NL8204115A - Verpakkingseenheiddrager. - Google Patents

Description

« * » VO 382+7

Verpakkings eeahei ddrager.

Verschillende soorten dragers zijn geopeiibaard in de octrooi-literatuur, en in de handed gebruikt voor het samenvoegen van een voor-af bepaald aantal houders, dikwijls zes in getal, voor het dragen van de houders. Gebruikelijk kunnen zes blikken gezamenlijk vorden gedragen, 5 en in een voorkeursuitvoering van de verpakking is een kunststofvel aanwezig met zes openingen daarin, die resp, iets kleiner in diameter zijn dan de blikken, zodat het kunststofmateriaal rond de betreffende blikken tot een in het algemeen omgekeerd kegelvormige gedaante wordt gestrekt voor het zodoende betrouvbaar onder tegen de blikkralen aan-10 liggen voor het voorkomen van het ongewenst verwijderen van de blikken. Zoals bekend strekt een zijdelingse beveging van een blik de betreffen-de omringende band, zodat het blik vanuit een draagstand kan worden ge-kanteld. Dergelijke dragers zijn b.v. weergegeven in de Amerikaanse oc-trooischriften 2.872+.835 en 3.872+.502. Grote aantallen blikken zijn met 15 soortgelijke dragers gehanteerd, zie b.v. het Amerikaanse octrooi- schrift 2+.018.331, dat een drager van de betreffende soort toont voor 12 blikken.

In bepaalde omstandigheden kan een verpakking van 12 blikken enigszins onstabiel zijn of moeilijk te dragen, en in het Amerikaanse 20 octrooischrift b.269.308 is een omringende band van kunststof weergegeven en beschreven, die de 12 blikken omringt en ze dicht tegen elkaar aanliggend houdt, De band is voorzien van een handgreep voor het dragen van het dozijnpak.

Het is een doel van de uitvinding een omringende banddrager te 25 verschaffen voor een aantal cilindrische houders, velke houders op ande-re wijze aan elkaar kunnen zijn vastgezet, welke drager stabiliteit van de verkregen verpakking met houders verzekert.

Meer in het bijzonder is het een doel een eendelige banddrager van kunststof te verschaffen voor een dubbel zesblikkenpak of een dubbel 30 vierflessenpak, vaarbij elk der onderverpakkingen volledig is omringd.

8204115 * a - 2 -

Voor het bereiken van de voorgaande en andere doeleinden is een verpakkings eenheid van kunststof verschaft, die een groep cilindrische houders, zoals een dubbelzzesblikkenpak of een dubbel vierflessenpak, volledig· omringt. Een verdelende bulpband is verschaft, die t us sen de 5 onderpakken ligt, zoals de twee zesblikkenpakken, waardoor elk onder-pak onafhankelijk in een stabiele toestand wordt gehouden , waarbij de totale verpakking ook in een stabiele toestand wordt gehouden. De band, of verpakkingseenheid wordt in eerste instantie uit een vel kunststof~ materiaal gestampt in samengevouwen toestand verschaft, waarbij het 10 buitengedeelte daarvan de totale omringende band vormt, en een binnen-gedeelte een samengevouwen scheidingsband verschaft. Opeenvolgende verpakkingseenheden zijn tot een geheel met elkaar verbonden in een langwerpige· strook, en worden bij voorkeur na samenvoeging met de blik-ken of andere houders gescheiden^ 15 De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin:

Fig.1 een ruimtelijk aanzicht is van een paar zespakken, welke pakken door de verpakkingseenheid of band aan elkaar zijn vastgezet;

Pig.2 een bovenaanzicht is van een verpakkingseenheid of band 20 voorafgaande aan het samenvoegen daarvan met blikken of andere houders, waarbij langs de lengteafmeting een handgreep is getoond voor het dra-gen van de verkregen verpakking;

Fig.3 een andere uitvoeringsvorm toont met de handgreep aan een einde in plaats van langs een zijde; 25 FigΛ een aan fig.3 gelijk aanzicht is, waarbij enigszins andere onderlinge afmetingen zijn toegepast voor het dragen van een ander sa-menstel met houders, zoals een dubbel vierflessenpak;

Fig.5 de drager of verpakkingseenheid volgens fig.3 toont in sa-mengevoegde toestand met een dubbel zesblikkenpak; 30 Fig.6 een aan fig.5 gelijk aanzicht is van de drager of eenheid volgens fig.i in samengevoegde toestand met een dubbel vierflessenpak;

Fig.7 een aan fig.3 gelijk aanzicht is van een iets andere uit-voering van de onderdelen;

Fig.8 een aan fig.7 gelijk aanzicht is van een verdere uitvoe-35 ringsvorm; 8204115 - 3 -

Fig.9 veer een uitvoeringsvorm toont;

Fig.10 nog een andere uitvoerings-rorm toont; en

Fig.11 veer een andere uitvoeringsvorm toont.

Eerst verwijzende near de fig. 1, 2 en 5 is een aantal cilindri-5 sche bonders te zien, meer in bet bijzonder blikken 20 met in bet ver-duidelijkende voorteeld een totaal aantal van twaalf. Zoals is te. zien in fig. 1, zijn. de blikken met bun hartlijnen in horizontale stand in vier kolcaumen met drie blikken elk, uitgestald. De twee linkerkolommen zijn aan elkaar vastgezet door een blikkendrager 22, die bij voorkeur 10 is gemaakt wan polyetbeea, vaarbij de in bet genoemde Amerikaanse oc- trooischrift 2.87^.835 weergegeven drager illustratief is. Een soortge-lijke drager 2k bevestigt de twee recbterkolommen met blikken aan elkaar. Er zijn dus twee zesblikkenpakken, die afzonderlijk zouden kunnen worden gedragen met de blikbartlijnen in bet algemeen in een verticale 15 stand. Hoewel dergelijke dragers gedetailleerd in bestaande octrooi- scbriften uiteen zijn gezet, zoals b.v, in bet genoemde Amerikaanse oc-trooischrift 2.87^.835, wordt op dit punt bij wijze van samenvatting opgemerkt, dat elk dezer dragers een van openingen voorzien vel omvat, dat daarin zes openingen beeft, die elk in diameter iets kleiner zijn 20 dan een blik voor bet zodoende doelmatig verscbaffen van zes afzonder-lijke banden, die de blikken onder de kralen daarvan stevig aangrijpen. Eigen veerkrachtige of rekbars eigenscbappen van bet kunststofmateriaal maken bet mogelijk een blik over een kleine afstand zijdelings weg te trekken voor bet strekken van defbetreffende band waardoor bet blik 25 uit de betreffende drager kan worden weggekanteld.

In vele gevallen is bet voordelig twaalf blikken als een eenbeid te dragen in plaats van zes. Overeenkomstig de uitvinding is dus een dozijnpakband of verpakkingseenheiddrager 26 verschaft.

De gedaante van de dozijnpakband of verpakkingseenheiddrager 26 30 in de uitgangsvorm voor samenvoeging met de blikken is getoond in fig.2, en omvat een doorlopende buitenstrook 28 met gebogen eindgeaeel-ten, die zich uitstrekken over meer dan een halve cirkel en zijn ver-bonden met langwerpige, omgekeerd gebogen gedeelten 32, die de gebogen gedeelten tot een eenbeid met elkaar verbinden. De strook 28 beeft een 35 gelijke breedte en is bij de vertieale hartlijn voorzien van eendelige 8204115 -1+- bevesiigingspunten 3½ voor smallere V-vormige stroken 36-1 en 36-2, die in spiegelbeeldvormig verband horizontaal zijn aangebracht. De toppen van de stroken 36-1 en 36-2 zijn. afgerond, zoals aangegeven bij 38-1 en 38-2, waarbij de voeten 1+0—1 en 1+0-2, en 1+2—-T en 1+2-2 eveneens zijn 5 afgerond voor bet voorkomen van spanninggebieden, die zonden kunnen scheuren.

De pakband of verpakkingseenheiddrager 26 wordt voltooid door een handgreep 1+1+ uit een stuk met de strook 28. De handgreep is symme-triscb ten opzichte van de verticale middenlijn van de drager en is 10 nit £en stuk met bet omgekeerd gebogen gedeelte 32. De handgreep 1+1+ is voorzien van twee openingen 1+6 en 1+8 volgens een spiegelbeeldvormig verband. Aangezien de openingen dezelfde gedaante hebben, wordt alleen de linker· beschreven, die bestaat uit een langwerpige, betrekkelijk smalle opening 50, die de lengte beeft van de opening 1+6 en een in bet 15 algemeen cirkelvormige vergroting 52 bij de bovenste rand van het smalle gedeelte 50 en bij het linker einde daarvan. Dit geeft een flap 52, die naar boven kan worden gevouwen. Een eendelige lip 56 aan de verticale middenlijn van de drager verbindt het middengedeelte van de handgreep met de strook 28. De eerste twee vingers van een band kunnen door een 20 van de openingen 1+6 en 1+8 worden gestoken, waarbij de laatste twee vingers door de andere opening'worden gestoken. De flap 1+1+ rolt in ieder geval op voor bet verschaffen van een gladde oppervlakteaangrijping met de vingers in plaats van een scberpe rand. Dit bevordert bet gemak van de persoon, die het dragen uitvoert, en belemmert tevens bet scheu-25 ren van bet kunststofmateriaal.

Een opeenvolging van dozijnpakbanden of verpakkingseenheiddra-gers 26 is verschaft in de vorm van’een doorlopende baan, en rafelige lijnen 58 aan elk einde in fig.2 duiden aan waar'opeenvolgende dragers tot een eenheid met elkaar verbonden zijn geleverd. De verbinding wordt 30 bij voorkeur tijdens of direct voorafgaande aan bet samenvoegen met een paar van zes pakken, hierna resp. aangeduid met de verwijzingscij-fers 60 en 62. verbroken.

Zoals getoond in fig.1 is de strook 28 geslagen om de twee zes-pakken 60 en 62, waarbij de betreffende tussenstroken 36-1 en 36-2 bij 35 elkaar worden getrokken tot een enkele recbte strook 36. Zoals duidelijk 8204115 ? * - 5 - is, zijn de lengten van de strook 28 en van de strook 36 zodanig, dat zij elk onder enige spanning passen in de zojuist beschreven standen.. Dienovereenkomstig warden alle blikken in een stevig samenstel gehouden waardoor de dubbele zespakken gemakkelijk door de handgreep W- kunnen 5 worden gedragen zonder gevaar dat een van de blikken loskomt uit de ver— pakkingseehheiddrager 26 of uit. de betreffende zesdragers 22 en 2k.

Een vijziging hiervan is getoond in fig.3 en 5. In deze uitvoe-ringsvorm zijn de onderdelen in beginsel gelijk aan de hiervoor beschreven onderdelen en dienovereenkomstig voorzien van verwij zings cij-·' 10 fers. Het' onderscheid is, dat de handgreep hk naar het linkereinde van. de strook 28 is verplaatst. De handgreep is voorzien van twee openingen 60 en 62, veer volgens een spiegelbeeldvormig verband. Als gevolg van de gedaante van het gebogen eindgedeelte 30 is de binnenrand van elke opening een doorlopende kromme 6k,. vaarbij de buitenrand 66 daarvan 15 recht is- Dit heeft een betrekkelijk grote afmeting tot gevolg bij de maximale bovenste en onderste verticale grenzen maar met een zeer be— perkte opening nabij de horizontale hartlijn. Dienovereenkomstig kan de eendelige middenlip 68 zijn ingekerfd of anderszins verzwakt, zoals aangeduid bij 70, zodat de lip 68 gemakkelijk kan vorden gescheurd in-20 dien een dubbel zespak moet vorden opgenomen teneinde alle vier ringers gemakkelijk in de openingen 6k en 66 te kunnen steken.

Een uitvoeringsvorm die geschikt is voor het dragen van acht flessen is getoond in fig Λ en 6. De onderdelen zijn in het algemeen soortgelijk of' gelijk aan. de eerder beschreven onderdelen en aangegeven 25 met soortgelijke verwijzingscijfers met de toevoeging van het achter- voegsel a. Onderscheidingspunten zijn, dat de strook 28a smaller is dan de strook 28, vaarbij de tussenstrook 3^a aanzienlijk korter is omdat deze slechts tvee flessen 20a in plants van drie blikken moet overbrug-gen. Zoals is te zien in fig.k strekken de stroken 36a-1 en 36a-2 zich 30 dienovereenkomstig niet even ver uit naar rechts en naar links als het geval is bij de overeenkomstige tussenstrookgedeelten in fig.2.

De flessen, zoals getoond in fig.6, zijn aangebracht in tvee groepen van vier, en elke groep vordt bij voorkeur bij elkaar gehouden door- een drager van kunststof (niet getoond), die de halzen van de fles-35 sen opneemt en in het algemeen soortgelijk is aan de zespakdragers van 8204115 - 6 -

* V

kunststof Yolgens fig,1 maar met kleinere gaten, die een grotere onder-linge afstancL hebben. De twee Yierpakeenheden zijn met de een verticaal bovett de ander opgesteld, waarbij de strook 28a bet samenstel omringt,. en de tussenstrook 36a zich uitstrekt tussen de twee Yierflesseneenhe-5 den waardoor de acht flessea stevig bij elkaar wordea gebouden voor bet transport,, hangende aan de bandgreep bha.

Een.verdere uitvoeringsvorm is weergegeven in fig.7* Deze uitvoe-ringsvorm is in bet algemeen soortgelijk aan de eerder beschreven uit-Yoeringsvormen, ea soortgelijke onderdelen zijn aangeduid met. soortge-10 lijke verwij.zingscijfers met., de toevoeging van bet acbterYoegsel b om wijdlopigheicL van de bespreking. te Yoorkomea* De bandgreep bbb is veer-gegeven aan bet linkereinde,. evenals ia de fig. 3 en b, maar kan even goed zijn aaagebracbt. langs de bovenkant, zoals met onderbroken lijnen is aangeduid en eerder afgebeeld in fig,2. Het essentiele onderscbeid 15 van de onderhavige uitYoeringsYorm ten opzicbte van de eerdere uitvoe-ringSYormen is, dat de stroken 36b—1 en 36b-2, die uiteindelijk de mid-denstrook 36 Yormen, een ia bet algemeen hoefij zervormige gedaante febben in plaats Yan een Y-vormige. Er zijn dus zijbenen 72-1 en 7^-1 aanwezig, die dicbt bij elkaar liggen en nagenoeg eYenvijdig met de 20 naburige omgekeerd gebogen gedeelten 32b, verbonden door een groot ge-bogen gedeelte j6. Op soortgelijke wijze zijn er reebte benen 72-2 en 7^-2, verbonden door een groot gebogen gedeelte 78. Bij bet nabij de omgekeerd gebogen strookgedeelten 32b liggend zijn eendelige verbindin-gen 80-1, 80-2, 82-1 en 82-2 aanwezig tussen de betreffende benen en de 25 betreffende omgekeerd gebogen gedeelten van de strook 30b. Deze verbin-dingen zijn betrekkelijk smal en kunnen zijn Yerzwakt door middelen, zoals kerflijnen, voor bet gemakkelijk scbeiden bij bet met de bouders samenvoegen Yan de drager.. Yoorafgaande aan dit scbeiden bouden.de ver-bindingen de middenstrookgedeelten 36b-1 en 36b-2 in betzelfde vlak als 30 de rest van de drager 36b zonder dat enig afzonderlijk behandelen daar-Yan nodig is.

De drager Yolgens fig.7 is in het bijzonder ingericbt voor bet vastbouden Yan acbt flessen, maar kan vorden gebruikt voor een dubbel zespak indien de afmetingen dienovereenkomstig worden veranderd. Aanvul-35 lende uitYoeringsYormen, in bet bijzonder ingericbt voor bet dragen van 8204115 V-' 4· . τ - acbt flessen, zijn weergegeven in de fig.8, 9 en 10» Met op dit punt verwijzing naar- fig.8, zijn de onderdelen daarin soortgelijk aan die,, welke eerder zijn beschreven, en worden soortgelijke verwijzingscijfers gebruikt met. de toevoeging van bet achtervoegsel c voor bet aangeven 5 van gelijke onderdelen. Gnderscheidingen liggen in bet feitr dat de ge-bogen eindgedeelten 30c een aanzienlijk grotere gebogen afimeting bebben dan in de voorgaande uitvoeringsvormen, en in plants van dat de gebogen gedeelten aan tegenover elkaar liggende einden van de drager vloeiend overgaan in een enkel.:betrekkelijk lang gedeelte met omgekeerde krom-10 ming, zij'n er betrekkelijk korte gedeelten aanwezig met omgekeerde krom-ming en een aanzienlijk kleinere straal, welke gedeelten de eindgedeel— ten verbinden met recbte zijgedeelten 86, Dit beeft tot gevolg, dat de bovenste en onderste gedeelten van de strook 86 aanzienlijk dichter bij elkaar liggen dan in de voorgaande uitvoeringsvormen. De strookgedeel-15 ten voor bet uiteindelijk vormen van de tussen- of verdeelstrook 36c bebben veer een in. bet algemeen boefijzervormige gedaante, die ecbter aanzienlijk. smaller is (kleinere boogte vanaf de bovenkant naar de on-derkant in fig.8). De naburige einden van de beenparen 72c-1, 7^-1 en 72c-2, 7^c-2 zijn eendelig verbonden door voeten 88-1 en 88-2. De voe-20 ten bebben randgebieden met een betrekkelijk kleine straal voor bet voorkomen van spanningconcentraties, en een middenopening 90 wordt door de voeten en de bijbehorende constructie bepaald,

Yervolgens moet de aandacbt worden gericbt op de uitvoeringsvorm van fig»9j waarin gelijke verwijzingscijfers weer worden gebruikt voor 25 bet aanduiden van gelijke onderdelen, ditmaal met toevoeging van bet achtervoegsel d. Produktie van de in fig.9 afgebeelde uitvoeringsvorm beeft een minimum aan afval tot gevolg omdat de breedte van de uitgangs-vorm tot een minimum is beperkt. De· gebogen eindgedeelten 30d strekken zich slecbts uit over l80° en bebben een kortere straal dan in de voor-30 gaande uitvoeringsvormen. Er zijn geen omgekeerd gebogen of omgekeerde gedeelten, zoals 32 of 8b, waarbij recbte zijgedeelten 86d in plaats daarvan volgens een raaklijn aan de gebogen eindgedeelten 30d lopen.

Het is in verband met de twee uitvoeringsvormen volgens de fig,8 en 9 duidelijk, dat de voeten 88-1 en 88-2 kuxrnen zijn ingekerfd of anders-35 zins verzwakt voor bet vergemakkelijken van bet scbeiden daarvan bij 8204115 . - 8 - het met. een aantal f lessen samenvoegen van de drager.

Een verdere uitvoeringsvorm is afgebeeld in fig .10. Soortgelijke onderdelen zijn veer aangeduid met gelijke verwij zingscijfers met de toevoeging van het achtervoegsel e. Deze vorm is soortgelijk aan die 5 in fig.9 doordat er rechte bovenste en onderste gedeelten 86e van de bnitenstrook 28e zijn. In. dit geval bebben de gebogen lijngedeelten 30e een grotere diameter en liggen de rechte gedeelten 86e dus op een grotere onderlinge afstand. De gedeelten 36e-1 en 36e-2, bestemd voor bet vormen van de tussenstrook, zijn in de onderbavige vorm halfcirkel-10 vormig en langs de borizontale middenlijn van de drager 36d verbonden 'door een uit een stuk daarmee gevormde dwarsstaaf 88 met door kleine stralen gevormde banden.Evenals in de voorgaande nitvoeringsvormen wor-den de twee strookgedeelten 36e-1 en 36e-2 bij elkaar getrokken en niet nit. elkaar, en is er geen bijzonder gevaar van een splitting van deze 15 strookgedeelten. Uiettemin verdient bet de voorkeur, dat de strookgedeelten met elkaar zijn verbonden door een kleine straal aan elk einde voor bet voorkomen van eventuele moeilijkbeden van splijten of scheu-ren.

Fog een verdere uitvoeringsvorm is weergegeven in fig. 11, waar-20 bij soortgelijke elementen weer zijn aangeduid door gelijke verwijzings-- cijfers met de toevoeging van bet achtervoegsel f. Het onderscbeid is, dat de tussenstrook 3&f een enkele strook is in plaats van een dubbele strook. Derhalve is op te merken, dat de tussenstrook 36f in eerste instantie is vastgezet met een verticaal bovenste gedeelte 3^-f bij k2f 25 verbonden met bet rechte gedeelte 31f van de strook 28f. De strook loopt verder naar beneden naar een naar boven gebogen, nagenoeg half-cirkelvormig gedeelte 6kf, dat dan_in tegengestelde ricbting is gekromd tot een horizontaal gedeelte 66f, dat is verbonden met bet rechte bovenste gedeelte 31f langs een breuklijn 68f, die kan zijn geperforeerd, in-30 gekerfd of anderszins verzvakt voor bet tijdens bet samenvoegen op die plaats scheideu. Het borizontale gedeelte 66f loopt door in een in hoofdzaak halfcirkelvormig gedeelte TOf, dat voert naar een enigszins naar boven hellend gedeelte 72f, verbonden met het omgekeerd gebogen strookgedeelte 32f langs een scheidingslijn 7^f, die kan zijn geperfo-35 reerd, ingekerfd of anderszins verzwakt voor het vervolgens. tijdens bet 8204115 - 9 - samenvoegen van de drager met een dubbel zesblikkenpak scheiden daar-van. Het tussenstrookgedeelte 72f loopt door in een in het algemeen halfcirkelvormig gedeelte j6f} dat verticaal near beneden bij 78f door— loopt in lijn met bet bovenste gedeelte 3^ f en uit een. stub is verbon-5 den met het omgekeerd gebogen strookgedeelte 32f bij de voeten ^Of.

De twee halfcirkelvormige gedeelten 6^-f en j6f liggen. tegen elkaar en zijn tot een geheel verbonden langs een scheidingsgebied 80, dat veer kan zijn geperforeerd, ingekerfd of anderszins verzwakt.

Eet bovenste gedeelte van de strook 36f bepaalt een opening 82f 10 tus sen het tussen- en het horizontale strookgedeelte 31f, waarbij een soortgelijke opening 8hf is bepaald tussen het onderste gedeelte van de tussenstrook 36f en het omgekeerd gebogen strookgedeelte 32f. De in het algemeen rechte gedeelten 66f en 72f van de tussenstrook plus het halfcirkelvormige gedeelte 70f en naburige gedeelten van de half-15 cirkelvormige gedeelten 6hf en 7^f met een kleinere straal bepalen een andere opening 86f.

In elke uitvoeringsvorm, zoals afgebeeld en beschreven, is een. bandvormige drager verschaft voor een dozijnpak met blikken of een achtpak met flessen, welk pak een band heeft, dat de buitenzijde van 20 de verpakking omringfc, en verder een tussenband heeft, die zich uit— strekt tussen de houders in de verpakking waardoor elke houder vordt aangegrepen door een gedeelte van de pakband of verpakkingseenheiddra-ger voor het zodoende verschaffen van een verbeterde stabiliteit voor de gehele verpakking. De drager is goedkoop te produceren omdat het ma-25 teriaal een thermoplastische hars is, zoals polyetheen, gestampt uit een doorlopende baan van dit materiaal, waarbij het afval kan worden teruggewonnen.. In het geval van de .uitvoeringsvormen volgens de fig. 2 tot 10, omvat de tussenstrook of -band in eerste instantie een paar smalle stroken, in eerste instantie op onderlinge afstand, welke stro-30 ken tot dichte aanligging worden getrokken bij het samenvoegen met de houders voor het in feite vormen van een enkele strook. De drager vormt een oppervlakteaangrijping met de houders wanneer de onderdelen tot in hun stand worden gespannen. In het geval van de uitvoeringsvorm volgens fig.11 omvat de tussenstrook slechts een enkele in eerste in-35 stantie samengevouwen strook of band.

8204115 - 10 -

De bepaalde voorbeelden, zoals veergegeven en beschreven, zijn ter verduidelijking* Verschillende veranderingen. in construetie zullen ongetwijfeld opkomen bij- deskundigen op dit gebied,. en vorden geacbt deel uit te maken van. de uitvinding voorzover zij binnen de strekking 5 en bet kader van de volgende conclusies vallen, 8204115

Claims (12)

1. 0 » - 11 - Conclusies : 1* Verpakkings eenheid, die een aantal in rijen en. kolommen aange- brachte cilindrische houders omvat, gekenmerkt door een drager, die een eerste veerkrachtige strook omvat, die met oppervlakteaanraking alle houders omringt, en een veerkrachtige tussenstrook, die een gebeel-5 vormt met de eerste strook en zich tussen op onderlinge afstand liggen-de gedeelten daarvan uitstrekt, velke tussenstrook zich in oppervlakte-aangrijping uitstrekt tussen vooraf bepaalde naburige houders, waarbij elk der houders wordt aangegrepen door altbans een van de stroken voor bet versehaffen van een stabiele verpakking.
2. 2. Eenheid volgens conclusie 1, met bet kenmerk, dat een bandgreep een gebeel vormt met de eerste strook..
3. 3. Eenbeid volgens conclusie 1» met bet kenmerk, dat de tussenstrook twee banden omvat, die aan bun einden, die een gebeel vormen met de eerste strook, met elkaar zijn verbonden en diebt tegen elkaar aanlig-15 gen„ b* Eenbeid volgens conclusie 1, met bet kenmerk, dat de tussen- . strook een enkele band omvat, die aan de einden uit een stuk is verbonden met de eerste strook.
4. 5· Eenbeid volgens conclusie 1, met bet kenmerk, dat bet aantal 20 houders bestaat uit tvaalf blikken, waarbij aanvullende dragers aanwe-zig zijn, die tvaalf banden omvatten, die resp. bet aantal blikken on-der de kralen daarvan aangrijpen, en altbans bepaalde banden onderling zijn verbonden.
5. 6. Eenbeid volgens conclusie 5,_met bet kenmerk, dat de banden in 25 twee groepen van zes onderling zijn verbonden en twee zesblikkenpakken verscbaffen, waarbij de tussenstrook tussen de twee zespakken ligt.
6. 7. Eenbeid volgens conclusie 1, met bet kenmerk, dat bet aantal houders bestaat uit acbt flessen in twee groepen van vier, waarbij de tussenstrook tussen de groepen van vier ligt.
7. 8. Verpakkingseenheiddrager, gekenmerkt door een eerste, eendelige, veerkrachtige strook van kunststof, die als een doorlopende lus is ge-vormd, door een handgreep, die een gebeel daarmee vormt, en door een 820 4 1 1 5 • . - 12 - tinssenstrook, die zich uitstrekt over de lus en met de tegenover elkaar liggende einden uit een stuk is gevormd met de eerste strook.. 9* Drager volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de lias in hoofd-zaak in een gemeenschappelijk vlak ligt,. vaarbij de· tussenstrook in 5 hetzelfde gemeenschappelijke vlak ligt maar verplaatst ten opziehte -van een rechte lijn tussen de tegenover elkaar liggende-einden* 10* Drager volgens conclusie 9» met het kenmerk, dat de tussenstrook i een lus omvat, die aan een zijde ligt van een rechte lijn tussen de tegenover elkaar liggende einden, vaarbij verder aanvullende, te schei-10 den bevestigingen aanvezig zijn tussen de eerste strook en de tussenstrook. 11* Drager volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de tussenstrook een paar harden van gelijke lengte en een spiegelheeldvormige gedaante omvat ten, velke handen elk in lengte groter zijn dan een rechte lijn 15 tussen de tegenover elkaar liggende einden en tot in een naast elkaar liggend verb and kunnen vorden getrokken.
8. 12. Drager volgens conclusie 9» met het kenmerk, dat de tussenstrook bestaat uit een enkel deel met een grotere lengte dan een rechte lijn tussen de tegenover elkaar liggende einden.
9. 13. Drager volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de lus hoofd- en bij-assen heeft, vaarbij de tussenstrook met de einden in hoofdzaak volgens- de bij-as ligt en is verplaatst in de richting van de hoofdas. ll. Drager volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de tussenstrook een lus omvat, die aan een zijde ligt van een rechte lijn tus-25 sen de tegenover elkaar liggende einden ,vaarbij verder aanvullende te. scheiden bevestigingen aanvezig zijn tussen de eerste strook en de tussenstrook. _
10. 15. Drager volgens conclusie Ik, met het kenmerk, dat de tussenstrook een inspringende gedaante heeft. 30 l6. Drager volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de tussenstrook bij de einden door gemakkelijk te scheiden gebieden is verbonden.
11. 17. Drager volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de tussenstrook althans gedeeltelijk gebogen is.
12. 18. Drager volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de tegenover 35 elkaar liggende einden in lijn liggen en elkaar naderen, dan voeren naar 8204115 f-:-~~ ' -13“ een omgekeerde kz*onunij2g terug naar een naburig gedeelte van de lus en doorlopen als een verdere tegengestelde kromming en uit een stuk met elkaar verbonden, vaarbij de einden zich tot in eendelige aanraking met elkaar uitstrekken en zijn verbonden door een gemakkelijk te scheiden 5 gedeelte, en de tussenstrook voorbij de omgekeerd gebogen gedeelten de lus aan in hoofdzaak tegenover elkaar liggende zijden dicht. nadert en nit een stnk daarmee is verbonden door gemakkelijk te scheiden ge- deeltea.· 8204115