[go: up one dir, main page]

NL8203731A - STEERING CIRCUIT FOR DC MOTOR CONTROL CIRCUIT. - Google Patents

STEERING CIRCUIT FOR DC MOTOR CONTROL CIRCUIT. Download PDF

Info

Publication number
NL8203731A
NL8203731A NL8203731A NL8203731A NL8203731A NL 8203731 A NL8203731 A NL 8203731A NL 8203731 A NL8203731 A NL 8203731A NL 8203731 A NL8203731 A NL 8203731A NL 8203731 A NL8203731 A NL 8203731A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
circuit
level
value
signal
track
Prior art date
Application number
NL8203731A
Other languages
Dutch (nl)
Other versions
NL192938B (en
NL192938C (en
Original Assignee
Sony Corp
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Sony Corp filed Critical Sony Corp
Publication of NL8203731A publication Critical patent/NL8203731A/en
Publication of NL192938B publication Critical patent/NL192938B/en
Application granted granted Critical
Publication of NL192938C publication Critical patent/NL192938C/en

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H02GENERATION; CONVERSION OR DISTRIBUTION OF ELECTRIC POWER
    • H02PCONTROL OR REGULATION OF ELECTRIC MOTORS, ELECTRIC GENERATORS OR DYNAMO-ELECTRIC CONVERTERS; CONTROLLING TRANSFORMERS, REACTORS OR CHOKE COILS
    • H02P7/00Arrangements for regulating or controlling the speed or torque of electric DC motors
    • H02P7/06Arrangements for regulating or controlling the speed or torque of electric DC motors for regulating or controlling an individual DC dynamo-electric motor by varying field or armature current
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B15/00Driving, starting or stopping record carriers of filamentary or web form; Driving both such record carriers and heads; Guiding such record carriers or containers therefor; Control thereof; Control of operating function
    • G11B15/18Driving; Starting; Stopping; Arrangements for control or regulation thereof
    • G11B15/20Moving record carrier backwards or forwards by finite amounts, i.e. backspacing, forward spacing
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B15/00Driving, starting or stopping record carriers of filamentary or web form; Driving both such record carriers and heads; Guiding such record carriers or containers therefor; Control thereof; Control of operating function
    • G11B15/18Driving; Starting; Stopping; Arrangements for control or regulation thereof
    • G11B15/46Controlling, regulating, or indicating speed
    • G11B15/48Starting; Accelerating; Decelerating; Arrangements preventing malfunction during drive change
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B15/00Driving, starting or stopping record carriers of filamentary or web form; Driving both such record carriers and heads; Guiding such record carriers or containers therefor; Control thereof; Control of operating function
    • G11B15/60Guiding record carrier
    • G11B15/602Guiding record carrier for track selection, acquisition or following

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Power Engineering (AREA)
  • Adjustment Of The Magnetic Head Position Track Following On Tapes (AREA)
  • Stopping Of Electric Motors (AREA)

Description

* V'loyyyv C/Ca/ar/1472 B. V, ij I £.1V'loyyyv C / Ca / ar / 1472 B. V, ij I £. 1

Stuurschakeling voor gelijkstroommotor 110KT19S2Control circuit for DC motor 110KT19S2

De uitvinding heeft betrekking op stuurscha-kelingen voor gelijkstroommotoren en heeft meer in het bijzon-der betrekking Op een stuurschakeling voor een kaapstandermo-tor van een bandregistreer- en/of -afspeelinrichting, in het 5 bijzonder .een stuurschakeling van een type, dat geschikt is om de motor zodanig te besturen, dat de laatstgenoemde de band intermitterend aandrijft hetzij vooruit, hetzij achteruit.The invention relates to control circuits for DC motors and more particularly relates to a control circuit for a capstan motor of a tape recording and / or playback device, in particular a control circuit of a type suitable for is to control the motor so that the latter intermittently drives the belt either forward or reverse.

In videoapparaten, in het bijzonder video-bandapparaten, -waarbij gebieden van videoinformatie op opeen-10 volgende schuine sporen op de band worden geregistreerd, is .hetrdikwijls van-nut-de-band-intermitterend aan te. drijven, - · - zodat verschillende schuine sporen herhaald kunnen worden af-getast, zoals bij vertraagde of stilstaande beeldweergave.Dit is in het bijzonder van nut bijvoorbeeld bij het redigeren 15 van een op een band geregistreerd videoprogramma.In video devices, especially video tape devices, where areas of video information are recorded on successive oblique tracks on the tape, it is often useful to use the tape intermittently. float, so that various oblique tracks can be scanned repeatedly, such as in delayed or still picture display. This is particularly useful, for example, in editing a video program recorded on a tape.

Op videoband worden stuursignalen meestal op een stuurspoor in lengterichting langs de rand van de band geregistreerd om de plaats van de betreffende bijbehorende schuine sporen aan te geven. De stuursignalen zijn met andere 20 woorden op tevoren bepaalde plaatsen op de band aanwezig ten opzichte van de plaats van de schuine sporen. De stuursignalen, die door een stationaixe stuurkop worden gedetecteerd, wanneer de band- hierlangs loopt, kunnen daarom worden gebruikt voor het besturen van het stoppen van de kaapstander tijdens het inter-25 mitterend werken en om de band te stoppen op de plaats van een gewenst schuin spoor. Dit waarborgt, dat de gevolgde weg van een roterende kop, die- op een roterend kopwiel of -trommel aanwezig is voor het aftasten van het videosignaal, nauwkeurig samenvalt met het gewenste schuine spoor. Het verdient de voor-30 keur, dat dit geldt voor het intermitterend werken zowel in de transportrichting van de band vooruit als achteruit.On video tape, control signals are usually recorded on a longitudinal control track along the edge of the tape to indicate the location of the associated oblique traces in question. In other words, the control signals are present at predetermined locations on the tape relative to the location of the oblique tracks. The control signals, which are detected by a stationary power head when the tape passes along it, can therefore be used to control capstan stop during intermittent operation and to stop the tape at the location of a desired oblique track. This ensures that the path of a rotating head, which is present on a rotating head wheel or drum for scanning the video signal, accurately coincides with the desired oblique track. It is preferable that this applies to intermittent working both in the conveying direction of the belt forwards and backwards.

v .....- Een gebruikelijke stuurschakeling voor een kaapstandeinnotor ontwikkelt een aandrijfimpuls voor het teweeg-. brengen van de intermitterehde beweging van de kaapstandermotor. 35 beze aandrijfimpuls vangt aan (stijgt tot een hoge waarde) op het moment, dat een startsignaal wordt ontvangen om dan later af te vallen (te dalen tot een lage waarde) op een later tijd-stip, dat naar schatting overeenkomt met de verplaatsing van 8203731 V -* -2- de band met een schuin spoor. Een remimpuls treedt op, wanneer het stuursignaal voor een gewenst spoor is gedetecteerd en wordt benut om de rotatie van de kaapstandermotor te stoppen. Deze impuls heeft een breedte, die volgens de berekening vol-5 doende is om de motor te doen stoppen, maar kort genoeg om niet een rotatie daarvan in tegengestelde richting te veroorzaken.v .....- A conventional control circuit for a capstan motor develops a drive impulse for the trigger. bringing the intermittent movement of the capstan motor. This drive pulse starts (increases to a high value) the moment a start signal is received and then falls off later (decreases to a low value) at a later time, which is estimated to correspond to the displacement of 8203731 V - * -2- the tire with an oblique track. A braking pulse occurs when the control signal for a desired track is detected and is used to stop the rotation of the capstan motor. This pulse has a width which, according to the calculation, is sufficient to stop the motor, but short enough not to cause a rotation thereof in the opposite direction.

Deze gebruikelijke stuurschakeling is niet in staat de band nauwkeurig op de plaatsen van de geregistreer-. de schuine videosporen te doen stoppen. Indien bijvoorbeeld een 10 wegvallen. van het gereproduceerde stuursignaal optreedt, kan deband niet worden gestopt, totdat het volgende stuursignaal wordt afgetast. Dit kan aanleiding geven tot het niet volgen van het juiste spoor.Daar de remimpuls niet kan worden ontwik- i keld totdat het stuursignaal is afgetast, zal verder, indien 15 de gewenste stopplaats dicht bij de plaats van het geregis-treerde stuursignaal op de band ligt, het aandrijfmechanisme van de band de band voorbij de gewenste plaats voortbewegen, voordat de band kan worden gestopt, hetgeen eveneens aanleiding kan geven tot het niet volgen van het juiste spoor.This conventional control circuit is unable to accurately position the tape at the locations of the recorded. to stop the oblique video tracks. For example, if a 10 is dropped. of the reproduced control signal occurs, the tape cannot be stopped until the next control signal is scanned. This may give rise to not following the correct track. Since the brake impulse cannot be developed until the control signal has been scanned, if the desired stopping point is close to the location of the recorded control signal on the tape, it will continue. the drive mechanism of the tape advances the tape past the desired location before the tape can be stopped, which may also give rise to not following the correct track.

20 Volgens een aspect van de uitvinding ver- schaft- een stuurschakeling voor een gelijkstroomkaapstander-motor voor'het aandrijven van een band in een bandapparaat, zoals-een videobandregistreerinrichting (VTR), videobandaf-speler of videobandredigeerapparaat ,. de drijfstroom voor de 25 motor teneinde de band intermitterend aan te drijven. In deze stuurschakeling ontwikkeld een bij de kaapstandermotor behoren-de frequentiesignaalgenerator een frequentiesignaal met een -frequentie, die wisselt afhankelijk van de rotatiesnelheid van de motor, bijvoorbeeld met een factor van 720 maal de rotatie-30 frequentie van de motor. Een aandrijfimpulsgeneratorschakeling ontwikkelt een aandrijfimpulssignaal, wanneer het gewenst is .·"r" :~^"ri^--aart~te"vangen'-met het' aandri jven' van de band. Een remimpuls-· generatorschakeling ontwikkelt een remimpulssignaal, wanneer .......... -- ~het~gewenst is"de_aandrijving van de band te stoppenΓ Een aan- .According to an aspect of the invention, there is provided a control circuit for a DC capstan motor for driving a tape in a tape device, such as a video tape recorder (VTR), video tape player or video tape editing device. the driving current for the motor in order to drive the belt intermittently. In this control circuit, a frequency signal generator associated with the capstan motor develops a frequency signal having a frequency which varies depending on the rotational speed of the motor, for example by a factor of 720 times the rotational frequency of the motor. A drive pulse generator circuit develops a drive pulse signal when it is desired to "capture" by "driving" the tape. A braking pulse generator circuit develops a braking pulse signal when .......... - ~ it is ~ desired "to stop the belt drive".

35" drljfschakeling, waaraan het frequentiesignaal, het aandrijfimpulssignaal en het remimpulssignaal worden toegevoerd, ver-schaft.een aandrijfsignaal, bijvoorbeeld een signaal met een gemoduleerde impulsbreedte (PWM) waarvan de effectverhouding 8203731 1 t - 1 -3- wisselt afhankelijk van de frequentie van het frequentiesig-naal. Een kop voor het aftasten van het stuursignaal tast stuursignalen af, die op tevoren bepaalde plaatsen op de band zijn geregistreerd, wanneer de band hierlangs loopt. Een motor-5 stuurschakeling/ waaraan het aandrijfsignaal is toegevoerd, verschaft de drijfstroom voor de motor,35 "drive circuit, to which the frequency signal, the drive pulse signal and the brake pulse signal are applied, provides a drive signal, for example, a signal with a modulated pulse width (PWM) whose effect ratio 8203731 varies 1 t-1 -3 depending on the frequency of the frequency signal A head for sensing the control signal senses control signals recorded at predetermined locations on the tape as the tape passes along it A motor-5 control circuit / to which the drive signal is applied provides the driving current for the engine,

Een remstartsignaalschakeling omvat een /.-qntwikkelende .schakelihg·,. waaraan het frequentie-signaal wordt toegevoerd voor het ontwikkelen van een plaats-10 waarde , die met incrementen wisselt met het zich voordoen van -het.-frequentiesignaal .om de plaats van de band aan te geven ten opzichte van de tevoren bepaalde plaatsen van de stuursignalen. Een grendelschakeling vergrendelt de plaatswaarde tot ' een tevoren bepaalde vergrendelwaarde bij de detectie van de 15 stuursignalen. Een remstartsignaalgenerator, bij voorkeur in de vorm van een vergelijker, ontwikkelt het remstartsignaal wanneer de plaatswaarde een tevoren bepaalde waarde bereikt, zodat de band op de . juiste plaats wordt gestopt overeenkomende met bijvoorbeeld een tevoren geregistreerd videospoor.A brake start signal circuit comprises a developing circuit. to which the frequency signal is applied to develop a position-10 value which changes in increments with the occurrence of the frequency signal to indicate the position of the band relative to the predetermined positions of the control signals. A latch circuit locks the position value to a predetermined latch value upon detection of the 15 control signals. A brake start signal generator, preferably in the form of a comparator, develops the brake start signal when the position value reaches a predetermined value, so that the tape is on the. correct place is stopped corresponding to, for example, a pre-recorded video track.

20 Om een naukeurig stoppen van de band bij het aandrijven van de band in hetzij de achteruit- hetzij de vooruit-modus wordt Sen.grendelwaarde gebruikt bij de vooruitmodus en een andere grendelwaarde gebruikt bij de achteruitmodus.For a precise stop of the tape when driving the tape in either the reverse or forward mode, Sen. lock value is used in the forward mode and another lock value is used in the reverse mode.

De uitvinding wordt nader in bijzonderheden 25 beschreven aan de hand van de bijgaande tekeningen, waarin ' Fig. I, een schematisch beeld is van een stuurschakeling voor een gelijkstroommotor volgens de stand der techniek,The invention is further described in detail with reference to the accompanying drawings, in which 'Fig. I is a schematic view of a prior art DC motor control circuit,

Fig. 2A-2F, golfvormgrafieken zijn voor het 30 verklaren van de werking van de stuurschakeling van Fig. 1.,Fig. 2A-2F, waveform charts are for explaining the operation of the control circuit of FIG. 1.,

Fig. 3 een schematisch schakelschema is van " " een verbeterde' stuurschakeling, die bij een voorkeursuitvoe- ringsvorm van de uitvinding wordt gebruikt., ...... “ Fig; 4A-4I' golfvormgfafieken zijn voor het 35 verklaren van 'de werking van de verbeterde stuurschakeling van Fig. 8 .Fig. 3 is a schematic circuit diagram of an "improved" control circuit used in a preferred embodiment of the invention., ..... "FIG. 4A-4I are waveform charts to explain the operation of the improved driver circuit of FIG. 8.

Fig. 5 een schematisch schakelschema is van 8203731 ( -4- een remstartsignaal ontwikkelende schakeling volgens een uit-voeringsvorm van deze uitvinding.Fig. 5 is a schematic circuit diagram of 8203731 (-4- a brake start signal developing circuit according to an embodiment of this invention.

Fig. 5A een schematise!! beeld is van een andere uitvoeringsvorm van deze uitvinding, waarbij digitale 5 technieken worden toegepast.Fig. 5A a schematic !! depicts another embodiment of the present invention employing digital techniques.

Fig. 6A-6F golfvormgrafieken zijn voor het verklaren van de werking van de uitvoeringsvorm van Fig. 5.Fig. 6A-6F are waveform charts for explaining the operation of the embodiment of FIG. 5.

Fig. 7 een magnetische registreerband toont ter toelichting van de betreffende plaatsen van de stuursignalen 10 en de gewenste stopplaatsen.Fig. 7 shows a magnetic recording tape for explaining the respective locations of the control signals 10 and the desired stops.

Fig. 8A-8C golfvormgrafieken zijn ter toelichting van de besturing van de beweging van de band in . . de vooruit- en achteruitmodus.Fig. 8A-8C waveform graphs are illustrative of controlling the movement of the tape in. . the forward and reverse mode.

Fig. 9 een schematisch beeld is van een an-15 dere uitvoeringsvorm van deze uitvinding.Fig. 9 is a schematic view of another embodiment of this invention.

Fig. 10A en 10B golfvormgrafieken zijn, die toegepast worden bij het verklaren van de werking van de uitvoeringsvorm van Fig. 9.Fig. 10A and 10B are waveform graphs used in explaining the operation of the embodiment of FIG. 9.

Fig. 11 een grafiek is, waaruit de spoor-20 breedte van de uitvoeringsvorm van Fig. 9 blijkt.Fig. 11 is a graph showing the track 20 of the embodiment of FIG. 9 appears.

Fig. 12 een magnetische registreerband toont ter toelichting van de spoorbreedte van de uitvoeringsvormen van Fig. 11.Fig. 12 shows a magnetic recording tape to explain the track width of the embodiments of FIG. 11.

Fig. 13 een schematisch beeld van een gedeel-25 te van een andere uitvoeringsvorm van deze uitvinding is, enFig. 13 is a schematic view of a portion of another embodiment of this invention, and

Fig. 14 een grafiek is, die de spoorbreedte Γ van de uitvoeringsvorm van Fig. 13 toont·Fig. 14 is a graph showing the track width Γ of the embodiment of FIG. 13 shows

Met vsrwijzing naar de tekeningen en eerst naar Fig. 1 en 2A-2F daarvan zal een stuurschakeling volgens de 30 stand der techniek worden beschreven om bij te dragen tot het verklaren van de voordelen van de uitvinding.With reference to the drawings and first to Fig. 1 and 2A-2F thereof, a prior art driver circuit will be described to help explain the advantages of the invention.

Zoals reeds is opgemerkt wordt om een bedrij-r ~ jven van^ een:'videobandregistreer- en/of-weergaveapparaat volgens een andere mode dan de standaardsnelheid, zoals stilstaand of 35 vertraagd, mogelijk te maken een stuurschakeling voor inter-mi tterend op snelheid gebruikt om de kaapstandermotor van het apparaat intermitterend aan te drijven.As already noted, operating a video tape recording and / or reproducing apparatus in a mode other than the standard speed, such as stationary or delayed, allows a control circuit for intermittent speed used to intermittently drive the capstan motor of the device.

Hoewel niet specifiek in de tekeningen weer-gegeven kan een videobandregistreerapparaat (VTR) een paar 8203731 psm -JL-. - - ----- : · \ -3* ' ··' Τ’ i -5- roterende magnetische koppen Ha en bezitten, die over een afstand van 190° ten opzichte van elkaar zijn aangebracht voor afwisselend aftasten van opeenvolgende sporen op de band, wanneer de band met normale snelheid wordt afgespeeld. Deze koppen Ha 5 en kunnen voorzien zijn van verschillende asymuth-hoeken.Although not specifically shown in the drawings, a videotape recorder (VTR) may have a pair of 8203731 psm -JL-. - - -----: · \ -3 * '··' Τ 'i -5- rotating magnetic heads Ha and disposed at a distance of 190 ° from each other for alternately scanning successive tracks on the tape when the tape is played at normal speed. These heads Ha 5 and can have different asymuth angles.

Een extra roterende magnetische kop Hal/ die dezelfde asymuth-hoek als de kop H bezit, is met een hoekverplaatsing ten op-zichte van de magnetische kop over een hoekafstand overeen-komende met 1/25H aangebracht/ waarbij H de periode van een 10 horizontaal aftastinterval is.. Indien een enkel spoor herhaald wordt afgetast worden de . magnetisch.e koppen H ,en H , gebruikt. Voor het werken met lage snelheid, bijvoorbeeld met 1/N van de normale snelheid (waarbij N een geheel getal is) kan een enkel veld (N-l) malen'worden weergegeven, terwijl de band wordt 15 stilgehouden, waama de volgende twee velden of sporen worden weergegeven onder toepassing van de magnetische koppen H& en gedurende Sin beeldperiode, terwijl de band met normale snelheid wordt voortbewogen. Door de bovenstaande trappen herhaald uit te voeren wordt een op de-band geregistreerd videosignaal 20 weergegeven met een snelheid van 1/N van de normale snelheid.An additional rotating magnetic head Hal / which has the same asymuth angle as the head H is arranged with an angular displacement relative to the magnetic head by an angular distance corresponding to 1 / 25H / where H is the period of a horizontal scan interval is .. If a single track is repeated the. magnetic heads H, and H, are used. For low speed operation, for example 1 / N of normal speed (where N is an integer), a single field (Nl) grind may be displayed while the belt is stopped, after which the next two fields or tracks are displayed using the magnetic heads H & and during Sin image period while advancing the tape at normal speed. By repeatedly performing the above steps, a video signal 20 recorded on the tape is reproduced at a rate of 1 / N of the normal speed.

Fig. 1 toont een stuurschakeling voor het aandrijven van de bandkaapstander :van de VTR om de magnetische band intermitterend, zoals bovenstaand beschreven, voort te be-wegen. In deze schakeling is een gelijkstroommotor 1 met de 25 (niet weergegeven) bandkaapstander verbonden voor een direct aandrijven van de laatstgenoemde. Een aandrijfstuurschakeling 2 is met de motor 1 gekoppeld om de band intermitterend voort te bewegen. Een motorbedieningsschakeling 3 bezit uitgangen, die gekoppeld zijn voor het aandrijven van de motor 1, en ingangen 30 3a en 3b voor het ontvangen van signalen voor het besturen res-pectievelijk de rotatierichting van de motor 1. Een schakelim-rpulsihg^Sigi 4 ontvangt een kopomschakelsignaal of schakelimpuls SWP (Fig. 2A) dat (die) hoog wordt, wanneer het weergaveapparaat -7 ~ :0vergeschakeld:wordt van magnetische kop H op een van de andere " 35 koppen’ Η~', of en dat (die) afvalt op het moment, dat het apparaat terugschakelt naar de magnetische kop H . Een stuurim-pulsingang 5 is gekoppeld voor het ontvangen van stuurimpulsen CTL, die worden afgetast van het stuurspoor van de magnetische 8203731 -6- band. Een monostabiele multivibrator 6 wordt getrokken bij het afvallen van het omschakelsignaal SWP en verschaft een uit-gangssignaal M(6) (Fig. 2B). De tijdconstante van deze mono-* stabiele multivibrator 6 kan worden gevarieerd afhankelijk van 5 de gewenste bandsnelheid om overeen te komen met het bovenver-melde getal N. Bij dit voorbeeld wordt de tijdconstante, daar N=3, zo bepaald, dat de breedte van de uitgangsimpuls M(6) meer dan twee beeldperioden is maar niet meer dan drie beeld-perioden.Fig. 1 shows a control circuit for driving the tape capstan of the VTR to advance the magnetic tape intermittently as described above. In this circuit, a DC motor 1 is connected to the band capstan (not shown) for driving the latter directly. A drive control circuit 2 is coupled to the motor 1 to move the belt intermittently. A motor control circuit 3 has outputs coupled for driving the motor 1, and inputs 30a and 3b for receiving signals for controlling the direction of rotation of the motor 1, respectively. A switching impulse sigi 4 receives a head switching signal or switching pulse SWP (Fig. 2A) which becomes (which) becomes high when the display device -7 ~: 0 is switched: from magnetic head H to one of the other "35 heads' Η ~", or and which (which) drops out the moment the device switches back to the magnetic head H. A control pulse pulse input 5 is coupled to receive control pulses CTL, which are sensed from the control track of the magnetic 8203731-6 band. A monostable multivibrator 6 is pulled at dropping the switching signal SWP and providing an output signal M (6) (Fig. 2B) The time constant of this monostable multivibrator 6 can be varied depending on the desired tape speed to correspond with the above-mentioned number N. In this example, the time constant, since N = 3, is determined such that the width of the output pulse M (6) is more than two image periods but not more than three image periods.

10 Deze impuls wordt aangelegd op een andere --------- - - -.. ; monostabiele multivibrator 7, die op zijn beurt een aandr-ijf- impuls Μ'(·'7) (Fig. 2C) verschaft aan de aansluitklem 3a van de bedieningsschakeling 3. Deze impuls M(7) stijgt aan de voorzijde van de impuls M(6) en heeft een impulsbreedte T^. Deze impuls 15 M(7) doet de bedieningsschakeling 3 een gelijkspanning aanleggen op de motor 1, zodat deze de band in positieve richting zal verplaatsen. De impulsbreedte wordt hier zo bepaald, dat deze niet groter is dan een beeldperiode.10 This impulse is applied to another --------- - - - ..; monostable multivibrator 7, which in turn supplies a drive pulse Μ '(·' 7) (Fig. 2C) to terminal 3a of control circuit 3. This pulse M (7) rises at the front of pulse M (6) and has a pulse width T ^. This pulse 15 M (7) causes the control circuit 3 to apply a DC voltage to the motor 1 so that it will move the belt in a positive direction. The pulse width is determined here so that it does not exceed an image period.

De stuurimpuls CTL, die in Fig. 2D is weer-20 gegeven, wordt door een (niet weergegeven) stationaire stuur-kop van het stuurspoor van de band afgetast en als een trekker-signaal toegevoerd aan een andere monostabiele multivibrator 8, die dan een uitgangstrekkerimpuls M(8) (Fig. 2E) verschaft. Deze impuls M(8) bezit een duur'lf, die ingesteld kan worden 25 bijvoorbeeld door regeling van de instelling van een (niet weergegeven) sporings potentiometer voor het bereiken van een nauwkeurig volgen van het spoor tijdens het interred.tterende bedrijfT. Deze impuls M(8) wordt aangelegd aan een verdere monostabiele multivibrator 9, die op zijn beurt een uitgangsrem-30 impuls M(9) (Fig. 2F) verschaft. Deze impuls M(9)· wordt hoog op het moment, dat de impuls M(8) afvalt en bezit een duur Tr·"Deze remimpuls M(9) wordt aangelegd op de aansluitklem 3B van de bedieningsschakeling 3 zodat stroom in tegengestelde - --------. -·-· richting door de motor 1 gaat lopen. Deze impulsduur Tr wordt 35 langgenoeg gekozen om de kaapstandermotor 1 met de stroom af te remmen, zodat de band geheel tot stilstand komt, maar niet zolang~, dat de motor 1 in de tegengestelde richting zou be-ginnen te roteren.The control pulse CTL shown in FIG. 2D is shown as 20, is sensed by a stationary control head (not shown) of the tire control track and applied as a trigger signal to another monostable multivibrator 8, which then outputs an output trigger pulse M (8) (Fig. 2E). This pulse M (8) has a duration which can be adjusted, for example, by controlling the setting of a tracking potentiometer (not shown) to achieve accurate tracking of the track during interfering operation. This pulse M (8) is applied to a further monostable multivibrator 9, which in turn provides an output brake pulse M (9) (Fig. 2F). This pulse M (9) becomes high when the pulse M (8) drops out and has an expensive Tr · "This brake pulse M (9) is applied to the terminal 3B of the control circuit 3 so that current flows in opposite - - -------. - · - · direction starts to flow through motor 1. This pulse duration Tr is chosen 35 long enough to slow down the capstan motor 1 with the current, so that the belt comes to a complete standstill, but not as long as ~ that the motor 1 would start to rotate in the opposite direction.

8203731 - -· - ·~ ·. . ':.·ΛΪψΒΒΕ&:+ '·Ν·ν -.-- r ' < -7-8203731 - - - - · ~ ·. . ':. ΛΪψΒΒΕ &: +' · Ν · ν -.-- r '<-7-

Indien het de bedoeling is de kaapstander-motor 1 met verschillende loopsnelheden te laten lopen, kunnen de multivibrators 7 en 9 van een aantal tevoren bepaalde in-stellingen worderi voorzien en kunnen de duren en Tr van de 5 impulsen M(7) en M(9) worden gewijzigd om overeen te komen met elk van deze verschillende loopsnelheden.If the intention is to run the capstan motor 1 at different running speeds, the multivibrators 7 and 9 can be provided with a number of predetermined settings and the durations and Tr of the 5 pulses M (7) and M ( 9) be modified to correspond to each of these different walking speeds.

Met de bovenbeschreven stuurschakeling vol-gens de stand der techniek kan de stopplaats van de band niet nauwkeurig worden bepaald omdat het lopen op snelheid en het 10 stoppen van de band plaats vinden door het toevoeren van impulsen met een constante duur aan de gelijkstroommotor 1. Dit _i __—.——nadeel wordt_nog groter gemaakt, indien.de s tuurs ignalen op niet perfecte wijze worden gereproduceerd. Indien de stuur-signalen CTL niet worden gedetecteerd, bijvoorbeeld ten ge-15 volge van uitvallen, zal het signaal M(8) niet worden gepro-duceerd en zal de band blijven lopen tot een moment dat een stuursignaal CTL wordt gedetecteerd, Indien verder de plaats van het af te tasten spoor dicht bij de plaats van de geregis-treerde stuursignalen CTL ligt, kan het stuursignaal te laat 20 worden gedetecteerd om de multivibrators 8 en 9 de band op nauwkeurige wijze te-doen stoppen. Deze problemen kunnen leiden tot een niet juist opstellen ten opzichte van het spoor, bibberend beeld-of andere misvorming van het weergegeven beeld.With the above-described control circuit according to the prior art, the stopping point of the belt cannot be accurately determined because running at speed and stopping the belt take place by supplying pulses with a constant duration to the DC motor 1. This _i __ — .—— disadvantage is made even greater if the control signals are not reproduced perfectly. If the control signals CTL are not detected, for example due to failure, the signal M (8) will not be produced and the tape will continue to run until a control signal CTL is detected. instead of the track to be scanned being close to the location of the recorded control signals CTL, the control signal may be detected too late to cause the multivibrators 8 and 9 to stop the tape accurately. These problems can lead to incorrect positioning with respect to the track, jittering or other deformation of the displayed image.

Het bovenvermelde probleem kan worden ver-25 meden door een verbeterde stuurschakeling te gebruiken voor het ontwikkelen van remstartsignalen om aan te vangen met het af-remmen van de gelijkstroommotor 1.The above-mentioned problem can be avoided by using an improved control circuit for developing brake start signals to start braking the DC motor 1.

Fig. 3 geeft een verbeterde stuurschakeling weer in corabinatie waarmee uitvoeringsvormen van schakelingen 30 volgens de uitvinding kunnen worden toegepast voor het ontwikkelen van remstartsignalen.Fig. 3 depicts an improved control circuit in corabina with which embodiments of circuits 30 according to the invention can be used to develop brake start signals.

_ _ _ __' y '..........,........Deze,. stuurschakeling is meer in bijzonderhe- ' den beschreven in de samenhangende nederlandse octrooiaanvrage 8203730.1n deze stuurschakeling wordt een hertrekkerbare mono-35 stabiele multivibrator 10 gebruikt voor het verschaffen van een signaal met een gemoduleerde impulsbreedte (PWM) voor de bedieningsschakeling 3 voor het regelen van de snelheid van de gelijkstroomkaapstandermotor 1 tijdens het intermitterend be- 8203731 -8- drijven daarvan. In deze schakeling is de gelijkstroommotor 1 direct gekoppeld met de kaapstander in een VTR op dezelfde wijze als de motor 1 in Fig. 1. De rotatiesnelheid van de kaapstander kan hier bijvoorbeeld 2Hz zijn bij de normale loopsnelheid._ _ _ __ 'y' .........., ........ This ,. control circuit is described in more detail in copending Dutch patent application 8203730.1. in this control circuit, a retractable mono-stable multivibrator 10 is used to provide a signal with a modulated pulse width (PWM) for the control circuit 3 for controlling the speed of the DC capstan motor 1 during its intermittent operation. In this circuit, the DC motor 1 is directly coupled to the capstan in a VTR in the same manner as the motor 1 in FIG. 1. The rotation speed of the capstan can be, for example, 2Hz at the normal walking speed.

5 Tijdens vertraagde weergave wordt de kaap stander trapsgewijs aangedreven door de motor 1. De monostahiele multivibrator 10 bezit eerste en tweede tempeercondensatoren 13 en 14 en een schakelaar 15 om de condensator 14 met de multivibrator 10 te koppelen. Indien de schakelaar open is, bezit 10 de monostahiele multivibrator 10 een tijdconstante X q, maar --- - . ' indien ;.de schakelaar gesloten.is bezit. deze. een langere tijd- ...... constants’ Bij vobrkeur worden deze constanten zo gekozen, dat Xλ * 1,5During delayed playback, the cape stander is stepped driven by the motor 1. The monostahile multivibrator 10 includes first and second timing capacitors 13 and 14 and a switch 15 to couple the capacitor 14 to the multivibrator 10. When the switch is open, the monostahile multivibrator 10 has a time constant X q, but ---. if the switch is closed. this one. a longer time ...... constants. Preferably these constants are chosen such that Xλ * 1.5

In deze stuurschakeling omvat een frequentie-15 generator 20 een magnetische plaat 21 met negentig paren mag-netische noord- en zuidpolen M,S, die daarop afwisselend zijn aangebracht. Deze plaat 21 roteert met de kaapstandermotor 1.In this driving circuit, a frequency generator 20 comprises a magnetic plate 21 with ninety pairs of magnetic north and south poles M, S, which are alternately mounted thereon. This plate 21 rotates with the capstan motor 1.

Een paar op magnetische fluxen reagerende stationaire magnetische koppen 22A en 22B, hetgeen magnetoresistieve elementen, 20 halelementen of equivalente inrichtingen kunnen zijn, zijn in de buurt van de plaat 21 aangebracht voor het ontwikkelen van sinusoidale signalen FGA respectievelijk FGB, die ten opzichte van elkaar 90° in fase verschillen. Indien met andere woorden wordt aangenomen, dat de afstand tussen deze twee koopen L„ is 25 en de afstand tussen twee.opeenvolgende magnetische polen N en Z Lm is, kan de’ afstand tussen de koppen LH worden uitge-drukt als L = (n+1 / 4) , (n = 0,1,2,....)A pair of magnetic flux-responsive stationary magnetic heads 22A and 22B, which may be magnetoresistive elements, hall elements or equivalent devices, are disposed near plate 21 to develop sinusoidal signals FGA and FGB, which are 90 ° differ in phase. In other words, if it is assumed that the distance between these two barrels L is 25 and the distance between two successive magnetic poles N and Z is Lm, the distance between the heads LH can be expressed as L = (n +1 / 4), (n = 0,1,2, ....)

Deze signalen FGA en FGB worden aan een frequentievermenig-30 vuldigerschakeling 23 toegevoerd, die een frequentiesignaal 8FG ontwikkelt met een achtmaal zo grote impulssnelheid als de "frequehtie van zowelhet signaal FGA als FGB.Dit signaal 8FG wordt op de schakelaar 15 aangelegd om de condensator 14 met . - - v de--;muit-ivibrator 10 te koppelen, zodat de laatstgenoemde de 35 ’tljddonstante 't Q bezit, indien de schakelaar 15 open is, ter-wijl de multivibrator 10 de langere tijdconstante X ^ bezit, indien de schakelaar gesloten is..These signals FGA and FGB are applied to a frequency multiplier circuit 23 which develops a frequency signal 8FG with an eight times greater pulse rate than the "frequency of both the signal FGA and FGB. This signal 8FG is applied to the switch 15 around the capacitor 14 with the mutivivibrator 10, so that the latter has the 35-time constant Q when the switch 15 is open, while the multivibrator 10 has the longer time constant X when the switch is closed ..

8203731 IIP............’ ' : ιν^-ι;.· if ν·Γί^:-.:;?·^· .8203731 IIP ............ ’': ιν ^ -ι;. · If ν · Γί ^: -.:;? · ^ ·.

-9--9-

Een startsignaalingang 24 en een schakel-impulsingang 25 zijn hier aanwezig om een externe startiiapuls ST* respectievelijk het kopomschakelsignaal SWP te ontvangen. Deze signalen worden aangelegd en gegevens- respectievelijk 5 klokaansluitklemmen van een flip-flop 26, die een gesynchroni-seerd startsignaal ST (Fig. 4A) verschaft, dat begint op een punt in de tijd en dat verschaft wordt vanaf een aansluit-klem Q daarvan voor een niet-geinverteerd uitgangssignaal.A start signal input 24 and a switching pulse input 25 are provided here to receive an external start pulse ST * and the head switching signal SWP, respectively. These signals are applied and data and 5 clock terminals of a flip-flop 26, respectively, which provides a synchronized start signal ST (Fig. 4A), which starts at a point in time and which is provided from a terminal Q thereof. for an uninverted output signal.

Een remsignaalingang 27 ontvangt een rera-10 startsignaal BS (Fig. 4B) en is gekoppeld met een trekkeringang van een .monostabiele multivibrator 28. Van een andere flip- ··- flop 29T-is een instelaansluitklem gekoppeld vo'or het ontvangen van het startsignaal ST en is een terugstelaansluitklem gekoppeld voor het ontvangen van het remstartsignaal BS waardoor 15 deze een uitgangssignaal F(29) (Fig. 4C) verschaft. Een trekkeringang 30 ontvangt het frequentiesignaal 8FG (Fig. 4D) en legt dit aan op de hertrekkerbare monostabiele multivibrator 10. Deze hertrekkerbare monostabiele multivibrator 10 verschaft een impulssignaal M(10) (Fig. 4E) vanaf de aansluitklem Q voor 20 het niet-gelnverteerde uitgangssignaal en een gelnverteerde vorm daarvan M( 10) vanaf de aansluitklem Q voor het geinver-teerde ingangsignaal. Van een andere flip-flop 31 is de instelaansluitklem daarvan gekoppeld voor het ontvangen van het startsignaal ST. Van een EN-poort 32 zijn de ingangen gekoppeld voor 25 het ontvangen van het signaal M(10) het frequentiesignaal 8FG _ eii is een uitgangsaansluitklem gekoppeld met de terugstelaan sluitklem van de flip-flop 31. De flip-flop 31 verschaft dus vanaf de aansluitklem Q daarvan voor het niet-geinverteerde uitgangssignaal een uitgangssignaal F (31) (Fig. 4F) dat in 30 responsie op het startsignaal ST hoog wordt en afvalt wanneer de impulsen van het signaal M(10) de impulsen van het frequen-- ---./ ' ^ ‘ ' ,~tiesi"gnaal ‘8F& overlappen. Het signaal F(31) is met andere woor-den alieen hoog vanaf het begin van het startsignaal, totdat de impulsduur.1 van het signaal M(10) gelijk/is of groter is 35 dan de periode-van het frequentiesignaal 8FG, dat wil zeggen slechts totdat de hoeksnelheid van de gelijkstroomkaapstander-motor 1 een tevoren bepaalde snelheid bereikt. Het geinverteerde signaal Μ(Υθ) en het signaal F(31) worden elk aangelegd op de 8203731 -10- ingangen van een OF-poort 33.A brake signal input 27 receives a rera-10 start signal BS (Fig. 4B) and is coupled to a trigger input of a monostable multivibrator 28. An adjustment terminal is coupled from another flip-flop 29T before receiving it. start signal ST and a reset terminal is coupled to receive the brake start signal BS, thereby providing an output signal F (29) (Fig. 4C). A trigger input 30 receives the frequency signal 8FG (Fig. 4D) and applies it to the retractable monostable multivibrator 10. This retractable monostable multivibrator 10 provides an impulse signal M (10) (Fig. 4E) from the terminal Q for the uninverted output signal and an inverted form thereof M (10) from the terminal Q for the inverted input signal. The setting terminal of another flip-flop 31 is coupled to receive the start signal ST. The inputs of an AND gate 32 are coupled to receive the signal M (10), the frequency signal 8FG-eii is an output terminal coupled to the reset terminal of the flip-flop 31. Thus, the flip-flop 31 provides from the terminal Q thereof for the non-inverted output signal an output signal F (31) (Fig. 4F) which becomes high in response to the start signal ST and drops out when the pulses of the signal M (10) the pulses of the frequency - - --./ '^' ', ~ tiesi "signal" 8F & overlap. In other words, the signal F (31) is only high from the start of the start signal, until the pulse duration 1 of the signal M (10). is equal to or greater than the period of the frequency signal 8FG, that is, only until the angular velocity of the DC capstan motor 1 reaches a predetermined speed. The inverted signal Μ (Υθ) and the signal F (31) become each applied to the 8203731 -10 inputs of an OR gate 33.

Het zal dus duidelijk zijn, dat de hertrek-kerbare monostabiele multivibrator 10, de EN-poort 32 en de flip-flop 31 een eerste stuurketen 34 vormen voor het besturen 5 van het openen en sluiten van de bij de multivibrator 10 be-horende schakelaar 10. Het signaal F(31) wordt via een OF-poort.Thus, it will be appreciated that the retractable monostable multivibrator 10, AND gate 32 and flip-flop 31 form a first control circuit 34 for controlling opening and closing of the switch associated with multivibrator 10 10. The signal F (31) is sent through an OR gate.

(35) aan de schakelaar 15 geleverd om de impulsduur van het signaal M(10) over te schakelen van't'^ naar na een aanvanke-lijke aanloopperiode.(35) supplied to the switch 15 to switch the pulse duration of the signal M (10) from 1 to after an initial ramp-up period.

10 De signalen F(31) en M(15)worden vanaf een uitgang van de OF-poort 33 toegevoerd aan ££n ingang van een ... -- EN-poort.36, waarvan een andere ingang gekoppeld is voor het - - --------- ontvangeh'van het signaal F(29) van de flip-flop 29. Van een andere EN-poort 37 is een ingang gekoppeld voor het ontvangen 15 van het signaal M(10) en is een andere ingang gekoppeld met een uitgangsaansluitklem van de flip-flop 28. De uitgang van deze flip-flop 28 is eveneens verbonden met een andere ingangs-aansluitklem van de OF-poort 35. De flip-flop 28 verschaft een rerasignaal M(28) (Fig. 9G). gedurende een tevoren bepaalde 20 periode na het begin van het remstartsignaal BS.The signals F (31) and M (15) are applied from an output of the OR gate 33 to one input of a ... - AND gate. 36, another input of which is coupled for the - - --------- receiving the signal F (29) from the flip-flop 29. An input of another AND gate 37 is coupled to receive the signal M (10) and another input coupled to an output terminal of the flip-flop 28. The output of this flip-flop 28 is also connected to another input terminal of the OR gate 35. The flip-flop 28 provides a rera signal M (28) (Fig. 9G). for a predetermined period after the start of the brake start signal BS.

Het zal duidelijk zijn, dat de flip-flop 28 en de OF-poort tezamen een tweede stuurketen 38 vormen voor het sluiten van de schakelaar 15 teneinde de pulsduur van het signaal M(10) tijdens het afremmen over te schakelen op'T?^.It will be appreciated that the flip-flop 28 and the OR gate together form a second control circuit 38 for closing the switch 15 in order to switch the pulse duration of the signal M (10) during deceleration. .

25 De uitgangen van de EN-poorten 36 en 37 zijn gekoppeld met de betreffende ingangen van een OF-poort 39, waarvan de uitgang het signaal PWM (Fig. 9H) met de gemoduleer-de impulsbreedte verschaft, dat aangelegd wordt op de ingangs-aansluitklem 3A van de bedieningsschakeling 3. Het signaal 30 M(28) wordt eveneens aangelegd op een ingang van een EN-poort 40, terwijl het signaal F(29) wordt aangelegd op een ingang . van een andere EN-poort 41. Van deze EN-poorten 40 en 41 zijn - de uitgangen gekoppeld met de'ingangen van een OF-poort 42, waarvan de uitgang verbonden is met de ingangsaansluitklem 3b -.-_______: 35 · van . de.: bedieningsschakeling 3. 'Richtingsstuuringangen 43 en 44, die met' de andere ingangen van de EN-poorten 40 respectievelijk 41 zijn verbonden, ontvangen de richtingsstuursignalen FWD en REV voor de beweging vooruit respectievelijk achteruit. Deze signalen FWD en REV zijn hoog respectievelijk laag, indien voor 8203731 _____ -11- de VTR een aandrijfmodus vooruit wordt gekozen en zijn laag respectievelijk hoog, indien een aandrijfmodus achteruit wordt gekozen. De OF-poort 42 verschaft daarom een rotatierichtings-signaal RD (Fig. 91) dat bij een vooruitmodus van hoog naar 5 laag gaat op een punt P2 overeenkomende met het begin van het remstartsignaal BS om vervolgens terug te keren tot een hoog niveau op het punt Pg naar het einde van het impulssignaal M(28). Indien daarentegen een achteruitmodus wordt gekozen, gaat het signaal RD van een lage waarde naar een hoge waarde 10 op het punt Pg om dan terug te keren tot een lage waarde op ' : . /he^ptofevP^^Iiidien· de -band dus intermitterend "in de richting vooruit wordt getransporteerd, wordt het schakelsignaal RD voor de rotatierichting hoog, indien de motor 1 moet worden aangedreven om de band verder te transporteren en laag, indien 15 de motor moet worden afgeremd. Indien de band intermitterend in een richting achteruit wordt verplaatst, wordt het schakelsignaal RD laag, indien de motor 1 moet worden aangedreven in terugwaartse richting en hoog, indien moet worden afgeremd.The outputs of the AND gates 36 and 37 are coupled to the respective inputs of an OR gate 39, the output of which provides the signal PWM (Fig. 9H) with the modulated pulse width, which is applied to the input terminal 3A of the control circuit 3. The signal 30 M (28) is also applied to an input of an AND gate 40, while the signal F (29) is applied to an input. of another AND gate 41. Of these AND gates 40 and 41, the outputs are coupled to the inputs of an OR gate 42, the output of which is connected to the input terminal 3b-of. de: control circuit 3. Direction control inputs 43 and 44, which are connected to the other inputs of AND gates 40 and 41, respectively, receive the direction control signals FWD and REV for forward and reverse movement, respectively. These signals FWD and REV are high and low, respectively, if a forward drive mode is selected for the VTR, and are low and high, respectively, if a reverse drive mode is selected. The OR gate 42 therefore provides a rotational direction signal RD (Fig. 91) which goes from high to 5 in a forward mode at a point P2 corresponding to the start of the brake start signal BS and then returns to a high level on the point Pg to the end of the pulse signal M (28). If, on the other hand, a reverse mode is selected, the signal RD goes from a low value to a high value at point Pg and then returns to a low value at ':. / he ^ ptofevP ^^ Iiidien · so the belt is transported intermittently "in the forward direction, the switching signal RD for the rotation direction becomes high, if the motor 1 has to be driven to transport the belt further and low, if the motor If the belt is moved intermittently in a reverse direction, the shift signal RD becomes low if the motor 1 is to be driven in the reverse direction and high if it is to be braked.

Bij de boven beschreven stuurschakeling (Fig.l) 20 voor de gelijkstroommotor 1 worden de stuursignalen CTL, die van de band worden gereproduceerd, gebruikt als referentie voor het besturen van de stopplaats van de band, waarbij het stoppen wordt vertraagd met een tevoren bepaalde tijdshoeveel-heid voor het ontwikkelen van de remimpuls M.(9) met een tevoren - 25 bepaalde breedte T^.. Instelling op het spoor wordt bereikt door het regelen van de vertragingstijcl van het impulssignaal M (8) .In the above-described control circuit (Fig. 1) 20 for the DC motor 1, the control signals CTL, which are reproduced from the tape, are used as a reference for controlling the stop point of the tape, whereby the stop is delayed by a predetermined amount of time Unit for developing the brake pulse M. (9) with a predetermined width T ^. Track adjustment is achieved by controlling the delay time of the pulse signal M (8).

Indien deze techniek wordt gebruikt voor het ontwikkelen van een remsignaal zal echter elk uitvallen van 30 het optreden van het gereproduceerde stuursignaal CTL tot ge-. :_r._- - , -:yoig- hebben dat de band niet wordt gestopt voordat het volgen- ' de stuursignaal CTL wordt afgetast. Dientengevolge kan het _______niet juist. instellen op een spoel optreden. Omdat verder de .However, if this technique is used to develop a braking signal, any failure of the reproduced control signal CTL will fail to occur. It is ensured that the tape is not stopped until the next control signal CTL is scanned. As a result, it cannot be correct. set on a coil to occur. Because further the.

"remimpuls’ M(9) niet kan worden ontwikkeld v66r het moment, dat 35 het gereproduceerde stuursignaal CTL wordt afgetast, indien de gewenste stopplaats voor de band dichtbij een geregistreerde plaats van stuursignalen CTL op de band ligt, zal de eigenlijke 8203731 -12- stopplaats van de band iets voorbij de gewenste plaats liggen hetgeen dus een niet'juist instellen op het spoor tot gevolg heeft. -"braking pulse" M (9) cannot be developed before the time the reproduced control signal CTL is scanned, if the desired stop point for the tape is close to a recorded location of control signals CTL on the tape, the actual 8203731 -12- the stopping point of the tape is slightly beyond the desired position, which results in incorrect setting on the track.

Om de bovenvermelde nadelen te vermijden 5 kan het remstartsignaal, dat in de stuurschakeling van Figi. 3 wordt benut, daarom worden ontwikkeld in de schakeling volgens de uitvinding, waarvan een eerste uitvoeringsvorm in Fig. 5 is weergegeven.In order to avoid the above-mentioned drawbacks, the brake start signal, which can be seen in the control circuit of FIG. 3 are therefore being developed in the circuit according to the invention, a first embodiment of which in FIG. 5 is shown.

In de schakeling van Fig. 5 voor het ontwik-10 kelen van het remstartsignaal wordt een houdketen 50 gevormd door een_bestuurde schakelaar 51, een andere stuurschakelaar 52"_en een terugsteTschakelaar 53, die gekop'peld zijn met een aansluitklem voor het laden van een houdcondensator 54 met een houdcapaciteit C. Deze condensator heeft een geaarde aan-15 sluitklem en een andere aansluitklem, die als laadklem dient. Een constante stroombron 55 wordt met de laadklem van de condensator 54 verbonden door debestuurde schakelaar 52 voor het leveren van een constante stroom iQ aan de condensator 54, wanneer de schakelaar 52 gesloten is. Een referentiespannings-20 bron 56 voorziet de condensator 54 van een spanningsgrendel-waarde E^, wanneer de'schakelaar 51 gesloten is. De terugstel-schakelaar 53 overbrugt de condensator 54 en ontlaadt deze tot aarde, wanneer de'schakelaar 53 wordt gesloten.In the circuit of FIG. 5 for developing the brake start signal, a holding circuit 50 is formed by a controlled switch 51, another control switch 52 "and a reset switch 53 coupled to a terminal for charging a holding capacitor 54 having a holding capacity C. This capacitor has a grounded terminal and another terminal serving as a charging terminal A constant current source 55 is connected to the charging terminal of the capacitor 54 by the controlled switch 52 for supplying a constant current iQ to the capacitor 54 when the switch 52 is closed. A reference voltage source 56 provides the capacitor 54 with a voltage latch value E ^ when the switch 51 is closed. The reset switch 53 bridges the capacitor 54 and discharges it to ground when the " switch 53 is closed.

Een kop 57 voor het aftasten van stuursigna-25 len bevindt zich op korrte afstand van een stuurspoor op de band voor het aftasten van het stuursignaal CTL, wanneer de band hierlangs loopt. Dit stuursignaal CTL wordt in een versterker 58 versterkt en wordt dan toegevoerd aan een ingang 59, waar het gebruikt wordt voor het besturen van de bediening van de 30 schakelaar 51.A control signal sensing head 57 is located a short distance from a control track on the tape for sensing the control signal CTL as the tape passes along it. This control signal CTL is amplified in an amplifier 58 and is then applied to an input 59, where it is used to control the operation of the switch 51.

Een andere ingang 60, die met de freguentie-. . . i vermenigvuidiger 23 van Fig. 3 is gekoppeld, ontvangt - het fre-quentiesignaal 8FG, dat wordt benut voor het bedienen van de • ....._ schakelaar..52---De-houdcondensator 54 fungeert als een integre-.. . . -35 rende schakeling voor het ophopen van de electrische lading op elk moment dat de schakelaar 52 wordt gesloten, zodat aan de laadklem van de condensator 54 een plaatswaarde Ep optreedt/ dier zoals weergegeven in Fig. 6A geleidelijk van de waarde nul 8203731 -13- toeneemt tot een maximale waarde Eg.Another input 60, the one with the frequency. . . Multiplier 23 of FIG. 3, receives - the frequency signal 8FG, which is used to actuate the switch ... 52 --- The hold capacitor 54 acts as an integrated. . 35 circuit for accumulating the electric charge at any time the switch 52 is closed, so that a position value Ep / animal as shown in FIG. 6A gradually increases from the value zero 8203731 -13- to a maximum value Eg.

Zoals weergegeven in Fig. 6B wordt het traject van nul tot Eg. van de plaatswaarde Ep zo gekozen, dat deze over-- eenkomt met een. tevoren bepaald getal N van het voorkomen van 5 het frequentiesignaal 8FG. Sij elk optreden van dit frequentiesignaal 8FG wordt de constante stroom ig toegevoerd aan de condensator 54 gedurende een periode Tc, die overeenkomt met de impulsbreedte van het frequentiesignaal 8FG. Dientengevolge neemt de plaatswaarde Ep trapsgewijs metAEp toe, zoals in 10 het omcirkelde detail van Fig. 6A is weergegeven, bij elk optreden van het frequentiesignaal 8FG. Dit incrementAEp komt -.rover^n^met^^ii'waarde iQtc/C.' ' —As shown in Fig. 6B, the range from zero to Eg. of the place value Ep so chosen that it corresponds to a. predetermined number N of the occurrence of the frequency signal 8FG. During each occurrence of this frequency signal 8FG, the constant current is supplied to capacitor 54 for a period Tc, which corresponds to the pulse width of the frequency signal 8FG. As a result, the location value Ep increases stepwise by AEp, as in the circled detail of FIG. 6A is shown with each occurrence of the frequency signal 8FG. This incrementAEp comes -.rover ^ n ^ with ^^ ii'value iQtc / C. ' -

Zoals weergegeven in Fig. 6C wordt elke maal dat het stuursignaal CTL wordt gedetecteerd en de schake-15 laar 51 wordt gesloten, de plaatswaarde Ep vergrendeld op de ' spanningsgrendelwaarde Hierdoor vindt een aanpassing plaats van alle onnauwkeurigheden tengevolge van verschillen in loop-snelheid, slippen van de band en andere variaties.As shown in Fig. 6C, each time the control signal CTL is detected and the switch 51 is closed, the position value Ep is locked to the tension lock value. This adjusts all inaccuracies due to differences in running speed, belt slippage and others. variations.

Zoals bovenstaand vermeldt dienen de par^-20 meters van de schakeling van Fig. 5 zo te worden gekozen, dat N impulsen van het frequentiesignaal 8FG worden ontwikkeld, voordat de kaapstander de band transporteerd over een afstand overeenkomende met. de afstand van het stuursignaal CTL. De constante stroom i^ dient daaront zo te worden gekozen, dat 25 wordt voldaan aan de betrekking - E =ΝΔΕ_ΦΝίηΤ 7C.As noted above, the parameters of the circuit of FIG. 5 so that N pulses of the frequency signal 8FG are generated before the capstan transports the band a distance corresponding to. the distance from the control signal CTL. The constant current i ^ must therefore be chosen so that the relation - E = ΝΔΕ_ΦΝίηΤ 7C is satisfied.

S P U CS P U C

Na N malen optreden van het frequentiesignaal 8FG zal de plaatswaarde Ep de maximale waarde Eg van het traject daarvan bereiken en dient deze daarora te worden terug-30 gesteld tot het nuleinde daarvan. Voor dit doel bezit een na een geisoleerde versterker 61 volgende vergelijker 62 een (+) 7: .- --ringahg^, die ..gekoppeld is voor het ontvangen van de plaatswaarde " " Ep, en een (-)ingang, die verbonden is met een bron 63, die ;......een referentiespanning verschaft,. die overeenkomt met de maxi- ' 35 male waarde Eg van de plaatswaarde Ep. Indien deze.waarde Eg gekozen wordt, zodat deze voldoet aan de betrekking (N-l) .Ep< Eg<^N.Ep 8203731 -14- wordt vanaf de uitgang van de vergelijker 62 een signaal ver-schaft na N-maal het optreden van het frequentiesignaal 8FG.After the frequency signal 8FG has occurred N times, the position value Ep will reach the maximum value Eg of its range and must therefore be reset to its zero end. For this purpose, a comparator 62 following an isolated amplifier 61 has a (+) 7: - - ringahg ^ coupled to receive the location value "" Ep, and a (-) input which is connected is with a source 63, which ... provides a reference voltage. which corresponds to the maximum value Eg of the place value Ep. If this value Eg is chosen, so that it satisfies the relationship (N1) .Ep <Eg <^ N.Ep 8203731 -14- a signal is provided from the output of comparator 62 after N-occurrence of the frequency signal 8FG.

• Dit signaal wordt toegevoerd aan een vertragingsschakeling 64 met een verfcfagingstijd *£ , die een terugstelimpuls RST 5 (Fig. 6D) verschaft voor het sluiten de schakelaar 53. Deze vertragingstijd wordt kleiner gekozen dan de periode van de frequentiesignalen 8FG, wanneer het bandapparaat bij nor-raale snelheid wordt bedreven. Deze terugstelimpuls RST dient voor het terugstellen van de plaatswaarde Ep tot nul of aarde 10 na elk N-maal optreden van het frequentiesignaal 8FG, hetgeen overeenkomt met. de beweging van 'de band met een interval tussen de stuursignalen CTL.This signal is applied to a delay circuit 64 with a dyeing time * £ which provides a reset pulse RST 5 (Fig. 6D) for closing the switch 53. This delay time is selected to be less than the period of the frequency signals 8FG, when the tape device is at normal speed is practiced. This reset pulse RST serves to reset the position value Ep to zero or ground 10 after each N occurrence of the frequency signal 8FG, which corresponds to. the movement of the belt with an interval between the control signals CTL.

De vergrendeling/ die plaats vindt na het detecteren van het stuursignaal CTL, brengt het sluiten van 15 de schakelaar 51 teweeg gedurende een periode, die korter is dan de periode Έ Q van de frequentiesignalen 8FG bij normale loopsnelheid, waardoor de plaatswaarde Ep bij de spannings-grendelwaarde E^. wordt gebracht. De laatstgenoemde wordt kleiner gekozen dan de referentiespanningswaarde E„.The lock / which takes place after detecting the control signal CTL causes the closing of the switch 51 for a period shorter than the period Έ Q of the frequency signals 8FG at normal running speed, so that the position value Ep at the voltage latch value E ^. is being brought. The latter is chosen to be smaller than the reference voltage value E1.

OO

20 De plaatswaarde Ep, die zoals bovenstaand wordt verkregen en in het algemeen in Fig. 6A is weergegeven, wordt toegevoerd aan een vergelijker 65 om hieruit het rem-startsignaal BS af te leiden,-zoals weergegeven in Fig. 6E.The location value Ep obtained as above and generally in FIG. 6A is supplied to a comparator 65 to derive the brake start signal BS therefrom, as shown in FIG. 6E.

Dit signaal BS wordt aangelegd op de schakeling van Fig. 3 om 25 de band te stoppen, waarvan de loopsnelheid in Fig. 6F is weergegeven, teneinde de-band te stoppen uitgaande van de normale snelheid NS.This signal BS is applied to the circuit of FIG. 3 to stop the belt, the running speed of which in FIG. 6F is shown to stop the tape from the normal speed NS.

Van de vergelijker 65 is een (-)ingang ge-koppeld met een instelbare spanningsbron 66, die hieraan een 30 remdrempelspanning E_ verschaft, welke hier kleiner gekozen is is - .. -dan :de_vergrendelspanningswaarde Ec, en is. een (+) ingang ge- .A (-) input of comparator 65 is coupled to an adjustable voltage source 66, which provides it with a brake threshold voltage E_, which is selected smaller here - than: the latch voltage value Ec, and is. a (+) input ge.

-· · “koppeld voor‘het ontvangen van de plaatswaarde Ep. De laatst genoemde wordt eveneens aangelegd op een uitgangsaansluitklem .,· De"vergeli*jKer heeft een uitgang, die met een andere uit-35 gangsaansluitklem*68 is verbonden om hieraan het remstartsig-naal BS, zoals weergegeven in Fig. 6E, te verschaffen. De voor-zijde van het signaal BS komt overeen met het punt, waarop de 8203731 -15- plaatswaarde Ep gelijk is aan de remdrempelspanning Eg. In dit . geval.blijft.de band bewegen nadat het remstartsignaal BS aan-vangt om daarna na een korte afstand te stoppen, terwijl het trapsgewijs opladen van de condensator 54 blijft voortgaan tot-5 dat het punt is bereikt, waar de band stopt. Als gevolg hier-van koiat de plaats van het stoppen overeen met een plaatswaarde Ep, die .een spanning A Εβ-boven de drempelspanning Εβ bezit.- · · "linked for" receiving the place value Ep. The latter is also applied to an output terminal. The comparator has an output connected to another output terminal * 68 to provide the brake start signal BS as shown in Fig. 6E. The front side of the signal BS corresponds to the point at which the 8203731 -15 position value Ep is equal to the brake threshold voltage Eg In this case, the tire continues to move after the brake start signal BS starts and then after stop for a short distance, while the stepped charging of capacitor 54 continues until it reaches the point where the tape stops, as a result, the stop location corresponds to a location value Ep, which is a voltage A Εβ-above the threshold voltage Εβ.

Bij deze uitvoeringsvorm wordt het besturen van de instelling op een spoor dus uitgevoerd door het kiezen van de drempel-. 10 spanning E^.Thus, in this embodiment, controlling the setting on a track is performed by selecting the threshold. 10 voltage E ^.

T -. ~ . . Uit proeven is gebleken, dat de verhouding van de slip tussen de kaapstander en de band bijna 0,1% is. Dankzij het vergrendelen van de plaatswaarde Ep op het grendel-spanningsniveau Ec wordt echter een door het slippen van de 15 band veroorzaakte font niet opgehoopt. Dus zelfs indien het stuursignaal CTL gedurende een opeenvolging van twintig tot dertig intervallen van het stuursignaal CTL niet kan worden ge~ reproduceerd bedraagt de omvang van de fout, die in het plaats-signaal Ep optreedt, niet meer dan ongeveer e^n trap/kEp. De . 20 freguentie van het signaal 8FG is relatief hoog in vergelijking met de freguentie van het stuursignaal CTL, met voordeel ten-minste ongeveer achttien maal. de freguentie van het stuursig-' naal CTL..T -. ~. . Experiments have shown that the ratio of the slip between the capstan and the tire is almost 0.1%. However, thanks to the locking of the position value Ep to the locking tension level Ec, a font caused by the slipping of the tape is not accumulated. Thus, even if the control signal CTL cannot be reproduced during a sequence of twenty to thirty intervals of the control signal CTL, the magnitude of the error occurring in the position signal Ep is no more than about one stage / kEp . The. The frequency of the signal 8FG is relatively high compared to the frequency of the control signal CTL, advantageously at least about eighteen times. the frequency of the CTL control signal.

Het grendelspanningsniveau Ec dient bij voor-25 keur een waarde van n.A Ep te bezitten, waarbij n een geheel getal is,dat..kleiner is. dan N. De regei, dat indien N groot genoeg is, zodat een mogelijke fout, die binnen Sen trap van de golfvorm van Fig. 6A optreedt, te verwaarlozen is, behoeft desondanks niet strict in acht te worden genomen, hetgeen de 30 opbouw van de schakeling van Fig. 5 eenvoudiger maakt. Daar - . H-i^het^instellen.van de band op een spoor uitgevoerd wordt door het kiezen van de betrekking van de waarde van het grendel-' . ^panningniveau E tot de waarde van de yariabele remdrempel- v .-spanning En zou. deze.,schakeling verder eveneens kunnen worden 35 uitgevoerd voor het bereiken van hetzelfde effect, indien de spanningsbron 66 (dat wil zeggen de remdrempelwaarde Εβ) een vaste zou zijn en de spanningsbron 56 (dat wil'zeggen de grendel-waarde E_) variabel zou zijn.The latch voltage level Ec should preferably have a value of n.A Ep, where n is an integer smaller. then N. The line, if N is large enough, so that a possible error, which is within Sen stage of the waveform of FIG. 6A occurs, is negligible, it is nevertheless not necessary to observe it strictly, which explains the structure of the circuit of FIG. 5 simplifies. Over there - . The adjustment of the tape on a track is performed by choosing the relationship of the value of the latch. ^ voltage level E to the value of the variable brake threshold voltage. En. this circuit may further also be performed to achieve the same effect if the voltage source 66 (i.e. the brake threshold value Εβ) were a fixed one and the voltage source 56 (i.e. the lock value E_) were variable to be.

8203731 -16-8203731 -16-

Fig. 5A toont een andere inrichting van deze uitvoeringsvorm, waarin de besturing van. het instellen op een spoor uitgevoerd wordt onder toepassing van digitale technieken. In dit geval bezit een N-bit ringteller 150 een klokaansluit-5 klem, die het frequentiesignaal. 8FG ontvangt en een terugstel-aansluitklem, die het stuurimpulssignaal CTL ontvangt. Een plaatsgetal Np neemt bij elk optreden van het frequentiesignaal 8FG met 1 toe en geeft een terugstelling naar nul, wanneer het plaatsgetal Np een bovenste waarde van het traject bereikt 10 (dat wil zeggen een aantal N).Fig. 5A shows another device of this embodiment, in which the control of. track setting is performed using digital techniques. In this case, an N-bit ring counter 150 includes a clock terminal 5, which is the frequency signal. 8FG and a reset terminal, which receives the control pulse signal CTL. A place number Np increases by 1 with each occurrence of the frequency signal 8FG and returns to zero when the place number Np reaches an upper value of the range 10 (i.e. a number N).

___________________________ Een voorinstelregister 156 slaat een voorin- —^.P^^steigetal; Nc opr-datf-gebruikt"wordt voor. het y-regelen" van het~ getal Np, dat in de teller 150 wordt opge'slagen, wanneer het stuursignaal CTL optreedt. Een digitale vergelijker 165 ont-15 vangt het plaatsgetal Np van de teller 150 en ontvangt eveneens een drempelgetal N_, dat opgeslagen is in een register 166 voor het besturen van het instellen op een spoor. Dit getal Np wordt bijvoorbeeld zo gekozen, dat het overeenkomt met de afstand tussen. een tevoren bepaalde plaats van de stuurimpuls CTL en 20 de plaats van een geregistreerd videospoor. De vergelijker 165 verschaft een remstartsignaal. BT, wanneer het plaatsgetal Np gelijlt is aan of groter is dan het drempelgetal Νβ.___________________________ A preset register 156 stores a preset number; Nc opr-datf is used to "y-control" the number Np stored in counter 150 when the control signal CTL occurs. A digital comparator 165 receives the place number Np from the counter 150 and also receives a threshold number N_ stored in a register 166 for controlling the track setting. For example, this number Np is chosen to correspond to the distance between. a predetermined location of the control pulse CTL and the location of a recorded video track. The comparator 165 provides a brake start signal. BT, when the place number Np has adhered to or is greater than the threshold number Νβ.

De in Fig. 5 en 5A weergegeven schakelingen verschaffen een nauwkeurige instelling op een spoor tijdens 25 vertraagde weergave/ wanneer de band in voorwaartse richting wordt aangedreven- Indien deze schakelingen echter zonder ver-dere modificering worden gebruikt, kunnen enkele problemen optreden, indien vertraagde weergave uitgevoerd wordt met de band, die achteruit wordt aangedreven.The one shown in FIG. 5 and 5A displayed circuits provide accurate adjustment on a track during slow motion playback / when the tape is driven in the forward direction. However, if these circuits are used without further modification, some problems may arise if slow motion playback is performed with belt, which is driven in reverse.

30 Zoals weergegeven in Fig. 7 kunnen de gewenste stopplaatsen en S2 van een magnetische band TP geacht worden zi'jn '.bver een tevoren bepaalde afstand-Δ S ten opzichte van de plaatsen CTLP van het geregistreerde stuursig- „ .. _,.naal. CTL.;.. Indien de band van de plaats S1 wordt verplaatst 35 naar de plaats S2 (dat wil zeggen in voorwaartse richting)", zal de plaats S2 op de tevoren bepaalde afstand^s optreden nadat de stuurimpulsplaats CTLP wordt bereikt. Indien de band echter 8203731 -17- vanuit de plaats S2 omgekeerd naar de plaats wordt bewogen, zal de laatstgenoemde plaats Sp worden bereikt op een afstand A S vo6r de bijbehorende stuurimpulsplaats CLTP. Indien het remstartsignaal BS voor het stoppen van de beweging van de 5 band TP op een plaats As naar de stuurimpulsplaats CTLP wordt verschaft, wanneer de band achteruit wordt bewogen, zal de band TP daarom worden gestopt op een plaats 2& S verwijderd van de . gewenste plaats S^.As shown in Fig. 7, the desired stops and S2 of a magnetic tape TP may be considered to be a predetermined distance ΔS from the positions CTLP of the recorded control signal. CTL... If the tape is moved from the location S1 to the location S2 (i.e. in the forward direction), the location S2 will occur at the predetermined distances after the control pulse location CTLP is reached. However, the belt 8203731 -17- is moved in reverse from the position S2 to the position, the latter position Sp will be reached at a distance AS in front of the associated control pulse position CLTP If the brake start signal BS for stopping the movement of the 5 band TP on a location As to the control pulse location CTLP is provided, when the belt is moved backwards, the belt TP will therefore be stopped at a location 2 & S away from the desired location S1.

Indien de band TP een videoband·' is, die volgens 10 een twee-uren modus wordt gebruikt,: komt deze afstandA S over-: ::- _ ,, een met een af stand S/ 4, waarbij“~S een'-interval. tussen-de stuur- .If the tape TP is a videotape using a two-hour mode according to 10, this distance A S comes over: :: - _ ,, one with a distance S / 4, where “~ S a” -interval. between the handlebars.

sigrialen 'CTL" is. Indien de band TP op een drie-uren modus wordt gebruikt, zal deze afstandAS ongeveer S/10 zijn.sigrialen is "CTL". If the band TP is used in a three-hour mode, this distance AS will be approximately S / 10.

Indien de band in achterwaartse richting wordt . 15 bewogen, zoals weergegeven in een ononderbroken lijn in Pig.8 wordt dus met andere woorden een vergrendeling uitgevoerd bij het grendelspanningsniveau Ec bij het optreden van het stuur-signaal CTL (Fig. 8B). Als gevolg daarvan blijft de band bewe-gen tot aanzienlijk voorbij de gewenste stopplaats. Het zelfde 20 resultaat treedt op, indien de stuursignalen als vooraf geregis-treerde signalen CTP' (Fig. 8C) op een verwisselbare band worden verschaft. Indien de grendelwaarde E^ echter van de grendel-waarde voor de voorwaartse richting wordt gewijzigd is een andere grendelwaarde E^ , zoals aangegeven door de open cirkel 25 in Fig. 8A zal de instelling op een spoor op de juiste wijze optreden, zoals aangegeven door de streeplijn in Fig. 8A. In dit geval liggen de grendelwaarden Ec en symmetrisch aan weerszijden van een stopspanning EQ. In dit geval voldoet EQ in het algemeen aan de betrekking 30 Ε0=Εβ+Δββ ^ ^enJ<omt£dus overeen met de werkeli-jke waarde van. het plaatssig—— -naal Ep, wanneer de band TP is gestopt. Deze stopwaarde kan e.veneens worden-uitgedrukt als .If the belt is turned backwards. In other words, as shown in a solid line in Pig.8, in other words, a lock is performed at the latch voltage level Ec when the control signal CTL occurs (Fig. 8B). As a result, the belt continues to move significantly beyond the desired stop. The same result occurs if the control signals are provided as preregistered signals CTP '(Fig. 8C) on an interchangeable band. However, if the latch value E ^ is changed from the latch value for the forward direction, another latch value E ^ is as indicated by the open circle 25 in FIG. 8A, the adjustment on a track will occur appropriately, as indicated by the dashed line in FIG. 8A. In this case, the latch values Ec and lie symmetrically on either side of a stop voltage EQ. In this case, EQ generally satisfies the relationship 30 =0 = Εβ + Δββ ^ ^ and J <omt £ thus corresponds to the actual value of. the local signal Ep when the tape TP is stopped. This stop value can also be expressed as.

' ' ' .....:"·' Eo = + V: " ’-· 35 Het zal dus duidelijk zijn, dat een juist in- stellen op een spoor kan worden uitgevoerd onder toepassing van de grendelwaarde Ec in voorwaartse richting en de grendel- .8 2 0 3 7 3 1 -18- waarde E^ bij het werken achteruit. Het is dus niet noodzake-λ’lijk de drempelspanning Εβ te wijzigen.Thus, it will be appreciated that proper adjustment on a track can be performed using the latch value Ec in the forward direction and the latch .8 2 0 3 7 3 1 -18- value E ^ when working in reverse. It is therefore not necessary to change the threshold voltage Εβ.

Fig. 9 geeft een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding weer, die het remstartsignaal BS verschaft om 5 een nauwkeurige instelling op een spoor te bereiken zowel bij de· voorwaartse als bij de achterwaartse richtingen. Elementen van deze uitvoeringsvorm, die eveneens voorkomen in de uitvoeringsvorm van Jig. 5/. zijn met dezelfde verwijzingstekens aan- gegeven en een gedetaileerde beschrijving daarvan is weggelaten. 10 Bij deze uitvoeringsvorm bevindt zich voor r . . de-bestuurde - schakelaar 51 schakelapparatuur-voor het verschaf- "’''fen vah e^erPeerste grendelwaarde Ec wanneer de band in voorwaartse richting wordt verplaatst . en een andere grendelwaarde E^ , wanneer de band in tegengestelde richting wordt verplaatst. 15 In deze schakeling bezit een schakelaar 70 een uitgang, die verbonden is met de bestuurde schakelaar 51, een schakelaan-'. i. sluitklem FD, die verbonden is met de bron 56 voor de grendel-spanningswaarde Ec en een andere schakelaansluitklem RV. De schakelaar 70 is uitgevoerd voor het verbinden met de aansluit-20 klem FD, wanneer het bandapparaat in de vooruitmodus is inge-steld en· het verbinden met de aansluitklem RV, indien het bandapparaat in de achterultmodus daarvan is ingesteld.Fig. 9 depicts another embodiment of the invention, which provides the brake start signal BS to achieve accurate adjustment on a track both in the forward and reverse directions. Elements of this embodiment, which also exist in the embodiment of Jig. 5 /. are denoted by the same reference characters and a detailed description thereof is omitted. In this embodiment, r. . de-controlled - switch 51 switchgear-to provide- "" "'of the first lock value Ec when the tape is moved in the forward direction. and another lock value E ^ when the tape is moved in the opposite direction. 15 In this circuit includes a switch 70 having an output connected to the controlled switch 51, a switching terminal I. terminal FD, which is connected to the source 56 for the latch voltage value Ec and another switching terminal RV. is designed to connect to the terminal FD when the tape device is set in the forward mode, and to connect to the terminal RV if the tape device is set in its reverse mode.

Een omkeerstrip of aftrekeenheid 71 wordt ge-vormd door, een operationele versterker 71’ met hiermee gekop-25 pelde voorspanningsweerstanden 72, 73, 74 en 75, die elk een waarde R bezitten. De wearstand 72 verbindt de bron 56 met een (-) ingang van de operationele versterker 71* en de weerstand 75 verbindt een uitgang daarvan weer met de (-) ingang. De weerstand 73 verbindt een (+) ingang van de operationele versterker 30 71' met een stroorabron 63', die hieraan de maximale spannings-,..w.aarde._Es verschaft. De weerstand 74 is tussen-de. (+) ingang en -" ’aarde' verbonden.A reversing strip or subtractor 71 is formed by an operational amplifier 71 with biased resistors 72, 73, 74 and 75 coupled thereto, each having a value R. The wear mode 72 connects the source 56 to a (-) input of the operational amplifier 71 * and the resistor 75 reconnects an output thereof to the (-) input. Resistor 73 connects a (+) input from operational amplifier 30 'to a jamming source 63', which provides the maximum voltage value. The resistor 74 is intermediate. (+) entrance and - "Earth" connected.

De maximale spanningswaarde Eg, die geleverd +~-“woi^t^6or”de^b 6-3' ,~‘is:natuurlijk Qe'zerfde waarde 'Eg die 35 door de bron"63’ aan de operationele versterker 62 wordt geleverd.The maximum voltage value Eg, which is supplied + ~ - “wo ^ t ^ 6or” de ^ b 6-3 ', ~' is, of course, the same value 'Eg which is 35 supplied by the source "63" to the operational amplifier 62. delivered.

De uitgang van de operationele versterker - 71', namelijk de uitgang van de omkeereenheid 71, wordt met de . 8203731 -19- aansluitklem RV verbonden voor het leveren van de grendelspan-ningswaarde voor het vergrendelen van de condensator 54, wanneer de band.in achterwaartse richting loopt. Deze grendel-waarde E~ is gelijk aan het verschi1 tussen de maximale waarde 5 Eg en de grendelwaarde Ec-The output of the operational amplifier - 71 ', namely the output of the inverter unit 71, is connected to the. 8203731-19 terminal RV connected to provide the latch tension value for locking the capacitor 54 when the tape is running in reverse. This locking value E ~ is equal to the difference between the maximum value 5 Eg and the locking value Ec-

Zoals weergegeven in Pig. 10A zal, indien de remdrempelspanning Ep een vaste waardeAs shown in Pig. 10A will, if the brake threshold voltage Ep has a fixed value

eb = V2-aVeb = V2-aV

bezit, de stopspanning Eq ongeveer de helft van het maximale 10 spanningsniveau Eg zijn. Het regelen van de instelling op een spoor wordt daarom uitgevoerd door het wijzigen van de grendel- ~-'T"~:7:^.sp^ toepasTsing· van de schakelaar 70. Het zal. dui-^___..........stop voltage Eq should be about half of the maximum voltage level Eg. Control of the setting on a track is therefore performed by changing the latch ~ "T" ~: 7: ^. Sp ^ application of the switch 70. It will be. Dui - ^ ___..... .....

delijk zijn, dat de grendelwaarde Ec en de grendelwaarde E.c symmetrische waarden aan weerszijden van de stopspanning EQ 15 bezitten. De stopspanning Eq voldoet dus aan het verbandit is apparent that the latch value Ec and the latch value E.c have symmetrical values on either side of the stop voltage EQ 15. The stop voltage Eq thus satisfies the relationship

Eo -Eo -

Als gevolg van de keuze van de grendelwaarden Ec en E^ zal de plaatswaarde Ep vergrendeld worden op de be-treffende van deze waarden Ec en E^ ten tijde van het optreden 20 van de stuursignalen CTL (Fig. 10B) zowel in voorwaartse als in achterwaartse richting met het gevolg, dat de band TP nage-noeg wordt gestopt op een plaats, waarop de plaatswaarde Ep gelijk is aan de stopspanning Eq.Due to the selection of the latch values Ec and E ^, the position value Ep will be locked to the respective of these values Ec and E ^ at the time of the occurrence of the control signals CTL (Fig. 10B) both in forward and in backward direction, with the result that the tape TP is essentially stopped at a place at which the position value Ep is equal to the stop voltage Eq.

Fig. 11 en 12 lichten het traject van het 25 instellen op een spoor toe, dat bereikt wordt onder toepassing ' van de uitvoeringsvorm van Fig.. 9. Zoals weergegeven in Fig. 11 v kunnen de- grendelwaarden Ec en Ec gekozen worden binnen het traject van nul tot Eg. De grendelwaarden Ec en E^ kunnen op een willekeurige waarde worden ingesteld binnen een traject, 30 dat overeenkomt met een interval tussen de plaatsen van stuursignalen CTLP. Zoals weergegeven in Fig. 12 staat voor de op-.- timale^stopplaatsen, zoals weergegeven door een streeplijn, • - een kleine afstand Δ S vanaf de stuurimpulsplaatsen CTLP ter · _beschikking. .Het,werkelijke traject voor. het instellen op een· 35 spoor" is:_dahrom'ehigszins asymmetrisch aan weerszijden van de . stuurimpulsplaatsen CTLP en strekt het zich bij achterwaartse richting uit over een afstand S/2+Δ s en in voorwaartse rich-ting over een afstand S/2-AS. Het midden van de instelbare .8203731 -20- waarde Er, die voor het besturen van het instellen op een spoor v wordt gebruikt, is daarom met een hoeveelheid overeenkomende met -Aec verplaatst ten opzichte van het werkelijke midden van het variabele traject Eg/2.Fig. 11 and 12 illustrate the track setting path achieved using the embodiment of Fig. 9. As shown in Figs. 11 v, lock values Ec and Ec can be chosen within the range from zero to Eg. The latch values Ec and E ^ can be set to any value within a range corresponding to an interval between the locations of control signals CTLP. As shown in Fig. 12 represents the optimal stops, as shown by a dashed line, a small distance ΔS from the control pulse sites CTLP for disposal. The actual trajectory for. the setting on a "35 track" is: _dahrom "slightly asymmetrical on either side of the control pulse sites CTLP and extends backwards over a distance S / 2 + Δ s and in forward direction over a distance S / 2 -AS The center of the adjustable .8203731 -20 value Er, which is used to control the setting on a track v, has therefore moved by an amount corresponding to -Aec relative to the actual center of the variable range Eg / 2.

5 Pig. 13 toont een andere uitvoeringsvorm van de schakeling volgens de uitvinding, waarin de elementen die geraeenschappelijk zijn met de bovenbeschreven uitvoerings-vormen van Fig. 5 en 9 met dezelfde verwijzingscijfers zijn aangeduid en een gedetailleerde beschrijving daarvan is weg-10 gelaten.Pig. 13 shows another embodiment of the circuit according to the invention, in which the elements related to the above-described embodiments of FIG. 5 and 9 are designated by the same reference numerals and a detailed description thereof is omitted.

;---------In Fig, 13 wordt een variabele weerstand 80 '· - - -- 1" ” -:'^i^t:-een;--a^;C‘eteerorgaan · of een palstop om de schuif ervan in het midden van het traject ervan te houden als spanningsdeler gebruikt en is deze gekoppeld tussen een bron 63" en aarde. De 15 bron 63" verschaft de maximale spanningswaarde Eg. Een regel-bare spanning Et treedt op aan de schuif van de variabele weerstand 80 en wordt via een scheidingsversterker 81 toege-voerd aan een aftrekeenheid 83. Een andere bron 82 verschaft hierbij een spanningswaarde 2AEg. De aftrekeenheid 83 omvat 20 een operationele versterker 83', voorspanningsweerstanden 84, 85,86 en een terugkoppelweerstand 87. De weerstanden 84-86 be-zitten dezelfde- waarde R als de weerstanden 72-75,maar. de terugkoppelweerstand 87 bezit een andere waarde R'. Bij deze uitvoeringsvorm wordt de waarde R’ van deze weerstand 87 zo ge-25 kozen, dat wordt voldaan aan de betrekking R'/R = i-2(Aes/es); --------- In Fig. 13, a variable resistor 80 '- - - - 1 "” -:' ^ i ^ t: -a; - a ^; C'eter or ratchet stop to keep its slider in the middle of its path as a voltage divider and is coupled between a source 63 "and ground. The source 63 "provides the maximum voltage value Eg. An adjustable voltage Et occurs at the slide of the variable resistor 80 and is supplied via a separating amplifier 81 to a subtractor 83. Another source 82 hereby provides a voltage value 2AEg The subtractor 83 includes an operational amplifier 83 ', bias resistors 84, 85.86, and a feedback resistor 87. Resistors 84-86 have the same value R as resistors 72-75, but feedback resistor 87 has a different value. value R 'In this embodiment, the value R' of this resistor 87 is chosen to satisfy the relationship R '/ R = i-2 (Aes / es)

De weerstanden 84 en 85 verbinden de bron 82 en de- versterker 81 met de (-) respectievelijk de (+) in-gangen van de operationele versterker 83. De weerstand 86 ver-30 schaft .een brug tegen de (+)aansluitklem en aarde en de terugkoppelweerstand 87 verbindt de uitgang van de operationele ver-;; sterk'er. 831 met de (-) ingang daarvan. De uitgang van de opera- . tionele versterker 83' is eveneens verbonden met de aansluit-·: schak.elaar 70 om hieraan de grendelwaarde te 35 verschaffen.Resistors 84 and 85 connect source 82 and amplifier 81 to the (-) and (+) inputs of operational amplifier 83, respectively. Resistor 86 provides a bridge against the (+) terminal and earth and the feedback resistor 87 connects the output of the operational converter; stronger. 831 with its (-) input. The exit of the opera. The optional amplifier 83 'is also connected to the terminal switch 70 to provide the latch value thereto.

De aftrekeenheid 83 trekt de waarde lA Eg van de waarde Et af voor het verschaffen van de grendelwaarde 8203731 -21-The subtractor 83 subtracts the value 1A Eg from the value Et to provide the latch value 8203731 -21-

Er, die dan wordt toegevoerd aan de aftrekeenheid 71, waaruit V-* _ de grendelwaarde Ec wordt verkregen.Er, which is then supplied to the subtractor unit 71, from which V- * the latch value Ec is obtained.

De karakteristieken van de grendelwaarden Ec en Ec ten opzichte van de stuurspanning voor het instel- 5 len op een spoor zijn in Fig. 14 weergegeven. Deze waarden kunnen worden ingesteld door de schuif van de variabele wear-stand 80 vanaf het arreteerpunt daarvan te bewegen naar een willekeurig punt binnen het traject van 2/k Eg tot Eg.The characteristics of the latch values Ec and Ec relative to the control voltage for setting on a track are shown in FIG. 14 are displayed. These values can be adjusted by moving the slider of the variable wear position 80 from its detent point to any point within the range 2 / k Eg to Eg.

Het zal duidelijk zijn dat met de schake-10 lingen volgens de uitvinding een stuurschakeling, zoals de -- - -'?,';in :Fig|^^weergegeven^sciiakeiling-kan worden gebruikt pm eien --· kaapstandetmotor intermitterend te bedrijven om een nauwkeurig stoppen van de band op een willekeurig punt binnen het traject daarvan teweeg te brengen tot + een half maal het interval tussen stuursignalen CTL. De band kan daarom op een willekeurige gewenste stopplaats tot stilstand worden gebracht en deze stop-plaats kan met grote nauwkeurigheid worden bereikt.It will be clear that with the circuits according to the invention a control circuit, such as the scaling auction shown in Fig. ^ ^, Can be used to operate the capstan motor intermittently. to produce a precise stop of the tape at any point within its range to + half a time the interval between control signals CTL. The tape can therefore be stopped at any desired stop and this stop can be achieved with great accuracy.

Hoewel de uitvinding met betrekking tot een videobandapparaat is toegelicht, kan de uitvinding worden toe--20 gepast op zeer verschillende gebieden, waar het gewenst is een baan intermitterend aan te drijven en deze op een gewenste plaats te stoppen.While the invention has been explained with respect to a videotape device, the invention can be applied in very different areas where it is desired to intermittently drive a web and stop it at a desired location.

Eveneens kunnen de uitvoeringsvormen van Fig. 9 en Fig. 13 worden uitgevoerd onder toepassing van digi- 5 c ^ tale in plaats van lineaire schakelingen, bijvoorbeeld door het verschaffen .van middelen voor het instellen van getal Nc in het opslagregister 165 op een andere vooringestelde grendelwaarde, indien een beweging van de band achteruit wordt gekozen.Also, the embodiments of FIG. 9 and FIG. 13 are performed using digital rather than linear circuits, for example, by providing means for setting number Nc in the storage register 165 to another preset latch value, if a tape movement in reverse is selected .

82037318203731

Claims (4)

1. Stuurschakeling voor een gelijkstroom-raotor van een inrichting voor transport van een baan met daarop opgenomen stuursignalen voor aanwijzing van voorafbepaalde plaatsen van de baan, waarbij een aan de gelijkstroommotor toe- 5 gevoegde frequentiegenerator een frequentiesignaal afgeeft met een met de hoeksnelheid van de motor varierende snelheid, een stuursignaalaftaster tijdens transport van de baan daarlangs de stuursignalen uit de baan uitleest en een met de gelijkstroommotor gekoppelde bekrachtigingsstuurschakeling in reactie op 10 een ontvangen remstartsignaal de gelijkstroommotor tot stilstand ~_"7.~~· ."''"brengt-in-^een^^osxtxeT^ ^Xke'met een van de voorafbepaalde plaatsen van de baan overeenkomt, gekenmerkt door een positiewaarde-opwekschakeling (50;150) voor afleiding uit het frequentiesignaal (8FG) van een positiewaarde (Ep;Np), welke stapsgewijze met 15 het verschijnen van het frequentiesignaal (8FG) varieert voor aanwijzing-van de positie van de baan (TP) ten opzichte van de voorafbepaalde plaatsen (CTLP); een niveaufixatieschakeling (51, 56; 156) voor bijregeling van de positiewaarde (Ep;Np) bij detec-tie van de stuursignalen (CTL); en door een remstartsignaalgene-20 rator (65;165) voor afgifte, steeds wanneer de positiewaarde (Ep;Np) een voorafbepaalde drempelwaarde (Ερ;Νρ) bereikt, van het rembeginsignaal (BS;BT).1. Control circuit for a DC rotor of a device for transporting a track with control signals included therein for indicating predetermined places of the track, a frequency generator added to the DC motor producing a frequency signal with an angular speed of the motor varying speed, a control signal sensor during transport of the track along which the control signals from the track reads and an excitation control circuit coupled to the DC motor in response to a received brake start signal stops the DC motor ~ _ "7. ~~ ·." "" " corresponding to one of the predetermined locations of the track, characterized by a position value generating circuit (50; 150) for deriving from the frequency signal (8FG) a position value (Ep; Np), which varies stepwise with the appearance of the frequency signal (8FG) to indicate the position of the track (TP) relative to v of the predetermined places (CTLP); a level fixation circuit (51, 56; 156) for adjusting the position value (Ep; Np) upon detection of the control signals (CTL); and by a brake start signal generator (65; 165) for delivery whenever the position value (Ep; Np) reaches a predetermined threshold value (Ερ; Νρ) of the brake start signal (BS; BT). 2. Stuurschakeling volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de positiewaardeopwekschakeling (50;150) een 25 schakeling (53,62,63,64) bevat, welke de positiewaarde (Ep;Np), wanneer deze een maximale waarde (Eg;N) bereikt, op een minimale waarde terugbrengt.Control circuit according to claim 1, characterized in that the position value generating circuit (50; 150) comprises a circuit (53,62,63,64), which changes the position value (Ep; Np) when it has a maximum value (Eg; N), to a minimum value. 3. Stuurschakeling volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de niveaufixatieschakeling (51,56,63’,70-75) 30 zowel een eerste schakeling (56) bevat, welke in geval van detec-. : . tie-van de--stuursignalen-- tijdens baahtransport in voorwaartse - r-ichting-aan de positiewaardeopwekschakeling . (50) een eerste ............-:-^f-ixafeieniyeaur-(E^) levert voor niveaufixatie van de positie- - Waarde (E"pj op dit eerste fixatieniveau (Ec) , als een tweede 35 schakeling (63’,71), welke in geval van detectie van de stuursignalen tijdens baantransport in teruggaande richting aan de positiewaardeopwekschakeling (50) een tweede fixatieniveau (Ec) 1 820 3 7 3 1 * -23- levert voor niveaufixatie van de positiewaarde (Ep) op dit tweede fixatieniveau (Ec). 'V*Control circuit according to claim 1, characterized in that the level fixing circuit (51, 56, 63, 70-75) comprises both a first circuit (56), which in case of detection. :. of the control signals during bay transport in forward direction to the position value generating circuit. (50) provides a first ............-: - ^ f-ixafeieniyeaur- (E ^) for level fixation of the position- - Value (E "pj at this first fixation level (Ec), as a second circuit (63 ', 71), which in case of detection of the control signals during track transport in the reverse direction to the position value generating circuit (50) supplies a second fixation level (Ec) 1 820 3 7 3 1 * -23- for level fixation of the position value (Ep) at this second fixation level (Ec). 4. Stuurschakeling volgens' conclusie 3, met het kenmerk, dat de tweede schakeling (63',71), een aftrekscha-5 keling (71) bevat, waarvan de aftrekingang (-) met de eerste schakeling (56) is gekoppeld voor ontvangst van het eerste fixatieniveau (Ec), de optelingang (+) is gekoppeld met een bron (631) voor afgifte van een met een maximale waarde van de positiewaarde (Ep) overeenkomend niveau (Eg), en de uitgang 10 het tweede fixatieniveau (Eg) verschaft. -®-·· ..-,--,-.-,-1.:,-5. Stuurschakeling volgens conclusie 4, met-' het"kenmerk?' dat'de eerste schakeling (63"·, 80-83) is voorzien van een spanningsbron (80,63"), welke naar keuze kan worden in-gesteld voor levering van een tussen een minimaal niveau en 15 het genoemde maximale niveau (Ec) gelegen niveau (E.), een bron (82) voor afgifte van een voorafbepaald niveau (2Aec) en van een aftrekschakeling (83) waarvan de beide ingangen respectie-velijk het tussen een minimum niveau en het genoemde maximale niveau (Eg) gelegen niveau (E^) en het voorafbepaalde niveau 20 (2iiEg) krijgen toegevoerd en waarvan de uitgang het tweede fixatieniveau (E^) afgeeft. V 8205731 . . >Control circuit according to claim 3, characterized in that the second circuit (63 ', 71) comprises a subtraction circuit (71), the subtraction input (-) of which is coupled to the first circuit (56) for reception from the first fixation level (Ec), the addition input (+) is coupled to a source (631) for outputting a level (Eg) corresponding to a maximum value of the position value (Ep), and the output 10 the second fixation level (Eg ) provided. -®- ·· ..-, -, -.-, - 1.:,-5. Control circuit according to claim 4, with "the" feature? " that the first circuit (63 ", 80-83) is provided with a voltage source (80,63"), which can be optionally set to supply a between a minimum level and said maximum level (Ec ) level (E.), a source (82) for outputting a predetermined level (2Aec) and a subtracting circuit (83), the two inputs of which lie between a minimum level and said maximum level (Eg) level (E ^) and the predetermined level 20 (2iiEg) are supplied and the output of which outputs the second fixation level (E ^). V 8205731.>
NL8203731A 1981-09-25 1982-09-27 Control circuit for a DC motor of a device for transporting a recording tape. NL192938C (en)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
JP56151636A JPS5854886A (en) 1981-09-25 1981-09-25 Control circuit for direct current motor
JP15163681 1981-09-25

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8203731A true NL8203731A (en) 1983-04-18
NL192938B NL192938B (en) 1998-01-05
NL192938C NL192938C (en) 1998-05-07

Family

ID=15522872

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8203731A NL192938C (en) 1981-09-25 1982-09-27 Control circuit for a DC motor of a device for transporting a recording tape.

Country Status (8)

Country Link
JP (1) JPS5854886A (en)
AT (1) AT390539B (en)
AU (1) AU556797B2 (en)
CA (1) CA1191928A (en)
DE (1) DE3235446A1 (en)
FR (1) FR2519817B1 (en)
GB (1) GB2108718B (en)
NL (1) NL192938C (en)

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS59124055A (en) * 1982-12-29 1984-07-18 Mitsubishi Electric Corp Magnetic video recording and reproducing device
GB2140171A (en) * 1983-05-04 1984-11-21 Boulton Ltd William Ball mill control device
JPH0667270B2 (en) * 1985-02-26 1994-08-24 三菱電機株式会社 Intermittent drive type magnetic recording device
JPH0528589Y2 (en) * 1985-10-15 1993-07-22
DE19807088A1 (en) * 1998-02-20 1999-08-26 Thomson Brandt Gmbh Optimized winding drive

Family Cites Families (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3969663A (en) * 1974-10-17 1976-07-13 Storage Technology Corporation Capstan control for a tape drive system
JPS5532139A (en) * 1978-08-30 1980-03-06 Sony Corp Automatic correction circuit for residual error
JPS5651A (en) * 1979-06-15 1981-01-06 Sony Corp Recording and reproducing unit
JPS5696580A (en) * 1979-12-29 1981-08-04 Sony Corp Playback device for still picture
EP0042870A1 (en) * 1979-12-31 1982-01-06 ADAMS, Robert M. Tape transport system
JPS5736450A (en) * 1980-08-14 1982-02-27 Matsushita Electric Ind Co Ltd Intermittent driving device of magnetic tape

Also Published As

Publication number Publication date
ATA358082A (en) 1989-10-15
AT390539B (en) 1990-05-25
CA1191928A (en) 1985-08-13
AU556797B2 (en) 1986-11-20
GB2108718A (en) 1983-05-18
FR2519817A1 (en) 1983-07-18
DE3235446A1 (en) 1983-05-11
JPH0327981B2 (en) 1991-04-17
FR2519817B1 (en) 1986-01-03
GB2108718B (en) 1985-10-30
JPS5854886A (en) 1983-03-31
DE3235446C2 (en) 1991-09-19
AU8870682A (en) 1983-03-31
NL192938B (en) 1998-01-05
NL192938C (en) 1998-05-07

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL192939C (en) Drive control circuit for an interrupted DC motor.
US6754026B1 (en) Tape transport servo system and method for a computer tape drive
US6697209B2 (en) Phase based time domain tracking for helical scan tape drive
NL8203731A (en) STEERING CIRCUIT FOR DC MOTOR CONTROL CIRCUIT.
NL192896C (en) Phase servo control circuit for a videotape device with a directing function.
CN1078977C (en) Motor control device and apparatus for the recording and/or reproduction of information including the motor control device
NL8103035A (en) DEVICE FOR VIDEO SIGNAL DISPLAY.
JPS63300451A (en) Magnetic recording and reproducing device
JPH0552582B2 (en)
JPH0552581B2 (en)
KR100275058B1 (en) Recording/reproducing apparatus
JP2597968B2 (en) Rotating head type video signal reproducing device
JPS58128045A (en) Magnetic recorder and reproducer
KR0132471B1 (en) Reverse pulse compensating apparatus of vcr at the time of slow reproduction
JPH0373930B2 (en)
JPS58159261A (en) Magnetic tape running speed controller
JP4130710B2 (en) Magnetic tape device and control method thereof
JP2963576B2 (en) Magnetic recording / reproducing device
JP2538108B2 (en) Magnetic recording / reproducing device
JPH0743781Y2 (en) Cassette tape recorder / endless operation circuit
JP3242644B2 (en) Magnetic recording / reproducing device
JPH0630199B2 (en) Video tape recorder
JPS6243264B2 (en)
JPH0766505B2 (en) Magnetic recording / reproducing device
JPH0630198B2 (en) Magnetic recording / reproducing device

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V4 Lapsed because of reaching the maximum lifetime of a patent

Free format text: 20020927