetoename van de brandbeschermingsplaten, worden voorkomen. Verder zijn de, de bekledingsplaten met het verstijvingsraam verbindende lijven aan de ene zijde 8300628 % - * - 2 - van het afsluitblad niet in lijn liggend ten opzichte van de lijven aan de andere zijde daarvan, maar zijdelings verspringend aangebracht, zodat ook na een langdurige hitte-inwerking een verder ontsteken van de brand als gevolg van het goede geleidingsvermogen van de lijven wordt 5 belemmerd.

Als gevolg van deze uitvoering kan met de bekende brandbescher-mingsafsluiting een buitengewoon langdurige brandbescherming worden be- ; reikt. De met deze uitvoering .verbonden materiaal- en vervaardigings-investering is echter zeer aanzienlijk..

10 Aan de uitvinding ligt de opgave ten grondslag een brandbescher- .

mingsafsluiting van de in de aanhef beschreven soort te verschaffen, die met eenvoudige middelen evenzo eenvoudig kan worden vervaardigd, en zich niettemin kenmerkt door een met de bekende brandbeschermings-afsluiting vergelijkbare brandbestendigheid.

15 Uitgaande van een brandbeschermingsafsluiting van de in de aanhef beschreven soort, wordt voor het oplossen van de gestelde opgave voor-gesteld, dat het verstijvingsraam bestaat uit gips, bijvoorbeeld uit parelgips.(GKF volgens DIN 18 180).

De van. bekledingsplaten gevormde kast van de brandbeschermings— 20 afsluiting volgens de uitvinding verkrijgt door het van gips vervaardigde verstijvingsraam een zeer goede vormbestendigheid. Door proeven kon worden aangetoond, dat de afsluiting zelfs bij een eenzijdige intensieve hitte-inwerking de vorm: over de voorgeschreven weerstandstijden nagenoeg onveranderd behoudt. Het kleine warmtegeleidingsvermogen van het vol-25 gens de uitvinding van gips vervaardigde verstijvingsraam vertraagt de warmte-overdracht vanaf de door hitte belaste afsluitzijde naar de tegenoverliggende afsluitzijde, zodat ook het gevaar:is bezworen van het in een aangrenzende ruimte doorbranden van een door de brandbeschermingsaf sluiting gescheiden ruimte. Ook de eigen stijfheid van het raam blijft 30 zelfs bij een grote hitte-inwerking over de vereiste weerstandstijd volledig behouden.

Volgens een uitvoering van de uitvinding zijn de benen, van het verstijvingsraam gevormd van met elkaar verbonden gipsprofielen.

Door da uitvoering volgens de uitvinding kunnen van in doorsnede-35 afmetingen overeenkomende gipsprofielen in afhankelijkheid van de ver- 83 0 0 6 2 8 “......................

* - 3 - eiste dikte van. het verstijvingsraam, benen, met verschillende doorsnede-afmetingen worden opgebouwd, doordat een ander aantal profielen wordt samengevoegd tot benen.

Bij voorkeur zijn de gipsprofielen voor het opbouwen van een raam-5 been samengesteld uit laagvormig op elkaar liggende, in doorsnede rechthoekige gipsstroken.

Voor de vervaardiging van verstijvingsramen met verschillende geometrie is derhalve een voldoende hoeveelheid eendelige gipsstroken voldoende, die eenvoudig kunnen worden samengesteld tot pakketten met 10 willekeurige afmetingen, en op geschikte lengten gesneden kunnen worden gebruikt als raambenen.

De stabiliteit van het verstijvingsraam kan volgens een verdere uitvoering van de uitvinding nog worden verbeterd, doordat de gipsstroken laagvormig zijn in een ten opzichte van het afsluitvlak lood-15 rechte richting.

Bij een stapeling van gipsstroken in loodrechte richting .op het afsluitvlak komt de hartlijn van elke gipsstrook, welke het grootste weerstandsmaneitt heeft, in richting overeen met de richting van het afsluitvlak. Zodoende wordt het beste rekening gehouden met de aan het 20 verstijvingsraam optredende maximale krachten uit een de richting van het afsluitvlak plaatsvindende warmte-uitzettingen van de bekledings-platen.

De verbinding van de afzonderlijke benen tot een verstijvingsraam vindt volgens een verdere uitvoering van de uitvinding bij voorkeur 25 plaats, doordat een einde van een gipsstrook van een laag het einde overlapt van een gipsstrook van een naburige laag.

De overlapping volgens de uitvinding van de gipsstroken maakt een stabiele vertanding mogelijk van de raambenen, zonder dat, zoals bijvoorbeeld bij een stompe onderlinge plaatsing van de raambenen, aan— 30 vullende vormstukken als verbindingsmiddelen nodig zijn.

In een bepaald geval kan het ook voordelig zijn het verstijvings— raam te vormen van met elkaar verbonden raamlagen, die als gipsplaten zijn uitgeschoven.

Een op deze wijze cpgebouwd verstijvingsraam kenmerkt zich door 35 bijzonder homogene eigenschappen, omdat alle benen van het verstijvings- 8300 62 8 ............

- 4 - raam in lagen bestaan uit gelijke gipsplaten.

Opdat de verbinding van metalen platen, in het bijzonder ook langs de horizontale onderrand van het deurblad, waar deze als gevolg van de noodzakelijke bewegingsvrijheid stomp is uitgevoerd, dat wil 5 zeggen geen buiten de deuropeningdoorsnede uitstekende aanslag bezit, bestamd is tegen een in het inwendige van de kast in het geval van een brand te verwachten overdruk en via dit gebied ook geen gassen naar buiten kunnen treden, voorziet een verdere uitvoering van de uitvinding, dat althans in dit gebied de randstroken van de metalen platen in door-10 snede ü-vormig zijn omgebogen, en de metalen platen ter plaatse via tegen elkaar aanliggende benen vein de spiegelbeeldvormig ten opzichte van elkaar aangebrachte randstroken, met elkaar zijn verbonden.

Bij de brandbeschermingsafsluiting volgens de uitvinding zijn door deze uitvoering ook de benen van de spiegelbeeldvormig ten opzichte van 15 elkaar aangebrachte randstroken van de metalen platen, over het bij gemis van een aanslag het meest in gevaar gebrachte randgebied van de afsluiting even goed vast met elkaar te verbinden, als door een in .elkaar geraakte flensverbinding. Door de in doorsnede U-vormige ombuiging van.

. de randstroken krijgen deze zelfs een ten.opzichte van geflensde rand-20 stroken grotere buigstijfheid. Wanneer dan de toch al reeds zeer buig-.

stijve randstroken bovendien nog vast met elkaar worden verbonden, wordt de buigstijfheid van de kastrand in het totaal aanzienlijk vergroot.

Volgens een verdere uitvoering van de uitvinding zijn de tegen elkaar liggende benen van de randstroken ingelaten in een door een uit-25 sparing in twee, het verstijvingsraam vormende raamhelften, verschafte groef van het verstijvingsraam, en door een aan het einde aangebrachte lasnaad met elkaar verbonden..

Voor een stabiele verbinding van de tegen elkaar aanliggende benen is het volledig voldoende, wanneer de benen zodoende door een aan het 30 einde aangebrachte lasnaad met elkaar zijn verbonden. Wanneer namelijk in het inwendige van de kast een overdruk wordt ingesteld, worden de in de groef van het verstijvingsraam ingelaten benen daardoor zelfs niet indirekt getroffen. Voor wat betreft het op het betreffende einde van de kast inwerken van de overdruk, krijgt dit einde door de benen echter 35 een aanzienlijke verstijving. De,, de benen aan het einde met elkaar 83 0 0 6 2 8 - ..............- - - - 5 - verbindende lasnaad is zelfs bij een betrekkelijk kleine bemeting in staat, de uit de overdruk in de kast resulterende trekkracht te weerstaan. Door het aanbrengen van de benen in de groef van het verstijvings-raam krijgen de benen een aanvullende samenhouding, waardoor het uit 5 elkaar staan van de benen is uitgesloten.

De opbouw van het verstijvingsraam uit twee raamhelften heeft vervaardigingstechnisch het voordeel, dat bijvoorbeeld elke metalen plaat wordt uitgerust met een raamhelft, waarbij althans een randstrook van de metalen plaat wordt omgezet om de einden van de raamhelft. Zodra 10 het omzetten overeenkomstig de beoogde ü-vormige doorsnede van de randstrook is voltooid, kunnen twee reeds met de metalen platen beklede raamhelften op eenvoudige wijze worden samengesteld tot een deurblad, en langs de deurbladonderrand door een lasnaad aan de tegen elkaar aanliggende benen vast worden verbonden, waarbij de verbinding van de 15 metalen platen langs de overige randen op gebruikelijke wijze kan plaatsvinden door een geschikte flensvervorming van de randstroken.

Om het overgangsgebied tussen een inlegdeel van isolerend materiaal en het verstijvingsraam zodanig te beschermen, dat zelfs bij een met speelruimte in het verstijvingsraam aangebracht inlegdeel van 20 isolerend materiaal, het doorbranden in het overgangsgebied tussen het inlegdeel van isolerend materiaal en het verstijvingsraam, is uitgesloten, voorziet een uitvoering van de uitvinding, dat tussen de eind-vlakken van het inlegdeel van isolerend materiaal en de daar tegenover liggende vlakken van het verstijvingsraam, van een vochtdichte ommante-25 ling voorziene, onder hitte-inwerking opschuimende stroken van natrium— silicaat zijn aangebracht.

De toepassing en aanbrenging volgens de uitvinding van de stroken van natriumsilicaat leidt er in het geval van brand toe, dat. deze onder hitte-inwerking opschuimen en zodoende de tussen de eindvlakken van het 30 inlegdeel van isolerend materiaal en de daar tegenover liggende raamvlakken in hoofdzaak aanwezige vrije ruimte, geheel opvullen. De onder hitte-inwerking te bereiken volumevergroting van in de handel gebruikelijke stroken van natriumsilicaat brengt een volledig opvullen tot stand van de tussenruimte, zelfs wanneer het inlegdeel van isolerend 35 materiaal met een aanzienlijke speling in het verstijvingsraam is aangebracht.

8300628 - 6 -

Tenslotte voorziet een uitvoering van de uitvinding nog, dat de loodrecht op het vlak van het deurblad gerichte breedte van de stroken van natriumsilicaat overeenkomt met de dikte van het inlegdeel van isolerend materiaal.

5 Door deze uitvoering kan de opbouw van het deurblad op eenvoudige wijze worden bewerkstelligd, doordat het verstijvingsraam respectieve- . lijk de raamhelften worden gelegd op een horizontaal aangebrachte bekle-dingsplaat, en vervolgens het inlegdeel van isolerend materiaal wordt aangebracht in het verstijvingsraam respectievelijk, de raamhelften, 10 welk inlegdeel voor wat betreft de lengte- en breedte-afmetingen enigszins kleiner is gehouden dan de binnenmaatse lengte en breedte van het verstijvingsraam. De stroken van natriumsilicaat kunnen dan loodrecht op het vlak van het deurblad worden ingeschoven, zonder dat het gevaar bestaat van een ongewilde verplaatsing nadat de tweede bekledingsplaat 15 daarop is gelegd en beide bekledingsplaten vast met elkaar zijn verbonden ..

De ontbrekende bestendigheid van de stroken van natriumsilicaat 'tegen vocht wordt tegengegaan door de vochtdichte ommanteling van de stroken van natriumsilicaat. Omdat de ommanteling van de stroken van 20 natriumsilicaat in het deurblad niet is blootgesteld aan noemenswaardige mechanische belastingen, is het voldoende wanneer de ommanteling bijvoorbeeld bestaat uit een dunne metalen foelie, die ook de einden van de stroken van natriumsilicaat mede dicht insluit. Het ligt natuurlijk binnen het raam van de uitvinding de ommanteling bijvoorbeeld te ver-25 vaardigen van een aan de einden gesloten slang van polyvinylchloride..

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin een uitvoeringsvoorbeeld van de brandbeschermingsafsluiting in doorsnede is weergegeven.

Metalen platen 1 en 2 vormen een vlakke kast 3. Daartoe is een 30 horizontale onderste randstrook 4 van de metalen plaat 1 en een soortgelijke randstrook 5 van de metalen plaat 2 in doorsnede U-vormig omgezet. De metalen platen 1 en 2 zijn hierbij zodanig aangebracht, dat een been 6 van de randstrook 4 en een been 7 van de randstrook 5 zijdelings tegen elkaar aanliggen. Via een lasnaad 8 zijn de metalen platen 35 1 en 2 aan het door de randstroken 4 en 5 gevormde einde vast met elkaar 830 0 6 2 8Γ .......— i.

- 7 - verbonden. De niet afgebeelde verticale randstroken van de metalen platen 1 en 2 zijn evenals de horizontale bovenste randstroken 4' en 5' van de metalen platen 1 en 2 door een gebruikelijke flensvorming met elkaar verbonden.

5 In het inwendige van de zodoende gevormde vlakke kast 3 bevindt zich een verstijvingsraam 9, dat bestaat uit twee raamhelften 10 en 11. Terwijl de omgezette randstrook 4 de raamhelft 10 omvat, wordt de raam-helft 11 omvat door de omgezette randstrook 5. Elke raamhelft 10 en 11 bestaat uit twee raamlagen 12 respectievelijk 13, die kunnen zijn ge-10 ponst uit aangepast baneten gipsplaten. De naar het omgezette been 6 respectievelijk 7 gekeerde raamlaag 12 respectievelijk 13 bezit een uitsparing 14 respectievelijk 15, zodat het been 6 respectievelijk 7 in de raamhelft 10 respectievelijk 11 is gebed.

In de door het verstijvingsraam 9 begrensde holle ruimte van de 15 vlakke kast 3 is een inlegdeel 16 van isolerend materiaal aangebracht, tussen de einden waarvan en de daartegenover liggende raamvlakken, onder hitte-inwerking opschuimende stroken 17 van natriumsilicaat zijn voorzien, die door een ommanteling 18 vochtdicht zijn ingesloten- 8300628

Claims (10)

1. Brandbeschermingsafsluiting voor bouwwerkopeningen, bestaande uit een, een verstijvingsraam en een inlegdeel van isolerend materiaal insluitende, door twee via omgezette randstroken met elkaar verbonden metalen platen gevormde, vlakke kast, met het kenmerk, dat het verstij- 5 vingsraam. (9) bestaat uit gips.

2. Brandbeschermingsaf sluiting volgens conclusie 1,· met het kenmerk, dat de benen van het verstijvingsraam (9) bestaan uit met elkaar verbonden gipsprofielen.

3. Brandbeschermingsaf sluiting volgens de conclusies 1 en 2, met het 10 kenmerk, dat de gipsprofielen zijn samengesteld uit op elkaar gelegde, in doorsnede rechthoekige gipsstroken (12, 13).

4. Brandbeschermingsafsluiting volgens de conclusies 1—3, met het kenmerk, dat de gipsstroken (12, 13) laagvormig zijn in een loodrecht op het afsluitvlak staande richting.

5. Brandbeschermingsafsluiting volgens de conclusies 1-4, met het kenmerk, dat een einde van een gipsstrook (12, 13) van een laag, het einö5 overlapt van een gipsstrook van een naburige laag.

6. Brandbeschermingsafsluiting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het verstijvingsraam (9) bestaat uit met elkaar verbonden lagen „20 (12, 13), die uit. gipsplaten zijn uitgeschoten.

7. Brandbeschermingsaf sluiting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat althans een randstrook (4, 5) van elk der metalen platen (1, 2) in doorsnede U-vormig is omgezet, waarbij de metalen platen via tegen elkaar aanliggende benen (6, 7) van de spiegelbeeldvormig ten opzichte 25 van elkaar aangebrachte randstroken met elkaar zijn verbonden.

8. Brandbeschermingsafsluiting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de tegen elkaar aanliggende benen (6, 7) in een door een uitsparing (14, 15) in elk der twee het verstijvingsraam (9) vormende raamhelften (10, 11) verschafte groef van het verstijvingsraam zijn ingelaten, en 30 door een aan het einde aangebrachte lasnaad (8) met elkaar zijn verbonden.

9. Brandbeschermingsaf sluiting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat tussen de einden van het inlegdeel (16) van isolerend materiaal en de daartegenover liggende vlakken van het verstijvingsraam (9) van een 8300628 - 9 - vochtdichte ommanteling (18) voorziene, onder hitte-inwerking opschuimende stroken (17) van natriumsilicaat zijn aangebracht·

10. Brandbeschermingsafsluiting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de loodrecht op het vlak van de afsluiting gerichte breedte van de 5 stroken (17) van natriumsilicaat overeenkomt met de dikte van het inleg-deel (16) van isolerend materiaal. 8 3 0 0 6 2 8“ ..............' - '...... ..................