NL8204492A - Deegdoseerinrichting. - Google Patents

Description

•. 4 - 1 -

Deegdoseerinrichting

De uitvinding heeft betrekking op een deegdoseerinrichting, waarop aan een bij voorbeeld trechtervormige voorraadhouder voor het deeg een doseerdeel met een inlaat- en uitlaatopening voor het deeg is aangesloten, waarbij aan de binnenwand van 5 het doseerdeel een veerkrachtig uitzettingslichaam is aange-bracht.

Nabewerkingsmachines voor deeg zijn meestal niet geschikt voor tamelijk grote volumen en moeten daarom kleinere deeg-stukken ter verwerking ontvangen. Bekend zijn hiervoor inrich-10 tingen met walsenstoelen of emmerschepraderen, die echter het nadeel hebben, dat zij het deeg zeer sterk mechanisch be-lasten. Bekend zijn ook zuigerverdelers, die weliswaar het deeg minder belasten maar met grote kosten zijn verbonden-

Uit het DE-OS 2 521 167 is reeds een deegdeelmachine 15 bekend, waarbij het deeg lit een ketel onder de invloed van de zwaartekracht, door samengeperste lucht ondersteund, naar een vernauwde uitlaatstomp stroomt, waarin een veerkrachtig uitzettingslichaam is aangebracht. Het uitzettingslichaam kan de doorstroomopening smoren tot volledige afsluiting, 20 waardoor men de gewenste portie van het doorstromende deeg zonder tussenkomst van snijelementen kan laten afvallen. Bij het verwerken van deegsoorten, die neiging tot aankleven hebben, komt het weliswaar gemakkelijk tot bedrijfsstoringen, omdat de deegporties met zeer onregelmatige tussenruimten 25 afvallen. De bekende machine is door de ketel, die onder druk staat, ook niet voor continu bedrijf geschikt.

Aan de uitvinding ligt het probleem ten grondslag een deegdoseerinrichting te verschaffen, die niet de nadelen van de bekende inrichtingen heeft.

30 Dit probleem wordt volgens de uitvinding opgelost, door- dat aan de uitlaatopening en eventueel ook aan de inlaatope-ning telkens een schuif is aangebracht, die het deeg afsnijdt.

In de verlangde combinatie oefent het veerkrachtige uitzettingslichaam een pompwerking uit, waardoor het deeg 35 zonder mechanische belasting wordt getransporteerd. De schuif, die het deeg afsnijdt, bewerkt een onmiddellijk afvallen van de deegporties. Er wordt dus bij een voorzichtige behandeling van het deeg een veilig bedrijfsverloop ver- 8204492 ' - 2 - kregen.

In een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvinding is het veerkrachtige uitzettingslichaam hydraulisch of pneu-matisch bedienbaar. Volgens een verder kenmerk van de uit-5 vinding strekt het veerkrachtige uitzettingslichaam zich langs de gehele omtrek van de binnenwand uit.

De uitvinding zal hieronder nader worden. toegelicht aan de hand van de tekening, waarin bij wijze van voorbeeld drie uitvoeringsvormen van de deegdoseerinrichting volgens de 10 uitvinding is weergegeven.

In., de tekening toont: fig. 1 en fig. 2 een eerste uitvoeringsvoorbeeld in dwarsdoorsnede bij twee verschillende werkstanden van de deegdoseerinrichting volgens de uitvinding; 15 fig. 3 en fig. 4 een tweede uitvoeringsvoorbeeld in dwarsdoorsnede bij twee verschillende werkstanden van de deegdoseerinrichting volgens de uitvinding en fig. 5 en fig. 6 een derde uitvoeringsvoorbeeld in dwarsdoorsnede bij twee verschillende werkstanden van de 20 deegdoseerinrichting volgens de uitvinding.

In fig. 1 duidt 1 een bij voorbeeld trechtervormige voorraadhouder voor het deeg 2 aan, waarop aan de onderzijde een doseerdeel 3 met een inlaatopening 4 en een uitlaat-opening 5 als een flens i s aangevormd. Aan de rechter 25 zijde van het doseerdeel 3 is een veerkrachtig uitzettingslichaam in de vorm van een membraan 6 aangebracht. De wand van het doseerdeel 3 is op deze plaats naar buiten gewelfd en met een perspijpleiding 7 verbonden, die leidt naar een cilinder 8 met zuiger 9. In de persppijpleiding 7 bevindt 30 zich een vloeibaar of gasvormig medium 10, dat de zuiger-beweging overdraagt op de membraan 6. Aan de uitlaatopening 5 is een schuif 11 aangebracht, die in deze weergegeven werkstand is geopend en de uitlaatopening 5 vrijgeeft. De zuiger 9 bevindt zich in zijn onderste eindstand en drukt 35 dus het membraan 6 tegen het deeg 2 in het doseerdeel 3, zodat een deegstuk 2' uit de uitlaat opening 5 wordt ge-drukt.

De werkstand, die in fig. 2 is weergegeven, toont het afsnijden van het deegstuk 2' door de schuif 11, die nu de 40 uitlaatopening 5 afsluit. Daarna wordt de zuiger 9 in zijn 8204492 • « - 3 - bovenste eindstand gebracht, zodat het membraan 6 tegen de gewelfde binnenwand 12 van het doseerdeel 3 aanligt en het deeg 2 uit de voorraadhouder 1 in het doseerdeel 3 correspon-derend met het vergrote volume nastroomt. Aansluitend wordt 5 de schuif 11 weer in de werkstand gebracht, die in fig. 1 is weergegeven, en het membraan 6 door de zuiger 9 weer in de in fig. 1 weergeg even stand verplaatst, waarna het boven-beschreven proces wordt herhaald.

In het uitvoeringsvoorbeeld volgens de fig. 3 en 4 is 10 een extra schuif 13 aangebracht aan de inlaatopening 4, die een nauwkeurigere dosering vergeleken met het uitvoeringsvoorbeeld volgens de fig. 1 en 2 mogelijk maakt. In de werk-stand, die is weergegeven in fig. 3, ligt het membraan 6 tegen de binnenwand 12, de bovenste schuif 13 is geopend, 15 terwijl de onderste schuif 11 is gesloten. In de werkstand, die is weergegeven in fig. 4, wordt nu eerst de bovenste schuif 13 gesloten, dan de onderste schuif 11 geopend en aan het membraan 6 een welving gegeven door de zuiger 9, die naar omlaag beweegt, zodat een deegstuk 2' met vooraf be-20 paald volume uit de uittreedopening 5 wordt gedrukt. Daarna sluit de onderste schuif 11 en snijdt het deegstuk 2' af.

De bovenste schuif 13 wordt weer geopend en de zuiger 9 weer in zijn bovenste eindstand gebracht, zodat het membraan 6 weer tegen de binnenwand 12' komt te liggen en het deeg 2 25 uit de voorraadhouder 1 in het doseerdeel 3 nastroomt.

In de beide uitvoeringsvoorbeelden kunnen in plaats van het membraan 6 een slang, een ballon of een dergelijk deel zijn aangebracht, waarbij de binnenwand niet beslist gewelfd uitgevoerd behoeft te zijn, en het uitzettingslichaam kan, 30 wanneer bij voorbeeld een slang is aangebracht, zich uit-strekken over de gehele omtrek van de binnenwand 12.

Wanneer voor het bedienen van het membraan 6 een vloei-baar medium 10 wordt gebrulkt, wordt daarvoor bij voorkeur een levensmiddelolie gebruikt om bij eventuele tamelijk klei-35 ne lekkages het deeg niet in zijn kwaliteit ongunstig te be-invloeden.

Bij de uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de fig. 5 en 6 is voor het bedienen van het membraan 6 een excentriekaandrijving 20 aangebracht, die periodiek of con-40 tinu met tussenruimten door een drukker 21, die op het mem- 8204492 - 4 - braan inwerkt, een deegstuk 2' naar buiten drukt, dat door de schuif 11 wordt afgesneden. Additioneel kan ook de bovenge-noemde schuif 13 zijn aangebracht.

-Conclusies- 8204492

Claims (3)

1. 2. Deegdoseerinrichting volgens conclusie 1, m e t het 10 k e n m e r k , dat het elastische uitzettingslichaam (6) hydraulisch of pneumatisch bedienbaar is.
2. 3. Deegdoseerinrichting volgens conclusie 1 of 2, m e t het k e n m e r k , dat het veerkrachtige uitzettingslichaam (6) zich uitstrekt langs de gehele omtrek van de bin- 15 nenwand (12) .
3. 4. Deegdoseerinrichting volgens conclusie l,met het k e n m e r k , dat het elastische uitzettingslichaam (6) bedienbaar is door een mechanisch, bij voorbeeld door een excentriek (20) in- en uitschuifbare drukker (21). 8204492