NL8300474A - Middel voor het dragen en bevestigen van skischoenen. - Google Patents

Description

-1- 4 m.o. 51654

Middel voor het dragen en 'bevestigen van skischoenen

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een middel voor het dragen en bevestigen van skischoenen, waarbij de schoenen geplaatst zijn om met de zolen tegen elkaar gedragen te worden.

Dergelijke middelen vormen algemeen bekende skiuitrusting. In 5 het bijzonder in samenhang met slalomschoenen, hebben deze draag- en bevestigingsmiddelen aanzienlijke voordelen geboden.

Sen nadeel van deze bekende draag- en bevestigingsmiddelen is de grote omvang waardoor deze vrij onhandig in gebruik zijn. De ontvang van het bekende bevestigingsmiddel wordt veroorzaakt doordat 10 het framedeel daarvan langer is dan de schoenzolen en zioh aan de tegenover liggende zijde van die waar de schoenen aangebracht zijn, bevindt. Afzonderlijke veer- en metalen beugelmechanismen verzekeren dat de schoenen op hun plaats blijven. Hierdoor wordt de constructie groot en zwaar en is eveneens verhoudingsgewijs kostbaar te vervaar-15 digen door het grote aantal onderdelen.

Het is het doel van de uitvinding om een draag- en bevestigingsmiddel voor skischoenen te verschaffen, dat het bovengenoemde nadeel niet heeft en desalniettemin de schoenen op betrouwbare wijze samenhoudt .

20 De uitvinding wordt in hoofdzaak gekenmerkt doordat het beves tigingsmiddel twee afzonderlijke bevestigingsorganen, die respectievelijk de tenen en de hielen van beide schoenen samenbinden en een buigzaam deel omvat dat met één van de bevestigingsorganen verbonden is en door het andere bevestigingsorgaan gaat, welk buigzame deel 25 ingericht is om tussen de schoenzolen door te gaan en waarvan het vrije einde ingericht is om een draaglus te vormen.

Het voordeel van het draag- en bevestigingsmiddel volgens de uitvinding is vergeleken met de bekende constructies, het lage gewicht en de geringe omvang. De vervaardigingskosten zijn eveneens 50 laag dankzij de eenvoudige constructies aangezien het bevestigingsmiddel volgens de uitvinding bijvoorbeeld geen zogenaamde montage-kosten vergt.

Hieronder zal de uitvinding aan de hand van de uitvoering volgens de bijgaande tekeningen beschreven worden, waarin 55 Figuur 1 een vooraanzicht van het ene bevestigingsorgaan is,

Figuur 2 een zijaanzicht van het bevestigingsorgaan volgens figuur 1 is,

Figuur 5 een vooraanzicht van het andere bevestigingsorgaan is, 8300474 '* -2-

Fignur 4 een zijaanzicht van het hevestigingsorgaan volgens figuur 3 is,

Figuur 5 het hevestigingsorgaan uit figuren 3 en 4 toont, zoals gezien vanaf de andere kant, en 5 Figuur 6 in principe het bevestigen van skischoenen met gebruik van de organen volgens figuur 1 t/5 toont.

In figuur 1 en 2 wordt het hevestigingsorgaan in zijn geheel aangegeven met verwij zings cijfer 1. Zoals in de tekeningen af geheeld is dit hevestigingsorgaan een vlak deel, voorzien van openingen 2 en 10 3 voor de zolen van de schoenen.

In figuur 3 t/m 5 wordt het andere hevestigingsorgaan in zijn geheel met verwijzingscijfer 4 aangegeven. Dit hevestigingsorgaan is een do o s^· vormig deel met de twee tegenoverliggende randen daarvan zo gevormd dat deze met de vorm van de schoenen en de randen van de zo-15 len overeenkomen. Dit is verwezenlijkt door middel van de vorm en de diepte van de uitsparingen 5·

Het draag- en bevestigingsmiddel volgens de uitvinding wordt gevormd door de bovengenoemde delen te verbinden door middel van een buigzaam deel 6 (figuur 6). In de uitvoering volgens de figuren worit 20 dit deel verbonden aan een punt tussen de openingen 2 en 3 iu het hevestigingsorgaan 1 . In figuur 1 wordt dit punt van het bevesti-gingsorgaan in zijn geheel aangegeven met verwijzingscijfer 7·

In figuur 6 is het hevestigingsorgaan 1 aangebracht om de teen-delen van de schoenen 8 samen te binden. De uitstekende randen van 25 de schoenzolen worden bijgevolg in de openingen 2 en 3 gebracht.

Het buigzame deel dat zich vanaf het hevestigingsorgaan 1 uitstrekt wordt dan aangebracht om tussen de schoenzolen door te gaan en wordt bovendien aangebracht om door het hevestigingsorgaan 4 te gaan dat de schoenhielen verbindt en om een draaglus door middel van het vrije 30 einde daarvan te vormen. De schoenhielen worden door middel van de passend (als uitsparingen) gevormde randen van het hevestigingsorgaan samengehouden. Het orgaan wordt dan bijgevolg aan de bovenkant van de schoenhielen aangebracht op de wijze die in figuur 6 afgebeeld is, waardoor de hieldelen van de schoenen in de uitsparingen 5 ge-35 bracht zullen worden en de uitstekende randdelen van de zool tegen de inwendige oppervlakken van de randdelen van het bevestigingsor-gaan 4 sullen liggen. Het buigzame deel, dat bijvoorbeeld een koord, riem, touw of zelfs een rubberen band kan zijn, wordt in de uitvoering van figuur 6 bijgevolg door de bodem van het hevestigingsorgaan 40 4 geleid. Deze oplossing is duidelijk in figuur 3 getoond, waar de 8300474 -3- spleet in de bodem aangegeven wordt door verwijzingscijfer 9·

Bijgevolg worden volgens de uitvinding de tenen en de hielen van de schoenen door middel van bovengenoemde afzonderlijke beves-tigingsorganen verbonden en vindt het vastzetten plaats door middel 5 van het buigzame deel 6 dat aan het bevestigingsorgaan 1 bevestigd is en door het andere bevestigingsorgaan 4 gaat en door middel van het verend zijn van de delen 1 en 4· 3n dit geval moet natuurlijk een vergrendeling in het andere bevestigingsorgaan 4> of in samenhang daarmee aangebracht worden. Een oplossing is in figuur 5 ge to end, 10 waarbij de spleet 9 gevormd wordt door middel van een bewegend deel 10 dat aangebracht is in het bodemdeel van het bevestigingsorgaan 4· 33e bediening van dit vergrendelen is gebruikelijk waardoor, wanneer aan het buigzame deel getrokken wordt (gespannen), het deel in staat is om door de spleet 9 te gaan, maar het deel 10 belet de tegenover-15 gesteld gerichte beweging waardoor het gewenste vergrendelen verkregen zal worden. Het openen vindt plaats door op de rand van het deel 10 te drukken waardoor de spleet vergroot wordt en de vergrendeling geopend wordt. Begrepen moet worden dat de vergrendeling op een aantal verschillende manieren verwezenlijkt kan worden, waarbij het 20 vergrendelen of verwezenlijkt kan worden door middel van het orgaan 4, door middel van een afzonderlijk orgaan, of door een combinatie daarvan.

In de uitvoering afgebeeld in de figuren, is het vlakke bevestigingsorgaan 1 bij de schoentenen aangebracht en het doos-vormige 25 orgaan bij de hielen. Bit is echter niet de enige mogelijkheid, het is binnen het bereik van de uitvinding eveneens mogelijk om de bovengenoemde bevestigingsorganen omgekeerd te gebruiken, in welk geval de schoenen gedragen worden met de hielen naar beneden. Het is eveneens mogelijk om bijvoorbeeld twee doos-vormige bevestigingsorganen X 30 te gebruiken, welke gevormd zijncmiepassen bij de teen- en hieldelen van de schoenen, enz.

8300474

Claims (6)

1. Draag- en bevestigingsmiddel voor skischoenen, waarbij de schoenen geplaatst zijn om met de zolen tegen elkaar gedragen te worden, met het kenmerk, dat het bevestigingsmiddel twee afzonderlijke bevestigingsorganen (1,4)» die respectievelijk de tenen en de 5 hielen van beide schoenen samenbinden, en een buigzaam deel (6) omvat dat verbonden is aan één van de bevestigingsorganen (1) en door het andere bevestigingsorgaan (4) gaat, welk buigzame deel ingericht is om tussen de schoenzolen door te gaan en waarvan het vrije einde ingericht is om een draaglus te vormen.

2. Draag- en bevestigingsmiddel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat tenminste één van de bevestigingsorganen (1) een vlak deel is, waarbij de openingen (2,5) aangebracht zijn voor de randen van de zolen van de schoenen (8).

5. Draag- en bevestigingsmiddel volgens conclusie 1, met het 15 kenmerk, dat tenminste het andere bevestigingsorgaan (4) een doosvormig deel is, waarvan de tegenoverliggende randen geschikt zijn om overeen te komen met de vorm van de schoenen en de randen van de zolen.

4· Draag- en bevestigingsmiddel volgens conclusie 2, met het 20 kenmerk, dat het buigzame deel (6) aan een punt tussen de openingen (2,5) verbonden is.

5. Draag- en bevestigingsmiddel volgens conclusie 3» met het kenmerk, dat het buigzame deel (6) ervoor ingericht is om door de bodem van het doos-vormige deel (4) te gaan.

6. Draag- en bevestigingsmiddel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het buigzame deel (6) verbonden is met het bevestigingsorgaan (1) dat de tenen van de schoenen samenbindt. 8300474