NL8200426A

NL8200426A - Mooring assembly has rigid arm with buoyancy - horizontally pivoted to ship and vertically pivoted to anchored element

Info

Publication number: NL8200426A
Application number: NL8200426A
Authority: NL
Original assignee: Single Buoy Moorings
Priority date: 1982-02-04
Filing date: 1982-02-04
Publication date: 1982-08-02

Abstract

The buoyant mooring assembly for a tanker or the like comprises a rigid arm which has one end pivoted to the tanker about a horizontal axis whilst its other end is connected to anchor chains via an element rotatable about a vertical axis. The arm is part of a buoyancy member, which is arranged to a distance from the anchored element. This member may be arranged between the horizontal pivot and the element, or the element may be arranged between this pivot and the member. The arm may be connected with the element via a universal coupling.

Description

- * · * ^ ' / N.0. 30.725 1- * · * ^ '/ N.0. 30,725 1

Afmeerinrichting.Mooring device.

De uitvinding heeft betrekking op een afmeerinrichting bestaande uit een drijvende inrichting langszij waarvan een ander schip, zoals een tankschip kan worden afgemeerd, welke drijvende inrichting is vastgelegd via een uitsluitend om een horizontale scharnieras met de drijvende in-5 richting verbonden stijve arm die onder tussenkomst van een om een ver* tikale as scharnierend orgaan is verbonden met ankerkettingen, welke stijve arm een geheel vormt met een lichaam met drijfvermogen.The invention relates to a mooring device consisting of a floating device along which another ship, such as a tanker, can be moored, which floating device is fixed via a rigid arm connected exclusively to a horizontal pivot axis with the floating device which intervenes. of a member pivoted about a vertical axis is connected to anchor chains, the rigid arm being integral with a buoyant body.

Een dergelijke afmeerinrichting is bekend uit de openbaar gemaakte Nederlandse octrooiaanvrage 165422. Bij deze bekende afmeerinrichting is 10 het lichaam met drijfvermogen een boei, die een geheel vormt met de arm op welke boei een ring draaibaar is gelegerd. Deze ring draagt de ankerkettingen. Deze bekende inrichting heeft het voordeel dat het gedeelte met drijfvermogen of boeilichaam relatief klein kan worden gehouden in vergelijking tot een boei, waaraan is af gemeerd met behulp van een ook 15 op de boei scharnierende arm of met behulp van kabels. Doordat alleen ter plaatse van de boei een vertikale draaiingsas aanwezig is en uitsluitend ter plaatse van de drijvende inrichting een horizontale as ontleent het lichaam met drijfvermogen zijn stabiliteit in overwegende mate aan die van de drijvende inrichting of tanker, zulks in tegenstelling 20 tot boeien die ook via een horizontaal scharnier met de arm zijn verbonden. In dat geval moet de boei eigen stabiliteit en dienovereenkomstige afmetingen hebben. Deze bekende boei volgt de horizontale bewegingen van de drijvende inrichting of tanker alsmede de rolbewegingen van de tanker om diens langsas. De vertikale bewegingen en stampbewegingen hebben 25 scharnierbewegingen om de horizontale dwarsas tot gevolg ter plaatse van de bevestiging van de arm aan de drijvende inrichting en deze bewegingen worden overgebracht op de kettingen en de door de boei lopende slangen.Such a mooring device is known from the published Dutch patent application 165422. In this known mooring device the buoyancy body is a buoy, which is integral with the arm on which a ring is rotatably mounted. This ring carries the anchor chains. This known device has the advantage that the buoyancy section or buoy body can be kept relatively small in comparison with a buoy, to which it is moored by means of an arm also hinged on the buoy or by means of cables. Since a vertical axis of rotation is present only at the location of the buoy and a horizontal axis only at the location of the buoyancy device, the buoyancy body derives its stability predominantly from that of the buoyancy device or tanker, unlike buoys which also connected to the arm via a horizontal hinge. In that case, the buoy must have its own stability and corresponding dimensions. This known buoy follows the horizontal movements of the floating device or tanker as well as the rolling movements of the tanker about its longitudinal axis. The vertical movements and stamping movements result in pivoting movements about the horizontal transverse axis at the location of the attachment of the arm to the floating device and these movements are transferred to the chains and the hoses passing through the buoy.

De boei zelf kan verder op en neer worden bewogen hetgeen tot vergelijkbare belastingen van kettingen en slangen leidt.The buoy itself can be moved further up and down, which leads to comparable loads on chains and hoses.

30 Doel van de uitvinding is nu deze bekende afmeerinrichting zodanig te verbeteren, dat de konstruktie nog eenvoudiger kan zijn en de optredende belastingen op kettingen en slangen en daarmede op de verbindings-plaatsen en op de horizontale scharnieras geringer kunnen zijn.The object of the invention is now to improve this known mooring device in such a way that the construction can be even simpler and the loads on chains and hoses, and thus on the connecting points and on the horizontal pivot axis, can be less.

Dit doel wordt overeenkomstig de uitvinding bereikt doordat dit 35 lichaam zich bevindt op afstand van het de ankerkettingen dragende orgaan. Dit betekent dus dat het draaibare orgaan,dat de ankerkettingen draagt,zich bevindt op een andere plaats dan het lichaam met drijfvermogen, welk lichaam een deel vormt van de arm en zich kan bevinden tussen 8200426 ‘ # 2 het draaibare orgaan en de horizontale scharnieras van de arm danwel aan een uiteinde dat voorbij het draaibare orgaan naar voren reikt.This object is achieved according to the invention in that this body is located at a distance from the member carrying the anchor chains. This therefore means that the rotatable member carrying the anchor chains is located in a different location from the buoyancy body, which body forms part of the arm and may be between the rotatable member and the horizontal pivot axis of the arm or at one end that extends beyond the rotatable member.

Bevindt het gedeelte met drijfvermogen zich tussen het draaibare orgaan en de horizontale scharnieras dan ontstaat een kortere eenvoudi-5 ger konstruktie, waarbij men de belastingen op lagers en op kettingen en slangen kan reduceren door aan het deel met drijfvermogen in vlakken loodrecht op de langsas van de tanker een cirkelvormige althans halfcir·4· keivormige doorsnede te geven. De rolbewegingen van de tanker kunnen dan zonder probleem worden gevolgd terwijl de stampbewegingen worden geA 10 dempt. Het lichaam met drijfvermogen kan zich echter ook geheel onder water bevinden op een wijze die op zichzelf bekend is bij een afmeerin* richting, waarbij het naar voren stekende uiteinde van de om een hori·4, zontale as scharnierbare arm via een universeelscharnier is gekoppeld met een vanaf de zeebodem omhoog gerichte trekvaste verbinding.If the buoyancy part is located between the rotatable member and the horizontal pivot shaft, a shorter, simpler construction results, whereby the loads on bearings and on chains and hoses can be reduced by applying the buoyancy part in planes perpendicular to the longitudinal axis of the give the tanker a circular at least half-circle · 4-shaped cross-section. The tanker's rolling movements can then be followed without any problem while the ramming movements are damped. However, the buoyant body may also be completely submerged in a manner known per se to a mooring device, the protruding end of the arm pivoting about a horizontal axis via a universal hinge being coupled to a tensile connection pointing upwards from the seabed.

15 Bevindt het lichaam met drijfvermogen zich aan het uiteinde van de arm, zodat het draaibare orgaan met de ankerkettingen zich tussen dit lichaam en de horizontale scharnieras van de arm bevindt, dan zijn de vertikale bewegingen van het punt van aankoppeling van de ankerkettingen, dat wil zeggen van het draaibare orgaan minimaal. Dit geldt dan 20 uiteraard ook voor de belastingen die op de lagers optreden, alsmede op slangen en kettingen. Dit komt doordat de boeg van de tanker zich veelal in een golfdal zal bevinden wanneer het deel met drijfvermogen door een golftop is opgetild en omgekeerd. Worden beide door een golftop opgetild, dan heeft het lager van de horizontale scharnieras slechts een « 25 deel van de krachten op te nemen. De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van de tekeningen.15 If the buoyancy body is located at the end of the arm, so that the rotatable member with the anchor chains is between this body and the horizontal pivot axis of the arm, then the vertical movements of the point of coupling of the anchor chains, i.e. say the rotatable organ minimal. Of course, this also applies to the loads that occur on the bearings, as well as on hoses and chains. This is because the bow of the tanker will often be in a wave trough when the buoyancy part is lifted by a wave crest and vice versa. If both are lifted by a wave crest, the bearing of the horizontal pivot shaft has to absorb only part of the forces. The invention will now be further elucidated with reference to the drawings.

Fig. 1 toont in perspektief een uitvoeringsvorm.Fig. 1 shows an embodiment in perspective.

Fig. 2 toont in zijaanzicht een andere uitvoeringsvorm.Fig. 2 is a side view of another embodiment.

Fig. 3 is een bovenaanzicht van fig. 2.Fig. 3 is a top view of FIG. 2.

30 Fig. 4 is een verdere uitvoeringsvorm en fig. 5 weer een andere uitvoeringsvorm.FIG. 4 is a further embodiment and FIG. 5 is yet another embodiment.

Fig. 1 toont een tanker 1 die is vastgelegd met behulp van ankerkettingen 2, onder tussenkomst van een arm 3. Deze arm 3 is bij 4 scharnierend om een horizontale as bevestigd aan de boeg van de tanker 1. Bij 35 5 bevindt zich een draaibaar orgaan, waaraan de ankerkettingen 2 zijn bevestigd en dat is gelegerd in het uiteinde 6 van de arm 3. Deze arm 3 heeft de vorm van een in bovenaanzicht A-vormig raam.Fig. 1 shows a tanker 1 fixed by means of anchor chains 2, through an arm 3. This arm 3 is hinged at 4 on a horizontal axis to the bow of the tanker 1. At 35 5 there is a rotatable member, to which the anchor chains 2 are attached and which is mounted in the end 6 of the arm 3. This arm 3 has the shape of an A-shaped window in plan view.

Aan de onderkant van dit raam is een lichaam 7 met drijfvermogen aangebracht, dat een geheel vormt met de arm 3, dat de vorm heeft van 40 een halve afgeknotte kegel. Dit lichaam 7 heeft een vlakke achterwand 8 8200426 * 3 %. >1 en een vlakke voorwand 9.At the bottom of this window, a buoyancy body 7 is provided, which is integral with the arm 3, which has the shape of a half truncated cone. This body 7 has a flat rear wall 8 8200426 * 3%. > 1 and a flat front wall 9.

Bij de uitvoeringsvorm van de fig. 2 en 3 is de arm 13 aan de achterzijde van de tanker 10 draaibaar bevestigd om een horizontale scharnieras 14 en deze arm draagt een cilindrisch lichaam met drijfver·2· 5 mogen 17 met van de tanker afgerichte delen 18, waartussen een cardan-scharnier 19 is gelegerd van het draaibare orgaan 15 dat de ankerkettinA gen 12 draagt. Bij deze uitvoeringsvorm kan het draaibare orgaan 15 ten opzichte van de arm zowel scharnierbewegingen om twee loodrecht op elkaar staande scharaierassen alsook om de vertikale draaiingsas maken.In the embodiment of Figs. 2 and 3, the arm 13 at the rear of the tanker 10 is pivotally mounted about a horizontal pivot axis 14 and this arm carries a cylindrical body with buoyancy · 2 · 5 may 17 with parts facing away from the tanker 18 between which a gimbal hinge 19 is journalled of the rotatable member 15 carrying the anchor chains 12. In this embodiment, the rotatable member 15 can make pivotal movements relative to the arm about two mutually perpendicular hinge axes as well as about the vertical axis of rotation.

10 Het lichaam met drijfvermogen bestaat uit een cilinder 17.10 The buoyancy body consists of a cylinder 17.

Bij de uitvoeringsvorm van fig. 4 is de arm 23 bij 24 scharnierend bevestigd aan de boeg van de tanker 21 en draagt bij 25 het draaibare orgaan voor de ankerkettingen 22.In the embodiment of Figure 4, the arm 23 is hingedly attached to the bow of the tanker 21 at 24 and carries the rotatable member for the anchor chains 22 at 25.

Bij deze uitvoeringsvorm is het lichaam met drijfvermogen geheel 15 onder water gelegen en wordt gevormd door een cilindrisch lichaam 27.In this embodiment, the buoyancy body is completely submerged and is formed by a cylindrical body 27.

Bij horizontale verplaatsingen van de tanker 21 wordt extra ket— tinglengte van de zeebodem opgetild. Het hiervoor nodige extra drijfvermogen is aanwezig in vakwerk 28.When the tanker 21 is moved horizontally, the extra chain length of the seabed is lifted. The extra buoyancy required for this is present in truss 28.

Bij de uitvoeringsvorm van fig. 5 is aan de boeg van de tanker 31 20 een arm 33 scharnierend bij 34 bevestigd en deze arm draagt aan zijn uiteinde ter plaatse van de waterspiegel een drijver 37. Tussen de drijver 37 en de scharnieras 34 bevindt zich een open ruimte 38, waarin het de ankerkettingen 32 dragende draaibare orgaan 35 is bevestigd.In the embodiment of fig. 5 an arm 33 is hingedly attached to the bow of the tanker 31 20 at 34 and this arm carries a float 37 at its end at the location of the water surface. Between the float 37 and the hinge shaft 34 there is a open space 38, in which the rotatable member 35 carrying the anchor chains 32 is mounted.

82004268200426

Claims

Mooring device according to claim 1, characterized in that the buoyancy body consists of a part of the arm.

Mooring device according to claim 2, characterized in that the buoyancy body is located between the horizontal pivot axis of the arm and the member carrying the anchor chains.

Mooring device according to claim 2, characterized in that the member carrying the anchor chains is located between the horizontal pivot axis of the arm and the buoyancy section.

Mooring device as claimed in one or more of the foregoing claims, characterized in that the member which is rotatable about a vertical axis and which carries the anchor chains 20 is attached to the arm via a gimbal. ***** 8200426