NL8101941A - Bandageermachine voor kazen, in het bijzonder ronde kazen. - Google Patents

Description

? '4 »

Bandageermachine voor kazen, in het bijzonder ronde kazen.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het aanbrengen van een bandage om een rond voorwerp, voorzien van een draaitafel voor het ondersteunen en aandrijven van het voorwerp en van een voorraad bandmateriaal.

5 Het komt tegenwoordig steeds veelvuldiger voor, dat kazen voor aflevering aan de detaillist aan de buitenkant worden voorzien van een papieren band. Deze banden zijn bedrukt en kunnen informatie geven over het merk, soort, leeftijd, de kwaliteit en dergelijke van de betreffende kaas. Iedere kaas-10 producent heeft zo zijn eigen uitvoeringsvormen.

Bij de bekende inrichting voor het aanbrengen van een band om een kaas gaat men als volgt te werk. Vooraf worden de kazen met behulp van een natte spons of een handspuit je met water bevochtigd. Door de inwerking van het vocht wordt de 15 kunststof of een andere stof, waarmee de kaas is omhuld, enigszins opgelost, waardoor de buitenkant van de kaas week en kleverig wordt. Ook wordt wel de band aangebracht direct na het insmeren met de plastic emulsie waardoor de band op de kaas plakt. De kaas wordt daartoe op een draaitafel gelegd en met de hand tot draaien 20 gebracht. Bij het wat meer gemechaniseerde uitvoeringsvormen van deze inrichting wordt de draaitafel door middel van een elektromotor aangedreven. Vervolgens wordt van een rol met bandmateriaal een stuk van de juiste lengte afgescheurd en ëën einde daarvan met de hand op de juiste plaats tegen de kaas geduwd. Door de 25 draaiing van de kaas wordt de rest van de band ook om de kaas gewikkeld. Daarbij moet de band met de hand worden bijgestuurd.

Nadat de gehele band om de kaas is gewikkeld, wordt de band zonodig nog mét een vochtige spons of iets dergelijks glas gestreken. De kaas wordt daarna van de draaitafel verwijderd en 30 afgevoerd.

Bij bepaalde kaassoorten is het noodzakelijk, 8101941

V

- 2 - dat de kaas direct na Het verlaten van fret pekelbad ontwikkeld wordt met een Bandage. Deze Bandage hoeft niet van papier te zijn, doch kan van textiel zijn en vertoont overeenkomst met grof verbandgaas. Deze Bandage fungeert als een soort korset 5 en moet er voor zorgen, dat de kaas gedurende fret rijpingsproces op de plank in de goede vorm Blijft en niet uitzakt. Het aanbrengen van deze Bandages gebeurt op een soortgelijke manier als frierBoven omschreven Bij de papieren Banden. Men gebruikt echter als kleefmiddel in plaats van een kunststof emulsie ook JO wel een soort Behangsellijm, waarmee de kaas aan de omtrek eerst wordt ingesmeerd en, na fret omwikkelen van de bandage, wordt glad gestreken.

TJit fret bovenstaande blijkt, dat fret aanbrengen van een band om een kaas of een soortgelijk rond voorwerp een 15 omslachtig en vervelend karwei is, dat bovendien niet voldoet aan de te stellen eisen op fret gebied van de hygiëne.

Pogingen tot mecfraniseringen zijn steeds mislukt omdat de band erg licht en kwetsbaar is en mechanische inrichtingen de band niet meer kunnen hanteren zodra ze met de kaas e.q. de plak-20 middelen in aanraking zijn geweest, waardoor ze vervuild raken.

De onderhavige uitvinding heeft ten doel, de bezwaren van de Bovenbeschreven bekende methode en inrichting op te heffen.

Dit doel wordt bereikt, doordat volgens de uit-25 vinding op gelijke hoogte met het voorwerp op de draaitafel een aandrijfbare cylindrische trommel is opgesteld, waarvan de cylinderwand is voorzien van openingén, doordat in de trommel een cylindrische ruimte is gevormd door twee niet met de trommel meedraaiende vertikaal op afstand van elkaar opgestelde platen 30 en doordat de cylindrische ruimte door wanden is verdeeld in ten minste twee kamers, waarvan de ene kamer is aangesloten op een vacuumbron en de andere kamer is aangesloten op een over-drukbron, waarbij de overdrukkamer zich aan de zijde van fret voorwerp Bevindt.

35 Door toepassing van deze maatregelen wordt bereikt, 8101941 * i - 3 - dat de aan te brengen band op de van openingen voorziene wand van de trommel wordt meegenomen door de onderdruk in de vacuümkamer en ter plaatse van de overdrukfeamer tegen bet voorwerp wordt geblazen, waarna de band door bet voorwerp, dat door de 5 draaitafel wordt aangedreven, wordt meegenomen en om het voorwerp wordt gewikkeld. Met de inrichting volgens de uitvinding kan de band snel, gemakkelijk en op hygiënische wijze om het voorwerp worden aangebracht, waarbij de bereikte hygiëne vooral van belang is bij het aanbrengen van een band om een kaas of een 10 ander eetbaar voorwerp.

Bij een voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding is in de cylindrische ruimte door middel van een andere wand een derde kamer gevormd, die op de buitenlucht is aangesloten en die in de draairichting van de trommel 15 achter de overdrukkamer is opgesteld.

Dankzij deze neutrale kamer of sector in de cylindrische ruimte wordt bereikt, dat de overdruk in de overdrukkamer niet weer ten dele te niet kan worden gedaan door de zonder neutrale kamer direct op de overdrukkamer volgende vacuumr 20 kamer, terwijl de band, nadat hij van de trommel af is geblazen, niet meer onder de invloed van de onderdruk van de vacuümkamer kan komen.

Deze oplossing heeft tot gevolg dat de mechanische bandaanvoerinrichting niet in direct contact komt met de kaas of 25 de lijm en dus met vervuilt waardoor een bedrijfszekere een automatische werkingr'is mogelijk geworden.

De uitvinding heeft ook betrekking op een werkwijze voor het aanbrengen van een bandage om de mantel van ronde platte kazen vanaf rollen bandage.

30 Volgens de uitvinding wordt de afgewikkelde bandage van de voorraadrol overgenomen door een geperforeerde wand van een vacuümkamer, waarna deze bandage wordt overgebracht op een zich in de nabijheid bevindende roterende kaas.

De uitvinding is aan de hand van de tekening met 35 een paar uitvoeringsvoorbeelden nader toegelicht.

8101941 ► ί - 4 -

Fig. 1 is een schematisch, bovenaanzicht van de inrichting met een gedeeltelijke doorsnede volgens de lijn I-I in fig. 2,

fig. 2 is een doorsnede van volgens de lijn II-II

5 in fig. 1,

fig. 3 is een doorsnede volgens- de lijn III-III

in fig. 1,

fig. 4 is een doorsnede volgens de lijn IV-IV

in fig. 1.

10 fig· 5 is een doorsnede volgens de lijn V-V in fig, 4 en fig. 6 is een schematisch Bovenaanzicht van een andere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinging.

Fig. 7 is een schematisch Bovenaanzicht van nog 15 een andere uitvindingsvorm van de inrichting volgens de uitvinding.

De inrichting volgens de uitvinding zal worden Beschreven aan de hand van een uitvoeringsvoorBeeld van een machine voor het aanBrengen van een Band om kazen. Van zelf-20 sprekend kunnen ook andere voorwerpen dan kazen met Behulp van de inrichting volgens de uitvinding worden voorzien van de band. Zoals hierboven is aangegevén, kan deze Band Bestaat uit een soort gaas, maar voor de Band zouden ook andere materialen kunnen worden gebruikt, Bijvoorbeeld kunststof.

25 Bij het getekende uitvoeringsvoorBeeld van de inrichting volgens, de uitvinding is voor het aanvoeren van de kazen 1 een Bandtransporteur 2 aangebracht, die is gemonteerd op een frame 3 en die wordt aangedreven door een motor 4. Nabij het afvoereinde van de Bandtransporteur 2 zijn aan weerszijden 30 vrij draaibare centreerwielen 5 gemonteerd, die de kazen 1 nauwkeurig in het midden van de band transporteur 2 centreren.

In het verlengde van de Bandtransporteur 2 is een dubbele V-riemtransporteur 6 opgesteld, die is gemonteerd op een frame 7 en die door een motor 8 kan worden aangedreven.

35 Op het frame 7 van de machine is pok scharnierbaar een op en 8101941 - 5 - neer beweegbare aanslag 9 gemonteerd, die dient, om de kazen 1 op een bepaalde plaats op de V-riemen 6 tegen te houden. De aanslag 9 is Dedienbaar met behulp van een hydraulische of pneumatische cylinder 10, zodanig, dat de aanslag 9 in zijn 5 hoogste stand boven de V-snaren 6 uitsteekt en in zijn laagste stand onder de V-snaren 6 ligt.

Verder is in het frame 7 een draaitafel 11 gemonteerd, die kan worden aangedreven door een motor 12.

Het samenstel van draaitafel 11 en motor 12 is met behulp van 10 scharnierstangen 13 op en neer beweegbaar in het frame 7 gemonteerd en is bedienbaar door middel van een hydraulische of pneumatische cylinder 14, zodanig, dat de draaitafel 11 in zijn hoogste stand, die in streepstippellijnen is getekend, boven de V-riemen 6 ligt en in zijn onderste stand, die in ge-15 trokken lijnen is getekend, onder het bovenvlak van de V-riemen 6 ligt.

Op de V-riemtransporteur 6 sluit een afvoer-transporteur 15 voor de kazen 1 aan, die is gemonteerd op een frame 16.

20 In fig. 3 zijn de frames 3, 7 en 16 als afzonder lijke frames weergegeven, maar deze drie frames kunnen ook tot een gezamenlijk frame van de machine zijn verenigd.

In transportrichting gezien is aan de rechterzijde van de V-riemtransporteur 6 een schamierbaar gemonteerde borstel 25 17 op een beugel 18 aan het frame 7 van de machine opgesteld, welke borstel door middel van een trekveer 21 met de beugel 18 is verbonden, zodanig, dat de borstelharen verend worden aangedrukt tegen een kaas 1, die op de draaitafel 11 ligt.

Voor het toe- en afvoeren van de kazen is het ook 30 mogelijk gebruik te maken van een carousel waarop bijvoorbeeld voor een hogere productie meerdere draaitafels zijn gemonteerd, of van meerdere in rechte lijn achterelkaar of naastelkaar opgestelde roteer- en ondersteuninrichtingen voor de kazen in plaats van de hiervoor omschreven transporteurs 2, 6 en 15.

35 Van de hiervoor genoemde opstelling is, in tran- 8101941 * %l - 6 - sportrichting gezien» stroomafwaarts van de beugel 18, dus aan de zijde van de afvoertransporteur 15, op het frame 7 van de machine een sproeimondstuk 19 gemonteerd, welk sproeimondstuk 19 water of een andere vloeistof kan spoeien tegen het omtreks- j 5 vlak van de kaas 1. op de draaitafel 11 en welk sproeimondstuk bedienbaar is door een magneetventiel 20.

De vloeistof respectievelijk lijm kan ook direkt op of in de borstel gespoten worden en via de borstel op de kaas opgebracht worden.

10 In transportrichting gezien is aan de linkerzijde van de V-riemtransporteur 6 aan frame 7 een vertikale draaias 19 gemonteerd in een lager 29. Op het boveneinde van de aandrijfas 19 is een trommel 22 bevestigd, waarvan de cylindrische omtreks-wand is voorzien van één of meer rijen perforaties of boringen 23.

15 Het samenstel .19 en 22 van de trommel is aandrijfbaar door middel van een motor 24, waarbij op de motoras een wrijvingsrondsel 25 is bevestigd,, dat in ingrijping is met een wrijvingswiel 26 op de aandrijfas 19. Het wrijvingsrondsel 25 wordt met het wrijvingswiel 26 in ingrijping gehouden door middel van een trekveer 27, 20 die aangrijpt op een kipbare motorstoel 28, die schamierbaar is gemonteerd aan het machine-frame 7'.

Verder zijn op het frame 7 van de machine twee kolommen 3Q bevestigd. Op de boveneinden van de kolommen is een juk 31 gemonteerd, waaraan door middel van montagenokken 32 een 25 cylindrische stator 33 is opgehangen. De cylindrische stator 33 bestaat uit een bovenplaat 34 en op afstand daaronder een onderplaat 35, welke bovenplaat 34 en onderplaat 35 door middel van twee scheidingswanden 36 en 37 vast met elkaar zijn verbonden.

De bovenplaat 34 en de onderplaat 35 begrenzen een cylindrische 30 ruimte 38, die door de twee scheidingswanden 36 en 37 is verdeeld in twee kamers 39 en 40. De diameter van de bovenwand 34 en de onderwand 35 van de stator 33 is iets kleiner dan de binnendiameter van de trommel 22, waarvan de buitendiameter op zijn beurt even groot is als, of iets groter dan, de buitendiameter van de te 35 omwikkelen kaas 1.

8101941 / * - 7 -

De kamer 39 is door middel van een leiding 41 aangesloten op een overdrukbron 42, Bijvoorbeeld de perszijde van een ventilator, terwijl de kamer 40 door middel van een leiding 43 is aangesloten op de zuigzijde van een onderdrukbron 44, die bijvoorbeeld eveneens kan bestaan uit een ventilator.

Aan de linkerzijde naast de trommel 22, dus aan de zijde van de aanvoertransporteur 2, is op de kolom 30 een beugel 45 bevestigd, die een plaat 46 steunt, waarop aan de linkerzijde een as 47 is bevestigd en aan de rechterzijde 2 assen 48. Op de as 47 is een spoel 49 draaibaar gemonteerd, op welke spoel een rol 50 van bandmateriaal 51 is gewikkeld. Dit bandmateriaal 51, kan, zoals hierboven reeds is opgemekrt, bestaan uit papier, textiel, kunststof of een ander materiaal.

Op de assen 48 op de plaat 46 zijn twee draaibare geleide —rollen 52 gemonteerd, welke rollen 52 ten doel hebben, de band 51 naar de tronmel 22 te geleiden.

De inrichting volgens de uitvinding is aan de buitenzijde van detrommel 22, in hoofdzaak diametraal tegenover de kaas 1 op de draaitafel 11 voorzien van een snijinrichting 53. De snij inrichting 53 is voorzien van een vertikaal staand mes 54, dat op de cylindrische buitenwand van de trommel 22 is gemonteerd en van een paar aandrukrollen 55, die zijn gemonteerd aan het boveneinde van een drukstang 56, die door een schamierstang 57 en een trekveer 58 met de aandrijfas 19 van de tronmel 22 is verbonden. Daarbij is de scharnierstang 57 dubbel uitgevoerd, zoals uit fig. 2 blijkt, en zowel scharnier-Baar met de aandrijfas 19 als scharnierbaar met de drukstang 56 verbonden. De onderste stand van de drukstang 56 wordt bepaald door middel van een verstelbaar aanslag 59, die eveneens op de aandrijfas 19 van de trommel 22 is gemonteerd.

Aan de onderzijde van de drukstang 56 is in een vork een looprol 60 gemonteerd, die kan samenwerken met een plaatvormig druksegment 61, dat door middel van twee schamier-stangen 62 scharnierbaar is gemonteerd aan het frame 7. Het druksegment 61 is bedienbaar door middel van een hydraulische of 81019 41 - 8 - pneumatische cylinder 63, die scharnierbaar is gemonteerd aan het frame 7. De zuigerstang van de cylinder 63 is scharnierbaar verbonden met een beugel 65, die aan het druksegment 61 is bevestigd.

5 Zoals schematisch in fig. 6 is aangegeven, kan in de cylindrische ruimte 38 in de stator 33 door middel van een derde scheidingswand 66 een derde kamer 67 zijn gevormd, die op de buitenlucht is aangesloten en die in de draairichting B van de trommel achter de overdrukkamer 39 is opgesteld. Dankzij deze 10 neutrale kamer of sector 67 in de cylindrische ruimte 38 wordt bereikt, dat de overdruk in de overdrukkamer 39 niet weer ten dele te niet kan worden gedaan door de zonder neutrale kamer direct op de overdrukkamer volgende vacuümkamer 40, terwijl de band 51, nadat hij van de. trommel 22 af is geblazen, niet meer 15 onder de invloed van de onderdruk van de vacuümkamer 40 kan komen. Hoewel de derde kamer 67 alleen bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 6 van de inrichting volgens de uitvinding is getekend, kan deze derde kamer 67 vanzelfsprekend ook worden toegepast bij de inrichting volgens de figuren 1 t/m 5.

20 De uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding, die in fig. 6 is getekend, is bedoeld voor het aanbrengen van een Band 51 om een kaas, waarvan de diameter aanzienlijk kleiner kan zijn dan die van de trommel 22. Bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 6 is de snijinrichting 68 vast 25 verbonden met het segment 61, dat op dezelfde wijze kan zijn uitgevoerd en aangedreven als bij de inrichting volgens de figuren 1 t/m 5. Bij deze uitvoeringsvorm is het mes 69 draaibaar gemonteerd op een dwarsas, die vast met de snijinrichting 68 is verbonden. De inrichting volgens fig. 6 kan echter ook zodanig 30 zijn uitgevoerd, dat het plaatvormige segment 6] vast is opgesteld en dat de snij inrichting 68 op en neer beweegbaar op het segment 61 is gemonteerd. De snij inrichting 68 is in elk geval in dwarsrichting verstelbaar langs een cirkelboog op het segment 61 gemonteerd, zoals met de pijlen C en D is aangegeven, ten 35 einde de bandlengte te kunnen afstemmen op de omtrekslengte van de kaas.

8101941 - 9 - «

Bij de uitvoering volgens fig. 7 is de snij-inrichting op dezelfde wijze uitgevoerd en aangedreven als bij de inrichting volgens de figuren 1 t/m 5. Bij deze uitvoeringsvorm zijn de spoel (49), de wikkeling (50), de geleiderollen 5 (52) op een basisplaat (70) gemonteerd. De basisplaat (70) is langs de omtrek van de trommel (22) verstelbaar zoals met de pijlen E en F is aangegeven. Op de basisplaat (70) zijn verder nog aangebracht een klemplaat (71) en een aandrukrol (72). De aandrukrol (72) kan met behulp van hefboom (73) 10 en de 3-standen luchtcilinder (74) in drie standen geplaatst worden. De drie standen zijn in fig. 7 aangeduid met X, II en III. I is de stand waarbij de band (51) door de aandrukrol tegen de trommel (22) wordt gedrukt. II is de neutrale stand. III is de stand waarin de band (51) vast wordt 15 gedrukt tegen de klemplaat (71). Het druksegment (61) is door middel van scharnierstang (62) scharnierend gemonteerd aan basisplaat (70). Door middel van de luchtcilinder (75) is het druksegment op en neer te bewegen.

81019 41 - ΙΌ -

Het bij de snij inrichting 53 en 68 toegepaste mes 54 respectievelijk 69 behoeft niet de getekende en beschreven uitvoeringsvorm te hebben, maar kan bijvoorbeeld ook zijn uit-5 gevoerd in de vorm van een gloeidraad, hetgeen vooral voor het doordelen van een gaasachtige band voordelig is.

Verder is het ook mogelijk om vooraf geperforeerde band toe te passen, waardoor de snij inrichting komt te vervallen. Door op het juiste moment de aanvoer van band stop te zetten, 10 terwijl de draaibeweging van de kaas noch wel voortzet, wordt de band dan op de perforatie gedeeld

De werking van de inrichting volgens de uitvinding zal nu nader worden toegelicht.

De uitgangsstand van de trommel 22 is in fig. 1 15 getekend. Wanneer de ventilator 44 draait, heerst in de kamer 40 van de cylindrische ruimte 38 in de stator 33 een onderdruk, waardoor ter plaatse van de perforaties 23 in de cylindrische trommelwand 22 een zuigende werking naar binnen optreedt. Het vrije einde van de band 51 wordt van de wikkeling 50 op de spoel 20 49 afgetrokken en tussen de geleiderollen 52 doorgevoerd en vanaf de geleideroolen 52 tot aan het mes 54 in kloksgewijzerichting over de geperforeerde cylindrische omtrekswand van de trommel 22 gelegd (zie fig. 1) door de onderdruk,, die in de kamer 40 heerst, zal de band door de zuigende werking tegen de perforaties worden 25 aangedrukt en gefixeerd blijven.

De kazen 1 worden liggend op de bandtransporteur 2 aangevoerd. Bepaalde afwijkingen in de positie van de kazen 1 ten opzichte van het midden van de aanvoertransporteur 2 worden door de centreerwielen 5 gecorrigeerd. De kaas 1 wordt 30 van de aanvoertransporteur 2 overgebracht op de V-riemtranspor-teur 6, die de kaas 1 tot tegen de dan omhooggeklapte aanslag 9 transporteert, zie fig. 1. Op dit moment stoppen de transporteurs 2 en 6 en wordt door middel van de cylinder 10 de aanslag 9 naar beneden weggeklapt. Vervolgens komt de cylinder 14 in 35 werking, waardoor het draaiplateau 11 omhoog beweegt en de kaas 1 8101941 - 11 - op het draaiplateau II komt te liggen juist hoven de V-riem-transporteur 6. De aandrijfmotor 12 van het draaiplateau II wordt gestart, waardoor de kaas 1 in tegen-kloksgewijze richting volgens de pijl A gaat draaien. Door middel van de sproeier 19 5 wordt gedurende een bepaalde tijd water tegen het buitenomtreks-oppervlak van de kaas 1 gesproeid. De borstel 17 zorgt voor een goede verdeling van het vocht over het te omwikkelen oppervlak van de kaas 1. Vervolgens wordt de aandrijfmotor 24 gestart en de trommel 22 draait in tegengestelde richting ten opzichte 10 van de kaas 1 volgens de pijl B en met een omtrekssnelhèid, die gelijk is aan of een fractie lager is dan die van de kaas 1. Tijdens het draaien van de trommel 22 wordt de band 51 als gevolg van de wrijving tussen de band en de trommelwand meegenomen. De ventilator 41 bewerkstelligt nu in de kamer 39 een 15 overdruk. Zodra het mes 54, dat vast op de trommelwand 22 is bevestigd, de scheidingswand 36 is gepasseerd, wordt het'vrije einde van de Band 51 als gevolg van de overdruk in de kamer 39 van de trommelwand 22 af- en tegen het kleverige buitenomtreks-oppervlak van de kaas 1 geblazen. Al draaiende wordt door de 20 trommel 22 de Band 51 van de wikkeling 50 afgetrokken en op de bovenbeschreven werkwijze op de buitenomtrek van de kaas 1 aan-gebracht. Als de trommel 22 vanaf zijn uitgangspositie ongeveer 350 hoekgraden heeft afgelegd, Bevindt de looprol 60 van de snij- inrichting (fig. 4) zich Boven het plaatvormige druksegment 61 de 25 en wordt de snijbeweging uitgevoerd, doordat op dit punt/cylinder 63 het druksegment 61 een op en neergaande beweging laat uitvoeren. De Band 51, die over het mes 54 was gespannen, wordt op deze wijze doorgesneden. Na over 360°C te zijn gedraaid, stopt de trommel 22. De kaas 1 blijft op de draaitafel 11 nog door-30 draaien en trekt het resterende deel van de band 51 van de trommel 22 af. De borstel 17 zorgt ervoor, dat eventuele luchtinsluitingen tussen de band 51 en de kaas 1 worden weggedrukt en dat mogelijke oneffenheden in de Bandvormige wikkel worden gladgestreken. Als het gehele stuk Band 51 om de kaas 1 door 35 de borstel 17 is bestreken, stopt de aandrijfmotor 12 van het 8101941

V

* V

- 12 - draaiplateau 11 en wordt de draaitafel 11 door middel van de cylinder 14 in zijn uitgangspositie neergelaten, die in fig. 3 is getekend. De V-riemtransporteur 6 wordt gestart en de kaas 1 wordt afgevoerd naar de afvoertransporteur 15, die voor het 5 verdere transport van de kaas zorgt. Nadat de gerede kaas 1 is gepasseerd, wordt de aanslag 9 door middel van de cylinder 10 omhoog geklapt, waarna de inrichting gereed is om de volgende kaas 1 op de bovenbeschreven wijze te voorzien van een wikkel.

Bij de uitvoering volgens fig. 7 is de werking 10 als volgt:

De uitgangsstand van de trommel (22) is in' fig. 7 getekend, dus met de snij inrichting (54, 55) boven het druk-segment (61). Vooraf is de basisplaat (70) zodanig ingesteld, dat de lengte, gemeten over de omtrek van de trommel (22) in 15 de richting van pijl B, vanaf het mes (54) tot aan het begin van de overdrukkamer (39) gelijk is aan de omtrek van de te omwikkelen kaas (1). In deze stand wacht de trommel tot de kaas (1), op de hiervoor omschreven wijze, in gereedheid gebracht is om de band te ontvangen. Intussen wordt door middel van de 20 cilinder (75) het druksegment een keer op en neer bewogen, waardoor de band (51) door de snij inrichting (54, 55) wordt afgekort, waarna de cyclus kan beginnen.

Het gedeelte van de band (51), dat nog met de voorraadspoel (49, 50) verbonden is, wordt tegengehouden door de 25 aandrukrol (72) die inmiddels stand III heeft ingenomen. Door de onderdruk in de kamer (40) blijft het eind van dit deel tegen de trommel (22) gezogen, maar wordt niet door de trommel (22) meegenomen. Het afgekorte deel gaat wel met de trommel mee en wordt bij de overdrukkamer (39) tegen de kaas (1) geblazen 30 en verder door de kaas opgenomen. Op het moment dat de trommel (22) zover gedraaid is, dat de snijinrichting (54, 55) een afstand afgelegd heeft gelijk aan de trommelomtrek minus de band-lengte, wordt de aandrukrol (72) gelost van de klemplaat (71) en geplaatst in stand I. Hierdoor wordt de band (51) vrijgegeven 35 en door het vacuum en de extra aandrukkracht van de aandrukrol (72) 8101941 t.

- 13 - met de trommel meegenomen. Na een zekere tijd wordt de aandruk-rol (72) in de neutrale stand II geplaatst, waardoor het mes (54) vrij kan passeren. Tenslotte komt de trommel (22) met het mes (54) hoven het druksegment (61) tot stilstand. De hand wordt 5 afgekort en de aandrukrol stand III in-ueemt, waarna het geheel weer gereed is voor de volgende cyclus.

8101941

Claims (13)

1. Werkwijze voor het aanbrengen van een bandage om de mantel, van ronde platte kazen vanaf rollen bandage, met het kenmerk, dat de afgewikkelde bandage van de voorraadrol wordt overgenomen door een geperforeerde wand van een vacuum-5 kamer, waarna deze bandage wordt overgebracht op een zich in de nabijheid bevindende roterende kaas.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, ' met het kenmerk, dat de bandage na onder invloed van de vacuümkamer te zijn geweest onder invloed komt van een neutrale- of 10 overdrukkamer, waarna de bandage wordt overgebracht op de mantel van de zich in de nabijheid bevindende roterende kaas.

3. Inrichting voor het aanbrengen van een band om ronde platte kazen, voorzien van een inrichting voor het ondersteunen en roteren- van de kazen, en van een voorraad 15 bandmateriaal, met het kenmerk, dat op gelijke hoogte met het midden van de kaas (1) op de inrichting voor het ondersteunen (11) een aandrijfbare trommel (22) is opgesteld, waarvan de wand is voorzien van openigen (23), dat in de trommel met behulp van schotten twee kamers (39, 40) zijn gevormd, waarvan de ene 20 kamer (40) is aangesloten op een vacuumbron (44) en de andere kamer (39) is aangesloten op een overdrukbron (42), waarbij de overdrukkamer (39) zich aan de zijde van de kaas (1) bevindt.

4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat in de trommel een derde kamer (67) is gevormd, die op de. 25 buitenlucht is aangesloten en die in de draairichting (B) van de trommel (22) achter de overdrukkamer (39) is opgesteld.

5. Inrichting volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat aan de buitenzijde van de trommel (22) een vertikaal staande snij inrichting (54) is gemonteerd, en dat nabij de 30 trommel een voorraad bandmateriaal in <fe vorm van een wikkeling (50) op een spoel (49) draaibaar op een as (47) is gelagerd.

6. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de diameter van de trommel (22) groter is 8101941 - 15 - Η C ί dan de diameter van de kaas (1).

7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat in de nabijheid van de trommel (22) een doordeelinrichting is gemonteerd voor het op lengte afkorten van de bandage.

8. Inrichting volgens 7, met het kenmerk, dat deze doordeelinrichting langs een deel van de omtrek verplaatsbaar is.

9. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van 10 een aanvoertransporteur (2), en van een afvoertransporteur (15) en dat de inrichting voor het draaiend ondersteunen van de kazen zich tussen deze transporteurs bevindt.

10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat aan de omtrek van de kaas aan de zijde van de draai- 15 tafel (J1) tegenover de trommel (22) een verend gemonteerde aan-' drukinrichting (17) is opgesteld.

11. Inrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat door een vloeistofaan-brengapparaat (19,20) vloeistof op de kaas en/of de bandage wordt 20 aangebracht.

12. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de te omwikkelen kazen (1) en de trommel (22) met hun draaiingsas in een ander dan het verti-kale vlak zijn geplaatst.

13. Inrichting voor het aanbrengen van een band om een rond voorwerp, in hoofdzaak zoals beschreven in de beschrijving en/of weergegeven in de tekeningen. 8101941