NL8103306A

NL8103306A - Hulplans voor het uitvoeren van metingen en/of monsternames in een metallurgische oven en werkwijze voor het gebruik van deze hulplans.

Info

Publication number: NL8103306A
Application number: NL8103306A
Authority: NL
Original assignee: Estel Hoogovens Bv
Priority date: 1981-07-10
Filing date: 1981-07-10
Publication date: 1983-02-01
Also published as: ATE12008T1; DE3262474D1; EP0069433B1; CA1176079A; SU1192640A3; US4438653A; EP0069433A1

Description

' . . * ► * •v -/ κο 459 t

HULPLAFS VOOR HET UITVOEREH VAF METIFGEF EF/OF MOFSTERFAMES IF EEF METALLURIGISCHE OVEF Ml WERKWIJZE VOOR HET GEBRUIK VAF DEZE HULP-LAFS

Boor aanvraagster wordt als uitvinder genoemd: F.H. Beentjes te Uitgeest 5 Be uitvinding heeft betrekking op een hulplans, ten behoeve van het uitvoeren van met ingen en/of monsternames in een metallurgische oven, van het type omvattende een buitenmantel met aan het achter-einde daaraan ophangmiddelen voor de Ians en aan het vooreinde be-vestigingsmiddelen voor een meet- en/of monstersonde. Tevens heeft 10 de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het gebruik van een zodanige hulplans, waarbij in een metallurgische oven van het type met een hoofdlans voor de toevoer van zuurstof, periodiek de hulplans met een sonde tot in een metaalbad wordt bewogen en weer terug-getrokken.

15 Be uitvinding zal in het bijzonder worden beschreven aan de toepassing in een staalconverter van het type waarbij vloeibaar ruw-ijzer tot staal wordt bereid door het van bovenaf door een hoofdlans blazen van zuurstof op het ruwijzerbad. Analoge toepassing van de uitvinding is echter mogelijk bij metallurigische processen in andere 20 typen metallurgische ovens.

Teneinde het verloop van het raffinage proces in de staaloven tijdens het zuurstofblazen te kunnen volgen en zonodig besturen, wordt veelal gebruik gemaakt van een hulplans van het in de aanhef bekend gestelde type. Tijdens het zuurstofblazen, of ook wel tijdens 25 een interval in het zuurstofblazen, wordt de hulplans parallel aan de hoofdlans naar beneden bewogen, totdat een sonde tot in het bad reikfc. Be sonde kan zijn uitgevcerd met middelen voor het meten van de badtemperatuur en/of voor het analyseren van de concentratie van bepaalde elementen zoals koolstof of zuurstof in het bad. Beze meet-30 resultaten kunnen dan vanaf de sonde via een kabel door de hulplans /2 8103306 $ * [ 2 HO 459 <w naar buiten de oven gebracht worden. Ook is het mogelijk om de sonde als een monsterpot uit te voeren, waarmee de hulplans een monster uit het bad kan halen, welk monster daarop buiten de oven geanaly-seerd kan worden.

5 De techniek van de toepassing van hulplansen voor het uit voeren van met ingen en/of voor het nemen van monsters is uitvoerig in de vakliteratuur beschreven.

Een bezwaar waarop gestoten wordt bij het gebruik van een hulplans bestaat daarin, dat de hulplans bij het omlaag bewegen, bij blazende lans7 vanuit de oven asimetrisch wordt verhit. Dit leidt tot een kromtrek-10 ken-van de hulplans, zodat deze sfechts voor een of' enkelemetingen geschikt is. Een gebruikelijke methode om aan dit bezwaar tegemoet te komen bestaat daarin.-dat na gebruik de Ians uit zijn ophanging wordt verwij-derd, en elders weer wordt rechtgebogen. Daarop kan hij weer worden ingehangen en voor een volgende toepassing worden gebruikt.

15 Het is duidelijk dat hierdoor de beschikbaarheid van de hulp- land wordt beperkt en het bedrijven en in gereedheid brengen ervan extra arbeid vereist. In het bijzonder indien de hulplans van het vloeistof gekoelde type is dienen telkens ten behoeve van het recht— buigen, de aansluitingen voor de vloeistofkoeling te worden losge-20 nomen en weer te worden vastgezet.

Een ander bezwaar van het bekende gebruik van de hulplans bestaat daarin dat ten gevolge van het krombuigen van de hulplans de hiermee verkregen meetgegevens een beperkte reproduceerbaarheid bezitten. Doel van de uitvinding is het nu om deze bezwaren te onder-' 25 vangen.

De uitvinding bestaat nu daarin dat bij de bekendgestelde con-structie van de hulplans nabij het achtereinde de buitenmantel ge-deeld is, vjaarbij de twee delen door middel van een verdraaibare koppeling met elkaar zijn verbonden.

30 Hiermee kan bereikt worden dat na een eerste gebruik van de hulplans, waarbij deze hulplans is kromgetrokken, het kromgetrokken deel van de hulplans kan worden verdraaid, waardoor de hulplans in andere richting kromstaat* Bij een volgend gebruik van de hulplans zal hij daarop weer terugbuigen naar de oorspronkelijke rechte stand.

/3 8103306 ! 3 HO 459 3

Bij toepassing van een hulplans bij een staaloven zal deze als regel van het vloeistofgekoelde type zijn. Bij een zodanige Ians wel— ke verder een binnenmantel en een tussenmantel, alsmede nabij het achtereinde van de Ians aansluitingen voor toe- en afvoer van de 5 koelvloeistof bezit, welke aansluitingen in verbinding staan met de ruimtes tnssen buiten en tussenmantel, respectievelijk tussen binnen en tussenmantel, gaat de voorkeur uit naar een constructie volgens de uitvinding waarbij de binnenmantel met een vloeistofafdichting draaibaar aansluit op het bevestigingsmiddel voor de sonde, en waar-10 bij de tussenmantel ongedeeld reikt tot nabij het vooreinde van de Ians* Bij een Ians van het vloeistofgekoelde type dient dan uiter-aard de verdraaibare koppeling tussen de delen van de buitenmantel ook voorzien te zijn van een afdichting teneinde lekkage van koelvloeistof te voorkomen· 15 Behalve ora de hulplans heeft de uitvinding ook betrekking op de werkwijze voor het gebruik ervan, en wel speciaal op het gebruik in een metallurigische oven van het type met een hoofdlans voor de toe-voer van zuurstof, en waarbij periodiek de hulplans met een sonde tot | in het metaalbad wordt bewogen en weer wordt teruggetrokken· Denk-20 baar is het om na iedere meting met de hulplans het voorstuk van de buitenmantel te verdraaien, waarbij een situatie bereikbaar is waarbij de Ians bij iedere meting op overeenkomstige wijze krom gaat staan* Denkbaar zou ook zijn om de Ians tijdens een meting te verdraaien v/aardoor het kkomtrekken direkt gecompenseerd kan worden* Be voor-25 keur gaat echter uit naar een werkwijze welke zo min mogelijk mani— puleren met de hulplans vereist, en waarbij toch goede resultaten kunnen worden verkregen. Volgens de uitvinding wordt dit bereikt indien na elke tweede keer dat de hulplans naar het metaalbad is bewogen het draaibare deel van de buitehbuis over circa 180° verdraaid 30 wordt, waarbij de eerste verdraaiing geschiedt na het eerste gebruik van de hulplans. Indien na dit eerste gebruik de Ians is verbogen, zal hij na de eerste verdraaiing bij het eerstvolgende gebruik weer naar de rechte stand terugbuigen, en na het tweede daaropvolgende gebruik weer in de eerste stand zijn gaan kromstaan* Daarop kan het 35 buisdeel weer worden verdraaid, waarna deze volgorde zich blijft herhalen.

8103306 /4

ί * V

I 4 HO 459

Gebleken is dat 6p deze wijze elk demonteren en hermonteren van de hulplans overbodig is geworden*

De uitvinding zal een de hand van een drietal figuren worden toegelicht: 5 In de figuren 1A en 1B zijn situatie schetsen van de hulplans volgens de uitvinding in versohillende procesfasen getoond*

Pig. 2 toont de hulplans deels in aanzicht deels in langsdoor-snede meer in derails·

Pig. 3 is een afbeelding van een hulpgereedschap te gebruiken 10 bi j het verdraaien van de hulplans.

In de figuren 1A en 1B is met verwijzingscijfer 1 een hoofdlans afgebeeld v.Telke zuurstof blaast op eenmetaalbad 2· Evenwijdig aan de zuurstof Ians 1 is een hulplans 3 in de laagste stand afgebeeld, waarbij een sonde 5 tot in het bad reiki· Aan het boveneinde van 15 de hulplans zijn enkele vleugels 4 aangebracht we Ike dienen als ophangmiddelen om de hulplans in een aandrijfsysteem te hangen.

Het aandrijfsysteem is niet getekend daar het van een gebruikelijk type is waarmee hulplansen omhoog en omlaag kunnen worden bewogen.

Een toevoer 6 en een afvoer 7 voor koelvloeistof zijn nabij het 20 boveneinde aangebracht, waardoor de hulplans tot nabij de bevesti-, gingsmiddelen voor de sonde 5 met behulp van doorstromende vloeistof gekoeid kan worden.

Habij het boveneinde van de hulplans is de buitenmantel 3 ge-deeld, waarbij de twee delen door koppelingshelften 8 en 9 met elkaar 25 zijn verbonden. Koppelingshelften 8 en 9 zijn ten opzichte van elkaar verdraaibaari. en voorzien van een afdichting teneinde lekkage van de koelvloeistof te voorkomen·

In fig· 1A is de stand.van de Ians voor het zuurstofblazen op het bad met getrokken lijnen getekend. Be hulplans is dan nog recht.

30 Tijdens het blazen wordt de hulplans aodanig eenzi jdig verhit dat hij na het zuurstofblazen kromgetrokken is, en wel overeenkomstig de met streeplijnen aangegeven stand*

Wordt nu de hulplans omhoog bewogen, dan wordt in de geheven stand koppelingshelft 9 180° verdraaid ten opzichte van koppelings-35 helft 8, waardoor bi j het weer in.de volgende gezakte stand brengen van de hulplans deze de stand aanneemt als if fig. 1B met getrokken lijnen is aangegeven. ITadat vervolgens weer op het bad is geblazen is /5 81 03 3 0 6 „ * -9 5 HO 459 de hulplans weer zodanig teruggebogen dat hij nu weer reclrt is, zoals met gestreepte lijnen in fig. 1B is aangegeven.

Buidelijk is het dat tussen dit einde blazen en het vervolgens weer omhoog en omlaag bewegen van de hulplans geen verdraaiing van 5 de koppelingshelften 8 en 9 ten opzichte van elkaar nodig is, daar de Ians nu in de stand en vorm is als in de uitgangspositie van fig.

1A. Ha het volgende gebruik van de hulplans echter zal hij weer ver-bogen zijn, en moeten de twee lanshelften v.'eer ten opzichte van elkaar verdraaid worden. Eenmaal dat deze praktijk wordt gevolgd is het dus 10 voldoende dat het onderste deel van buitenmantel 3 na telkens 2 keer gebruik van de hulplans over 180° wordt verdraaid.

In fig. 2 is op vergrote schaal de constructie van de hulplans schematise]! aangegeven, deels in aanzicht en deels in langsdoorsnede. Overeenkomstige verwijzingscijfers in de figuren 1 en 2 verwijzen 15 naar overeenkomstige elementen.

In fig. 2 zijn behalve de buitenmantel 3, en het verlengde stuk 11 hiervan, ook een tussenmantel 14 en een binnenmantel 15 aangegeven. Tussen deze drie mantels bevinden zich twee kamers welke nabij het vrije ondereinde van tussenmantel 14 vri j met elkaar in verbinding 20 staan. In het verlengde van buitenmanteldeel 11 is een eindstuk 12 bevestigd, waarin een buisstuk 13 vloeistof afdichtend is bevestigd, waarvan een buisstuk 13 deel uitmaakt hetwelk draaibaar is binnen een buisstuk 16 in het verlengde van binnenmantel 15. Buisstukken 13 en 16 zijn met behulp van afdichtingsringen 17 vloeistofdicht gekoppeld.

25 Op het, van een contactblok 25 voorziene, bevestigingsmiddel 10 aan . het uit einde van element 12 kan een sonde geschoven worden voor het uit- voeren van met ingen en/of monstemames.

Koppelingsdelen 8 en 9 zijn vloeistofdicht op elkaar af^dicht met behulp vanpakking20. Een ring 18 is om deel 8 draaibaar, fcaartoe door schroeven 30 19 opgesloten kogelt jes in een groef in deel 8 kunnen bewegen. Koppelings-helft 9 is met behulp van schroeven 21 tegen de ring 18 getrokken.

Be krans schroefkoppen 21 doet ook dienst als aangrijpingsmiddel om mantelde el 11 te verdraaien ten opzichte van manteldeel 3· In fig. 3 is daartoe een sleutel afgebeeld welke een handgreep 22 en een half 35 circelvormig ringdeel 23 omvat waarin uitsparingen' 24» Be uitsparingen 24 corresponderen met de schroefkoppen 21.

/* 8103306

Claims

1. Hulplans, ten behoeve van het uitvoeren van metingen en/of mon-sternames in een metallurgische oven, van het type oravattende een huitenmantel met aan het aohtereinde daaraan ophangmiddelen voor de Ians en aan het vooreinde hevestigingsmiddelen voor een meet en/of monstername/sondef met het kenmerk, dat nabijhet achter-einde· de huitenmantel gedeeld is, waarbij de twee delen door mid-del van een verdraaibare koppeling met elkaar zijn verbonden.

2. Hulplans volgens conclusie 1, van het vloeistofgekoelde type met een binnenmantel en een tussenmantel, alsmede nabij het aohtereinde van de Ians aansluitingen voor toe- en afvoer van koel-vloeistof, welke aansluitingen in verbinding staan met de ruimtes tussen buiten- en tussenmantel, respectievelijk tussen binnen- en tussenmantel, met het kenmerk, dat de binnenmantel met een vloei-stofafdichting draaibaar aansluit op een hevestigingsdeel voor de sonde, en dat de tussenmantel ongedeeld reikt tot nabij het · vooreinde van de Ians*

3. Werkwijze voor het gebruik van een hulplans van het type volgens conclusie 1 of 2, waarbij in een metallurgische oven van het type ! met een hoofdlans voor de toevoer van zuurstof, periodiek de hulp lans met een sonde tot in een metaalbad wordt bewogen en weer teruggetrokken, met het kenmerk, dat na elke tweede keer dat de hulplans naar het metaalbad is bewogen het draaibare deel van de buitenbuis over ca. 180° verdraaid wordt, waarbij de eerste ver-draaiing geschiedt na het eerste gebruik van de hulplans* # 8103306