NL8201848A - Scheerapparaat. - Google Patents

Description

"ï * EHN 10.340 · 1

N.V. PHILIPS' GIDEILAI^ENFABKEEKEN TE EINDHOVEN

"Scheerapparaat"

De uitvinding heeft betrekking op een scheer apparaat met een scheerplaat met cpeningen en een ten opzichte van de scheerplaat aandrijf bare snijeenheid, welke snijeenheid een centraal lichaam omvat dat is voorzien van snij elementen en aan ieder snij element een in aan-5 drijfrichting vóór liggend haartrekelement is toegevoegd.

Een dergelijk scheerapparaat is bijvoorbeeld bekend uit de Nederlandse octrooiaanvrage 74 04 657 (PHN 7351). Voor een goede werking van het apparaat is het noodzakelijk dat het haartrekelement nauwkeurig gepositioneerd is ten opzichte van het bijbehorende snijelement.

10 Indien snijelement en haartrekelement afzonderlijk gefabriceerd worden dienen voor deze positionering veelal extra constructieve maatregelen te worden genomen en moet de montage zeer zorgvuldig worden uitgevoerd.

Het doel van de uitvinding is de werking van het scheerapparaat te verbeteren en kosten bij de montage van de snijeenheid te be-15 sparen.

De uitvinding wordt daardoor gekenmerkt, dat ieder snijelement en bijbehorend haartrekelement worden gevormd door de benen van een in hoofdzaak U-vormig gebogen deel van plaatmateriaal.

Een bijzondere uitvoeringsvorm wordt daardoor gekenmerkt, 20 dat de uiteinden van de benen van het U-vormig gebogen deel haakvormig zijn omgezet en zich uitstrekken in de aandrijf richting en naar de scheerplaat gericht.

Een andere bijzondere uitvoeringsvorm wordt daardoor gekenmerkt dat de uiteinden van de aan de snij elementen grenzende delen van 25 het centrale lichaam aanliggen tegen de scheerplaat.

De uitvinding zal hierna worden toegelicht met behulp van een beschrijving van enkele in de figuren weergegeven uitvoeringsvoor-beelden.

Fig. 1 toont in aanzicht een scheerapparaat met drie scheer- 30 platen.

Fig. 2 toont het .scheerapparaat van figuur 1 in zijaanzicht en ten dele in een doorsnede volgens de lijn II-II in figuur 1.

8201848 PHN 10.340 2 w

Fig. 3 toont in perspektief de snijeenheid.

Figuren 4 en 5 illustreren de werking van de voorloopnessen.

Figuur 6 toont een variant op de uitvoeringsvorm van de figuren 3 t/m 5.

g Figuren 7 en 8 tonen overeenkomstig de figuren 4 en 5 een uitvoeringsvorm met een met heen en weer gaande beweging aandrijf bare snijeenheid.

Het scheerapparaat volgens de figuren 1 en 2 omvat een huis 1, waarvan een deel is uitgevoerd als een scheerplaathouder 2 voor drie 10 scheerplaten 3. De scheerplaten 3 zijn voorzien van openingen 4.

Zoals in de gedeeltelijke doorsnede van figuur 2 is weergegeven bevindt zich aan de binnenzijde van een scheerplaat 3 een snij-eenheid 5. Deze snij eenheid 5, welke duidelijkheidshalve in figuur 2 slechts schematisch is getékend/ is in perspektief en op grotere schaal 15 weergegeven in figuur 3.

De snij eenheid 5 is door middel van de holle as 6 (fig. 2) de tandwielen 7 en 8 en de as 9 gekoppeld met de elektromotor 10, zodat de snij eenheid roterend aandrijf baar is ten opzichte van de bijbehorende scheerplaat 3. Het tandwiel 7 is draaibaar gelagerd qp een pen 11 welke 20 in een montageplaat 12 is bevestigd. Het tandwiel 7 is voorzien van een holte 13 welke door een af dekplaat 14 is afgesloten. In deze holte bevindt zich de flens 15 aan het uiteinde van de holle as 6. Door de flens 15 een niet-ronde, bijvoorbeeld vierkante vorm te geven en door de holte 13 overeenkomstig uit te voeren ontstaat een koppeling voor het over-25 brengen van de roterende beweging van het tandwiel 7 op de as 6, waarbij de as in alle richtingen kantelbaar is. De veer 18 welke grotendeels in de holle as 6 is gelegen en welke tussen de holle as 6 en.-het tandwiel 7 is gespannei, oefent een kracht op de as 6 uit in de richting van de snijeenheid 5. Omdat het cylindrische deel 17 van de as 6 tegen de snij-30 eenheid 5 rust wordt deze kracht op de snijeenhéid en via de snijeenheid op de scheerplaat 3 uitgeoefend, waardoor de scheerplaat met de rand 18 tegen de scheerplaathouder 2 wordt gedrukt. Ten gevolge van uitwendige krachten, zoals bijvoorbeeld kunnen optreden tijdens het gebruik van het scheerapparaat, kan de scheerplaat 3 tezamen met de snijeenheid 5 en de 35 as 6 tegen de werking van de veer 16 in naar binnen worden gedrukt.

De koppeling voor het over brengen van de roterende beweging tussen de as 6 en de snijeenheid 5 komt tot stand doordat de as 6 is voor- 8201843 * PHN 10.340 3 zien van een uiteinde 19 met een in hoofdzaak rechthoekige doorsnede.

Dit uiteinde 19 is in een corresponderende koppelopening 20 van de snijeenheid 5 gelegen.

De hierboven beschreven koppeling aan de elektromotor 10 is 5 voor de drie snij eenheden van het apparaat volgens de figuren 1 en 2 identiek waarbij de drie tandwielen 7 in aangrijping zijn met een enkel centraal opgesteld tandwiel 8 op de metaras 9.

De snijeenheid 5 (fig. 3) cmvat een centraal lichaam 21 dat is voorzien van snij elementen 22. Aan ieder snij element 22 is een in de 10 aandrijfrichtiiig P vóór liggend haartrekelement 23 toegevoegd. Snijele- irent 22 en bijbehorend haartrekelement 23 worden gevormd door de benen van een in hoofdzaak U-vormig gebogen deel 24 van plaatmateriaal dat in een gleuf 25 in het centrale lichaam 21 is ondergebracht. Het deel 24 kan bijvoorbeeld met behulp van kit in de gleuf 25 zijn bevestigd. Bij 15 voorkeur is het snij orgaan voorzien van meerdere U-vormig gebogen delen, twaalf bijvoorbeeld zes: of/, welke regelmatig over de amtrek van het snij-orgaan zijn verdeeld.

De uiteinden 26 en 27 van snij element 22 respektievelijk haartrekelement 23 zijn haakvormig omgezet en de eindvlakken 28 en 29 warden 20 begrensd door de scherpe kanten 30 respektievelijk 31.

De figuren 4 en 5 illustreren de werking van het apparaat en tonen in zijaanzicht een detail van een snijeenheid 5 met een enkele combinatie van een snij element 22 en een haartrekelement 23 terwijl tevens in doorsnede een gedeelte van de scheerplaat 3 is getoond met een opening 25 4 waarin zich een haar 32 bevindt.

De uiteinden 26 en 27 strekken zich uit in de aandrij frichting P en naar de scheerplaat 3 toe en zijn met de eindvlakken 28 en 29 in kontakt met de onderzijde 33 van de scheerplaat 3. In figuur 4 is het moment weergegeven dat het haartrekelement 23 de haar 32 heeft bereikt. De scherpe 30 kant 31 zal enigszins in de haar 32 dringen en de haar zal tegen de rand 34 van de opening 4 worden gedrukt. Tengevolge van de reaktiekrachten die de haar 32 op het haartrekelement 23 zal uitoefenen zal het haartrekelement elastisch uitwijken waarbij het uiteinde 27 van de scheerplaat af zal bewegen . De haar 32 zal daarbij door het haartrekelement in deze • 35 richting mee worden getrokken.

De bevestiging van het U-vormig getogen deel 24 in de gleuf 25 is zodanig dat slechts het verbindingsstuk 35 dat de belde benen van 8201848 EHN 10.340 4 de U verbindt, geacht kan worden vast met het centraal 1 inhaam 21 te zijn verbonden. Bij de hierboven beschreven uitwijking van het haartrek-element 23 zal dit haartrekelement vrij van wanddeel 36 van de gleuf 25 kunnen kamen.

r 5 In figuur 5 is de situatie weergegeven dat de scherpe kant 30 van het snij element 22 de haar 32 heeft bereikt. Dit snij element 22 wordt over een groot deel van haar lengte door wanddeel 37 van gleuf 25 ondersteund waardoor elastische uitwijking van het snij element nauwelijks mogelijk zal zijn. De haar 32 wordt daarcm tussen scheerplaat 3 10 en snij element 22 afgeknipt en vel op een manent dat door het haartrekelement 23 aan de haar 32 wordt, getrokken hetgeen de werking van het scheerapparaat aanzienlijk ten goede kant.

De montage van de snij eenheid 5 is zeer eenvoudig aangezien de U-vormig gebogen delen 24 door een stamp- en buigbewerking van me-15 taalplaat afzonderlijk kunnen warden gefabriceerd. Het snij element en het haartrekelement bevinden zich dan reeds in de juiste positie ten opzichte van elkaar zodat de ü-vcoiige delen nog slechts in de gleuven van het centrale lichaam behoeven te worden aangebracht. Het centrale lichaam 22 / kan bijvoorbeeld zijn vervaardigd van een lichtmetaal of een kunststof.

20 Fig. 6 toont in een aanzicht overeenkomstig fig. 4 een variant qp de uitvoeringsvorm van de figuren 3 t/m 5. Het verschil betreft slechts het centrale lichaam 38 van de snij eenheid 5. Dit centrale lichaam 38 is voorzien van aan de snij elementen 22 grenzende delen 39 waarvan de uiteinden 40 met de eindvlakken 41 aanliggen tegen de onder-25 zijde 33 van de scheerplaat 3. Op deze wijze ondersteunt het centrale lichaam 38 zowel het snijelanent 22 als de scheerplaat 3. Krachten welke optreden tussen de scheerplaat 3 en de snijeenheid 5 worden rechtstreeks overgebracht van de scheerplaat op het centrale lichaam en niet via- de kwetsbare snij elementen en haartrekelementen. De totale oppervlakte van 30 de eindvlakken 41 kan groter zijn dan de totale oppervlakte van de eindvlakken 28 en 29 van de snij elementen en de haartrekelementen zodat de optredende vlaktedrukken tussen scheerplaat 3 en centraal lichaam 38 lager zijn. Omdat de snij elementen en haartrekelementen in combinatie als afzonderlijke onderdelen worden gefabriceerd kunnen* voor deze cnder-35 delen en voor het centrale lichaam verschillende materialen worden gekozen. Zo zal bijvoorbeeld voor het centrale lichaam 38 een materiaal met een lage wrijvingscoëfficient worden genomen, bijvoorbeeld een kunst- 8201848 PHN 10.340 5 stof/ waardoor de wr ijvingsverliezen tussen, scheerplaat en centraal lichaam laag zijn. Omdat de snij elementen en de haartrekelementen geen krachten behoeven over te brengen en de optredende vlaktedrukken tussen de scheerplaat en het centrale lichaam laag zijn kunnen zowel de scheer-5 plaat 3 als de gebogen delen 24 uit zeer dun plaatmateriaal warden vervaardigd hetgeen de produktie van deze onderdelen vereenvoudigt, het uitvalpercentage verkleint en dus op de produktie kostenbesparend werkt.

De figuren 7 en 8 illustreren qp overeenkomstige wijze als de figuren 4 en 5 de werking van een uitvoeringsvorm betreffende een snij-10 orgaan 42 dat met een heen en weer gaande beweging in de richtingen P1 en P2 wordt aangedreven. Ook hierbij is een U-vormig gebogen deel 43 toegepast waarvan de benen 44 en 45 beurtelings als snijelement of haar-trékelsnent kunnen optreden. De., benen 44 en 45 zijn aan de uiteinden voorzien van koppen 46 respektievelijk 47 waarbij iedere kop aan weerszijden 15 warden begrensd door scherpe kanten 48. Figuur 7 toont het moment waarop het been 45, dat bij aandrijving in de richting P^ als haartrekelement fungeert, de haar 32 ontmoet. In figuur 8 heeft het been 44 dat nu het snijelement vormt de haar 32 bereikt en zal deze afknippen. Bij de beweging van het snij orgaan 42 in de richting P2 zijn de rollen van de 20 benen 44 en 45 omgekeerd. Ook hierbij kunnen weer meerdere U-vormig gebogen delen 43 in een gemeenschappelijk centraal deel 49 zijn bevestigd.

25 30 35 8201848

Claims (3)

1. Scheerapparaat met een scheerplaat met openipgen en een ten opzichte van de scheerplaat aandrijfbare snijeenheid, welke snijeenheid een centraal lichaam omvat dat is voorzien van snij elementen en aan ieder snijelement een in de aandrijfrichting vóór liggend haartrekelement is 5 toegevoegd, met het kenmerk, dat ieder snijelement en bijbehorend haartrekelement warden gevormd door de benen van een In hoofdzaak U-vormig gebogen deel van plaatmateriaal.

2. Scheerplaat volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de uiteinden van de benen van het U-vcrmig gebogen deel haakvormig zijn cm- 10 gezet en zich uitstrekken in de aandrijfrichting en naar de scheerplaat gericht.

3. Scheerapparaat volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de uiteinden van de aan de snij elementen grenzende delen van het centrale lichaam aanliggen tegen de scheerplaat. 15 20 25 30 35 8201848