NL8102302A - Gasmeter en eenbuisaansluiting. - Google Patents

Description

* i VO 1901

Titel: Gasmeter en éénbuisaansluiting.

De uitvinding heeft betrekking op een gasmeter met éënbuisaan-sluiting, waarbij inlaatkanaal en uitlaatkanaal coaxiaal ten opzichte van elkaar in een dubbele aansluitstomp uitmonden, welke uit twee coaxiaal ten opzichte van elkaar aangebrachte, door radiale ruggen 5 onderling verbonden buizen bestaat.

Een dergelijke gasmeter is bekend uit het Duitse Auslegeschrift 1.113.616, het Duitse octrooischrift 1.100.997 of het Amerikaanse oc-trooischrift 2.807.959.

Bij de bekende gasmeters is de dubbele afsluitstomp met de binnen-10 buis, de ruggen en de buitenbuis als een één geheel vormend gietdeel vervaardigd. In de praktijk is hiervoor een materiaal gebruikt, dat de vervaardiging als gietdeel vergemakkelijkt, bijvoorbeeld messing.

Het is echter gewenst, dat een gasmeter zoveel mogelijk bestand is tegen brand. Bij een brand moet de gasmeter zolang mogelijk afdichten en het 15 naar buiten stromen van gas verhinderen. Dit bestand zijn tegen brand is met een dubbele aansluitstomp uit messing niet te bereiken, omdat bij het gebruik van messing de felsrand, waarmee de dubbele aansluitstomp normaliter aan het huis bevestigd is, bij hoge temperaturen zacht en ondicht wordt.

20 Aan de uitvinding ligt het probleem ten grondslag, bij een gas meter van het hierboven omschreven type met weinig kosten de dubbele aansluitstomp zodanig uit te voeren, dat een vuurvaste bevestiging aan het huis van de gasmeter mogelijk is.

Volgens de uitvinding wordt dit probleem opgelost, doordat de 25 dubbele aansluitstomp een buisvormig buitendeel uit staal heeft, waarin een de binnenbuis, de ruggen en een de buis coaxiaal omgevend, buisvormige binnenmantel vormend gietdeel uit gemakkelijk gietbaar materiaal is geperst.

Het buisvormige buitendeel kan daarbij als draaibaar deel uit 30 staal vervaardigd en op vuurvaste wijze met het huis van de gasmeter worden verbonden. De binnenbuis met de ruggen wordt te zamen met een binnenmantel als gietdeel gemaakt. Daarbij kan een materiaal zoals messing wordai gebruikt, dat zich gemakkelijk laat gieten. Dit gietdeel wordt in het buitendeel geperst. Het zou zeer moeilijk zijn, de totale, 8102302 * ΰ -2- relatief gecompliseerde dubbele aansluitstomp als staaldeel te vervaardigen, dat met het huis van de gasmeter door omfelsen of dergelijke verbonden kan worden.

Een uitvoeringsvorm van een gasmeter volgens de uitvinding wordt 5 onder verwijzing naar de tekening nader besproken. Daarin toont: fig. 1 een zijaanzicht van een gasmeter met een êénbuisaansluiting, ten dele in doorsnede, in verbinding met een eveneens van een éénbuis-aansluiting voorzien aansluitstuk; fig. 2 een doorsnede over de lijn II-II van fig. 1.

10 Aan een uit plaat vervaardigd huis 10 voor een gasmeter is een dubbele aansluitstomp 12 aangebracht, die een ringvormig, buitenst in-laatkanaal 14 en een coaxiaal daarmee lopend binnenuitlaatkanaal 16 vormt. Het uitlaatkanaal 16 staat met de meetwerkstomp 18 van de gasmeter in verbinding. De gasmeter kan door middel van een door dunne 15 lijnen aangeduid buisaansluitstuk 20 in een (niet weergegeven) gasleiding gemonteerd worden. Het buisaansluitstuk is bijvoorbeeld als tempergietstuk vervaardigd. Het bevat twee in hetzelfde vlak gelegen, enkelvoudige aansluitstompen 22 en 24 en een dubbele aansluitstomp 26, waarvan de doorsnede overeenstemt met die van de dubbele aansluitstomp 20 12. De dubbele aansluitstomp 26 bevat een ringvormig, buitenkanaal 28 en een coaxiaal ten opzichte daarvan aangebracht binnenkanaal 30.

Het buitenkanaal 28 staat met de aansluitstomp 22 in verbinding en het binnenkanaal staat met de aansluitstomp 24 in verbinding. De dubbele aansluitstomp 12 van de gasmeter is door middel van een wartel 32 onder 25 tussenvoeging van een afdichtring. 35 met de dubbele aansluitstomp 26 van het buisaansluitstuk 20 verbonden. Het gas stroomt vanaf de aansluitstomp 22 via kanaal 28 en kanaal 14 naar de gasmeter en van de meetwerkstomp 18 via kanaal 16 en kanaal 30 naar de aansluitstomp 24.

De dubbele aansluitstomp 12 bestaat uit twee coaxiaal ten opzich-30 te van elkaar aangebrachte, door radiale ruggen 34 met elkaar verbonden buizen 36 en 38. Daarbij bevat de dubbele aansluitstomp 12 een buisvormig buitendeel 40 uit staal, dat uit buismateriaal gedraaid kan..zijn en een gietdeel 42. Het gietdeel 42 vormt de binnenbuis 38, de ruggen 34 en een de buis 38 coaxiaal omgevende, buisvormige binnenmantel 44.

35 Dit gietstuk 42 is uit een materiaal zoals messing vervaardigd, dat gemakkelijk in een betrekkelijk gecompliceerde vorm gegoten kan worden.

8102302 f -3- «Λ %

Het gietdeel 42 is in het buitendeel 40 geperst. Het buitendeel 40 en de binnenmantel 44 vormen dan te zamen de buitenbuis 36 van de dubbele aansluitstomp 12.

Het buisvormige buitendeel 40 heeft aan het van het huis van de 5 gasmeter afgekeerde einde een boring 46 van grotere diameter en aan zijn naar het huis van de gasmeter toegekeerde einde een boring 48 van kleinere diameter. Tussen deze boringen 46 en 48 vormt het buitendeel 40 een inwendige, ringvormige kraag 50. Het gietdeel 42 is met zijn binnenmantel 44 in de boring 46 van grotere diameter geperst.

10 De binnendiameter van de binnenmantel 44 is gelijk aan de diameter van de boring 48, zodat zich een doorgaande gladde wand vormt. De lengte van de binnenmantel 44 is gelijk aan de lengte van de boring 46.

De binnenmantel 44 ligt in ingeperste toestand tegen de ringvormige kraag 50 aan en sluit passend tegen het kopvlak van het buitendeel 40 15 aan.

Het buitendeel 40 heeft aan zijn in het huis 10 van de gasmeter reikende einde een kraag 52 met kleinere buitendiameter. Aldus wordt aan de zijde van het huis van de binnenste ringvormige kraag 50 een buitenste, ringvormige kraag 54 gevormd. Aan de buitenzijde heeft de 20 kraag 52 een rand. Het uit plaat bestaande huis 10 van de gasmeter heeft aan zijn bovenzijde een doorbreking, waarvan de diameter aanzienlijk kleiner is dan de buitendiameter van de kraag 52. Aan de binnenzijde van het huis 10 van de gasmeter is om de doorbreking heen een stalen ring 56 aangebracht, waarvan de diameter ongeveer met de dikte van de 25 plaat groter is dan de buitendiameter van de kraag 52 doch kleiner dan de buitendiameter van het aansluitdeel 40. Het buitendeel 40 is met de kraag 52 in de doorbreking geperst. De binnenrand 58 van de doorbreking wordt daarbij naar binnen toe omgebogen. De buitenste, ringvormige kraag 54 van het buitendeel 40 komt tegen het buitenvlak van het huis 10 van 30 de gasmeter aan te liggen. De kraag 52 is met de omgebogen binnenrand 58 van de doorbreking om de stalen ring 56 heen gefelst. Daardoor wordt een gasdichte en in sterke mate vuurbestendige bevestiging van de dubbele aansluitstomp 12 aan het huis van de gasmeter verkregen.

De omranding van de kraag 52 drukt daarbij in de plaat van de rand 58, 35 hetgeen de dichting en ook het vasthouden verbetert. Bovendien kan op de buitenzijde van de kraag 52 een plakmiddel zijn gebracht, dat in het 8102302 -4-

Λ V

bijzonder een borg tegen verdraaiing begunstigt.

Op de dubbele aansluitstomp 12 is een temperatuurbestendige pakking 35 gezet, welke bij voorkeur uit asbest bestaat. De afdichtring 35 bestaat uit ringvormig, concentrische delen, welke door radiale ruggen 5 met elkaar verbonden zijn. De afdichtring 35 is door een rand 62 op het kopvlak van de binnenbuis 38 gecentreerd. Deze heeft een (niet weergegeven) in doorsnede omgekeerd L-vormige plaatrand, welke op het buitendeel 40 is geperst en de afdichtring 35 op de dubbele aansluitstomp 12 borgt.

8102302

Claims (7)

1. Gasmeter met éênbuisaansluiting, waarbij inlaatkanaal en uitlaat-kanaal coaxiaal ten opzichte van elkaar in een dubbele aansluitstomp uitmonden, welke uit twee coaxiaal ten opzichte van elkaar aangebrachte, door radiale ruggen met elkaar verbonden buizen bestaat, met het ken- 5 merk, dat de dubbele aansluitstomp (12) een buisvormig buitendeel (40) uit staal heeft, waarin een de binnenbuis (38), de ruggen (34) en een de buis (38) coaxiaal omgevend, de buisvormige binnenmantel (44) vormend gietdeel (42) uit een gemakkelijk gietbaar materiaal geperst is.

2. Gasmeter volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat het buisvormige 10 buitendeel (40) aan zijn van het huis (10) van de gasmeter af gekeerde einde een boring (46) van grotere diameter en aan zijn in het huis (10) van de gasmeter reikende einde een boring (48) van kleinere diameter heeft en tussen deze boringen een inwendige, ringvormige kraag (50) wordt gevormd en het gietdeel (42) met zijn binnenmantel (44) in de 15 boring (46) van grotere diameter is geperst.

3. Gasmeter volgens conclusie 2 met het kenmerk, dat het buitendeel (40) aan zijn in het huis (10) van de gasmeter reikende einde een kraag (52) met kleinere buitendiameter heeft en aan de huiszijde door de ringvormige kraag (50) een buitenste, ringvormige kraag (54) vormt.

4. Gasmeter volgens conclusie 3 met het kenmerk, dat de kraag (52) aan de buitenzijde een karteling heeft.

5. Gasmeter volgens conclusie 3 of 4 met het kenmerk, dat het uit plaat bestaande huis (10) van de gasmeter aan zijn bovenzijde een doorbreking heeft, waarvan de diameter aanzienlijk kleiner is dan de buiten-25 diameter van de kraag (52), dat aan de binnenzijde van het huis (10) van de gasmeter om de doorbreking een stalen ring (56) is aangebracht, waarvan de diameter ongeveer over de dikte van de plaat groter is dan de buitendiameter van de kraag (52) doch kleiner dan de buitendiameter van het buitendeel (40) is, dat het buitendeel (40) met de kraag (52) 30 in de doorbreking is geperst, waarbij de binnenrand (58) van de doorbreking naar binnen is omgebogen en dat de kraag (52) met de omgebogen binnenrand (58) van de doorbreking om de stalen ring (56) heen gefelst is. 81 02 3 02 -6-

6. Gasmeter volgens conclusie 5 met het kenmerk, dat op de buitenzijde van de kraag (52) een plakmiddel is aangebracht.

7. Gasmeter volgens conclusies 1-6 met het kenmerk, dat op de dubbele aansluitstomp (12) een temperatuurbestendige afdichtring (35), bijvoor- 5 beeld uit asbest, gezet is. 81 0 2 3 02