NL8204195A

NL8204195A - METHOD FOR REMOVING SLUDGE FROM AN OIL TANK WITH A FLOATING ROOF AND AN APPARATUS THEREFOR.

Info

Publication number: NL8204195A
Application number: NL8204195A
Authority: NL
Original assignee: Taiho Ind Co
Priority date: 1981-12-28
Filing date: 1982-10-29
Publication date: 1983-07-18
Also published as: BE894849A; JPS58114783A; NL190697B; GB2113079B; FR2518964A1; DE3240186A1; DE3240186C2; NL190697C; FR2518964B1; GB2113079A; DE8230459U1

Description

I . * P Kon/HPJS/Taiho 1I. * P Kon / HPJS / Taiho 1

Werkwijze voor het verwijderen van slib uit een olietank met een drijvend dak.en een apparaat daarvoor.Method for removing sludge from an oil tank with a floating roof and an apparatus for it.

De uitvinding betreft een werkwijze voor het verwijderen van in een olietank met een drijvend dak verzameld slib en een apparaat daarvoor. In het bijzonder heeft deze uitvinding betrekking op een werkwijze voor het verwijderen van in een olie-5 opslagtank met een drijvend dak verzameld slib door samengeperste vloeistof in het inwendige van de tank te spuiten middels vloeistofspuitende inrichtingen die van een flexibele samengeperste vloeistofspuitende cilinder zijn voorzien en aangebracht zijn op de dragende kolommen van het dragende dak 10 van de opslagtank en op een apparaat voor het spuiten van samengeperste vloeistof.The invention relates to a method for removing sludge collected in an oil tank with a floating roof and an apparatus therefor. In particular, this invention relates to a method for removing sludge collected in a floating roof oil storage tank by injecting compressed liquid into the interior of the tank by liquid spraying devices comprising a flexible compressed liquid spraying cylinder and are mounted on the supporting columns of the supporting roof 10 of the storage tank and on a device for spraying compressed liquid.

Wanneer ruwe olie of andere olies voor langere tijd in opslagtank worden opgeslagen, scheiden vaste oliecomponenten zich af en verzamelen zich in de vorm van slib op de bodem 15 van de tanks. Het slib verkleint het inwendig volume van de opslagtank en werkt het onderhoud en de inwendige inspectie van de tank tegen en daardoor moet het uit het inwendige van de tank verwijderd warden. Bij het verwijderen van het slib, indien de hoeveelheid van geaccumuleerd slib klein is alsook 20 indien de berg geaccumuleerd slib die tot boven de in het onderdeel van de laterale wand van de tank aangebrachte mangaten gestegen is, kan bijvoorbeeld de vereiste verwijdering van het geaccumuleerde slib uitgevoerd worden door eerst de olie uit het inwendige van de tank te verwijderen, vervolgens de man-25 gaten te openen, en inrichtingen voor het verwijderen van het slib door de geopende mangaten heen tot in het inwendige van de tank te brengen. Het verwijderen van slib volgens deze methode wordt echter moeilijk, indien de berg geaccumuleerd slib tot boven de mangaten gestegen is en de mangaten niet geopend kun-30 ken worden.When crude oil or other oils are stored in a storage tank for an extended period of time, solid oil components separate and collect in the form of sludge on the bottom of the tanks. The sludge reduces the internal volume of the storage tank and prevents maintenance and internal inspection of the tank, therefore it must be removed from the interior of the tank. For example, when removing the sludge, if the amount of accumulated sludge is small, and if the mountain of accumulated sludge has risen above the manholes installed in the part of the lateral wall of the tank, the required removal of the accumulated sludge may be be performed by first removing the oil from the interior of the tank, then opening the man holes, and introducing sludge removal devices through the opened manholes into the interior of the tank. Sludge removal by this method becomes difficult, however, if the mountain of accumulated sludge has risen above the manholes and the manholes cannot be opened.

8204195 t * r -2-8204195 t * r -2-

In dit geval omvat de gebruikelijke methode die bestemd is voor het verwijderen van slib het verwarmen van het slib met bepaalde middelen tot een temperatuur die ligt boven de vervloeiingstemperatuur van het slib en het met behulp van een 5 pomp uit de tank verwijderen van het vervloeide slib.In this case, the conventional method of sludge removal involves heating the sludge by some means to a temperature above the liquefaction temperature of the sludge and removing the liquefied sludge from the tank using a pump. .

Recentelijk worden grote olieopslagtanks gebruikt met 3 inwendige volumina die liggen tussen 50.000 en 150.000 m . Zij accumuleren in hun inwendige ruimten periodiek 20.000 tot 50.000 kg slib,. Om zulke grote hoeveelheden slib tot boven de 10 vervloeiingstemperatuur (50 tot 70°C) te verhitten zijn grote hoeveelheden thermische energie en een lange verhittingstijd vereist. Het verhitten is daardoor erg kostbaar. Daarnaast moet het verhitten over een lange tijd uitgevoerd worden en gaat het gebruik van het inwendige van de tank tegen, tijdens 15 het uitvoeren van het werk. Bovendien is het werk onuitvoerbaar bij afwezigheid van een geschikte warmtebron. Een doel van de huidige uitvinding is een werkwijze en een apparaat te verschaffen voor het op effectieve wijze verwijderen van slib dat in een grote olieopslagtank met grote afmetingen is ver-20 zameld. De huidige uitvinding verschaft een werkwijze voor het verwijderen van in een olieopslagtank met een drijvend dak ' verzameld slib, met het kenmerk, dat een samengeperste vloeistof spuitende inrichting wordt gevormd door een veelvoud van cilindrische elementen op een vrij opvouwbare wijze te koppelen, 25 dat de in een rechte positie gehouden, vloeistofspuitende inrichting zover door een opening in het dak wordt gestoken, totdat de spuitkop van de inrichting gepositioneerd is in hetRecently, large oil storage tanks with 3 internal volumes ranging from 50,000 to 150,000 m have been used. They periodically accumulate 20,000 to 50,000 kg of sludge in their internal spaces. To heat such large amounts of sludge above the liquefaction temperature (50 to 70 ° C), large amounts of thermal energy and a long heating time are required. Heating is therefore very expensive. In addition, the heating must be carried out over a long period of time and the use of the interior of the tank is prevented during the execution of the work. In addition, the work is impracticable in the absence of a suitable heat source. An object of the present invention is to provide a method and an apparatus for effectively removing sludge collected in a large large size oil storage tank. The present invention provides a method for removing sludge collected in a floating roof oil storage tank, characterized in that a compressed liquid-spouting device is formed by coupling a plurality of cylindrical elements in a freely collapsible manner. held in an upright position, the liquid-spraying device is inserted through an opening in the roof until the nozzle of the device is positioned in the

VV

inwendige van de tank, dat samengeperste vloeistof aan de vloeistofspuitende inrichting wordt toegevoerd, dat de samen-30 geperste vloeistof in het inwendige van de tank in de richting van het slib wordt vrijgelaten, waarbij de spuitkop van de inrichting rond de inrichting wordt gezwenkt, waarbij het slib wordt gedesintegreerd en gefluïdiseerd, en dat het gefluïdi-seerde slib uit de olie-opslagtank wordt afgevoerd, en ook 35 een samengeperste vloeistofspuitende inrichting, met het kenmerk, dat de inrichting omvat een stationaire cilinder, een roteerbaar met de stationaire cilinder verbonden draaiende cilinder, waarbij de draaiende cilinder is voorzien van een hellend, ondereindvlak, een spuitcilinder die aan één einde 8204195 * 4 -3- voorzien is van een hellend eindvlak dat aangepast is om contact te maken met het hellend eindvlak van de draaiende cilinder en het andere einde aangepast is om contact te maken met een samengeperste vloeistofspuitende uitlaat, verbindings-5' middelen voor het vloeistofdicht en roteerbaar verbinden van de twee hellende eindvlakken, een in de draaiende cilinder aangebrachte beweegbare staaf, een in de spuitende cilinder aangebrachte stationaire staaf, een veerkrachtige koppeling voor het koppelen van de beweegbare staaf met de stationaire staaf, 10 bewegende middelen voor de roterende beweging van de beweegbare staaf, en met de stationaire cilinder verbonden samengeperste vloeistofvoedende middelen.interior of the tank, that compressed liquid is supplied to the liquid spouting device, that the compressed liquid is released into the interior of the tank in the direction of the sludge, pivoting the nozzle of the device around the device, the sludge is disintegrated and fluidized, and the fluidized sludge is discharged from the oil storage tank, and also a compressed liquid-spraying device, characterized in that the device comprises a stationary cylinder rotatably connected to the stationary cylinder cylinder, the spinning cylinder having a sloping bottom end face, a syringe cylinder at one end 8204195 * 4 -3- having a sloping end face adapted to contact the sloping end face of the spinning cylinder and the other end is adapted to contact a compressed liquid spout outlet, connecting 5 'means for fluid-tight and rotatably connecting the two inclined end faces, a movable rod disposed in the rotating cylinder, a stationary rod disposed in the spinning cylinder, a resilient coupling for coupling the movable rod to the stationary rod, moving means for the rotating movement of the movable rod, and compressed liquid nutrients connected to the stationary cylinder.

De andere functies en karakteristieke kenmerken van deze uitvinding zullen duidelijk worden uit de hierna volgende 15 beschrijving van de uitvinding met verwijzing naar de begeleidende tekeningen, waarin: fig.1 een dwarsdoorsnede is, waarin een typische conditie van een olieopslagtank met een drijvend dak wordt getoond; fig.2 een dwarsdoorsnede is, waarin een andere typische 20 conditie van een olieopslagtank met een drijvend dak wordt getoond; fig.3 een doorsnede is die een eerste uitvoeringsvorm van de samengeperste vloeistofspuitende inrichting volgens de uitvinding toont; 25 fig.4 een dwarsdoorsnede is door een opvouwmechanisme van de spuitinrichting volgens fig»3, waarin de inrichting in de vorm van een rechte buis wordt gehouden; fig.5 een dwarsdoorsnede is door het vouwmechanisme van de spuitinrichting volgens fig.3, waarin de inrichting in 30 een gebogen vorm wordt gehouden; fig.6 een geëxplodeerd, perspektivisch aanzicht is van het frame-element van het hierboven genoemde vouwmechanisme; fig.7 een schematische doorsnede is die een tweede uitvoeringsvorm toont van de samengeperste vloeistof buiten de 35 inrichting volgens de huidige uitvinding; fig.8 op grotere schaal een dwarsdoorsnede is door het essentiële deel van de spuitende inrichting volgens fig.7; fig.9 een verklarend diagram is dat de in een gebogen vorm gehouden, spuitende inrichting van fig.7 toont; 40 8 2 0 4 1 9 5 ï .-4- fig.10 een perspektivisch aanzicht is dat het essentiële deel van het vouwmechanisme van de spuitende inrichting van fig.7 toont; en fig.ll een verklarend diagram is dat een typische werk-5 wijze voor het verwijderen van slib,dat in een olieopslagtank met een drijvend dak is verzameld, met de inrichting volgens de huidige uitvinding toont.The other functions and characteristic features of this invention will become apparent from the following description of the invention with reference to the accompanying drawings, in which: Fig. 1 is a cross-sectional view showing a typical condition of a floating roof oil storage tank ; FIG. 2 is a cross-sectional view showing another typical condition of a floating roof oil storage tank; Figure 3 is a section showing a first embodiment of the compressed liquid-spraying device according to the invention; Figure 4 is a cross-section through a folding mechanism of the spraying device of Figure 3, in which the device is held in the form of a straight tube; Figure 5 is a cross-section through the folding mechanism of the spraying device of Figure 3, wherein the device is held in a curved shape; FIG. 6 is an exploded perspective view of the frame member of the above-mentioned folding mechanism; Figure 7 is a schematic sectional view showing a second embodiment of the compressed liquid outside the device of the present invention; Figure 8 is an enlarged cross-sectional view through the essential portion of the spouting device of Figure 7; FIG. 9 is an explanatory diagram showing the curved spouting device of FIG. 7; Fig. 10 is a perspective view showing the essential part of the folding mechanism of the spouting device of Fig. 7; and FIG. 11 is an explanatory diagram showing a typical sludge removal process collected in a floating roof oil storage tank with the apparatus of the present invention.

De huidige uitvinding zal nu beschreven worden met verwijzing naar de in de figuren 1 en 2 getoonde uitvoeringsvormen. 10 Een drijvend dak 2 van een olieopslagtank 1 met een drijvend dak heeft een veelvoud van in het dak aangebrachte openingen 3 voor ondersteuningskolommen. Normalitair zijn ondersteunings-kolommen 4 met een vaste lengte losmaakbaar door de openingen 3 heen aangebracht.The present invention will now be described with reference to the embodiments shown in Figures 1 and 2. A floating roof 2 of an oil storage tank 1 with a floating roof has a plurality of openings 3 provided in the roof for support columns. Normally, fixed-length support columns 4 are releasably disposed through openings 3.

15 Volgens de uitvinding worden afhankelijk van de vorm van de tank 1 en/of de conditie van het in de tank 1 geaccumuleerde slib, een aantal ondersteuningskolommen 4 uit de openingen getrokken en wordt een overeenkomstig aantal vloeistof-spuitende inrichtingen 5 door de open openingen 3 heen aange-20 bracht. Vervolgens worden de vloeistofspuitende spuitkoppen van de vloeistofspuitende inrichtingen 5 in het inwendige van de tank tot in de gewenste richtingen gedraaid. De vloeistofspuitende inrichtingen worden in horizontale richting rond hun as geroteerd en op hetzelfde manent spuit samengeperste vloei-25 stof uit de spuitstukken. Door de kracht van de spuitende, samengeperste vloeistof wordt de berg slib 9 gedesintegreerd en lost op.According to the invention, depending on the shape of the tank 1 and / or the condition of the sludge accumulated in the tank 1, a number of support columns 4 are pulled out of the openings and a corresponding number of liquid-squirting devices 5 are passed through the openings 3 applied there. Then, the liquid-spraying nozzles of the liquid-spraying devices 5 are rotated in the interior of the tank in the desired directions. The liquid spouting devices are rotated horizontally about their axis and at the same time squeeze liquid from the nozzles. The mountain of sludge 9 is disintegrated and dissolves by the force of the squirting, compressed liquid.

VV

Het drijvende dak 2 drijft op het olie-oppervlak, indien de hoogte van de opgeslagen olie of de hoogte van de geaccu-30 muleerde slibberg groter is dan de lengte van de ondersteuningskolommen 4 (fig.1). Indien de hoogte van de opgeslagen olie of de hoogte van de geaccumuleerde berg slib kleiner is dan de lengte van de ondersteuningskolommen 4 blijft het drijvende dak 2 op een hoogte, die overeenkomt met de lengte van de onder-35 steuningskolommen 4, gefixeerd, omdat het gedragen wordt door de ondersteuningskolommen 4 die de bodem van de tank hebben bereikt. Het drijvende dak kan nooit tot beneden de hoogte van de ondersteuningskolommen zakken (fig.2).The floating roof 2 floats on the oil surface if the height of the stored oil or the height of the accumulated sludge pile is greater than the length of the supporting columns 4 (fig. 1). If the height of the stored oil or the height of the accumulated sludge is less than the length of the support columns 4, the floating roof 2 remains fixed at a height corresponding to the length of the support columns 4, because the is carried by the support columns 4 that have reached the bottom of the tank. The floating roof can never drop below the height of the support columns (fig. 2).

Indien de vloeibare oliecomponent is verwijderd uit de 40 8204165 * s -5- tank, terwijl het drijvende dak 2 gedragen wordt door de op de bodem van de tank steunende ondersteuningskolommen, wordt de berg slib 9 die de vereiste vloeibaarheid ontbreekt, in het inwendige van de tank blootgesteld aan de lucht.If the liquid oil component is removed from the 40 8204165 * s -5 tank, while the floating roof 2 is supported by the support columns resting on the bottom of the tank, the mound of sludge 9 lacking the required fluidity becomes in the interior of the tank exposed to the air.

5 De vloeistofspuitende inrichtingen 5 die bestemd zijn voor het desintegreren en oplossen van het slib, worden gebruikt voor het ondergedompeld in de olie spuiten van samengeperste vloeistof, indien het drijvende dak 2 drijft op het oppervlak van de olie. Indien het drijvende dak tot de hoogte 10 van de ondersteuningskoloramen gedaald is en in deze positie door de ondersteuningskolommen vastgehouden wordt, worden de vloeistofspuitende inrichtingen 5 gebruikt voor het in de lucht of ondergedompeld in het slip binnen de tank spuiten van samengeperste vloeistof.The liquid spraying devices 5 intended for disintegrating and dissolving the sludge are used for spraying compressed liquid immersed in the oil when the floating roof 2 floats on the surface of the oil. If the floating roof has fallen to the height of the support column windows and is held in this position by the support columns, the liquid spraying devices 5 are used to spray compressed liquid into the air or immersed in the slip within the tank.

15 Zelfs indien het drijvende dak 2 gedragen wordt door de tegen de bodem van de tank afsteunende ondersteuningsko-lommen, behoeft de vloeibare oliecomponent niet uit het inwendige van de tank verwijderd te worden en kunnen de vloeistofspuitende inrichtingen 5 gebruikt worden terwijl zij in de 20 olie ondergedompeld zijn.Even if the floating roof 2 is supported by the support columns supporting the bottom of the tank, the liquid oil component need not be removed from the interior of the tank and the liquid spraying devices 5 can be used while in the oil. be immersed.

De toevoer van samengeperste vloeistof aan de vloeistofspuitende inrichtingen, wordt bewerkstelligd door middel van een leiding 6 en een pomp 7. Anderzijds kan de in de schoon te maken tank aanwezige vloeistof cyclisch gebruikt worden (fig.1). 25 Het is ook mogelijk om vloeistof te gebruiken die wordt betrokken uit een. of andere tank, zoals bijvoorbeeld een opslagtank 8 (fig.2). In het geval de toevoer van samengeperste lucht wordt uitgevoerd volgens de laatste methode, kan het slib dat binnen de tank 1 gefluïdiseerd is door een tweede 30 pomp 7’ naar de opslagtank 8 afgevoerd worden, terwijl op hetzelfde moment de vloeistofspuitende inrichtingen 5 normaal werken.The supply of compressed liquid to the liquid-spraying devices is effected by means of a pipe 6 and a pump 7. On the other hand, the liquid present in the tank to be cleaned can be used cyclically (fig. 1). It is also possible to use liquid obtained from a. or other tank, such as for example a storage tank 8 (fig. 2). In case the supply of compressed air is carried out according to the latter method, the sludge fluidized inside the tank 1 by a second pump 7 can be discharged to the storage tank 8, while at the same time the liquid spraying devices 5 are operating normally.

Koude olie, verwarmde olie, koud water, of heet water kan als aan de vloeistofspuitende inrichtingen 5 toe te voeren 35 vloeistof gebruikt worden. Het voor dit doel te gebruiken soort vloeistof wordt gekozen in afhankelijkheid van verschillende factoren, zoals het soort slib, de hoeveelheid slib, additionele inrichtingen van de tank, enzovoorts.Cold oil, heated oil, cold water, or hot water can be used as liquid to be supplied to the liquid-spraying devices 5. The type of liquid to be used for this purpose is selected depending on various factors, such as the type of sludge, the amount of sludge, additional devices of the tank, and so on.

Een uitvoeringsvorm, waarin de spuitkopeinddelen van de 8204195An embodiment, wherein the nozzle end portions of the 8204195

1. S1. S

-6- vloeistofspuitende inrichting 5 geschikt zijn om in de vorm van de letter "L" te worden gebogen, zal onder verwijzing naar de figuren 3 tot 6 beschreven worden. Een vloeistofspuitende inrichting 11 omvat een draaiende cilinder 12 met een grote 5 lengte en een spuitende cilinder 14 die in de vorm van een verbinding tussen twee potten door een verbindingsdeel 13 heen met het onderste einde van de draaiende cilinder 12 is verbonden en geschikt is om ter plaatse van de verbinding te buigen.Liquid spraying device 5 capable of being bent in the shape of the letter "L" will be described with reference to Figures 3 to 6. A liquid spouting device 11 comprises a spinning cylinder 12 of great length and a spouting cylinder 14 which is connected in the form of a connection between two pots through a connecting part 13 to the lower end of the spinning cylinder 12 and is suitable for bend at the junction.

Aan het bovenste deel is aan de omtrek van de draaiende 10 cilinder 12 een vloeistofdichte, stationaire cilinder 15 verbonden. Met deze stationaire cilinder 15 is een voedingsbuis 16 voor samengeperste vloeistof verbonden. Het inwendige van de stationaire cilinder 15 en het inwendige van de draaiende cilinder 12 communiceren met elkaar door een veelvoud van 15 verticale langgerekte perforaties 17 die in het boveneinde van de cilinder 12 zijn gevormd. De hiervoor genoemde cilinder 12 is relatief ten opzichte van de cilinder 15 roteerbaar door de beweging van een flens 18 die bijvoorbeeld aan het boveneinde van de draaiende cilinder 12 is aangebracht.A liquid-tight, stationary cylinder 15 is connected to the upper part at the periphery of the rotating cylinder 12. A feed tube 16 for compressed liquid is connected to this stationary cylinder 15. The interior of the stationary cylinder 15 and the interior of the rotating cylinder 12 communicate with each other through a plurality of 15 vertical elongated perforations 17 formed in the upper end of the cylinder 12. The aforementioned cylinder 12 is rotatable relative to the cylinder 15 by the movement of a flange 18 which is arranged, for example, at the top end of the rotating cylinder 12.

20 De spuitende cilinder 14 is aan zijn vooreinde voorzien van een spuitende spuitkop 19 voor vloeistof. Het vaste einde van de spuitende cilinder 14 en het ondereinde van de draaiende cilinder 12 zijn door middel van een verbinding 13, die gelijk is aan de verbinding tussen de twee botten, met elkaar 25 verbonden. De verbinding 13 is, zoals getoond in fig.4 en in fig.5, zodanig geconstrueerd, dat het ondereinde van de draaiende cilinder 12 en het basiseinde van de spuitende cilinder 14 respectievelijk met afsluitdelen 20, 20’ zijn voorzien, die relatief ten opzicht» van de axiale richtingen van de cilin-30 drische delen afgeschuimd zijn, dat de afsluitdelen 20, 20* respectievelijk van buitenwaarts uitstulpende korte ringvormige delen 21, 21' zijn voorzien, en dat flensvormige eindvlakdelen 22, 22', die aan de beginranden van de ringvormige delen 21, 21' zijn gevormd, tegen elkaar aanliggen en roteerbaar op 35 elkaar steunen. Omdat de oppervlakken van de eindvlakdelen overeenkomstig de hellende afsluitdelen 20, 20' hellen, kan de draaiende cilinder 12 op. de verbinding 13 als basis roteren, in afhankelijkheid van de conditie van de inclinatie van het eindvlakdeel (afsluitdeel) daarvan, indien het eindvlakdeel 8204195 -7- 22' van de spuitende cilinder 14 rond zijn eigen as wordt geroteerd op het eindvlakdeel 20 van de roterende cilinder 12, terwijl het intieme vlak tot vlakglijcontact met het eindvlakdeel 22 in stand blijft. De roterende cilinder 12 en de spui-5 tende cilinder 14 kunnen daarom hun rechte vorm, zoals geïllustreerd in fig.4, of een gebogen vorm, zoals getoond in fig.5, innemen.The spouting cylinder 14 is provided at its front end with a spouting nozzle 19 for liquid. The fixed end of the spouting cylinder 14 and the lower end of the spinning cylinder 12 are connected together by means of a connection 13, which is equal to the connection between the two bones. The connection 13, as shown in fig. 4 and in fig. 5, is constructed such that the lower end of the rotating cylinder 12 and the base end of the spouting cylinder 14 are respectively provided with sealing parts 20, 20 ', which are relative to »The axial directions of the cylindrical parts are skimmed, that the closing parts 20, 20 * are provided with outwardly protruding short annular parts 21, 21 'and that flange-shaped end surface parts 22, 22', which at the initial edges of the annular parts 21, 21 'are formed, abutting and rotatably supporting each other. Since the surfaces of the end face parts slope correspondingly to the inclined closing parts 20, 20 ', the rotating cylinder 12 can be lifted. rotate the joint 13 as a base, depending on the condition of the inclination of the end face portion (closure portion) thereof, if the end face portion 8204195 -7-22 'of the spouting cylinder 14 is rotated about its own axis on the end face portion 20 of the rotary cylinder 12, while the intimate plane to flat sliding contact with the end face portion 22 is maintained. The rotating cylinder 12 and the spitting cylinder 14 can therefore assume their straight shape, as illustrated in Figure 4, or a curved shape, as shown in Figure 5.

In de hierboven beschreven constructie kan, indien het eindvlakdeel 22 helt met een hoek van 06 graden (45°) relatief 10 ten opzichte van de axiale richting van de roterende cilinder 12 en het eindvlakdeel 22 overeenkomstig helt, de spuitende cilinder 14 over een hoek van 1¾ graden (90°) relatief ten opzichte van de draaiende cilinder 12 gebogen worden. Als de hoek 0i 30° is, dan is de hoek |£> 60°. In dit geval kan daarom 15 de spuitende cilinder 14 gebogen worden tot in een opwaarts hellende richting.In the above-described construction, if the end face portion 22 is inclined at an angle of 06 degrees (45 °) relative to the axial direction of the rotating cylinder 12 and the end face portion 22 is inclined correspondingly, the spouting cylinder 14 can be inclined through an angle of Bend 1¾ degrees (90 °) relative to the rotating cylinder 12. If the angle 0i is 30 °, then the angle | £> 60 °. In this case, therefore, the spouting cylinder 14 can be bent into an upwardly inclined direction.

De roterende cilinder 12 en de spuitende cilinder 14 zijn met elkaar verbonden door een vasthoudring 23 die rond de nauw tegen elkaar aanliggende buitenste omtrekken van de twee 20 eindvlakdelen 22, 22* is aangebracht. Deze vasthoudring 23 wordt gevormd door twee symmetrische, opponerende semicirkel-vormige frames 24, 24’, zoals getoond in fig.6. De binnenvlakken van de semicirkelvormige frames 24, 24' zijn voorzien van groeven 25, 25' die juist wijd genoeg zijn om de nauw met 25 elkaar verbonden omtrekken van de einddelen 22, 22' op te nemen. De frames zijn aan de einden ervan voorzien van buitenwaarts gerichte bevestigingsdelen 26, 26’. De draaiende cilinder 12 en de spuitende cilinder 14 zijn waterdicht en roteerbaar met elkaar verbonden door de eindvlakdelen van de twee cilinders 30 met elkaar in contact te brengen, door vervolgens de frames 24, 24’ in laterale richting over de tegen elkaar aanliggende omtrekken van de eindvlakdelen aan te brengen waarbij de omtrekken in de groeven 25, 25* worden opgenomen, door bouten 27 door de tegenover elkaar liggende bevestigingsdelen 26,26' 35 te steken en door moeren 28 op de bouten 27 vast te draaien.The rotating cylinder 12 and the spouting cylinder 14 are connected to each other by a retaining ring 23 arranged around the closely adjacent outer circumferences of the two end face portions 22, 22 *. This retaining ring 23 is formed by two symmetrical, opposing semicircular frames 24, 24, as shown in Fig. 6. The inner surfaces of the semicircular frames 24, 24 'are provided with grooves 25, 25' that are just wide enough to accommodate the closely interlocked contours of the end portions 22, 22 '. The frames are provided at their ends with outwardly facing fastening parts 26, 26 ". The rotating cylinder 12 and the spouting cylinder 14 are watertight and rotatably connected by bringing the end face portions of the two cylinders 30 into contact with each other, then by laterally extending the frames 24, 24 'over the abutting contours of the arranging end face parts with the peripheries received in the grooves 25, 25 *, by inserting bolts 27 through the opposing fastening parts 26, 26, 35 and by tightening nuts 28 on the bolts 27.

Bij de hierboven beschreven constructie kan de gewenste rotatie van de spuitende cilinder 14 uitgevoerd worden door een in axiale richting door het inwendige van de roterende cilinder 12 heen aangebrachte beweegbare staaf 29 te roteren.In the above-described construction, the desired rotation of the spouting cylinder 14 can be performed by rotating a movable rod 29 arranged axially through the interior of the rotating cylinder 12.

8204195 -8-8204195 -8-

Het boveneinde van deze bewegende staaf 29 steekt van het boveneinde van de bewegende cilinder 12 uit, zodat de bewegende staaf 29 door middel van een hendel (niet getoond) geroteerd kan worden, welke hendel bevestigd is aan het uitstulpende 5 einde ervan. Het ondereinde van deze bewegende staaf 29 reikt tot de verbinding 13. De spuitende cilinder 14 is op de binnenwand ervan voorzien van een hellende, stationaire staaf 30 die zich uitstrekt tot de verbinding 13. Het ondereinde van de bewegende staaf 29 en het begineinde van de stationaire staaf 10 30 zijn met elkaar verbonden door middel van een flexible ver binding 31. In de getoonde uitvoeringsvorm heeft de flexibele verbinding 31 een verbindingselement 32 dat enerzijds scharnier-baar is verbonden met het ondereinde van de bewegende staaf 29 en anderzijds op overeenkomstige wijze is verbonden met het 15 begineinde van de stationaire staaf 30 respectievelijk door middel van een roterend element 33. Een rotatie van de bewegende staaf 29 resulteert in een rotatie van het verbindingselement 32 en vervolgens in een inclinatie van de stationaire staaf 30, met als resultaat, dat de spuitende cilinder 14 20 draait in de richting van de aangenomen, geïnclineerde positie, terwijl het vlak-tot-vlak glijcontact tussen de twee eindvlak-delen 22, 22' in stand blijft. Door de rotatie van de bewegende staaf 29 kan de spuitende cilinder 14 daarom over elke gewenste hoek relatief ten opzichte van de draaiende cilinder 12 25 gedraaid worden in de vorm van een rechte stand of een loodrecht gebogen stand ter plaatse van de verbinding. Onafhankelijk van de positie van de spuitende cilinder ten opzichte van de bewegende cilinder 12, blijft het inwendige van de bewegende cilinder 12 en die van de spuitende cilinder 14 met elkaar 30 verbonden. De getoonde flexibele verbinding 31 is slechts een voorbeeld. Elke koppelconstructie kan gebruikt worden, die voldoet aan het vereiste, dat een rotatie van één v.an de twee staven van de koppeling moet resulteren in een verandering in de hoek van de andere staaf. Voorbeelden van koppelingen die 35 aan dit vereiste voldoen, zijn een elastische koppeling die gevormd wordt door spiraalveren met grote spanning en een in koppeling met glijbaar ingegroefde holten aangebrachte pinnen.The top end of this moving bar 29 protrudes from the top end of the moving cylinder 12 so that the moving bar 29 can be rotated by means of a handle (not shown), which handle is attached to the protruding end thereof. The lower end of this moving rod 29 extends to the joint 13. The spouting cylinder 14 has an inclined, stationary rod 30 on its inner wall which extends to the joint 13. The lower end of the moving rod 29 and the starting end of the stationary rod 10 are connected to each other by means of a flexible connection 31. In the embodiment shown, the flexible connection 31 has a connecting element 32 which is hinged on the one hand to the lower end of the moving rod 29 and on the other hand is correspondingly connected to the starting end of the stationary rod 30, respectively, by means of a rotating element 33. A rotation of the moving rod 29 results in a rotation of the connecting element 32 and then in an inclination of the stationary rod 30, with the result that the spouting cylinder 14 20 rotates in the assumed inclined position while the plane to v paint sliding contact between the two end face parts 22, 22 'is maintained. Due to the rotation of the moving rod 29, the spouting cylinder 14 can therefore be rotated through any desired angle relative to the rotating cylinder 12 in the form of a straight position or a perpendicularly bent position at the connection. Irrespective of the position of the spouting cylinder relative to the moving cylinder 12, the interior of the moving cylinder 12 and that of the spouting cylinder 14 remain connected to each other. The flexible connection 31 shown is only an example. Any coupling construction can be used that meets the requirement that a rotation of one of the two bars of the coupling must result in a change in the angle of the other bar. Examples of couplings meeting this requirement are an elastic coupling formed by high tension coil springs and pins arranged in coupling with slidably grooved cavities.

Vervolgens zal met verwijzing naar fig.7 tot fig.10 een uitvoeringsvorm van de vloeistofspuitende inrichting beschreven 8204195 ' * i -9- worden, die een spuitkopdeel heeft, dat geschikt is om in de vorm van de letter "ü" gebogen kan worden. Aan de buitenzijde omvat deze inrichting een controlekast 41, een stationaire cilinder 42, een draaiende cilinder 43 die aan het ondereinde 5 van de stationaire cilinder 42 hangt, een vouwcilinder 44 die geschikt is om een gebogen vorm aan te nemen, indien hij relatief ten opzichte van de draaiende cilinder 42 geroteerd wordt, en een spuitcilinder 45 die geschikt is om een gebogen vorm in te nemen, indien hij relatief ten opzichte van de 10 vouwcilinder 44 geroteerd wordt. Het ondereinde van de spuitcilinder 45 vormt een spuitkop 46.Next, with reference to FIG. 7 to FIG. 10, an embodiment of the liquid spouting device 8204195 '* -9- will be described which has a nozzle portion suitable for bending in the shape of the letter "ü". On the outside, this device comprises a control box 41, a stationary cylinder 42, a rotating cylinder 43 suspended from the lower end 5 of the stationary cylinder 42, a folding cylinder 44 suitable for taking a curved shape, if it is relative to of the rotating cylinder 42, and a syringe cylinder 45 suitable for taking a curved shape when rotated relative to the folding cylinder 44. The lower end of the syringe barrel 45 forms a nozzle 46.

De verbindingen tussen de aanliggende cilinders van de inrichting zullen beschreven worden met verwijzing naar fig.8.The connections between the adjacent cylinders of the device will be described with reference to Fig. 8.

Op de binnenwand van het ondereinde van de stationaire cilinder 15 42 is een moerschroefdraad aangebracht. Op deze moerschroef- draad is de aan het boveneinde van een verbindingsbus 47 gevormde boutschroefdraad geschroefd. Door de koppeling tussen de twee schroefdraden is de verbindingsbus 47 innig verbonden met de stationaire cilinder 42. In het onderste deel van de 20 verbindingsbus 47 is een ringvormige penbaan 48 aangebracht.A nut thread is provided on the inner wall of the lower end of the stationary cylinder 15 42. The bolt thread formed at the top end of a connecting sleeve 47 is screwed onto this nut thread. The coupling between the two screw threads is the connecting sleeve 47 intimately connected to the stationary cylinder 42. An annular pin path 48 is arranged in the lower part of the connecting sleeve 47.

In deze penbaan 48 zijn van de buitenzijde van de roterende cilinder 43 af pennen 49 aangebracht. De roterende cilinder 43 is zodoende relatief ten opzichte van de staionaire cilinder 42 vrij roteerbaar.Pins 49 are arranged in this pin path 48 from the outside of the rotating cylinder 43. The rotating cylinder 43 is thus freely rotatable relative to the stationary cylinder 42.

25 Het ondereinde van de roterende cilinder 43 vormt een hellend eindvlakdeel 50 dat over 45° ten opzichte van de axiale richting van de cilinder helt. Dit eindvlakdeel 50 ligt tegen een hellend-eindvlakdeel 51 aan dat gevormd is op het boveneinde van de vouwcilinder 44 en helt bijvoorbeeld ten opzichte 30 van de axiale richting van de cilinder over 45°. Een inwendig element 52 is vast bevestigd in het hellend eindvlakdeel 51 aan de zijde van de vouwcilinder 44. Een op de bovenzijde van het inwendige element 52 gevormde, buitenflens 53 grijpt aan op het hellend eindvlakdeel 50 op de zijde van de draaiende 35 cilinder 43 en ondersteunt roteerbaar de draaiende cilinder 43 en de vouwcilinder 44. Indien een relatieve rotatie wordt uitgevoerd tussen de bewegende cilinder 43 en de vouwcilinder 44, terwijl de cilinders tezamen in een rechte lijn worden gehouden, buigt de vouwcilinder 44 vanwege de inclinatie van de eindvlak- 40 8 2 0 4 1 9 5 c -10- delen 50, 51. Nadat de hoek van de relatieve rotatie tussen de twee cilinders 180° nadert, nemen de twee cilinders de vorm van de letter "L" aan.The lower end of the rotating cylinder 43 forms a sloping end face portion 50 which slopes at 45 ° to the axial direction of the cylinder. This end face portion 50 abuts an inclined end face portion 51 formed on the upper end of the folding cylinder 44 and, for example, inclines 45 ° relative to the axial direction of the cylinder. An internal member 52 is fixedly mounted in the inclined end face portion 51 on the side of the folding cylinder 44. An outer flange 53 formed on the top of the internal element 52 engages the inclined end face portion 50 on the side of the rotary cylinder 43 and rotatably supports the rotating cylinder 43 and the folding cylinder 44. If a relative rotation is performed between the moving cylinder 43 and the folding cylinder 44, while the cylinders are held together in a straight line, the folding cylinder 44 bends due to the inclination of the end face. 8 2 0 4 1 9 5 c -10- parts 50, 51. After the angle of relative rotation between the two cylinders approaches 180 °, the two cylinders take the form of the letter "L".

De verbinding tussen de vouwcilinder 44 en de spuitci-5 Under 45 is gelijk aan die tussen de draaiende cilinder 43 en de vouwcilinder 44. Een hellend eindvlakdeel 54 aan het ondereinde van de vouwcilinder 44 ligt tegen een hellend eindvlakdeel 55 van de spuitcilinder 45 aan, en de twee cilinders zijn roteerbaar met elkaar verbonden door middel van een ver-10 binding 56.The connection between the folding cylinder 44 and the spray cylinder Under 45 is the same as that between the rotating cylinder 43 and the folding cylinder 44. An inclined end face portion 54 at the bottom end of the folding cylinder 44 abuts an inclined end face portion 55 of the syringe barrel 45, and the two cylinders are rotatably connected to each other by means of a connection 56.

Vervolgens zal het mechanisme beschreven worden, dat het mogelijk maakt om de vouwcilinder 44 ten opzichte van de draaiende cilinder 43 te vouwen. Langs de as van de draaiende cilinder 42 en de roterende cilinder 43 is een inwendige, 15 draaiende cilinder 62 aangebracht, waarvan het boveneinde verbonden is met de controlekast 41 en het ondereinde ervan roteerbaar gesteund wordt door een steunelement 61 dat vanaf het binnenoppervlak van de roterende cilinder 43 uitsteekt. Aan het ondereinde van deze inwendige, draaiende cilinder 62 is 20 een kegeldrijfwerktandwiel 63 dat aangrijpt op het hiervoor genoemde inwendige element 52. In het bovendeel van de inwendige, draaiende cilinder 62 is een kegeldrijfwerktandwiel 64 op overeenkomstige wijze bevestigd. Dit kegeldrijfwerktandwiel -64 is in aangrijping met een klein kegeldrijfwerktandwiel 67 25 dat een met een controlekast 65 verbonden staaf 66 steunt.Next, the mechanism which makes it possible to fold the folding cylinder 44 relative to the rotating cylinder 43 will be described. Along the axis of the rotating cylinder 42 and the rotating cylinder 43, an internal rotating cylinder 62 is mounted, the upper end of which is connected to the control box 41 and the lower end of which is rotatably supported by a support element 61 which extends from the inner surface of the rotary cylinder 43 protrudes. At the lower end of this internal rotating cylinder 62 there is a bevel gear gear 63 which engages the aforementioned internal element 52. In the upper part of the internal rotating cylinder 62 a bevel gear gear 64 is correspondingly mounted. This bevel gear sprocket -64 engages a small bevel gear gear 67 which supports a rod 66 connected to a control box 65.

De draaiende cilinder 43 is integraal door middel van een veelvoud van., radiale, armen 68 van een inwendige, aangedreven cilinder 69 voorzien. Deze aangedreven cilinder 69 is aan de buitenzijde van de inwendige, draaiende cilinder 62 aange-30 bracht. In een deel van de omtrek daarvan, is een pengroef 70 over een hoek van 180° in de omtreksrichting (horizontale richting) aangebrackt. In deze pengroef 70 is een vanaf de inwendige, draaiende cilinder 62 aangebrachte pen bevestigd. De inwendige, draaiende cilinder 62 is zodoende relatief ten op-35 zichte van de inwendige, aangedreven cilinder 69 vrij roteerbaar, totdat de pen 71 de einden van de pengroef 70 bereikt. Nadat de pen 71 stoot tegen het einde van de pengroef 70 draait de inwendige, draaiende cilinder 62 met de inwendige, aangedreven cilinder 69 (fig.10).The rotating cylinder 43 is integrally provided with an internal, driven cylinder 69 by a plurality of radial arms 68. This driven cylinder 69 is mounted on the outside of the internal rotating cylinder 62. In part of its circumference, a pin groove 70 is engaged through an angle of 180 ° in the circumferential direction (horizontal direction). A pin arranged from the internal, rotating cylinder 62 is mounted in this pin groove 70. Thus, the internal rotating cylinder 62 is freely rotatable relative to the internal driven cylinder 69 until the pin 71 reaches the ends of the pin groove 70. After the pin 71 collides with the end of the pin groove 70, the internal rotating cylinder 62 rotates with the internal driven cylinder 69 (FIG. 10).

8204195 -11-8204195 -11-

Vanaf de binnenwand van de spuitcilinder 45 steekt een stationaire staaf 72 uit. Deze stationaire staaf 72 is verbonden met een draaiende staaf 74 die door middel van een flexibele verbinding 73 verbonden zijn. De draaiende staaf 74 is door 5 het axiale gat 75 van het kegeldrijfwerktandwiel 63 en door het centrum van de inwendige, draaiende cilinder 62 tot in de controlekast 71 geleid en kan roteerbaar aangedreven worden door een draaimechanisme dat in de controlekast 41 is aangebracht. De inwendige, draaiende cilinder 62 wordt onafhankelijk 10 van het kleine kegeldrijfwerktandwiel 67 van de controlekast 65, op overeenkomstige wijze roteerbaar aangedreven door een in de controlekast 51 aangebracht aandrijfmechanisme. De twee aandrijfmechanismen worden door een turbine 77 aangedreven, die in de baan 76 voor de toevoer van samengeperste vloeistof aan 15 de stationaire cilinder 42, is aangebracht.A stationary rod 72 projects from the inner wall of the syringe barrel 45. This stationary rod 72 is connected to a rotating rod 74 which are connected by means of a flexible connection 73. The rotating rod 74 is passed through the axial hole 75 of the bevel gear gear 63 and through the center of the internal rotating cylinder 62 into the control box 71 and can be rotatably driven by a rotary mechanism provided in the control box 41. The internal rotating cylinder 62 is independently rotatably driven by a drive mechanism mounted in the control box 51 independently of the small bevel gear gear 67 of the control box 65. The two driving mechanisms are driven by a turbine 77, which is arranged in the web 76 for the supply of compressed liquid to the stationary cylinder 42.

Vervolgens zal de werking van de inrichting met de voorgaande constructie voor het verwijderen van slib 9 dat verzameld is in een olieopslagtank 1 met een drijvend dak en kleeft aan het onderoppervlak van het drijvende dak 2, hier-20 onder worden beschreven. Bij de inrichting volgens de eerste uitvoeringsvorm worden paren van in de vorm van een rechte lijn gehouden draaiende cilinders 12 en spuitende cilinders 14 door in het drijvende dak 2 aangebrachte draagkolomopeningen .3 heen gestoken, totdat de buitenwaarts van de stationaire 25 cilinder uitstrekkende bevestigingsframes 15' over de cilindrische delen 3' van de draagkolomopeningen 3 zijn aangebracht en vervolgens bevestigingsbouten 34 vanaf de buitenzijde van deNext, the operation of the previous sludge removal device 9 collected in a floating roof oil storage tank 1 and adhering to the bottom surface of the floating roof 2 will be described below. In the device according to the first embodiment, pairs of straight-lined rotating cylinders 12 and spouting cylinders 14 are inserted through support column apertures .3 arranged in the floating roof 2, until the mounting frames 15 'extending outward from the stationary cylinder. are arranged over the cylindrical parts 3 'of the support column openings 3 and then mounting bolts 34 from the outside of the

VV

bevestigingsframes 15r worden aangebracht en tegen de buitenoppervlakken van de cilinders worden vastgedraaid. In dit 30 stadium hangen de roterende cilinder 12 en de spuitende cilinder 14 vanaf het drijvende dak 2 tot in het inwendige van de olieopslagtank 1. Vervolgens worden de spuitende cilinders 1.4 door de rotatie van de beweegbare staven 29 relatief ten opzichte van de draaiende cilinder 12 over geschikte hoeken ge-35 bogen. Nadat de vloeistofspuitende inrichtingen op geschikte wijze, zoals hierboven beschreven, bevestigd zijn aan de draagkolomopeningen wordt vloeistof in een samengeperste toestand door de voedingsleiding 16 aan het inwendige van de ro-tatiecilinders 12 toegevoerd en met kracht uit de spuitende 40 820 4 1 9 5 -12- spuitkoppen gespoten. Tijdens het spuiten van de samengedrukte vloeistof door de spuitkoppen 19 wordt de roterende cilinder 12 met een lage snelheid geroteerd. Zodoende spuiten de spuitkoppen 19 de samengedrukte vloeistof terwijl zij op hetzelfde 5 moment in horizontale richting draaien. Door de kracht van de gespoten, samengeperste vloeistof desintegreert het slib in de tank en gaat over in een gefluidiseerde toestand. Het gefluidi-seerde mengsel van slib en vloeistof wordt met behulp van een pomp 7' uit de tank afgevoerd.mounting frames 15r are fitted and tightened against the outer surfaces of the cylinders. At this stage, the rotating cylinder 12 and the spouting cylinder 14 hang from the floating roof 2 into the interior of the oil storage tank 1. Subsequently, the spouting cylinders 1.4 become relative to the rotating cylinder 12 by the rotation of the movable rods 29. bent at suitable angles. After the liquid spouting devices are suitably attached to the carrier column openings as described above, liquid is supplied in a compressed state through the feed line 16 to the interior of the rotation cylinders 12 and forcefully squirting out the spouting 40 820 4 1 9 5 - 12 nozzles sprayed. During the spraying of the compressed liquid through the nozzles 19, the rotating cylinder 12 is rotated at a low speed. Thus, the nozzles 19 spray the compressed liquid while rotating in the horizontal direction at the same time. Due to the force of the sprayed, compressed liquid, the sludge in the tank disintegrates and turns into a fluidized state. The fluidized mixture of sludge and liquid is discharged from the tank by means of a pump 7 '.

10 Bij de inrichting volgens de tweede uitvoeringsvorm, waarin de spuitkop geschikt is om in de vorm van een letter "U" gevouwen te worden, worden in de vorm van een rechte lijn gehouden sets van stationaire cilinders 42, vouwcilinders 44 en spuitcilinders 45 door in het drijvende dak 2 aangebrachte 15 draagkolom openingen 3 heen gestoken, terwijl vervolgens de via de staven 66 met de controlekast 65 in verbinding staande regeldrijfwerktandwielen 67 worden aangebracht en aangrijpen op de kegeldrijfwerktandwielen 64 en hierna de genoemde kegel-drijfwerktandwielen 67 worden geroteerd. De inwendige, draaien-20 de cilinders 62 en. de kegeldrijfwerktandwielen 63 worden tegelijkertijd geroteerd, met als resultaat,dat de vouwcilinders 44, waarin de inwendige elementen 52 zijn aangebracht, die aangrijpen op de kegeldrijfwerktandwielen 63, relatief ten opzichte van de draaiende cilinders 43 geroteerd worden. Nadat 25 de inwendige, draaiende cilinders 42 over 180° gedraaid zijn, terwijl de draaiende cilinders 43 en de vouwcilinders 44 zich nog steeds in de rechte staaf vorm bevinden, worden de vouwcilinders 44· relatief, ten opzichte van de draaiende cilinders over een rechte hoek gedraaid als gevolg van de actie van de 30 hellende eindvlakdelen 50,51. Gedurende deze handeling bewegen de vanaf de binnen, draaiende cilinders 62 uitstekende pennen 71 langs de pengroeven 70 die gevormd zijn in de inwendige, aangedreven cilinders 69·. Dienovereenkomstig worden de inwendige, aangedreven cilinders en de draaiende cilinders 43 niet 35 geroteerd.In the device according to the second embodiment, in which the nozzle is suitable to be folded in the shape of a letter "U", sets of stationary cylinders 42, folding cylinders 44 and syringe cylinders 45 are held in a straight line. supporting column 2 provided in the floating roof 2, openings 3 are inserted, while the control gear gears 67 communicating via the rods 66 with the control box 65 are then fitted and engage the bevel gear gears 64 and the aforementioned cone gear gears 67 are rotated. The internal, rotating cylinders 62 and. the bevel gear wheels 63 are rotated at the same time, with the result that the folding cylinders 44, in which the internal elements 52 are arranged, which engage the bevel gear wheels 63, are rotated relative to the rotating cylinders 43. After the internal, rotating cylinders 42 have been rotated through 180 °, while the rotating cylinders 43 and the folding cylinders 44 are still in the straight bar shape, the folding cylinders 44 become relative to the rotating cylinders at a right angle rotated as a result of the action of the 30 inclined end face parts 50.51. During this operation, the pins 71 projecting from the inner rotating cylinders 62 move along the pin grooves 70 formed in the internal driven cylinders 69. Accordingly, the internal driven cylinders and the rotating cylinders 43 are not rotated.

Nadat de individuele cilinders van de inrichting in de hierboven aangegeven posities zijn gebracht, worden de kleine kegeldrijfwerktandwielen 67 uit aangrijping met de kegeldrijfwerktandwielen 64 gebracht en wordt vervolgens samengeperste 8204195 -13- vloeistof aan de voedingsleidingen 76 toegevoerd. De vloeistof-stroom in de stationaire cilinders 42 en de door de stroming van deze vloeistof uitgeoefende kracht laat de turbines 77 roteren, met als resultaat, dat de inwendige, draaiende cilin-5 ders 62 en de draaiende staven 74 geroteerd worden. Nadat de pennen 71 van de inwendige, draaiende cilinders 62 de einden van de pengroeven 70 hebben bereikt, laat de rotatie van de inwendige, draaiende cilinders 62 de inwendige, aangedreven cilinders 69 tegelijkertijd bewegen. Zodoende worden de draaien-10 de cilinders 43 relatief ten opzichte van de stationaire cilinders 42 geroteerd en worden de vouwcilinders 44 rond de stationaire cilinders 42 geroteerd, terwijl zij in de loodrechte, gebogen toestand door de roterende cilinders 43 worden gehouden. Als gevolg van de verbinding tussen de kegeldrijfwerktand-15 wielen 63 en de inwendige elementen 42 roteren de vouwcilinders 44 tegelijkertijd met de roterende cilinders 43. Zij worden in de loodrechte, gebogen toestand gehouden, opdat zij geen relatieve beweging ten opzichte van de roterende cilinders 43 veroorzaken.After the individual cylinders of the device are brought into the positions indicated above, the small bevel gear gears 67 are brought into engagement with the bevel gear gears 64, and then compressed fluid is supplied to the feed lines 76. The flow of liquid in the stationary cylinders 42 and the force exerted by the flow of this liquid causes the turbines 77 to rotate, with the result that the internal rotating cylinders 62 and the rotating rods 74 are rotated. After the pins 71 of the internal rotating cylinders 62 have reached the ends of the pin grooves 70, the rotation of the internal rotating cylinders 62 causes the internal driven cylinders 69 to move simultaneously. Thus, the rotated cylinders 43 are rotated relative to the stationary cylinders 42 and the folding cylinders 44 are rotated about the stationary cylinders 42 while being held in the perpendicular, bent state by the rotating cylinders 43. As a result of the connection between the bevel gear teeth wheels 63 and the internal elements 42, the folding cylinders 44 rotate simultaneously with the rotating cylinders 43. They are held in the perpendicular, bent state, so that they do not move relative to the rotating cylinders 43 cause.

20 Tegelijkertijd wordt de rotatie van de draaiende staaf 74 doorgegeven via de flexibele verbinding 73 en de stationaire staaf 72 en wordt tenslotte afgegeven aan de spuitende cilinder 45. Omdat de spuitende cilinder 45 en de vouwcilinder 44 met elkaar verbonden zijn door middel van hun respectievelijke, 25 hellende eindvlakdelen 54 en 55, voeren zij een relatieve rotatie met betrekking tot elkaar uit, waarbij de spuitende cilinder 45 een zwenkende beweging uitvoert tussen een aangenomen hoekige positie met betrekking tot de vouwcilinder 44 en vervolgens een gestrekte positie. De serie cilinders blijft 30 samengeperste vloeistof door de spuitkop 46 van de spuitcilin-der 45 spuiten, terwijl de individuele cilinders zodanig roteren, dat zij afwisselend de vorm van de letters "L“ en "U" innemen. De aldus gespoten vloeistof desintegreert en lost het slib op, dat zich binnen de olieopslagtank heeft afgezet 35 en in het bijzonder dat slib dat kleeft aan het binnenvlak van het drijvende dak 2, met als resultaat, dat het slib fluïdiseert. Het gefluïdiseerde slib wordt door de pomp 7 uit de tank afgevoerd. In de tot zover beschreven uitvoeringsvorm dienen de hellende eindvlakdelen 50,51 voor het koppelen van de roterende 8204195 > -14- cilinder 43 en de vouwcilinder 44 en de hellende eindvlakdelen 54,55 dienen voor het koppelen van de vouwcilinder 44 en de spuitcilinder 45 en hellen relatief ten opzichte van de axiale richting over 45°. Zodoende worden de individuele cilinders 5 over maximaal 90° gebogen. De maximale hoek, waarover de cilinders gebogen kunnen worden, varieert dus met de inclinatiehoek van de hellende eindvlakken van de cilinders. De elementen die binnenin de cilinders gebruikt worden, worden zo klein mogelijk gemaakt, teneinde een zo groot mogelijk dwarsoppervlak 10 voor de doorgang van samengeperste vloeistof vrij te laten. In het bijzonder is het gewenst de kegeldrijfwerktandwielen 63, 64 in die mate te perforeren, waarbinnen nog geen verlies aan stijfheid optreedt.At the same time, the rotation of the rotating rod 74 is transmitted through the flexible joint 73 and the stationary rod 72 and is finally delivered to the spouting cylinder 45. Because the spouting cylinder 45 and the folding cylinder 44 are connected together by their respective, 25 inclined end face portions 54 and 55, they perform a relative rotation with respect to each other, the spouting cylinder 45 performing a pivoting movement between an assumed angular position with respect to the folding cylinder 44 and then an extended position. The series of cylinders continues to spray compressed liquid through the nozzle 46 of the spray cylinder 45, while the individual cylinders rotate to alternately occupy the shape of the letters "L" and "U". The liquid thus sprayed disintegrates and dissolves the sludge that has settled within the oil storage tank, and in particular that sludge which adheres to the inner surface of the floating roof 2, with the result that the sludge fluidises. The fluidized sludge is discharged from the tank 7 In the embodiment described so far, the inclined end face portions 50, 51 serve to couple the rotating cylinder 20204195> 14 and the folding cylinder 44 and the inclined end face portions 54, 55 serve to couple the folding cylinder 44 and the syringe barrel 45 and inclined relative to the axial direction by 45 °, so that the individual cylinders 5 are bent by a maximum of 90 °. The maximum angle at which the cylinders can be bent, thus varies with the inclination angle of the inclined end faces of the cylinders. The elements used inside the cylinders are made as small as possible in order to leave as large a transverse surface as possible for the passage of compressed liquid. In particular, it is desirable to perforate the bevel gear gears 63, 64 to such an extent that no loss of stiffness occurs yet.

Nadat het hierboven beschreven werk voor het verwijderen 15 van slib voltooid is, wordt het spuiten van samengeperste vloeistof gestopt en worden de cilinders gerecht en uit de draagkolomopeningen 3 getrokken.After the above described sludge removal work is completed, the squeezing of compressed liquid is stopped and the cylinders are pulled straight and out of the carrier column openings 3.

Vervolgens zal nu de methode beschreven worden, waarmee de vermengde vloeistof die in de tank geproduceerd is als ge-20 volg van de desintegratie en het oplossen van slib door de kracht van de gespoten, samengeperste vloeistof effectief uit de tank verwijderd wordt.Next, the method will now be described which effectively removes the mixed liquid produced in the tank as a result of the disintegration and sludge dissolution by the force of the sprayed, compressed liquid from the tank.

De op de bodem van de tank verzamelde vloeistof, namelijk het vloeistofmengsel dat ontstaat door de desintegratie en het 25 oplossen van slib met de gespoten vloeistof wordt bij voorkeur zo snel mogelijk verwijderd. Dit komt, omdat het effect van de druk van de gespoten vloeistof op de desintegratie en het oplossen van slib vermindert, indien het slib opgenomen blijft in de gemengde vloeistof en aanzienlijk toeneemt, indien het 30 slib aan de omgevingslucht wordt blootgesteld. Indien de in de tank verzamelde vloeistof langzaam wordt afgevoerd, zakt het slib in de vloeistof uit.The liquid collected on the bottom of the tank, namely the liquid mixture resulting from the disintegration and the dissolving of sludge with the sprayed liquid, is preferably removed as soon as possible. This is because the effect of the pressure of the sprayed liquid on the disintegration and sludge dissolution decreases if the sludge remains contained in the mixed liquid and increases significantly if the sludge is exposed to the ambient air. If the liquid collected in the tank is drained slowly, the sludge will settle in the liquid.

Voordien werd het afvoeren van de vermengde vloeistof uitgevoerd door een met een pomp verbonden afvoerpijp door een 35 mangat in de tank te steken, bijvoorbeeld totdat het begineinde van de afzuigpijp de bodem van de tank bereikt, en de pomp aangedreven wordt om de gemengde vloeistof uit het inwendige van de tank af te zuigen. Bij deze methode komen vaste deeltjes, zoals slib en roest van de bodem van de tank, in de motor en 8204195 -= «· -15- verminderen de werkingsefficiency van de pomp en in een extreem geval veroorzaken zij het uitvallen van de pomp. Indien het niveau van de gemengde vloeistof in de tank tot beneden het begineinde van de afzuigpijp daalt, kan hij zelf blootgesteld 5 worden aan de omgevingslucht in de tank en zuigt de pomp daardoor lucht aan. Nadat eenmaal de pomp lucht heeft aangezogen, moet de pomp gesmeerd worden. Zelfs in het geval van een zelfzuigende pomp, duurt het lange tijd voordat hij opnieuw vloeistof aanzuigt, nadat het opzuigen van de lucht heeft 10 plaats gevonden. Omdat de capaciteit van de pomp voor het afzuigen van de vloeistof vanuit het inwendige van de tank verminderd wordt door het aanzuigen van lucht, wordt ook het effect van het verwijderen van de vloeistof aanzienlijk verlaagd.Previously, the discharge of the mixed liquid was performed by inserting a discharge pipe connected to a pump through a 35 manhole in the tank, for example, until the beginning end of the suction pipe reaches the bottom of the tank, and the pump is driven to discharge the mixed liquid. vacuum the interior of the tank. In this method, solid particles, such as sludge and rust from the bottom of the tank, get into the engine and 8204195 - = «· -15- reduce the operating efficiency of the pump and in extreme cases cause the pump to fail. If the level of the mixed liquid in the tank falls below the starting end of the suction pipe, it can itself be exposed to the ambient air in the tank and the pump sucks in air. Once the pump has drawn in air, the pump must be lubricated. Even in the case of a self-priming pump, it takes a long time for it to draw liquid again, after the air has been sucked up. Since the capacity of the pump for extracting the liquid from the interior of the tank is reduced by the suction of air, the effect of removing the liquid is also considerably reduced.

Om dit nadeel te voorkomen, voert de uitvinding het ver-15 wijderen van de vloeistof vanuit de tank uit door de inlaat-opening van de afzuigpijp tot in het inwendige van de tank te brengen en het andere einde van de pijp op een vloeistofreser-voir aan te sluiten, en de vermengde vloeistof afgescheiden wordt door afzuiging, welke veroorzaakt wordt door de negatieve 20 druk van het vloeistofreservoir. Het verwijderen van de vloeistof zal nu specifiek beschreven worden met verwijzing naar figuur 11.To avoid this drawback, the invention performs the removal of the liquid from the tank by inserting the inlet opening of the suction pipe into the interior of the tank and the other end of the pipe on a liquid reservoir and the mixed liquid is separated by suction caused by the negative pressure of the liquid reservoir. The removal of the liquid will now be specifically described with reference to Figure 11.

De leiding 81 voor het afvoeren van de vloeistof uit de tank 1 is door een mangat 1' tot in het inwendige van de 25 tank geleid. De afzuiginlaat 82 die aan het begineinde van de pijp 81 is aangebracht, is naar het inwendige oppervlak van de bodem van de tank 1 gericht of de pijpv 81 is verbonden met een afvoermondstuk 83 dat in de tank 1 is aangebracht. Het basale einde van de pijp 81 is verbonden met de bovenzijde van een 30 luchtdicht reservoir^ 84. Het reservoir 84 heeft een met een gaspomp 85 verbonden afzuigpijp 86 die aan de bovenzijde ervan bevestigd is. Een afvoerleiding 87 van de gaspomp 85 is door een mangat 2r in het dak of een mangat lf (niet getoond) tot in het inwendige van de tank 1 geleid. Met het reservoir 84 35 is een afzuigleiding 89 verbonden, die verbonden is met de afzuigzijde van een vloeistofpomp 88. Een afvoerleiding 90 van deze pomp 88 is bijvoorbeeld verbonden met een tussenreservoir (niet getoond).The pipe 81 for draining the liquid from the tank 1 is led through a manhole 1 'into the interior of the tank. The suction inlet 82 provided at the beginning end of the pipe 81 faces the interior surface of the bottom of the tank 1 or the pipe 81 is connected to a discharge nozzle 83 disposed in the tank 1. The basal end of the pipe 81 is connected to the top of an airtight reservoir 84. The reservoir 84 has a suction pipe 86 connected to a gas pump 85 attached to its top. A discharge pipe 87 from the gas pump 85 is passed through a manhole 2r in the roof or a manhole 1f (not shown) into the interior of the tank 1. A suction line 89 is connected to the reservoir 84, which is connected to the suction side of a liquid pump 88. A discharge line 90 of this pump 88 is connected, for example, to an intermediate reservoir (not shown).

Indien de gaspomp 85 in werking wordt gesteld, ontwikkelt 8204195 -16- zich in het inwendige van het reservoir 84 een negatieve druk en vindt een afzuiging plaats bij de afzuiginlaat 82 en het afvoermondstuk 83, met als resultaat, dat de op de bodem van de tank verzamelde vloeistof door de pijp 81 naar het reservoir 5 84 wordt afgezogen. Indien de vloeistof in het reservoir 84 door de leiding 89 of door de werking van de pomp 88 wordt af-gevoerd, wordt de druk in het reservoir 84 negatief, als gevolg van de werking van de gaspomp 85. De vloeistof in de tank 1 kan daardoor continue afgesloten worden en in het reservoir 10 4 uitstromen."When the gas pump 85 is activated, a negative pressure develops in the interior of the reservoir 84 and suction takes place at the suction inlet 82 and the discharge nozzle 83, with the result that the bottom of the tank of collected liquid is sucked through the pipe 81 to the reservoir 84. If the liquid in the reservoir 84 is discharged through the line 89 or through the operation of the pump 88, the pressure in the reservoir 84 becomes negative, due to the operation of the gas pump 85. The liquid in the tank 1 may thereby be continuously closed and flow out into the reservoir 104. "

Omdat het binnen de tank 1 afgezette slib gedesintegreerd en opgelost wordt door de in hoge mate samengedrukte wasvloeistof uit de spuitinrichtingen 5 te spuiten, de vloeistof die resulteert van het desintegreren en oplossen van het slib en 15 de verbruikte wasvloeistof naar het reservoir 4 wordt afgezogen door de op hierboven beschreven wijze in het reservoir 84 ontwikkelde negatieve druk, kan de negatieve druk in het reservoir door de werking van de gaspomp 85 in stand worden gehouden en neemt de efficiency van de vloeistofafzuiging zelfs niet 20 af, indien het vloeistofniveau in de tank 1 lager wordt en de in de tank aanwezige lucht door de inlaatopening 82 en het afvoermondstuk 83 wordt afgezogen.Because the sludge deposited within the tank 1 is disintegrated and dissolved by spraying the highly compressed washing liquid from the spraying devices 5, the liquid resulting from the disintegration and dissolving of the sludge and the spent washing liquid is drawn off to the reservoir 4 by the negative pressure developed in the reservoir 84 as described above, the negative pressure in the reservoir can be maintained by the operation of the gas pump 85 and the efficiency of the liquid extraction does not even decrease if the liquid level in the tank 1 becomes lower and the air present in the tank is drawn off through the inlet opening 82 and the discharge nozzle 83.

Indien het in de tank 1 verzamelde slib wordt gedesintegreerd en opgelost onder gebruimaking van een straalblazer, 25 wordt de tank gevuld met een inert gas teneinde in de tank een inerte atmosfeer te handhaven en zodoende een mogelijk explosie te voorkomen die in de tank kan optreden als gevolg van statische elektriciteit.. Indien het inerte gas uit het inwendige van de tank wordt af gezogen, ontstaat daardoor de mogelijkheid, 30 dat de omgevingslucht in het inwendige van de tank stroomt door een of andere opening waardoor de zuurstofconcentratie van het inwendige gas stijgt, waardoor een verandering in de gassamenstelling optreedt en de inert atmosfeer in de tank niet langer behouden zal blijven. Omdat in de huidige uitvoeringsvorm de 35 afvoerpijp 87 van de gaspomp 85 uitmondt in het inwendige van de tank 1 treedt er geen verandering in de gassamenstelling op, omdat het gas, indien het via de afzuiginlaat 82 of het afzuig-mondstuk 83 wordt afgezogen, direct aan de tank 1 wordt teruggevoerd. Zodoende zal de zuurstofconcentratie van de inerte 820 4 1 ij 3 -17- atmosfeer binnen de tank 1 niet stijgen. Omdat al het uit het inwendige van de tank afgezogen gas volledig aan de tank wordt teruggevoerd, blijft de atmosfeer binnen de tank in tact. De de atmosfeer samenstellende inerte gassen en het van de in de 5 tank opgeslagen olie afkomstige gas diffunderen niet vanuit de tank tot in de omgeving. Zodoende wordt de mógelijkheid dat stinkende gassen naar buiten treden in de omgeving en dat explosies buiten de tank optreden, voorkomen. Eventueel kan de hierboven beschreven afvoerpijp 90 van de vloeistofpomp 88 10 verbonden zijn via de overslagtank met de pomp 7, die dient voor het toevoeren van de vloeistof aan de spuitende inrichtingen 5. Deze verbinding kan gebruikt worden voor het cyclische gebruik van de vloeistof, omdat de verbruikte vloeistof afgevoerd en verzameld kan worden in het reservoir 4 en vervolgens samen-15 geperst door de spuitinrichtingen 5 uitgespoten worden.If the sludge collected in the tank 1 is disintegrated and dissolved using a jet, the tank is filled with an inert gas in order to maintain an inert atmosphere in the tank and thus prevent a possible explosion that may occur in the tank if due to static electricity. If the inert gas is sucked from the interior of the tank, this creates the possibility that the ambient air flows into the interior of the tank through some opening through which the oxygen concentration of the internal gas increases, whereby a change in the gas composition occurs and the inert atmosphere in the tank will no longer be retained. Since in the present embodiment the discharge pipe 87 of the gas pump 85 opens into the interior of the tank 1, there is no change in the gas composition, because the gas, when it is extracted via the suction inlet 82 or the suction nozzle 83, directly is returned to tank 1. Thus, the oxygen concentration of the inert 820 4 1 in 3 -17 atmosphere within the tank 1 will not rise. Because all the gas extracted from the interior of the tank is completely returned to the tank, the atmosphere inside the tank remains intact. The inert gases constituting the atmosphere and the gas from the oil stored in the tank do not diffuse from the tank into the environment. This avoids the possibility of stinking gases escaping into the environment and explosions occurring outside the tank. Optionally, the above-described discharge pipe 90 of the liquid pump 88 10 can be connected via the transfer tank to the pump 7, which serves to supply the liquid to the spraying devices 5. This connection can be used for the cyclic use of the liquid, because the spent liquid can be discharged and collected in the reservoir 4 and then squirted squirted by the spraying devices 5.

In het getoonde uitvoeringsvoorbeeld zijn een drukmeter 91 en een vloeistofniveaumeter 92 op het reservoir 4 aangebracht, waarbij de drukmeter 91 verbonden is met de luchtpomp 85 en de vloeistofniveaumeter 92 verbonden is met de vloeistof-20 pomp 88, welke verbindingen elektrisch dan wel pneumatisch.i kunnen zijn. De drukmeter 90 is aangepast voor het detecteren van een toename van de inwendige druk van het reservoir 84 tot een vooraf bepaald niveau en voor het aan- of uitschakelen van de luchtpomp 85 en de vloeistofniveaumeter 82 is aangepast 25 voor het detecteren van een toename van het vloeistofniveau in het reservoir 84 tot een vooraf bepaalde hoogte voor het aan- of uitschakelen van de vloeistof pomp 88. Omdat de inwendige druk en het vloeistofvolume van het reservoir 84 constant geregeld kan worden door middel van de drukmeter 91 en de 30 vloeistofniveaumeter 92 kan het werk voor het verwijderen van de in de tank 1 verzamelde vloeistof geautomatiseerd worden. Bovendien is het inwendige van het reservoir 84 verdeeld in een eerste kamer 94 en een tweede kamer 95 door middel van een -netvormig element 93. De vloeistof van de leiding 81 wordt aan 35 de eerste kamer 94 toegevoerd. Indien de vloeistof van de eerste kamer 94 de kamer 94 overstroomt of door het netelement 93 heenstroomt,wordt het verzameld in de tweede kamer 95. De aldus in de tweede kamer 95 verzamelde vloeistof wordt door de vloei-stofpomp 88 afgezogen. Indien de door de pijp 81 tot in het 820 4 1 95 -18- reservoir 84 stromende vloeistof toevallig vaste deeltjes, zoals metaal, bevat, zakken bij deze constructie van het reservoir dergelijke vaste deeltjes naar de bodem van de eerste kamer 94 en wordt daardoor voorkomen dat zij afgegeven worden 5 naar de vloeistofpomp 88. Omdat alleen de vloeistof door de pomp 88 wordt verwerkt, is de pomp noch verstopt noch gebroken en bevat de naar de tank toe geleide vloeistof geen vaste deeltjes. De vaste deeltjes die zich hebben afgezet op de bodem van de eerste kamer 94 kunnen door een afvoer 96 of een man-10 gat 97 verwijderd worden, indien het werk gestopt is.In the exemplary embodiment shown, a pressure gauge 91 and a liquid level meter 92 are arranged on the reservoir 4, the pressure gauge 91 being connected to the air pump 85 and the liquid level meter 92 being connected to the liquid pump 88, which connections are electric or pneumatic. can be. The pressure gauge 90 is adapted to detect an increase in the internal pressure of the reservoir 84 to a predetermined level and to turn the air pump 85 on and off and the liquid level meter 82 is adapted to detect an increase in the liquid level in the reservoir 84 to a predetermined height for turning the liquid pump 88 on or off. Because the internal pressure and the liquid volume of the reservoir 84 can be constantly controlled by means of the pressure gauge 91 and the liquid level gauge 92, work to remove the liquid collected in tank 1 can be automated. In addition, the interior of the reservoir 84 is divided into a first chamber 94 and a second chamber 95 by means of a net-like element 93. The liquid from the conduit 81 is supplied to the first chamber 94. If the liquid from the first chamber 94 overflows the chamber 94 or flows through the net element 93, it is collected in the second chamber 95. The liquid thus collected in the second chamber 95 is drawn off by the liquid pump 88. If the liquid flowing through the pipe 81 into the reservoir 84 accidentally contains solid particles, such as metal, in this construction of the reservoir such solid particles sink to the bottom of the first chamber 94 and are thereby prevent them from being delivered to the liquid pump 88. Since only the liquid is processed by the pump 88, the pump is neither clogged nor broken and the liquid directed to the tank does not contain any solid particles. The solid particles that have deposited on the bottom of the first chamber 94 can be removed through a drain 96 or a man-hole 97 when the work is stopped.

Zoals duidelijk zal zijn uit de hierboven gegeven beschrijving, bereikt de huidige uitvinding de gewenste verwijdering van een olieopslagtank met een drijvend dak geaccumuleerd slib door vloeistofspuitende inrichtingen die elk in 15 de vorm van een rechte buis worden gehouden, tot in het inwendige van de tank door openingen van de ondersteuningskolommen voor het drijvende dak te steken, door de vloeistofspuitende mondstukken van de spuitinrichtingen in de gewenste richtingen te richten, door de spuitmonden rond de respectievelijke in-20 richtingen te laten draaien en op hetzelfde moment samengeperste vloeistof door de mondstukken te spuiten, waardoor het slib in de tank gebroken, gedispergeerd, opgelost, en gedesintegreerd wordt door de kracht van de gespoten, samengeperste vloeistof. Het slib wordt daardoor zeer efficient gefluïdi-25 seerd. Door deze methode kan de verwijdering van het slib snel uitgevoerd worden, zelfs in een olieopslagtank met een zeer groot inwendige volume. Omdat het werk niet het gebruik van een warmtebron vereist., vermindert het economische verliezen.As will be apparent from the above description, the present invention achieves the desired removal of a floating roof oil storage tank accumulated sludge by liquid-spraying devices each held in the form of a straight tube into the interior of the tank by to insert openings of the floating roof support columns, by directing the liquid spraying nozzles of the spraying devices in the desired directions, by rotating the nozzles around the respective devices, and simultaneously injecting compressed liquid through the nozzles, whereby the sludge in the tank is broken, dispersed, dissolved, and disintegrated by the force of the injected, compressed liquid. The sludge is thereby fluidized very efficiently. This method allows the sludge removal to be carried out quickly, even in an oil storage tank with a very large internal volume. Since the work does not require the use of a heat source, it reduces economic losses.

De vloeistofspuitende inrichting kan automatisch roteren door 30 een hydraulische motor die geschikt is om door een hydraulische pomp aangedreven te worden, welke pomp geschikt is om door een turbine geroteerd te worden, waarbij als zijn drijvende bron de kracht wordt gebruikt, die door de samengeperste, door de inwendige inrichting heen stromende vloeistof wordt uitge-35 oefend.The liquid spouting device can rotate automatically by a hydraulic motor suitable for being driven by a hydraulic pump, which pump is suitable for rotation by a turbine, using as its driving source the force generated by the compressed, Liquid flowing through the internal device is exerted.

Omdat de spuitende mondstukken afzonderlijk gepositioneerd zijn ten opzichte van de openingen van de ondersteunings-kolommen, is het operatiegebied van de spuitkoppen bij de methode volgens de uitvinding groot genoeg om die delen van het 8204195 φ -19- slib die ver van de openingen van de ondersteuningskolommen zijn gelegen volledig te desintegreren met de samengeperste, uitgespoten vloeistof. Zodoende kunnen de intervallen tussen de vloeistofspuitende inrichtingen in lengte vergroot worden 5 en kan het aantal van de vloeistofspuitende inrichtingen proportioneel afnemen. Met de methode volgens de inrichting is het dus mogelijk om slib in elke vorm of zelfs op een grote hoogte vanaf het binnenoppervlak van het drijvende dak snel en volledig te desintegreren, te fluldiseren en uit de tank af te 10 voeren. Omdat de vloeistofspuitende inrichtingen gekoppeld en losgekoppeld kunnen worden van het drijvende dak kunnen zij gemakkelijk gehanteerd worden.Since the spouting nozzles are positioned separately from the openings of the support columns, the operating area of the nozzles in the method of the invention is large enough to cover those parts of the 8204195 φ-19 sludge that are far from the openings of the support columns are located to completely disintegrate with the compressed sprayed liquid. Thus, the intervals between the liquid spraying devices can be increased in length and the number of the liquid spraying devices can decrease proportionally. With the method according to the device it is thus possible to disintegrate, fluidise and discharge sludge in any form or even at a great height from the inner surface of the floating roof, quickly and completely. Since the liquid spouting devices can be coupled and disconnected from the floating roof, they are easy to handle.

15 820419515 8204195

Claims

Method for removing sludge collected in a floating roof oil storage tank, characterized in that a compressed liquid-spraying device is formed by coupling a plurality of cylindrical elements in a freely collapsible manner, which held in an upright position, the liquid-spraying device is inserted through an opening in the roof until the nozzle of the device is positioned in the interior of the tank, that compressed liquid is supplied to the liquid-spraying device, so that the compressed liquid in the interior from the tank in the direction of the sludge, pivoting the nozzle of the device around the device, disintegrating the sludge and fluidizing it, and draining the fluidized sludge from the oil storage tank.

Method according to claim 1, characterized in that the fluidized sludge is extracted from the oil tank through a reservoir, the interior of which is kept at a negative pressure.

3. A compressed liquid-spraying device, characterized in that the device comprises a stationary cylinder, a rotating cylinder rotatably connected to the stationary cylinder, the rotating cylinder having an inclined bottom end surface, a syringe cylinder provided at one end with a inclined end face adapted to contact the inclined end face of the rotating cylinder and the other end adapted to contact a compressed liquid spouting outlet, fluid tight connection means and rotatably connecting the two inclined end faces, one in the rotating cylinder mounted movable rod, a stationary rod mounted in the spouting cylinder, a resilient coupling for coupling the movable rod to the stationary rod, moving means for the rotary movement of the movable rod, and connected to the stationary cylinder combined 8204195 -21- per th liquid food products.

Compressed liquid-spraying device according to claim 3, characterized in that the rotating cylinder is composed of two cylinders, each having an inclined end face 5 and in that the inclined end faces of the two cylinders are liquid-tight and rotatably connected to each other.

5. Method for sludge removal, as substantially described above and with reference to the accompanying drawings.

6. A compressed liquid-spraying device, as described above and illustrated in the accompanying drawings. 15 ƒ 8204195