NL8204923A - Werkwijze voor het bereiden van een precipitaat van caseine en wei-eiwit alsmede aldus bereid precipitaat. - Google Patents
Werkwijze voor het bereiden van een precipitaat van caseine en wei-eiwit alsmede aldus bereid precipitaat. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8204923A NL8204923A NL8204923A NL8204923A NL8204923A NL 8204923 A NL8204923 A NL 8204923A NL 8204923 A NL8204923 A NL 8204923A NL 8204923 A NL8204923 A NL 8204923A NL 8204923 A NL8204923 A NL 8204923A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- precipitate
- process according
- whey protein
- range
- protein
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A23—FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
- A23J—PROTEIN COMPOSITIONS FOR FOODSTUFFS; WORKING-UP PROTEINS FOR FOODSTUFFS; PHOSPHATIDE COMPOSITIONS FOR FOODSTUFFS
- A23J1/00—Obtaining protein compositions for foodstuffs; Bulk opening of eggs and separation of yolks from whites
- A23J1/20—Obtaining protein compositions for foodstuffs; Bulk opening of eggs and separation of yolks from whites from milk, e.g. casein; from whey
- A23J1/207—Co-precipitates of casein and lactalbumine
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
- Y10S—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10S530/00—Chemistry: natural resins or derivatives; peptides or proteins; lignins or reaction products thereof
- Y10S530/827—Proteins from mammals or birds
- Y10S530/833—Whey; cheese
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Biochemistry (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Food Science & Technology (AREA)
- Polymers & Plastics (AREA)
- Dairy Products (AREA)
- Peptides Or Proteins (AREA)
Description
............I* * % i
Stichting Nederlands Instituut voor Zuivelonderzoek
Werkwijze voor het bereiden van een precipltaat van caseïne en wei-eiwit alsmede aldus bereid precipltaat.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het bereiden van een precipltaat van caseïne en wei-eiwit uit een melkprodukt, dat caseïne en wei-eiwit bevat, als uitgangsmateriaal.
Het bereiden van een coprecipitaat van caseïne en wei-eiwit uit 5 ondermelk is bijvoorbeeld bekend uit The Australian Journal of Dairy Technology, Maart 1967, blz. 12-18. Daarbij wordt ondermelk verhit bij een temperatuur van 90eC, terwijl al of niet calciumchloride wordt toegevoegd, waarna precipitatie plaats vindt bij een pH in het traject van 4,6 tot 5,4. In het verkregen coprecipitaat zijn de caseïne en het wei-10 eiwit aan elkaar gebonden.
Uit het Britse octrooischrift 1.151.879 is het bekend ondermelk te verhitten tot een temperatuur, waarbij de melkeiwitten samen reageren, vervolgens de melkeiwitten neer te slaan door toevoeging van een zuur en/of calciumchloride en daarna het verkregen coprecipitaat te doen co-15 aguleren en af te scheiden. Het verkregen produkt heeft een relatief hoog calciumgehalte en een matige eiwitoplosbaarheid bij pH 6,7.
Uit het Britse octrooischrift 1.374.019 is het bekend een coprecipitaat van caseïne en wei-eiwit te bereiden door 2 tot 10 gew.dln wei of een overeenkomstige hoeveelheid geconcentreerde wei of 0,2 tot 1 20 gew.dl bij de afscheiding van lactose verkregen weimoederloog te mengen met 1 gew.dl karnemelk of ondermelk, de pH van het verkregen mengsel in te stellen op een waarde in het traject van 6,5 tot 7,1 en het verkregen mengsel gedurende ten minste 5 minuten bij ten minste 80°C te verhitten, terwijl men vöör, tijdens of na het verhitten 0,1 tot 1,0 gew.Z 25 calciumchloride, betrokken op het mengsel, toevoegt.
Ook het bij deze werkwijze verkregen produkt heeft een relatief hoog calciumgehalte en een matige elwitoplosbaarheid bij pH 6,7.
Uit Brief Communications XXIst IDF-Congress (Moskou 1982), deel 1, boek 2, blz. 89 tot 90 is het bekend aan mengsels van ondermelk of kar-30 nemelk met weiconcentraat, waaruit lactose is verwijderd, bij 20°C zoutzuur of natriumhydroxideoplossing toe te voegen en aldus de pH van het mengsel op verschillende waarden in het traject tusen 3,0 en 8,0 te brengen, waarna het mengsel gedurende 20 minuten bij 90°C wordt verhit, vervolgens de pH ervan op 4,6 of '5,3 wordt ingesteld, het mengsel ver-35 volgens 1 minuut bij 95eC wordt verhit, daarna tot 20°C wordt afgekoeld 8204923 I » 2 en het neerslag van caseïne en wei-eiwit wordt afgecentrifugeerd. Het eiwitneerslag bleek bij pH 6,7 slecht tot matig oplosbaar te zijn en een relatief hoog calciumgehalte te bezitten, waardoor de toepassingsmogelijkheden ervan beperkt zijn.
5 Gevonden werd, dat een precipitaat van caseïne en wei-eiwit kon worden verkregen, dat bij een neutrale pH in water oplosbaar is, wanneer men volgens de uitvinding a) de pH van het uitgangsmateriaal instelt op een waarde boven 6,8, b) het aldus verkregen materiaal verhit bij een temperatuur-tijdcom- 10 binatie boven die, waarbij het wei-eiwit denatureert, c) het verkregen produkt afkoelt tot beneden 65°C, d) de pH van de afgekoelde oplossing verlaagt tot een waarde beneden 5,4 en e) het daarbij verkregen precipitaat afscheidt.
15 Het volgens de uitvinding bereide precipitaat is bij neutrale pH
uitstekend in water oplosbaar en heeft een zeer laag calciumgehalte en een zeer laag asgehalte. Het lage asgehalte en de aanwezigheid van lactalbumine naast caseine maken het produkt bij uitstek geschikt voor toepassing in babyvoeding (zie ook "Nieuwe Voedingsleer” van C.den 20 Hartog, J.G.A.J.Hautvast en A.P. den Hartog, Aula-Boeken 616 ); het lage calciumgehalte en de uitstekende oplosbaarheid maken het produkt uitstekend geschikt voor toepassing in vleeswaren en schuimpreparaten. Het produkt is, in tegenstelling tot produkten van de eerder genoemde werkwijzen, geen coprecipitaat in de zin van een complex van caseine en 25 wei-eiwit. Ook hierdoor onderscheidt het volgens de uitvinding bereide produkt zich duidelijk van de bekende coprecipitaten van caseïne en wei-eiwit.
Op zichzelf was het uit de Nederlandse octrooiaanvrage 80 06237 bekend in water oplosbare gedenatureerde wei-eiwitten te bereiden door 30 de pH van een oplossing van natief wei-eiwit in te stellen op een waarde boven 6,5 en de aldus verkregen oplossing te verhitten bij een temperatuur-ti jdcombinatie boven die, waarbij het wei-eiwit denatureert, en daarna af te koelen. Als men, uitgaande van een ontzoute wei-eiwit-oplossing, bij deze bekende werkwijze na afkoelen tot, bij voorkeur, 35 beneden 30°C de pH van de oplossing verlaagt tot een waarde in het traject van 4 tot 5, verkrijgt men een neerslag, dat weer oplost in water bij een pH van 6,5 tot 7. Het is verrassend dat bij toepassing van een werkwijze, die enige gelijkenis vertoont met de werkwijze vol- t 8204923
- I
i, \ 3 gens de Nederlandse octrooiaanvrage 80 06237, op een niet ontzout melk-produkt, dat naast wei-eiwit ook caseïne en calcium bevat, een produkt wordt verkregen, dat oplosbaar is bij een neutrale pH. Men had immers kunnen verwachten, dat bij verhitting van een systeem dat naast wei-5 eiwitten ook alle caselnen en bovendien relatief veel calcium bevat, enerzijds interactie tussen wei-eiwit en caseïne door middel van di-sulfidebindingen en anderzijds aggregatie van de gevormde complexen onder invloed van calcium zou optreden (vergelijk New Zealand Journal of Dairy Science and Technology 13 (1978), blz. 9). Dergelijke inter-10 acties vinden blijkbaar niet plaats; het verkregen precipitaat is bij pH 6,7 geheel oplosbaar en heeft een zeer laag calclumgehalte.
Als sprake is van een bij een neutrale pH in water oplosbaar precipitaat, wordt bedoeld, dat het precipitaat oplost in water bij een pH van 6,5 tot 8,0. In bepaalde gevallen is het niet uitgesloten, dat het 15 precipitaat ook bij een pH van iets beneden 6,5 nog oplost. Bij een pH boven 8,0 vindt veelal ontleding van het eiwit plaats.
Het als uitgangsmateriaal te gebruiken melkprodukt is in het algemeen een vetarm produkt, meestal ondermelk of karnemelk, die desgewenst met natief wei-eiwit verrijkt kan zijn. In de praktijk gaat men dik-20 wijls uit van ondermelk, die is gepasteuriseerd, bijvoorbeeld bij 68 tot 72°C gedurende 5 tot 20 sec. De pH van het uitgangsmateriaal bedraagt meestal ongeveer 6,7. Hij dient voor de werkwijze volgens de uitvinding te worden verhoogd tot boven 6,8. De bovengrens van het toe te passen pH-gebied is niet kritisch. Bij een pH boven 8,0 treedt 25 echter dikwijls vorming van ongewenste verbindingen op en wordt de smaak van het uiteindelijk verkregen precipitaat ongunstig beïnvloed.
Bij voorkeur brengt men de pH van het uitgangsmateriaal bij trap a) van de werkwijze volgens de uitvinding op een waarde in het traject van 7,0 tot 7,5. Voor het instellen van de pH kan men een basische verbinding 30 of een ionenuitwisselaar gebruiken. Bij voorkeur past men een natrium-hydroxideoplossing toe, omdat natriumhydroxide algemeen beschikbaar en goedkoop is.
Nadat de pH tot een waarde boven 6,8 is ingesteld, verhit men bij trap b) van de werkwijze volgens de uitvinding het verkregen materiaal 35 zodanig, dat het aanwezige wei-eiwit denatureert. Geschikt is verhitting gedurende 5 tot 20 minuten bij 80 tot 100eC; bij voorkeur verhit men gedurende 8 tot 12 minuten bij 90 tot 98°C. Ook is een "Ultra-High Temperature"(UHT) behandeling mogelijk, zoals een verhitting op 130°C gedurende 60 sec of een verhitting op 145eC gedurende 5 sec dan 8204923 4 wel een tijd-temperatuurcombinatie die daartussenin ligt.
Na de verhitting koelt men bij trap c) van de werkwijze volgens de uitvinding af tot een temperatuur beneden 65°C. Bij afkoeling tot boven deze temperatuur bljkt de oplosbaarheid van het eiwit nadelig te worden 5 beinvloed. Uit praktische overwegingen koelt men meestal af tot een temperatuur in het traject van 4 tot 45°C.
Vervolgens wordt bij trap d) van de werkwijze volgens de uitvinding de pH van de aldus afgekoelde oplossing verlaagd tot beneden 5,4. Door dit aanzuren wordt een precipitaat (ook wrongel genoemd) verkre-10 gen.De benedengrens van het te bereiken pH-traject ligt bij ongeveer 4,2. Bij een pH van 5,3 verkrijgt men een zachte wrongel, die een relatief hoog calciumgehalte bezit. Bij een lagere pH wordt ook het cal-ciumgehalte van de wrongel lager, terwijl de wrongelkorrels zelf steviger worden. Bij een pH beneden 4,2 gaat de caseïne in oplossing.
15 Bij voorkeur brengt men de pH op een waarde in het traject van 4,4 tot 4,7. Het aanzuren kan plaats vinden met behulp van mineraal zuur, bijvoorbeeld zoutzuur, of langs bacteriologische weg.
De wrongel kan op bekende wijze worden afgescheiden uit het aldus behandelde melkprodukt, bijvoorbeeld door middel van decanteren of cen-20 trifugeren of met behulp van zeven of horren. Het verdient de voorkeur het behandelde melkprodukt te verhitten, voordat de wrongel wordt afgescheiden. Door de verhitting treedt synerese op en worden de wrongelkorrels steviger. De verhitting kan bijvoorbeeld plaats vinden door middel van directe stoominjectie of door indirecte verhitting. De ver-25 hittingstemperatuur is enigermate afhankelijk van de wijze, waarop tevoren is aangezuurd. Na aanzuren met mineraal zuur verdient een temperatuur tussen 40°C en 50°C, bijvoorbeeld van ongeveer 45eC, de voorkeur, terwijl na aanzuren langs bacteriologische weg meestal een temperatuur tussen 55eC en 70°C, bijvoorbeeld van ongeveer 60ÖC, wordt toe-30 gepast.
Het verdient de voorkeur het op de bovenbeschreven wijze verkregen en afgescheiden precipitaat grondig te wassen met een waterige vloeistof met een pH in een traject van 4,2 tot 5,4 en bij voorkeur van 4,4 tot 4,7 teneinde een zo zuiver mogelijk precipitaat te verkrijgen.
35 Het volgens de uitvinding bereide precipitaat, dat in het algemeen 35 tot 50 gew.% droge stof bevat, kan bij een pH tussen 6,5 en 8,0 weer in water worden opgelost. Voor het oplossen van caseïne zijn verschillende werkwijzen bekend, die ook hier kunnen worden toegepast. Bij wijze van voorbeeld wordt verwezen naar de Nederlandse octrooiaanvrage 40 80 04587 en de in die octrooiaanvrage genoemde literatuur. Bij de werk- 8204923
""H
5 wijze volgens de Nederlandse octrooiaanvrage 80 04587 worden in water onoplosbare, caseïne bevattende melkeiwitten tezamen met oplosbaar mar kende middelen, bijvoorbeeld natriumhydroxide, en water met behulp van een volumepomp in een continue stroom door een gesloten reactieruimte 5 gevoerd en wordt het mengsel in deze reactieruimte onder invloed van afschuifkrachten omgezet in een oplossing met een gehalte aan droge stof in het traject van 20 tot 70 gew.%. Het is daarbij voordelig dat men de melkeiwitten vöör het bereiken van de reactieruimte met een alkalisch reagerend oplosbaar makend middel mengt, tot een pH van 5,0 10 tot 5,3 is verkregen, en vervolgens in de reactieruimte zoveel alkalisch reagerend oplosbaar makend middel toevoegt, dat het mengsel een pH van ten minste 6,5 heeft.
Het calciumgehalte van coprecipitaten uit ondermelk ligt na de gebruikelijke bereidingswerkwljze tussen 0,5 gew.% en 0,8 gew.% calcium 15 (Australian Journal of Dairy Technology, Maart 1968, blz. 8 tot 14; zie ook onderstaand voorbeeld V). De eiwitoplosbaarheid van een dergelijk produkt (als bepaald op de hieronder beschreven wijze) bedraagt dan 72.
Indien de werkwijze, beschreven in Brief Communications XXIst IDF-Congress wordt toegepast op uitsluitend ondermelk en de pH voor het 20 verhitten op een waarde van 7,5 wordt gebracht, wordt een precipitaat verkregen met een laag calciumgehalte (.<0,2 gew.%) en een matige eiwitoplosbaarheid (als bepaald op de hieronder beschreven wijze), namelijk 80.
Wanneer volgens de uitvinding een precipitaat uit ondermelk wordt 25 bereid (zie onderstaand voorbeeld I), waarbij de pH voor de verhitting boven 6,8 wordt gebracht en na afkoeling tot beneden 65°C op 4,6 wordt gebracht, dan wordt een precipitaat verkregen met zowel een laag calciumgehalte (0,1 gew.%) als een hoge eiwitoplosbaarheid (als bepaald op de hieronder beschreven wijze), namelijk ongeveer 95.
30 De volgende voorbeelden lichten de uitvinding nader toe. Daarin wordt de eiwitoplosbaarheid bepaald volgens de A0CS official method Ba 11-65, Nitrogen Solubility Index (NSI), waarbij echter werd gecentrifugeerd bij 20.000 x g. Het in de voorbeelden genoemde asgehalte werd bepaald volgens IDF Standard 89:1979.
35 Voorbeeld I.
In een tank werd de pH van ondermelk met een temperatuur van 4°C op 8,0 gebracht met behulp van een 4 N natriumhydroxideoplossing. Per 1000 1 ondermelk werden daarvoor 3,6 1 natriumhydroxideoplossing gebruikt. Vervolgens werd de ondermelk in een hoeveelheid van 1500 1/h 40 door een pasteurisatieinrichting gepompt en verhit tot 68°C, waarna de 8204923 è . 6 temperatuur door directe stoominjectie werd verhoogd tot 96°C.
De verhitte ondermelk werd gedurende 12 minuten in een zogenaamde duurverhitter op 96°C gehouden. Daarna werd de ondermelk door middel van een warmteuitwisselaar gekoeld tot 20°G en werd de pH op 4,5 ge-5 bracht met behulp van 4 N zoutzuur. Per 1000 1 ondermelk werden daarvoor 18 1 zoutzuur gebruikt. Direct na de zoutzuurinjectie werd de temperatuur door middel van directe stoominjectie op 45°C gebracht.
De gevormde wrongel werd afgescheiden met een Westfalia decanteer-inrichting, model SDA 230. Op deze wijze werden 136 kg wrongel verkre-10 gen met een droge stofgehalte van 37 gew.%; het eiwitgehalte bedroeg 33,1 gew.%. De hoeveelheid geprecipiteerd eiwit bleek 96 gew.% te bedragen van de oorspronkelijk in de ondermelk aanwezige hoeveelheid eiwit.
Het precipitaat werd op een bij de caseïnebereiding gebruikelijke 15 wijze gewassen, in dit geval bij pH 4,6 en bij een temperatuur van 45°C. Het gewassen precipitaat werd vervolgens op de uit de Nederlandse octrooiaanvrage 80 04587 bekende wijze met behulp van 4 N natriumhy-droxideoplossing opgelost, waarna de oplossing, die een pH van 6,7 bezat, werd gedroogd door middel van sproeidrogen. Het verkregen poeder 20 had de volgende samenstelling: droge stofgehalte 96,3 gew.% eiwitgehalte 93,9 gew.% asgehalte 3,2 gew.% - calciumgehalte .«£0,1 gew.% 25 - eiwitoplosbaarheid 95
Voorbeeld II.
Op soortgelijke wijze als beschreven in voorbeeld I werd een precipitaat van caseïne en wei-eiwit bereid, waarbij echter de volgende wijzigingen werden toegepast.
30 De pH van de ondermelk werd met behulp van 4 N natriumhydroxide- oplossing op 7,0 gebracht. Per 1000 1 ondermelk werd daarvoor 1,3 1 na-triumhydroxideoplossing gebruikt.
De verhitting vond plaats door middel van directe stoominjectie bij 130°C gedurende 30 sec; vervolgens werd afgekoeld tot 30°C.
35 Aan de ondermelk werd een zuurselconcentraat toegevoegd bestaande uit een mengsel van Streptococcus lactis en Streptococcus cremoris. De verzuring vond bij 30°C gedurende 8 uren plaats, tot de pH 4,5 bedroeg.
Alvorens de ondermelk werd gedecanteerd, werd de temperatuur door 40 middel van directe stoominjectie verhoogd tot 60°C.
8204923 7 ft «ο
Het aldus verkregen precipltaat werd op de in voorbeeld I beschreven wijze gewassen, met 4 N natriumhydroxideoplossing tot oplossing gebracht (pH van de verkregen oplossing 6,7) en door middel van sproei-drogen gedroogd.
5 Het verkregen poeder had de volgende samenstelling: droge stofgehalte 95,4 gew.% eiwitgehalte 90,2 gew.% asgehalte 3,6 gew.% - calciumgehalte ^0,1 gew.% 10 - eiwitoplosbaarheid 99
Voorbeeld III.
Op soortgelijke wijze als beschreven in voorbeeld II werd een pre-cipitaat bereid van caseïne en wei-eiwit, waarbij echter de volgende wijzigingen werden toegepast.
15 De pH van de ondermelk met een temperatuur van 4eC werd op 8,0 gebracht, terwijl de temperatuur gedurende 60 sec op 130°C werd gehouden.
Na koeling tot 20°C werd 4 N zoutzuur geïnjecteerd, tot de pH 4,5 bedroeg en vervolgens werd de temperatuur door middel van directe stoom-injectie verhoogd tot 45°C. De aldus behandelde ondermelk werd gedecan-20 teerd.
Het verkregen precipitaat bevatte 95 gew.% van de oorspronkelijk in de ondermelk aanwezige eiwitten.
Nadat het precipitaat was gewassen, tot oplossing gebracht en gedroogd op de in voorbeeld I beschreven wijze, werd een poeder verkregen 25 met de volgende samenstelling: droge stofgehalte 95,4 gew.% eiwitgehalte 91,6 gew.% asgehalte 3,6 gew.% 3,6 gew.% - . calciumgehalte 0,1 gew.% 30 - eiwitoplosbaarheid 98.
Voorbeeld IV.
Op soortgelijke wijze als beschreven in voorbeeld I werd een precipitaat van caseïne en wei-eiwit bereid, waarbij echter de volgende wijzigingen werden toegepast.
35 De ondermelk werd bij 50°C met een zwak basische hars (Duolite A 368, Dia-Prosim) gemengd; na verhoging van de pH werd de hars afgescheiden. De pH van de behandelde ondermelk was 7,7. Vervolgens werden de verhittings-, koelings-, verzurings- en afscheidingstrappen conform voorbeeld I uitgevoerd.
40 De hoeveelheid van het geprecipiteerde eiwit bedroeg 96 gew.% van 8204923 «r ‘ 8 de oorspronkelijke hoeveelheid in de ondermelk aanwezige eiwitten.
Na wassen en oplossen met 4 N natriumhydroxideoplossing werd een oplossing met een pH van 7,0 en met de volgende samenstelling, berekend op de droge stof, verkregen: 5 - eiwitgehalte 97,2 gew.% calciumgehalte 0,1 gew.% - eiwitoplosbaarheid 93.
Voorbeeld V ( vergelijkend).
Met de in voorbeeld I beschreven installatie werd op bekende wijze 10 coprecipitaat uit ondermelk bereid. Daartoe werd de ondermelk bij de natuurlijke pH (pH 6,7) gedurende 12 minuten op 96°C verhit. Vervolgens werd de pH bij 96°C met behulp van zoutzuur op 4,5 gebracht, waarna werd gedecanteerd. Het precipitaat werd vervolgens op de gebruikelijke wijze gewassen, opgelost (pH van de oplossing 6,7) en gedroogd door 15 middel van sproeidrogen.
De samenstelling van het verkregen coprecipitaatpoeder was: droge stofgehalte 96,0 gew.% eiwitgehalte 91,2 gew.% - asgehalte 4,2 gew.% 20 - calciumgehalte 0,7 gew.% eiwitoplosbaarheid 72.
Het asgehalte en het calciumgehalte van het verkregen produkt zijn aanzienlijk hoger dan bij de volgens de voorbeelden I tot en met IV verkregen produkten, terwijl de eiwitoplosbaarheid veel lager is.
25 Voorbeeld VI.
Bij een vergelijkend onderzoek werden een 10 gew.procents oplossing van het volgens voorbeeld I verkregen poeder en een 10 gew.procents oplossing van het volgens voorbeeld V verkregen coprecipitaatpoeder geultracentrifugeerd bij 90.000 x g gedurende 60 minuten. Aan de 30 verkregen bovenstaande vloeistof werden ureum, zogenaamde Tris-buffer (tris-(hydroxymethyl)-aminomethaan) en β-mercaptoethanol toegevoegd, in zodanige hoeveelheden dat de ureumconcentratie 8 molair, de Tris-buffer cencentratie 0,76 molair en de 0-mercaptoethanolconcentratie 0,15 gew.% bedroegen, terwijl de pH 8,6 was. De eiwitsamenstelling in de vloeistof 35 werd met behulp van zetmeelgelelectroforese onderzocht. Daarbij bleek, dat in de bovenstaande vloeistof van het volgens voorbeeld I verkregen poeder 96 gew.% van de caselnen en de wei-eiwitten uit de oorspronkelijke ondermelk aanwezig was. Bij het volgens voorbeeld V verkregen coprecipitaat was van de oorspronkelijk in de ondermelk aanwezige eiwit- 8204923 v '•-'•qr • 9 ten slechts 67 gew.% ( hoofdzakelijk caselnen) in de bovenstaande vloeistof aanwezig. Vermoedelijk werd uit de coprecipitaatoplossing het wei-eiwit-caselne-complex door sedimentatie tijdens het centrifugeren aan de bovenstaande vloeistof onttrokken.
5 Voorbeeld VII.
Op laboratoriumschaal werd de pH van ondermelk bij kamertemperatuur met behulp van 4 N natriumhydroxideoplossing op 7,5 gebracht. Vervolgens werd de ondermelk verhit op 96eC gedurende 15 minuten. De aldus verhitte ondermelk werd in acht porties verdeeld. De afzonderlijke por-10 ties werden tot temperaturen van 70°C tot 40eC gekoeld. Van elk van de gekoelde porties ondermelk werd de pH met behulp van 4 N HCL op 4,6 gebracht. Na afscheiden van de wrongel werd deze op de in voorbeeld I beschreven wijze gewassen, waarna de pH met behulp van 4 N NaOH op 6,7 werd gebracht. In de verkregen vloeistoffen werden de eiwitoplosbaar-15 heid en het calciumgehalte bepaald. De volgende waarden werden verkregen :
Portie Koeling vobr NSI Calciumgehalte, precipltatie berekend op het 20 tot, % eiwit, % 1 70 80 0,2 2 65 80 0,2 3 62 85 0,1 4 60 85 0,1 25 5 55 90 0,1 .
6 50 91 0,1 7 45 97 0,1 8 40 99 0,1 30 Voorbeeld VIII (vergelijkend).
De pH van ondermelk met een temperatuur van 4°C werd met behulp van 4 N natriumhydroxideoplossing op 7,0 gebracht. Vervolgens werd verhit door middel van directe stoomlnjectie bij 130eC gedurende 60 seconden. Hierna werd afgekoeld tot 20°C en werd de pH met behulp van ci-35 troenzuur op 6,6 gebracht. De aldus gemodificeerde ondermelk werd geconcentreerd en gedroogd. De eiwitoplosbaarheid van het verkregen poeder bleek laag te zijn, namelijk 52.
Voorbeeld IX (vergelijkend).
De pH van ondermelk met een temperatuur van 4°C werd met behulp 40 van 4 N natriumhydroxideoplossing op 8,0 gebracht. De temperatuur werd 8204923 * 10 vervolgens conform het verhittingsschema van voorbeeld I op 96 °C gebracht. Hierna werd de pH van de ondermelk met behulp van citroenzuur op 6,8 gebracht. De aldus gemodificeerde ondermelk werd geconcentreerd en gedroogd door middel van sproeidrogen. De eiwitoplosbaarheid in het 5 verkregen poeder bleek slechts 72 te zijn.
8204923
Claims (13)
1. Werkwijze voor het bereiden van een precipitaat van caseïne en wei-eiwit uit een melkprodukt, dat caseïne en wei-eiwit bevat, als uit' gangsmateriaal, met het kenmerk, dat men 5 a) de pH van het uitgangsmateriaal instelt op een waarde boven 6,8, b) het aldus verkregen materiaal verhit bij een temperatuur-tijdcom-binatie boven die, waarbij het wei-eiwit denatureert, c) het verkregen produkt afkoelt tot beneden 65 °C, d) de pH van de afgekoelde oplossing verlaagt tot een waarde beneden 10 5,4 en e) het daarbij verkregen precipitaat afscheidt·
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat men bij trap a) de pH verhoogt tot een waarde in het traject van 7,0 tot 7,5.
3. Werkwijze volgens conclusies 1 en 2, met het kenmerk, dat men 15 bij trap a) de pH verhoogt met een basische verbinding of met behulp van een lonenuitwisselaar.
4. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat men als basische verbinding natriumhydroxide gebruikt.
5. Werkwijze volgens conclusies 1 tot 4, met het kenmerk, dat men 20 bij trap b) de verhitting gedurende 5 tot 20 minuten bij 80 tot 100eC uitvoert.
6. Werkwijze volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat men bij trap b) de verhitting gedurende 8 tot 12 minuten bij 90 tot 98°C uitvoert .
7. Werkwijze volgens conclusies 1 tot 4, met het kenmerk, dat men bij trap b) een tijd-temperatuurcombinatie toepast, die ligt in het traject van 60 sec/130°C tot 5 sec/145°C.
8. Werkwijze volgens conclusies 1 tot 7, met het kenmerk, dat men bij trap c) het bij trap b) verkregen produkt afkoelt tot een tempera- 30 tuur in het traject van 4 tot 45eC.
9. Werkwijze volgens conclusies 1 tot 8, met het kenmerk, dat men bij trap d) de pH verlaagt tot een waarde in het traject van 4,4 tot 4,7.
10. Werkwijze volgens conclusies 1-9, met het kenmerk, dat men 35 vöör het afscheiden van het precipitaat het bij trap d) verkregen produkt onderwerpt aan directe stoominjectie of indirecte verhitting. 8204923 » 12
11. Werkwijze volgens conclusie 1 tot 10, met het kenmerk, dat men het verkregen precipitaat uitwast met een waterige vloeistof met een pH in het traject van 4,2 tot 5,4.
12. Werkwijze volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat men het 5 precipitaat uitwast met een waterige vloeistof met een pH in het traject van 4,4 tot 4,7.
13. Precipitaat van caseine en wei-eiwit bereid volgens een of meer der voorafgaande conclusies. 8204923
Priority Applications (7)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8204923A NL8204923A (nl) | 1982-12-21 | 1982-12-21 | Werkwijze voor het bereiden van een precipitaat van caseine en wei-eiwit alsmede aldus bereid precipitaat. |
DE8383201707T DE3365478D1 (en) | 1982-12-21 | 1983-11-30 | A process for the preparation of a precipitate of casein and whey protein |
EP83201707A EP0115651B1 (en) | 1982-12-21 | 1983-11-30 | A process for the preparation of a precipitate of casein and whey protein |
US06/562,102 US4519945A (en) | 1982-12-21 | 1983-12-16 | Process for the preparation of a precipitate of casein and whey protein |
NZ206645A NZ206645A (en) | 1982-12-21 | 1983-12-20 | Preparing precipitate of casein and whey protein |
AU22583/83A AU549251B2 (en) | 1982-12-21 | 1983-12-20 | Preparation of a precipitate of casein and whey protein |
IE3022/83A IE54851B1 (en) | 1982-12-21 | 1983-12-21 | A process for the preparation of a precipitate of casein and whey protein |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8204923A NL8204923A (nl) | 1982-12-21 | 1982-12-21 | Werkwijze voor het bereiden van een precipitaat van caseine en wei-eiwit alsmede aldus bereid precipitaat. |
NL8204923 | 1982-12-21 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8204923A true NL8204923A (nl) | 1984-07-16 |
Family
ID=19840778
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8204923A NL8204923A (nl) | 1982-12-21 | 1982-12-21 | Werkwijze voor het bereiden van een precipitaat van caseine en wei-eiwit alsmede aldus bereid precipitaat. |
Country Status (7)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US4519945A (nl) |
EP (1) | EP0115651B1 (nl) |
AU (1) | AU549251B2 (nl) |
DE (1) | DE3365478D1 (nl) |
IE (1) | IE54851B1 (nl) |
NL (1) | NL8204923A (nl) |
NZ (1) | NZ206645A (nl) |
Families Citing this family (32)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4713254A (en) * | 1980-10-30 | 1987-12-15 | Schreiber Foods, Inc. | Casein-soluble protein complex |
FR2583267B1 (fr) * | 1985-06-17 | 1990-10-19 | Bridel Laiteries | Procede de separation des proteines du lactoserum |
CA1297721C (en) * | 1987-01-26 | 1992-03-24 | Shalan A. Al-Mashiki | PROCESS FOR LOWERING THE CONCENTRATION OF .beta.-LACTOGLOBULIN IN CHEESE WHEY |
US4985270A (en) * | 1988-01-26 | 1991-01-15 | The Nutrasweet Company | Cream substitute ingredient and food products |
EP0348503B1 (en) * | 1987-12-02 | 1995-07-05 | THE NUTRASWEET COMPANY (a Delaware corporation) | Cream substitute ingredient and food products |
GB9108604D0 (en) * | 1991-04-22 | 1991-06-05 | Nadreph Ltd | Gel products and a process for making them |
WO1997005784A1 (fr) * | 1995-08-08 | 1997-02-20 | Snow Brand Milk Products Co., Ltd. | Proteine de lactoserum modifiee et son procede de production |
IES970105A2 (en) * | 1997-02-21 | 1998-07-15 | Teagasc Agric Food Dev Authori | Process for the manufacture of milk proteins |
US6183803B1 (en) | 1999-06-11 | 2001-02-06 | Biosante Pharmaceuticals, Inc. | Method for processing milk |
US6379726B1 (en) * | 1999-10-20 | 2002-04-30 | The United States Of America As Represented By The Department Of Agriculture | Edible, water-solubility resistant casein masses |
GB0001433D0 (en) * | 2000-01-22 | 2000-03-08 | Hannah Research Inst The | Milk and cheese modification process |
US6558717B1 (en) * | 2000-12-04 | 2003-05-06 | Campina B.V. | Method for the sequential precipitation of casein and calcium phosphate from a milk source |
GB0116509D0 (en) * | 2001-07-06 | 2001-08-29 | Hannah Res Inst The | Methods of extracting casein fractions from milk and caseinates and production of novel products |
US20030166866A1 (en) * | 2002-01-28 | 2003-09-04 | Land O' Lakes, Inc. | Method of processing a proteinaceous material to recover K-casein macropeptide and polymers of a-lactalbumin and B-lactoglobulin |
NZ526878A (en) * | 2003-07-04 | 2007-01-26 | Fonterra Co Operative Group | A method for varying the texture of cheese or cheese-like products by varying the casein to whey protein ratio while controlling the pH in the range of 5.0 to 8.0 |
WO2005110108A1 (ja) * | 2004-05-10 | 2005-11-24 | Ajinomoto Co., Inc. | ヨーグルトの製造方法 |
BRPI0419183A (pt) * | 2004-12-24 | 2007-12-18 | Fonterra Co Operative Group | ingrediente lácteo - preparo e uso |
NZ562745A (en) * | 2005-04-26 | 2010-07-30 | Univ Massey | Oxidisable lipid encapsulated in a complex of casein and whey protein |
EP1775542B1 (en) | 2005-10-05 | 2019-04-17 | SPX Flow Technology Danmark A/S | A scraped surface heat exchanger and a method for producing whey protein concentrate |
FR2901707B1 (fr) | 2006-05-31 | 2017-09-29 | Lab Francais Du Fractionnement | Composition de facteur vii recombinant ou transgenique, chaque molecule de facteur vii possedant deux sites de n-glycosylation a motifs glycanniques definis |
FR2904558B1 (fr) * | 2006-08-01 | 2008-10-17 | Lab Francais Du Fractionnement | "composition de facteur vii recombinant ou transgenique, presentant majoritairement des formes glycanniques biantennees, bisialylees et non fucosylees" |
NZ551500A (en) * | 2006-11-23 | 2010-04-30 | Ganugapati Vijaya Bhaskar | Yoghurt product and process using divalent cation depleted milk |
FR2910786B1 (fr) * | 2006-12-29 | 2017-08-11 | Laboratoire Francais Du Fractionnement Et Des Biotechnologies (Lfb) | "procede d'extraction d'une proteine presente dans du lait" |
FR2912310B1 (fr) | 2007-02-13 | 2009-08-07 | Kasan Sarl | Nouvelles compositions cosmetiques et/ou pharmaceutiques et leurs applications. |
US8861162B2 (en) * | 2010-03-09 | 2014-10-14 | Honeywell International Inc. | High power solid state power controller (SSPC) solution for primary power distribution applications |
MX2017001473A (es) * | 2014-08-02 | 2017-09-11 | Cal Poly Corp | Producto alimenticio que tiene alto contenido de proteina de leche y proceso para hacerlo. |
CN108191967A (zh) * | 2018-01-23 | 2018-06-22 | 新希望双喜乳业(苏州)有限公司 | 一种牛奶中A2-β-酪蛋白的分离方法 |
MX2021010118A (es) | 2019-02-22 | 2021-11-12 | Aquero Canada Ltd | Composiciones lacteas fortificadas y sus procesos de preparacion. |
WO2020254576A1 (en) * | 2019-06-20 | 2020-12-24 | Novozymes A/S | Cross-linked milk protein co-precipitate |
EP4098128A1 (en) * | 2021-06-01 | 2022-12-07 | Baio | Method for producing casein and uses thereof |
AU2022287200A1 (en) | 2021-06-01 | 2023-12-07 | Standing Ovation | Method for producing casein and uses thereof |
CN115633726B (zh) * | 2022-11-18 | 2023-03-17 | 中国农业大学 | 一种酪蛋白的制备方法与应用 |
Family Cites Families (14)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US2623038A (en) * | 1947-07-24 | 1952-12-23 | Crest Foods Co | Casein-lactalbumin coprecipitate and method of its preparation |
US2665989A (en) * | 1949-02-15 | 1954-01-12 | Borden Co | Milk protein food product and process |
GB704209A (en) * | 1951-12-19 | 1954-02-17 | Armour & Co | Improved process for recovering protein from whey |
US2750374A (en) * | 1952-01-28 | 1956-06-12 | Borden Co | Production of casein-lactalbumin coprecipitate |
US3323929A (en) * | 1962-07-20 | 1967-06-06 | Borden Co | Low viscosity casein |
US3218173A (en) * | 1962-09-10 | 1965-11-16 | Crest Foods Co Inc | Calcium-fortified milk protein concentrate and process for producing the same |
US3361567A (en) * | 1964-12-21 | 1968-01-02 | Nat Dairy Prod Corp | Process for the manufacture of casein |
GB1151879A (en) * | 1965-09-17 | 1969-05-14 | Commw Scient Ind Res Org | Process for Manufacture of Co-Procipitates of Milk Proteins |
DE2114328A1 (de) * | 1971-03-24 | 1972-09-28 | Unilever Nv | Verfahren zur Herstellung von molkenproteinhaltigem Frischkaese |
BE791350A (nl) * | 1971-11-15 | 1973-05-14 | Stichting Bedrijven Van Het | Werkwijze voor de bereiding van een melkeiwit-coprecipitaat |
NL181326C (nl) * | 1979-11-20 | 1987-08-03 | Stichting Bedrijven Van Het | Werkwijze voor de bereiding van voedingsmiddelen waarin een in water oplosbare gedenatureerde wei-eiwitsamenstelling wordt opgenomen alsmede werkwijze ter bereiding van oplosbare gedenatureerde wei-eiwitsamenstellingen. |
NL8004587A (nl) * | 1980-08-13 | 1982-03-16 | Stichting Nl I Zuivelonderzoek | Werkwijze en inrichting voor het continu oplossen van caseine bevattende melkeiwitten alsmede in water oplosbare melkeiwitten van een nieuw type. |
US4376072A (en) * | 1980-11-17 | 1983-03-08 | New Zealand Milk Products, Inc. | Method of producing milk protein isolates and milk protein/vegetable protein isolates and compositions of same |
US4462932A (en) * | 1983-06-22 | 1984-07-31 | Purdue Research Foundation | Isolation of native casein by cryodestabilization |
-
1982
- 1982-12-21 NL NL8204923A patent/NL8204923A/nl not_active Application Discontinuation
-
1983
- 1983-11-30 DE DE8383201707T patent/DE3365478D1/de not_active Expired
- 1983-11-30 EP EP83201707A patent/EP0115651B1/en not_active Expired
- 1983-12-16 US US06/562,102 patent/US4519945A/en not_active Expired - Fee Related
- 1983-12-20 AU AU22583/83A patent/AU549251B2/en not_active Ceased
- 1983-12-20 NZ NZ206645A patent/NZ206645A/en unknown
- 1983-12-21 IE IE3022/83A patent/IE54851B1/en not_active IP Right Cessation
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
IE54851B1 (en) | 1990-02-28 |
AU2258383A (en) | 1984-06-28 |
DE3365478D1 (en) | 1986-09-25 |
AU549251B2 (en) | 1986-01-23 |
US4519945A (en) | 1985-05-28 |
EP0115651A1 (en) | 1984-08-15 |
EP0115651B1 (en) | 1986-08-20 |
IE833022L (en) | 1984-06-21 |
NZ206645A (en) | 1986-07-11 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL8204923A (nl) | Werkwijze voor het bereiden van een precipitaat van caseine en wei-eiwit alsmede aldus bereid precipitaat. | |
US20080305235A1 (en) | Whey Product and Process | |
AU2003288836B2 (en) | Dairy protein process and applications thereof | |
US4919943A (en) | Pasta filata-type cheese process | |
US4188411A (en) | Method of preparing a protein-enriched unripened cheese composition | |
US5916621A (en) | Threonine-reduced whey protein dominant baby milk food, and process for making same | |
GB2063273A (en) | Soluble Denatured Whey Protein | |
US5334398A (en) | Processes for the production of a cheese curd and cheese containing whey protein | |
IE48363B1 (en) | Recovery of whey proteins by ultrafiltration of a lactoserum | |
Singh et al. | Rennet coagulation of heated milk: influence of pH adjustment before or after heating | |
US20100092609A1 (en) | method for producing cheese | |
US20080305208A1 (en) | Dairy Ingredient - Preparation and Use | |
US4163069A (en) | Non-fat dry milk substitute product | |
GB2035330A (en) | Recovering proteins from milk by ultrafiltration | |
JPH0576280A (ja) | 牛乳豆腐の製造法 | |
NL8401342A (nl) | Werkwijze voor het bereiden van een als voedingsmiddel of voor de verwerking in voedingsmiddelen geschikt produkt, dat caseine en wei-eiwit bevat. | |
EP0967884B1 (en) | Process for the manufacture of milk proteins | |
JP2003505097A (ja) | 脂肪分低減乳清蛋白濃縮物とその製造方法 | |
Jovanović et al. | Serum proteini-osobine i mogućnost primjene | |
NZ556070A (en) | Dairy ingredient - preparation and use | |
PL97415B1 (pl) | Sposob przygotowania mleka do termicznej obrobki |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1B | A search report has been drawn up | ||
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
BV | The patent application has lapsed |