NL8104312A

NL8104312A - DEVICE FOR TEMPORARY EARTHING OF AN ELECTRICAL INSTALLATION.

Info

Publication number: NL8104312A
Application number: NL8104312A
Authority: NL
Original assignee: Asea Ab
Priority date: 1980-09-29
Filing date: 1981-09-18
Publication date: 1982-04-16
Also published as: NO154820B; NO154820C; NO813273L; FI69731C; GB2087167B; DE3137396C2; DE3137396A1; SE447038B; SE8006800L; FI813008L; DK431381A; FI69731B; GB2087167A

Description

4 • N.0.30.3784 • N.0.30.378

Inrichting voor het tijdelijk aarden van een elektrische : installatie.______________ ! , :Device for the temporary earthing of an electrical: installation .______________! ,:

Be uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het tijdelijk aarden van de fasegeleiders van een elektrische installatie, ; welke inrichting bestaat uit een aantal vaste contactorganen dat overeenkomt met het aantal fasegeleiders, waarbij elk contactorgaan 5 |is verbonden met een fasegeleider, en uit een aardingsstaaf die in :de contactorganen kan worden ingestoken voor het tijdelijk aarden j van de fasegeleiders. Be inrichting is bij voorkeur ontwikkeld voor : het gebruik in laagspanningsinstallaties, waarmee bedoeld is in- i stallaties voor een systeemspanning van ten minste 1000 V.The invention relates to a device for temporarily grounding the phase conductors of an electrical installation; which device consists of a number of fixed contact members corresponding to the number of phase conductors, each contact member being connected to a phase conductor, and of a grounding rod insertable into the contact members for temporary earthing of the phase conductors. The device is preferably developed for: use in low-voltage installations, which is intended for installations with a system voltage of at least 1000 V.

10 Om personeel tijdens onderhoudswerkzaamheden in elektrische in- : : stallaties te beschermen, is het onder andere voorgeschreven dat de verschillende fasegeleiders ter plaatse van de werkzaamheden moeten : worden geaard en kortgesloten. In kubusvormig omsloten schakel- en ,verdeeltoestellen voor hoge spanningen is het bekend om zulk een i 1 5 tijdelijke aarding uit te voeren met behulp van een aardingsstaaf die door een gat in het omhulsel van het schakel- en verdeeltoestel is ingestoken, waarbij contactorganen die op de verschillende fase- . staven zijn aangebracht, onderling zijn verbonden en via de staaf met een beschermend aardingscontact zijn verbonden (Buitse "Gebrauchs-20!muster" 72 15 614)· Bij deze bekende inrichting zijn de contactorganen U-vormig en voorzien van magnetische kernen voor de contact-drukversterking. Om redenen van ruimte kan dit ontwerp onder andere niet worden gebruikt in laagspanningsinstallaties en in zulke toepassingen is een ontwerp gebruikt, waarbij een contactstaaf geschei-25 den op elke fasegeleider is gemonteerd, welke contactstaaf is voorzien van een gat voor de aardingsstaaf en mogelijkerwijze voorzien van een contactbus. Op deze wijze is het mogelijk om de benodigde ruimte te verminderen, echter gaat dit ontwerp gepaard met een on-!gemakkelijke en dure instelling en paswerkzaamheden om de aardings-30 staaf door alle staven te laten verlopen.10 To protect personnel during maintenance work in electrical installations, it is, among other things, stipulated that the various phase conductors at the work site must: be earthed and shorted. Cuboid enclosed high voltage switchgear and distribution devices are known to perform such a temporary grounding using a grounding rod inserted through a hole in the switchgear and distribution device housing, with contact means provided on the the different phase. rods are arranged, mutually connected and connected via the rod with a protective earthing contact (German "Gebrauchs-20! muster" 72 15 614) · In this known device, the contact members are U-shaped and provided with magnetic cores for the contacts. pressure gain. For reasons of space, this design cannot be used in low voltage installations, among others, and in such applications a design has been used in which a contact bar is mounted separately on each phase conductor, which contact bar is provided with a hole for the grounding bar and possibly provided with a socket. In this way it is possible to reduce the space required, however, this design involves an inconvenient and expensive adjustment and fitting work to allow the grounding rod to pass through all the rods.

Be uitvinding heeft ten doel te voorzien in een aardings- en kortsluitinrichting die bij voorkeur bedoeld is voor laagspanningsinstallaties en die niet gepaard gaat met de hierboven genoemde nadelen.The object of the invention is to provide a grounding and short-circuiting device which is preferably intended for low-voltage installations and which does not involve the above-mentioned drawbacks.

35 Bit doel wordt volgens de uitvinding daardoor bereikt, dat de contactorganen vaat ten opzichte van elkaar in een isolerend lichaam zijn bevestigd, dat een gat heeft dat zich tussen de contactorganen 8104312 ' f 2 uitstrekt om de aardingsstaaf in te steken, welk lichaam met de contactorganen een afzonderlijke constructieve eenheid vormt, die i vast in de installatie is gemonteerd.The object of the invention is achieved according to the invention in that the contact members are mounted with respect to each other in an insulating body, which has a hole which extends between the contact members 8104312 'f 2 to insert the earthing rod, which body with the contact members form a separate structural unit which is fixedly mounted in the installation.

De uitvinding zal hierna nader worden toegelicht aan de hand 5 van de tekeningen. In de tekeningen toont: fig. 1 een schematisch vooraanzicht van het bovendeel van twee kubussen die deel uitmaken van een door plaatmetaal omhuld schakel-i en verdeeltoestel voor lage spanning, waarbij de frontdeuren van de ; kubus zijn verwijderd; 10 fig. 2 een zijaanzicht van eerste uitvoeringsvorm van een aar- dingsinrichting die is opgenomen in het schakel- en verdeeltoestel volgens fig. 1; fig. Ja en Jb een vooraanzicht respectievelijk een zijaanzicht gedeeltelijk in doorsnede van een isolerend element dat is opgeno-15 men in de aardingsinrichting volgens fig. 2; j ! fig. 4 een zijaanzicht waarvan de helft in doorsnede is, van 1 een eerste uitvoeringsvorm van een contactbus voor een aardings-i inrichting van het in fig. 2 getoonde type; fig. 5 op dezelfde wijze een tweede uitvoeringsvorm van zulk een | 1 20 contactbus; fig. 6a en 6b een zijaanzicht respectievelijk vooraanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van een aardingsinrichting voor het schakel- en verdeeltoestel volgens fig. 1; fig. 7 een uitvoeringsvorm van een aardingsstaaf volgens de uit-25 ;vinding; fig. 8 een zijaanzicht van een derde uitvoeringsvorm van een aardingsinrichting voor het schakel- en verdeeltoestel volgens fig.1; fig. 9 een vooraanzicht van de aardingsinrichting volgens fig.8; fig. 10 een centrale doorsnede door een van de contactplaten 30 van de aardingsinrichting volgens de fig. 8 en 9; fig. 11 een vooraanzicht van een inrichtingsgroep met een aardingsinrichting volgens de uitvinding; en fig. 12 een doorsnede door de inrichtingsgroep volgens de lijn A-A in fig. 11.The invention will be explained in more detail below with reference to the drawings. In the drawings: Fig. 1 shows a schematic front view of the top of two cubes which are part of a sheet metal enclosed switchgear and distribution device for low voltage, with the front doors of the; cube have been removed; Fig. 2 is a side view of a first embodiment of an earthing device which is incorporated in the switching and distribution device according to Fig. 1; Figs. Ja and Jb show a front view and a side view, respectively, partly in cross section of an insulating element incorporated in the earthing device according to Fig. 2; j! Fig. 4 is a side view, half of which is in section, of a first embodiment of a socket for a grounding device of the type shown in Fig. 2; FIG. 5 similarly shows a second embodiment of such a | 1 20 socket; 6a and 6b show a side view and front view, respectively, of a second embodiment of a grounding device for the switching and distribution device according to Fig. 1; Fig. 7 shows an embodiment of a grounding rod according to the invention; Fig. 8 is a side view of a third embodiment of a grounding device for the switching and distribution device according to Fig. 1; Fig. 9 is a front view of the earthing device according to Fig. 8; FIG. 10 is a central section through one of the contact plates 30 of the grounding device of FIGS. 8 and 9; Fig. 11 is a front view of a device group with a grounding device according to the invention; and FIG. 12 is a section through the device group taken on the line A-A in FIG. 11.

35 , Fig. 1 toont het bovendeel van een apparatenkast of kubus 1 met leen zijkabelkast 2. De horizontale rails 3 strekken zich uit door het bovendeel van de kast en de verticale rails 4 zijn daarmee verbonden. Met het verticale railsysteem zijn achtereenvolgens een :apparatengroep 5 voor hogere nominale stromen (tot aan ongeveer 40 800 A) en een apparatengroep 6 voor lagere nominale stromen (tot aan .c 8 1 0 4 3 1 2 3 63 A) verbonden. De apparatengroep 5 kan bijvoorbeeld een belasting-; schakelaar 7 met in serie geschakelde mesveiligheden 8 omvatten.35, FIG. 1 shows the top part of an appliance box or cube 1 with a side cable box 2. The horizontal rails 3 extend through the top part of the box and the vertical rails 4 are connected thereto. The vertical rail system successively connects: device group 5 for higher rated currents (up to about 40 800 A) and device group 6 for lower rated currents (up to .c 8 1 0 4 3 1 2 3 63 A). The device group 5 can, for example, be a load; switch 7 with blade safety devices 8 connected in series.

;De aansluitstaven van de groep aan de belastingzijde zijn verbonden met verbindingsstaven 9a, 9b, 9c, die zich uitstrekken tot in de 5|kabelkast 2 voor de verbinding van uitgaande kabels met het belas-tingsvoorwerp. De verbindingsstaven 9a, 9b, 9c zijn vast verbonden ;met een aardingsinrichting 10 die hierna in bijzonderheden zal worden beschreven aan de hand van de fig. 2-5. De apparatengroep 6 kan bij-!voorbeeld een draadveiligheid met of zonder een groepschakelaar om- ; 10 vatten en is voorzien van verbindingscontacten van het insteektype. j De kabelverbinding naar de belasting is uitgevoerd als een rij aan-sluitblokken die rechtstreeks samenwerken met de vaste insteek-'contacten aan de belastingzijde van de apparatengroep. De rij aan-;sluitblokken omvat aansluitblokken 11 voor de fasegeleiders en een 15 aantal blokken 12 voor signaal- en werkgeleiders. Aan één einde van . de rij blokken is een aardingsinrichting 13 aangebracht die hierna in bijzonderheden zal worden beschreven aan de hand van de fig. 8-10.The terminal bars of the load-side group are connected to connecting bars 9a, 9b, 9c, which extend into the cable box 2 for connecting outgoing cables to the load object. The connecting rods 9a, 9b, 9c are fixedly connected to a grounding device 10 which will be described in detail below with reference to Figures 2-5. The device group 6 can, for example, switch a wire safety with or without a group switch; 10 and is equipped with plug-in type connection contacts. The cable connection to the load is constructed as a row of terminal blocks which interact directly with the fixed plug contacts on the load side of the equipment group. The row of terminal blocks comprises terminal blocks 11 for the phase conductors and a number of blocks 12 for signal and working conductors. At one end of. in the row of blocks, a grounding device 13 is provided, which will be described in detail hereinafter with reference to Figs. 8-10.

Fig. 2 toont een zijaanzicht van de aardingsinrichting 10 die is i ingericht voor de grotere apparatengroep 5· Deze aardingsinrichting ; 20 bestaat uit een aantal drukgegoten isolerende elementen 14 van het ontwerp dat in de fig. 3a en 3b is getoond, die tezamen met een benodigd aantal contactbussen 15 met verbindingsgeleiders 16 in een stapel zijn;gerangschikt, die tezamen wordt gehouden door middel van vier schroeven 17 die zich door de stapel tussen een achtereindplaat 25 18 en een vooreindplaat 19 uitstrekken. De aardingsinrichting is rechtstreeks op de verbindingstaaf 9b bevestigd, waarop één van de contactbussen van de aardingsinrichting is bevestigd. De andere twee verbindingsstaven 9a en 9c zijn elk verbonden met een contact- : bus in de aardingsinrichting via de verbindingsgeleiders 16a en 16c.Fig. 2 shows a side view of the earthing device 10 which is adapted for the larger apparatus group 5. This earthing device; 20 consists of a plurality of pressure-molded insulating elements 14 of the design shown in FIGS. 3a and 3b, which are arranged together with a required number of receptacles 15 with connecting conductors 16, which are held together by four screws 17 extending through the stack between a rear end plate 18 and a front end plate 19. The earthing device is mounted directly on the connecting rod 9b, to which one of the earthing device sockets is mounted. The other two connecting rods 9a and 9c are each connected to a socket in the grounding device via the connecting conductors 16a and 16c.

! j .30 Tussen de contactbussen 15a, 15b en 15c van de fasegeleiders en de voorste eindplaat 19 van de aardingsinrichting is een extra contact-! ibus 15j aangebracht, die via een verbindingsgeleider l6j met een i geaarde beschermingsgeleider is verbonden. Alle contactbussen zijn coaxiaal opgesteld en kunnen onderling worden verbonden door middel ; 35 van een aardingsstaaf 20 die wanneer een tijdelijke aarding moet ! iworden uitgevoerd, wordt ingestoken door een centraal gat in de eindplaat 19 tot in de positie getoond in fig. 2. Op deze wijze worden alle fasegeleiders kortgesloten en geaard.! j .30 Between the sockets 15a, 15b and 15c of the phase conductors and the front end plate 19 of the earthing device there is an additional contact! ibus 15j, which is connected via a connecting conductor 16j to a grounded protective conductor. All sockets are arranged coaxially and can be interconnected by means of; 35 from a grounding rod 20 which should when a temporary grounding! To be performed, it is inserted through a central hole in the end plate 19 to the position shown in Fig. 2. In this way, all phase conductors are shorted and grounded.

De fig. 4 en 5 tonen twee verschillende uitvoeringsvormen van 40 contactbussen voor de aardingsinrichting getoond in fig. 2.Figures 4 and 5 show two different embodiments of 40 earthing device receptacles shown in Figure 2.

. ,c 8 1 0 4 3 1 2 4. , c 8 1 0 4 3 1 2 4

De coütactbus 15' volgens fig. 4 is van een uitwendige schroefdraad : voorzien en van een kraag 21 en een moer 22 voor het schroeven op een verbindingsgeleider 16. De contactbus 15" volgens fig. 5 is anderzijds rechtstreeks geperst op de verbindingsgeleider 16. Beide 5 contactbussen zijn inwendig voorzien van contactplaten 25 met naar boven gevouwen flappen voor het verminderen van de overgangsweer-stand, bijvoorbeeld van het ontwerp dat in de Duitse octrooiaanvrage 1.286.170 is beschreven. De verbindingsgeleiders 16 zijn opgebouwd uit verscheidene evenwijdige kopersegmenten die elk een dikte hebben i van bijvoorbeeld 1 mm en aldus een zekere flexibiliteit aan de ge-; leiders geven. De contactbussen 15» die voorts een zekere vrijheid van beweging tussen de twee kunststofisolatoren 14 hebben, hebben aldus een mogelijkheid van oplijning ten opzichte van de aardings- | staaf 20 wanneer deze wordt ingestoken.The contact sleeve 15 'of FIG. 4 is externally threaded and has a collar 21 and a nut 22 for screwing onto a connecting conductor 16. The contact sleeve 15 "of FIG. 5 is, on the other hand, directly pressed onto the connecting conductor 16. Both 5 sockets are internally provided with contact plates 25 with upwardly folded flaps to reduce the transition resistance, for example of the design described in German patent application 1,286,170. The connecting conductors 16 are built up of several parallel copper segments, each of a thickness of 1 mm, for example, and thus give the conductors a certain flexibility The contact sockets 15, which furthermore have a certain freedom of movement between the two plastic insulators 14, thus have the possibility of alignment with respect to the earthing | bar 20 when inserted.

15 De fig. 6a en 6b tonen een zijaanzicht respectievelijk voor- j aanzicht van een aardingsinrichting die bedoeld is voor groepen met een lagere nominale stroom, waarbij de verbinding tussen de ! fasegeleiders en de aardingsinrichting plaatsvindt door middel van kabels die op de aansluitstaven 24a, 24b en 24c op de aardingsstaaf 20 zijn geschroefd. Voor de beschermende aardingsverbinding wordt een staaf 24j in de getoonde uitvoeringsvorm toegepast. De eindplaten 25» 26 van de aardingsinrichting zijn geconstrueerd als verbindings-'beugels voor het schroeven van de inrichting op een montagevlak dat loodrecht is gericht op het front van de kast van het schakel- en 25 verdeeltoestel. Met betrekking tot andere aspecten is de aardingsinrichting hoofdzakelijk op dezelfde wijze geconstrueerd als die in fig. 2 is getoond.Figures 6a and 6b show a side view and front view, respectively, of a grounding device intended for groups with a lower nominal current, with the connection between the phase conductors and the grounding device are by means of cables which are screwed onto the connecting rods 20a, 24b and 24c. For the protective earth connection, a rod 24j in the shown embodiment is used. The end plates 25, 26 of the grounding device are constructed as connecting brackets for screwing the device onto a mounting surface that is perpendicular to the front of the switchgear and distribution box. With regard to other aspects, the grounding device is constructed essentially in the same manner as that shown in Fig. 2.

Met een aardingsinrichting volgens de uitvinding kan de aardingsstaaf hetzij glad zijn en kunnen de vaste contactbussen 15 aan de 30 binnenzijde zijn voorzien van contactsegmenten 23 volgens de uitvoeringsvorm van de fig. 2-5» of kan de aardingsstaaf worden voorzien van contactsegmenten, terwijl de contactbussen gladde contact- ; vlakken hebben. Fig. 7 toont een aardingsstaaf 20' van het laatstgenoemde ontwerp, die voorzien is van veerkrachtige contactplaten 35 23' die de staaf omgeven op plaatsen die wanneer de staaf is inge-:stoken, recht voor de vaste contactorganen liggen. De contactplaten bestaan uit betrekkelijk dunne platen van bijvoorbeeld beryllium brons voorzien van geponste naar buiten gevouwen contactflappen.With a grounding device according to the invention, the grounding rod can either be smooth and the fixed contact sockets 15 can be provided on the inside with contact segments 23 according to the embodiment of fig. 2-5, or the grounding rod can be provided with contact segments, while the contact sockets smooth contact; have planes. Fig. 7 shows a grounding rod 20 'of the latter design, which is provided with resilient contact plates 23' surrounding the rod in locations which are straight in front of the fixed contact members when the rod is inserted. The contact plates consist of relatively thin plates of, for example, beryllium bronze with punched out-folded contact flaps.

De platen zijn in zich rondom de staaf uitstrekkende sleuven beves-40 tigddoor middel van 0-ringen of dergelijke. Pig. 7 toont eveneens LC 81 0 4 3 1 2 5 : de positie van de vaste contactstaven 15a-, 15b en 15c van de aardingsinrichting die moeten worden verbonden met de fasegeleiders van de ; groep in kwestie, alsmede de positie van het beschermende aardings-contact 1 5 j . Indien de aardingsstaaf op deze wijze is voorzien van 5 contactsegmenten (in plaats van vaste contactorganen), kunnen de ' totale kosten voor het aarden van een schakel- en verdeeltoestel i aanzienlijk worden verlaagd, aangezien de aardingsstaaf gemeen-I schappelijk kan zijn voor diverse groepen, maar een aardingsinrich-! ting moet voor elke groep worden voorzien.The plates are secured in slots extending around the bar by O-rings or the like. Pig. 7 also shows LC 81 0 4 3 1 2 5: the position of the fixed contact bars 15a, 15b and 15c of the earthing device to be connected to the phase conductors of the; group in question, as well as the position of the protective earthing contact 1 5 j. If the earth rod is provided with 5 contact segments in this way (instead of fixed contact members), the total cost of grounding a switch and distribution device can be considerably reduced, since the earth rod can be common to several groups , but a grounding device! ting should be provided for each group.

10 De fig. 8 en 9 tonen een zijaanzicht respectievelijk een voor- i aanzicht van een aardingsinrichting 1 3 die bedoeld is voor kleine groepen met een nominale stroom tot aan 63 A. De aardingsinrichting is opgebouwd uit een aantal drukgegoten isolerende elementen 27 die tussen zich in vaste contactplaten 28 heeft. De inrichting is beves-15 tigd door. twee doorgaande schroeven 29. De achterste eindplaat 30 : van de inrichting is uitgerust met een bevestiging voor de montage ! op een ondersteuningsstaaf van een standaard ontwerp, waardoor de : aardingsinrichting tezamen met gewone aansluitblokken in één rij j ! | 1 kan worden gemonteerd, zoals uit fig. 1 duidelijk blijkt. De isole- 20 rende elementen 27 en de contactplaten 28 hebben een doorgaand gat 31 voor een aardingsstaaf 20. De platen 28 zijn voorzien van ver-bindingsorganen 32 voor de verbindingsgeleiders 33a, 33b, 33c en 33j : via welke de aardingsinrichting is verbonden met de fasegeleider rsspectievelijk beschermende aardingsgeleider van de bijbehorende 25 : groep. Nabij het gat 31 zijn naar binnen gerichte contacttongen 34 in de platen geponst. Zoals uit fig. 10 blijkt hebben de contacttongen een U-vormige bocht in het midden, waardoor de tongen in radiale richting flexibel zijn, zodat een goed contact met de aardingsstaaf wordt gemaakt, zonder dat het insteken of uittrekken van de 30 staaf moeilijk wordt.FIGS. 8 and 9 show a side view and a front view, respectively, of a grounding device 1 3 which is intended for small groups with a nominal current up to 63 A. The earthing device is built up of a number of pressure-molded insulating elements 27 which are located between them. in fixed contact plates 28. The device is confirmed by. two through screws 29. The rear end plate 30: of the device is equipped with an attachment for mounting! on a support rod of a standard design, whereby the: grounding device together with ordinary terminal blocks in one row j! | 1 can be mounted, as can be seen clearly from fig. 1. The insulating elements 27 and the contact plates 28 have a through hole 31 for a grounding rod 20. The plates 28 are provided with connectors 32 for the connecting conductors 33a, 33b, 33c and 33j through which the earthing device is connected to the phase conductor r protective earth conductor of the associated 25: group, respectively. Near the hole 31, inwardly facing contact tongues 34 are punched into the plates. As shown in Fig. 10, the contact tongues have a U-shaped bend in the center, making the tongues flexible in the radial direction, making good contact with the grounding rod without making insertion or withdrawal of the rod difficult.

De fig. 11 en 12 tonen een apparatengroep 35 die in een kast van een schakel- en verdeeltoestel is gemonteerd en die is voorzien van een belastingschakelaar en een aardingsinrichting 10 van het ontwerp dat in fig. 2 is getoond. De deur 36 van de apparatengroep is voor-35 zien van een gat 37 waardoor een aardingsstaaf 20 met een losneembaar handvat 38 in de aardingsinrichting kan worden gestoken. Aldus kan een tijdelijke aarding achter een gesloten deur worden uitgevoerd. Het gat is voorzien van een deksel 39 dat aan de binnenzijde van de deur is aangebracht, welk deksel via een koppelmechanisme 40 is ver-: 43 bonden met de bedieningshandgreep 41 van de belastingschakelaar.Figures 11 and 12 show a group of devices 35 mounted in a switchgear and distribution cabinet, which includes a load switch and a grounding device 10 of the design shown in Figure 2. The door 36 of the appliance group is provided with a hole 37 through which a grounding rod 20 with a detachable handle 38 can be inserted into the earthing device. Thus, a temporary grounding can be performed behind a closed door. The hole is provided with a cover 39 which is arranged on the inside of the door, which cover is connected via a coupling mechanism 40 to the operating handle 41 of the load switch.

8104312 6 ' Door middel van deze vergrendeling kan de aardingsstaaf niet worden : ingestoken totdat de schakelaar is geopend.8104312 6 'The earthing rod cannot be inserted by means of this lock: until the switch is opened.

De uitvinding is niet beperkt tot de getoonde uitvoeringsvormen, maar diverse varianten zijn mogelijk. Bijvoorbeeld behoeft het iso-5 lerende lichaam van de aardingsinrichting niet te bestaan uit een aantal gelijke isolerende elementen die in een stapel zijn gerangschikt, die tezamen wordt gehouden door bouten die zich in axiale richting door de stapen uitstrekken, maar het lichaam kan ook bestaan ! i : | uit wee helften die tezamen worden gehouden, welke helften aan hun ! ; ' i 10 1 naar elkaar toe gekeerde vlakken zijn voorzien van uitsparingen I I voor de contactorganen en de aardingsstaaf. Yoorts behoeven de vaste ! contactorganen van de aardingsinrichting niet beslist te bestaan uit speciale contactbussen of contactplaten, maar kunnen in beginsel ook bestaan uit bijvoorbeeld eenvoudige rails met doorgaande gaten 15 voor de aardingsstaaf, • i ! 8104312 · iThe invention is not limited to the embodiments shown, but various variants are possible. For example, the insulating body of the grounding device need not consist of a number of equal insulating elements arranged in a stack held together by bolts extending axially through the steps, but the body may also exist! i: | from two halves held together, what halves to them! ; Faces facing each other are provided with recesses I for the contact members and the grounding rod. The regular ones need! contact members of the earthing device do not necessarily consist of special contact sleeves or contact plates, but may in principle also consist of, for example, simple rails with through holes 15 for the earthing rod, • i! 8104312i

Claims

1. Device for temporarily grounding the phase conductors of an electrical installation, which device consists of a number of fixed contact members corresponding to the number of phase conductors, 5. each contact member is connected to one phase conductor, and off; a grounding rod insertable into the contact members for temporary grounding of the phase conductors, characterized in that the contact members (15, 28) are fixedly fixed to each other1 in an insulating body having a hole (31) for 10 inserting the grounding rod, which extends between the contact members, the contact member body forming a separate structural unit fixedly mounted in the installation.

2. Device according to claim 1, m. E notice that a protective earth contact (l5j) is present, that! 15 together with the phase contactors (15a, 15b, 15c) is mounted in the body such that the ground rod (20) first contacts the protective earth contact (I5j) during insertion: before the rod makes contact with the phase contact organs.

Device according to claim 1 or 2, characterized in that the earthing rod (20 ') is provided at its contact points with resilient contact plates (23') which surround the rod (20 '); ven (fig. 7)

Device according to claim 1 or 2, characterized in that the fixed contact members consist of bushes (15 *> 15 ") 25 in which resilient contact plates (23) are arranged (Fig. 4 and 5).

Device according to claim 1 or 2, characterized in that; note that the fixed contact members consist of plates (28) with holes (31) for the grounding rod (20), inwardly facing spring; 30 powerful contact tongues (34) punched in the portion of the plates closest to the hole.

Device according to any one of the preceding claims, characterized in that the contact members (15 - 28) are connected to their associated phase conductors via flexible connection conductors (16, 35)

Device according to any one of the preceding claims, characterized in that the insulating body consists of a number of mutually equal insulator elements (14 »27) stacked on top of each other and compressed by bolts (17> 29), which extend axially through the stack, whereby the contact members (15-28) are fixed between the insulating elements (14-27) placed adjacent to each other.

8. Device as claimed in any of the claims 1-6, characterized in that the insulating body consists of two halves 5 which are held together by screws and which are provided with recesses for the facing surfaces. contact members and the grounding rod.

Device according to any of the preceding claims, mounted in a cube of a switching and distribution device, characterized in that the contact devices (15 - 28) are arranged in line with a hole (57) for the earthing rod (20). , which is arranged in the front (36) of the cube of the switching and distribution device, which hole is provided with a cover (39) which is locked to a switch for the group conductor in which the earthing device is arranged, so that the earthing rod (20) cannot be inserted until the switch is opened. ! 1: I, I 8104312