NL8005969A - Werkwijze en inrichting voor het elektro-optisch convolueren van signalen. - Google Patents
Werkwijze en inrichting voor het elektro-optisch convolueren van signalen. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8005969A NL8005969A NL8005969A NL8005969A NL8005969A NL 8005969 A NL8005969 A NL 8005969A NL 8005969 A NL8005969 A NL 8005969A NL 8005969 A NL8005969 A NL 8005969A NL 8005969 A NL8005969 A NL 8005969A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- image
- convolution function
- signal
- convolution
- function
- Prior art date
Links
Classifications
-
- G—PHYSICS
- G06—COMPUTING; CALCULATING OR COUNTING
- G06E—OPTICAL COMPUTING DEVICES; COMPUTING DEVICES USING OTHER RADIATIONS WITH SIMILAR PROPERTIES
- G06E3/00—Devices not provided for in group G06E1/00, e.g. for processing analogue or hybrid data
- G06E3/001—Analogue devices in which mathematical operations are carried out with the aid of optical or electro-optical elements
- G06E3/005—Analogue devices in which mathematical operations are carried out with the aid of optical or electro-optical elements using electro-optical or opto-electronic means
Landscapes
- Physics & Mathematics (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Theoretical Computer Science (AREA)
- Mathematical Physics (AREA)
- Nonlinear Science (AREA)
- Optics & Photonics (AREA)
- General Physics & Mathematics (AREA)
- Image-Pickup Tubes, Image-Amplification Tubes, And Storage Tubes (AREA)
- Picture Signal Circuits (AREA)
- Radar Systems Or Details Thereof (AREA)
Description
’ VO 0103 -1- *r 3
Titel: Werkwijze en inrichting voor het elektro-optisch convolueren van_signalen.___
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en inrichting voor het elektro-optisch convolueren van een in beeldvorm beschikbaar • signaal met althans één bekende convolutiefunctie. Een dergelijke techniek kan worden gebruikt om bijvoorbeeld onscherpe astronomische beelden 5· radarbeelden, röntgenbeelden, luchtverkenningsfoto1s, en dergelijke scherp te maken, of om beelden te coderen of te decoderen.
Het is, bijvoorbeeld uit de ter inzage gelegde Nederlandse octrooiaanvrage 76.00155 bekend, dat onscherpte van een beeld kan worden opgeheven, door het onscherpe beeld af te buigen langs een optisch masker, 10 waarin een berekende of experimenteel bepaalde functie is vastgelegd.
Deze functie bepaalt de doorlaatbaarheid van elk punt van het masker.
Door de lichtflux aan de andere zijde van het masker te bepalen met bijvoorbeeld een fotovermenigvuldigerbuis, en het uitgangssignaal daarvan toe te voeren aan een monitor, kan het onscherpe beeld als televisie-15 beeld scherp worden waargenomen. In feite vindt hier een convolutie van het onscherpe beeld met de, in het masker vastgelegde, berekende of experimenteel bepaalde functie plaats.
Derhalve is het bij de bekende techniek noodzakelijk tenminste één optisch masker te vervaardigen, hetgeen meestal fotografisch ge-20 schiedt, doch veelal zijn twee maskes noodzakelijk, indien de functie, in het volgende convolutiefunctie genoemd, zowel positieve als negatieve delen bevat.
De uitvinding beoogt nu de bekende techniek te vereenvoudigen, in die zin, dat de stap van het vervaardigen van maskers achterwege kan 25 blijven.
Hiertoe wordt volgens de uitvinding een werkwijze van de beschreven soort daardoor gekenmerkt, dat het beeld van het in beeldvorm beschikbare signaal wordt toegevoerd aan het ingangsvenster van een elektro-optische beeldvormende inrichting met een integrerend scherm en 30 voorzien van afbuigorganen; en dat door middel van besturing van de afbuigorganen het ingangsbeeld gedurende tijdintervallen, die overeenkomen met dé bij de momentane afbuiging behorende waarde van de convolutiefunctie, met een zodanige intensiteit wordt geprojecteerd op het integrerend scherm,dat op het scherm het geconvolueerde signaal in beeld-35 vorm ontstaat.
80 05 9 6 9 * · *- ♦ -2-
Een inrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt door althans êên televisie-opneembuis met een beeldsectie, welke beeldsectie is voorzien van. afbuigorganen voor het ingangsbeeld.
In het volgende zal de uitvinding nader worden beschreven met 5 verwijzing naar de bijgevoegde tekening.
Fig. 1 toont schematisch een inrichting voor het uitvoeren van een werkwijze volgens de uitvinding; fig. 2 illustreert voor een eenvoudige vorm van de convolutie-10 functie de werkwijze volgens de .uitvinding; en fig. 3 toont een voorbeeld van een 'uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding.
Fig. 1 toont een ingangsbeeld 1, dat kan bestaan uit een fotografisch beeld of een op andere wijze gevormd (stilstaand of bewegend) 15 beeld. Het ingangsbeeld wordt via een objectief of in het algemeen een afbeeldend stelsel 2 toegevoerd aan het ingangsvenster van een elektro-optische inrichting 3.
In fig. 1 is als elektro-optische inrichting een televisie-opneembuis met beeldsectie, bijvoorbeeld een beeldisocon,toegepast.
20 Het ingangsbeeld wordt via het ingangs venster U van de opneembuis toegevoerd aan de direct achter het ingangsvenster gelegen fotokathode 5» die onder invloed van opvallend licht elektronen emitteert in evenredigheid met de hoeveelheid opvallend licht. Door nu een geschikt potentiaalverschil aan te leggen tussen de fotokathode en een tegenover de foto-25 kathode geplaatste trefplaat 6 wordt het ingangsbeeld in de vorm van een ladingsbeeld op de trefplaat overgebracht. De trefplaat is op bekende wijze opgebouwd en kan ook aan de achterzijde op bekende wijze worden afgetast met behulp van een elektronenstraal 7» waardoor op uit de televisietechniek bekende wijze bij 8 een uitgangsbeeldsignaal kan wor-30 den verkregen, dat op eveneens bekende wijze op een monitor 9 zichtbaar kan worden gemaakt.
Teneinde het ingangsbeeld op de gewenste wijze met een gegeven functie te convolueren, is de opneembuis volgens de uitvinding ter hoogte van het tussen de fotokathode en de trefplaat gelegen gedeelte, de· 35 zogenaamde beeldsectie, voorzien van horizontale en vertikale afbuig-spoelen, waarvan duidelijkheidshalve slechts een stel afbuigspoelen 10 80 05 9 6 9 ψ· '-** -Βίε getekend- De afbuigspoelen worden volgens de uitvinding bestuurd met signalen, die zijn afgeleid van de convolutiefunctie, zodat na het voltooien van de afbuiging volgens de convolutiefunctie, het op de tref-plaat gevormde ladingsbeeld een met de convolutiefunctie geconvolueerde 5 representatie is van het ingangsbeeld. De besturingsinrichting is schematisch in fig. 1 aangegeven bij 12.
Op deze wijze behoeven geen maskers te worden vervaardigd en is ook geen aparte integrerende inrichting nodig aangezien de trefplaat deze functie vervult.
10 Ter verduidelijking zal thans de werkwijze volgens de uitvinding aan de hand van een eenvoudig voorbeeld worden toegelicht.
Verondersteld zij dat het ingangsbeeld, aangeduid met fQ(x), ééndimensionaal is en derhalve op de trefplaat een lijn zou vormen waarvan de samenstellende beeldpunten elk een met fQ(x) overeenstemmende 15 helderheid hebben. Deze lijn ligt langs de x-as. Verondersteld zij voorts dat het ingangsbeeld geconvolueerd dient te worden met een eveneens ééndimensionale convolutiefunctie g(x), die bekend is.
Uit de mathematica is bekend, dat de helderheid van elk beeldpunt x^ van de x-as van het geconvolueerde beeld fg(x) als volgt 20 kan worden berekend.
+« f (x) = £ f(x-x)-g(x)dx s n _S o n
Deze integraal staat onder de volgende naam bekend: convolutie-integraal, superpositie-integraal, vouwintegraal, integraal van Duhamel.
80 05 9 6 9 * ·* - · -k-
Uit het voorgaande "blijkt, dat met "behulp van de convolutie-integraal de helderheid van elk punt van het scherpe "beeld kan worden berekend indien f (x) en g(x) in mathematische vorm bekend zijn.
De uitvinding beoogt echter het scherpe beeld te vormen zonder 5 dat het onscherpe beeld eerst puntsgewijze behoeft te worden afgetast om fQ(x) te bepalen.
Bij wijze van eenvoudig voorbeeld wordt nu aangenomen, dat g(x) en fQ(x) de volgende gedaante hebben (zie fig. 2): g(x) = 1 voor x=2 \ 10 g(x) = 1 voor x=3 g(x) =0 voor x*2 en x#3 fQ(x) = 1 voor x=1 y f (x) = 2 voor x=2 o f (x) = 3 voor x=3 o 15 f (x) = * voor ^ fQ(x) = 0 voor x£1, 2, 3, b.
Uit de in het voorgaande weergegeven berekening volgt nu dat voor f (x) s geldt: f (x) = 0 voor x=0 en x < 0 s 20 f (x) = 0 voor x=1 s f (x) =0 voor x*2 s f (x) = 1 voor x=3 s
fg(x) = 3 voor x=U
fs(x) *5 voor x=5 25 f (x) = 3g voor x=6 s f (x) = \ voor x=7 s f (x) - 0 voor x=8 en x > 8 s
Dit resultaat kan worden verkregen door fQ(x) eerst zodanig verschoven te projecteren dat f (.o) samenvalt met het punt x=2 en vervolgens 30 nogmaals fQ(x) zodanig te projecteren dat fQ(o) samenvalt met x=3. Met andere woorden fQ(x) wordt eerst twee plaatsen naar rechts verschoven en vervolgens drie plaatsen naar rechts en de verschoven functies ge-superponeerd. De duur van elke projectie van de verschoven fQ(x) wordt bepaald door de waarde van g(x). Dat wil zeggen dat in het onderhavige 35 voorbeeld beide projecties evenlang duren, zodat eenzelfde intensiteit van het beeld wordt verkregen. Indien echter bijvoorbeeld g(3) niet de 80 05 9 6 9 %.
-5- waarde 1 maar dé waarde 2 zou hebben, zou de tweede projectie, waarbij fQ(x) dus over drie plaatsen naar rechts is verschoven, tweemaal zolang moeten duren als de eerste projectie, vooropgesteld dat het verbaad tussen projectieduur en intensiteit van het op het scherm gevormde beeld 5 lineair, is.
In het algemeen kan dus fg(x) worden verkregen door fQ(x) te verschuiven langs de x-as tot fQ(o) samenvalt met een punt van de x-as. waar g(x) f o en aldaar f (x) te projecteren met een door de bijbehorende waarde van g(‘x) bepaalde duur en vervolgens deze stappen te herhalen 10 voor alle andere plaatsen langs de x-as waar g(x) f o. Hierbij behoeft f (x) dus slechts in beeldvorm en niet in mathematische vorm bekend te o zijn.
Ofschoon in het voorbeeld werd uitgegaan van zeer eenvoudige eendimensionale functies en slechts een gering aantal beeldpunten, kan 15 dezelfde techniek voor ingewikkelder tweedimensionale functies en een groot aantal dicht naast elkaar liggende beeldpunten en ook voor continue functies, toegepast worden.
De convolutiefunctie g(x) kan in bepaalde gevallen negatieve delen hebben. Hierdoor kan het voorkomen, dat als tussenstap in het convolutie-20 proces negatieve beeldinformatie moet worden gevormd. Bij toepassing van een televisie-opneembuis, zoals, in het voorgaande beschreven, waarin op de trefplaat een ladingsbeeld wordt gevormd, is het inderdaad mogelijk ook negatieve bijdragen aan het uiteindelijke ladingsbeeld te vormen. Gewoonlijk wordt immers een televisie-opneembuis zodanig ingesteld, dat 25 het ladingsbeeld op de trefplaat ontstaat door de secundaire emissie, die door de primaire, van de fotokathode afkomstige foto-elektronen wordt veroorzaakt. Door de secundaire emissie ontstaat een positief ladingsbeeld. Het is echter ook mogelijk de buis zodanig in te stellen dat het beeld direct wordt gevormd door langzame primaire foto-elek-30 tronen, die de trefplaat bereiken. Op deze wijze worden negatieve beeld-bijdragen gevormd.
Voor het omschakelen van de buis is het in beginsel voldoende het potentiaalverschil tussen foto-kathode en trefplaat te wijzigen. Bij een relatief hoge waarde van het potentiaalverschil ontstaat een positieve 35 ladingsbeel dbijdrage, en bij een relatief lage waarde een negatieve iadingsbeeldbijdrage.
80 05 9 6 9 " » -6-
De besturingsinri dating 12 dient derhalve naast afbuigspoelen ook de instelling van de buis te besturen.
Echter is de absolute waarde van de versterking van de beeldsectie in het algemeen voor het vormen van positieve lading anders dan voor 5 het vormen van negatieve lading. Zulks dient bi^-het omschakelen van de buis ook in de besturing te worden verdisconteerd.
Indien bezwaren bestaan tegen het omschakelen van de instelling van de buis kan ook rekening gehouden worden met de negatieve delen van de convolutiefunctie, door deze te scheiden in een negatief en een 10 positief deel. Het. positieve deel wordt nu in .een eerste buis geconvo-lueerd met het te bewerken beeld, terwijl de modulus van het negatieve deel gelijktijdig in een tweede buis wordt geconvolueerd met het te bewerken beeld.
Het gewenste uitgangsbeeld wordt verkregen door het uitgangs-15 signaal van de tweede buis af te trekken van dat van de eerste buis.
Een en ander is schematisch getoond in fig. 3. Het in beeldvorm beschikbare signaal 1 wordt via een halfdoorlatende spiegel 30 en een optisch stelsel 2a toegevoerd aan een soortgelijke inrichting 3a, als in fig. 1 met 3 aangegeven teneinde convolutie met het positieve deel g(x) van pos 20 de convolutiefunctie g(x) te bewerkstelligen, terwijl het beeld tevens door de halfdoorlatende spiegel 30 wordt gereflecteerd naar een spiegel • 31, die het beeld via een optisch stelsel toevoert aan een soortgelijke inrichting 3b als in' fig. 1 met 3 aangegeven, teneinde convolutie met het negatieve deel g(x) . van de convolutiefunctie g(x) te bewerk- min 25 stelligen..
De uitgangssignalen van beide inrichtingen worden op bekende wijze van elkaar afgetrokken in een verschilversterker 33, waarvan het uitgangssignaal weer kan worden toegevoerd aan bijvoorbeeld een monitor 9, teneinde het resultaat van de convolutie zichtbaar te maken.
30 Met behulp van de werkwijze volgens de uitvinding kan in bijvoor beeld 20 msec een onscherp ingangsbeeld worden omgezet in een scherp uitgangsbeeld. Dit is zo snel, dat de uitvinding voor zowel stationaire als bewegende beelden geschikt is.
Er zijn verschillende mogelijkheden om te bewerkstelligen, dat 35 het ingangsbeeld op de door de convolutiefunctie bepaalde plaatsen van de trefplaat gedurende de door de convolutiefunctie bepaalde tijd wordt 80 05 9 6 9 -7- geproj ecteerd.
De eerste mogelijkheid is het toepassen van een trapvormige span-ning, die aan de afbuigorganen wordt toegevoerd. Het niveau van een bepaalde trap bepaalt dan de plaats van de projectie van het beeld, 5 terwijl het tijdinterval gedurende welk dit niveau wordt gehandhaafd de intensiteit bepaalt.
„ Indien de overgang van een eerste niveau naar een volgend niveau (dus van een eerste projectieplaats op de trefplaat naar een volgende projectieplaats) niet momentaan plaats kan vinden, kan tijdens deze over-10 gang er voor worden gezorgd, dat geen elektronen de trefplaat bereiken, bijvoorbeeld door uitschakeling van het versnellende veld tussen foto-kathode en trefplaat. Op deze wijze wordt het beeld dat tijdens de overgang tussen twee posities zou kunnen worden gevormd onderdrukt.
Een dergelijke tijdelijke onderdrukking van de beeldintegratie 15 kan ook worden verkregen met behulp van een voor het ingangsvenster geplaatste snelle sluiter {aangegeven bij 20, fig. 1), die op dé gewenste tijdstippen overeenkomstig met de bijbehorende waarden van de convolutie-functie gedurende korte tijd sluit. Zonodig kan een extra lamp 21 worden toegepast om het ingangsbeeld te verlichten.
20 Een andere mogelijkheid is een zodanige afbuigspanning aan de afbuigorganen toe te voeren, dat het ingangsbeeld over de trefplaat, althans over dat gedeelte van de trefplaat waar de convolutiefunctie niet voortdurend nul is, met regelmatige snelheid heen en weer wordt bewogen, bijvoorbeeld volgens een televieraster. De intensiteit bij 25 de op elkaar volgende beeldposities worden dan bepaald door een overeenkomstig de convolutiefunctie gemoduleerde lichtbron, eventueel in combinatie met een sluiter, of uitsluitend door besturing van de sluitertijden overeenkomstig de waarden van de convolutiefunctie.
Ook kan een aantal lichtbronnen worden toegepast, eventueel met bij-30 behorende sluiters, waardoor verschillende beelddelen met verschillende convolutiefuncties behandeld kunnen worden.
In alle gevallen dient de besturing van de lichtbronnen en/of sluiter(s) samen te hangen met de momentane plaats van projectie van het beeld op de trefplaat en dus met de momentane waarde van de afbuig-35 spanning(en), zoals met onderbroken lijnen in fig. 1 is aangegeven.
. Diverse modificaties van de beschreven uitvoeringswijzen en -vormen van de uitvinding liggen voor de deskundige voor de hand.
80 05 9 6 9 -8-
Dergelijke modificaties worden geacht binnen het kader van de uitvinding te vallen.
< 80 05 9 6 9
Claims (24)
1. Werkwijze voor het elektro-optisch convolueren van een in beeldvorm beschikbaar signaal met althans één bekende convolutiefunctie, met het kenmerk, dat het beeld van het in beeldvorm beschikbare signaal wordt toegevoerd aan het ingangsvenster van een elektro-optische beeldvormende in- 5 richting met een naar de tijd integrerend scherm en voorzien van afbuigor-ganen; en dat door middel van besturing van de afbuigorganen het ingangs- I ' beeld gedurende tijdintervallen, die overeenkomen met de bij de momentane afbuiging behorende waarde van de convolutiefunctie met een zodanig intensiteit wordt geprojecteerd op het integrerend scherm, dat op het scherm 10 het geconvolueerde signaal in beeldvorm ontstaat.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de bij elke af-buigpositie behorende, door de convolutiefunctie(s) bepaalde, intensiteit van het op het integrerend scherm gevormde beeld wordt verkregen door het ingangsbeeld met een constante helderheid te belichten en de tijdsduur van 15 elke projectie te besturen corresponderend met de bijbehorende waarde van de convolutiefunctie.
3. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de bij elke af-buigpositie behorende, door de convolutiefunctie bepaalde, intensiteit van het op het integrerend scherm gevormde beeld wordt verkregen door het in- 20 gangsbeeld gedurende een constante tijdsduur te projecteren en de helderheid van elke projectie te besturen corresponderend met de bijbehorende waarde van de convolutiefunctie.
4. Werkwijze volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat tussen twee opeenvolgende projecties van het ingangsbeeld op verschillende plaatsen 25 van het integrerend scherm de beeldvorming op het scherm wordt verhinderd.
5. Werkwijze volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de beeldvorming wordt verhinderd door een geschikte potentiaal aan -te leggen aan het integrerend scherm.
6. Werkwijze volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de beeldvorming 30 wordt verhinderd door een voor het ingangsvenster geplaatste sluiter, welke door een van de convolutiefunctie afgeleid signaal wordt bestuurd.
7. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 1 t/m 5, met het kenmerk, dat het ingangsbeeld wordt verlicht met althans één lichtbron, waarvan de inschakeltijdstippen en inschakelduren worden bestuurd door de 35 convolutiefunctie, en die bij elke inschakeling dezelfde lichtsterkte heeft. 80 0596 9 -10-
8. Werkwijze volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het ingangsbeeld. wordt verlicht met ten minste één constante lichtbron.
9. Werkwijze volgens conclusie 1 of 3, met het. kenmerk, dat aan de af-buigorganen een zodanig elektrisch signaal wordt toegevoerd, dat het 5 ingangsbeeld continu·, over het integrerend scherm wordt af gebogen en dat ‘ uitsluitend op door de convolutiefunctie(s) bepaalde plaatsen het ingangsbeeld wordt belicht met een door de convolutiefunctie(s) bepaalde helderheid.
10. Werkwijze volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de verlichting 10 telkens plaatsvindt met behulp van één of meer lichtbronnen waarvan de lichtsterkte(n) door de convolutiefunctie(s) wordt (worden) bestuurd en met behulp van althans een door de convolutiefunctie(s) bestuurde sluiter, die voor het ingangsvenster is geplaatst.
11. Werkwijze volgens conclusie 1¾ met het kenmerk, dat een aantal groe-15 pen lichtbronnen wordt toegepast voor de verlichting van het ingangsbeeld, die elk door een afzonderlijke convolutiefunctie worden bestuurd.
12. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat als beeldvormende inrichting een televisieopneembuis met beeldsectie wordt toegepast.
13. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een convolutiefunctie met positieve en negatieve delen wordt toegepast en dat de convolutiefunctie daartoe in een positief deel wordt gesplitst voor convolutie met het in beeldvorm beschikbare signaal in een eerste elektro-optische beeldvormende inrichting, die een eerste uitgangsdeel-25 beeldsignaal verschaft, en in een negatief deel, dat door weglating van het minteken wordt omgezet in een positief deel, dat met het in beeldvorm beschikbare signaal wordt geconvolueerd in een tweede beeldvormende inrichting, die een tweede uitgangsdeelbeeldsignaal verschaft; en dat voor het vormen van het gewenste definitieve uitgangsbeeld het tweede uit-30 gangsdeelbeeldsignaal van het eerste uitgangsdeelbeeldsignaal wordt afgetrokken .
14. Werkwijze volgens één der conclusies 1 t/m 12, met het kenmerk, dat een· convolutiefunctie met positieve en negatieve delen wordt toegepast en dat de convolutiefunctie wordt gesplitst in een positief deel, dat eerst 35 met het in beeldvorm beschikbare signaal wordt geconvolueerd voor het verschaffen van een eerste geconvolueerd deelbeeldsignaal, dat tijdelijk 80 05 9 6 9 C. «f7 ·> -11- » wordt opgeslagen; en een negatief deel, dat door weglating van het minteken wordt omgezet-in een positief deel, dat vervolgens met het in beeldvorm beschikbare signaal wordt geconvolueerd voor het verschaffen van een tweede geconvolueerd deelbeeldsignaal; en dat voor het vormen 5 van het definitieve geconvolueerde beeld het tweede deelbeeldsignaal van het eerste wordt afgetrokken.
15. Werkwijze volgens één der conclusies 1 t/m 12, met het kenmerk, dat een convolutiefunctie met positieve en negatieve delen wordt toegepast; dat als elektro-optische beeldvormende inrichting een televisie-10 opneembuis wordt gebruikt op de trefplaat waarvan door omschakeling van de buis zowel positieve als negatieve ladingsbeeldbijdragen kunnen worden gevormd; en dat de buis bij een positieve waarde van de convolutiefunctie in de positieve modus wordt bedreven en bij een negatieve waarde van de convolutiefunctie in de negatieve modus.
16. Inrichting voor het elektro-optisch convalueren van een in beeldvorm beschikbaar signaal met althans één bekende convolutiefunctie, gekenmerkt door althans één televisie-opneembuis met een beeldsectie, welke beeldsectie is voorzien van afbuigorganen voor het ingangsbeeld,
17. Inrichting volgens conclusie 16, gekenmerkt door een bestu-20 ringsinrichting, die een van de convolutiefunctie afgeleid signaal toevoert aan de afbuigorganen.
18. Inrichting volgens conclusie 17, gekenmerkt door een voor het ingangsvenster geplaatste sluiter, die door de besturingsinrichting wordt bestuurd, teneinde op door de convolutiefunctie bepaalde tijdstippen 25 te worden gesloten.
19. Inrichting volgens één der conclusies 16 t/m 18, gekenmerkt door een constante lichtbron, die het ingangsbeeld verlicht.
20. Inrichting volgens conclusie 16, gekenmerkt door een besturingsinrichting, die aan de afbuigorganen een periodiek elektrisch signaal 30 toevoert voor het regelmatig afbuigen van het ingangsbeeld, en die aan een voor het ingangsvenster geplaatste sluiter een.van de convolutiefunctie afgeleid signaal toevoert teneinde de sluiter te openen en te sluiten op door de convolutiefunctie bepaalde tijdstippen, gedurende door de convolutiefunctie bepaalde intervallen.
21. Inrichting volgens conclusie 16 of 20, gekenmerkt door een besturingsinrichting, die aan de afbuigorganen een periodiek elektrisch 80 05 9 6 9 s*· - * -12- signaal toevoert voor het regelmatig afbuigen- van het ingangsbeeld en die één of meer lichtbronnen bestuurt met een van de convolutiefunctie afgeleid signaal, teneinde het ingangsbeeld te verlichten op door de convolutiefunctie bepaalde tijdstippen, gedurende door de convolutie-5 functie bepaalde intervallen.
22. Inrichting volgens conclusie 21, gekenmerkt door een aantal lampen voor het verlichten van het ingangsbeeld, waarbij de lichtbronnen in groepen zijn verdeeld, die elk van de besturingsinrichting een van een bijbehorende convolutiefunctie afgeleid stuursignaal ontvangen.
23. Inrichting volgens één der conclusies 16 t/m 22 met het kenmerk, dat de beeldsectie van de televisie-opneembuis omschakelbaar is,' zodat in een eerste potentiaalverschilgebied tussen de fotokathode en de trefplaat van de beeldsectie een positieve ladingsbeeldbijdrage kan worden gevormd op de trefplaat, terwijl in een tweede potentiaalverschil-15 gebied tussen de fotokathode en de beeldsectie een negatieve ladingsbeeldbijdrage kan worden gevormd op de trefplaat; en dat middelen zijn voorzien om bij elke polariteitsverandering van de convolutiefunctie de beeldsectie om te schakelen.
24. Inrichting volgens één der conclusies 16 t/m 23, gekenmerkt 20 door twee televisie-opneembuizen met beeldsectie voorzien van afbuig-organen, waarbij middelen zijn voorzien om het in beeldvorm beschikbare signaal aan het ingangsvenster van beide buizen toe te voeren, alsmede schakelmiddelen, die bij elke polariteitswisseling van de convolutiefunctie de ene buis uitschakelen en de andere inschakelen, waarbij de 25 beeldvorming in de ene buis wordt bewerkstelligd onder invloed van het positieve deel van de convolutiefunctie en die in de andere buis onder invloed van de modulus van het negatieve deel van de convolutiefunctie; en door een inrichting, die de uitgangssignalen van beide buizen van elkaar aftrekt. 80 05 9 6 9
Priority Applications (4)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8005969A NL8005969A (nl) | 1980-10-30 | 1980-10-30 | Werkwijze en inrichting voor het elektro-optisch convolueren van signalen. |
IL64122A IL64122A0 (en) | 1980-10-30 | 1981-10-26 | Method and apparatus for electrooptically convoluting signals |
EP81201229A EP0051341A1 (en) | 1980-10-30 | 1981-10-29 | Method and apparatus for electro-optically convoluting signals |
JP56173167A JPS57103076A (en) | 1980-10-30 | 1981-10-30 | Method of and apparatus for photoelectrically folding signals |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8005969A NL8005969A (nl) | 1980-10-30 | 1980-10-30 | Werkwijze en inrichting voor het elektro-optisch convolueren van signalen. |
NL8005969 | 1980-10-30 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8005969A true NL8005969A (nl) | 1982-05-17 |
Family
ID=19836089
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8005969A NL8005969A (nl) | 1980-10-30 | 1980-10-30 | Werkwijze en inrichting voor het elektro-optisch convolueren van signalen. |
Country Status (4)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP0051341A1 (nl) |
JP (1) | JPS57103076A (nl) |
IL (1) | IL64122A0 (nl) |
NL (1) | NL8005969A (nl) |
Family Cites Families (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3349231A (en) * | 1963-05-14 | 1967-10-24 | Ann Arbor Trust Company | Electro-optical computer |
US3688101A (en) * | 1970-10-23 | 1972-08-29 | Raytheon Co | Optical correlation apparatus |
US3778166A (en) * | 1973-02-26 | 1973-12-11 | Gte Sylvania Inc | Bipolar area correlator |
NL7414060A (nl) * | 1974-10-28 | 1976-05-03 | Optische Ind De Oude Delft Nv | Elektro-optische correlator. |
US4139897A (en) * | 1977-03-18 | 1979-02-13 | The United States Of America As Represented By The Secretary Of The Navy | Fast two dimensional fourier transform device |
-
1980
- 1980-10-30 NL NL8005969A patent/NL8005969A/nl not_active Application Discontinuation
-
1981
- 1981-10-26 IL IL64122A patent/IL64122A0/xx unknown
- 1981-10-29 EP EP81201229A patent/EP0051341A1/en not_active Withdrawn
- 1981-10-30 JP JP56173167A patent/JPS57103076A/ja active Pending
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
JPS57103076A (en) | 1982-06-26 |
IL64122A0 (en) | 1982-01-31 |
EP0051341A1 (en) | 1982-05-12 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US6839166B2 (en) | Versatile microscope system with modulating optical system | |
EP0264685B1 (de) | Fernsehkamera mit einem Target | |
NL8400845A (nl) | Inrichting voor spleetradiografie. | |
DE2107524A1 (de) | Elektronisches System zur Erzeugung eines zusammengesetzten Farbbildes | |
DE2326538A1 (de) | Verfahren und vorrichtung zur automatischen herstellung von kopien bei der farbphotographie | |
DE1927969B2 (de) | Fernsehuebertragungsanordnung, insbesondere fuer fernsehtelefonuebertragungen | |
DE4416314C2 (de) | Verfahren und Vorrichtung zur Aufnahme einer Bildszene und Verwendung der Vorrichtung in einem Kopiergerät | |
EP0033944A1 (de) | Vorrichtung zur elektronischen Abtastung von Aufnahmegegenständen | |
DE19822142A1 (de) | Verfahren und Vorrichtung zum Erzeugen eines vor einem Kraftfahrzeug auf die Fahrbahn auftreffenden Lichtbündels | |
US4457618A (en) | Optical system for use in electronic enlarger | |
NL8005969A (nl) | Werkwijze en inrichting voor het elektro-optisch convolueren van signalen. | |
NL8006811A (nl) | Videosignaalbewerkingsschakeling, meer in het bij-zonder ten behoeve van verticale aperatuurcorrectie. | |
DE19713648C2 (de) | Verfahren zur elektronischen Reduktion des Hell/Dunkelkontrastes von Videobildern bereits bei der Aufnahme | |
DE3049397C2 (de) | Automatische Scharfeinstellvorrichtung für eine Kamera | |
DE2408019A1 (de) | Verfahren und vorrichtung zur abtastung und aufzeichnung von bildmaessigen vorlagen | |
DE3430569C2 (de) | Vorrichtung zur Brennpunktermittlung | |
DE2529735C3 (de) | Korpuskularstrahlmikroskop, insbe- · sondere Elektronenmikroskop, mit Verstelleinrichtungen zur Änderung der Lage des abzubildenden Objekts und Verfahren zum Betrieb | |
DE69029310T2 (de) | Verfahren und Vorrichtung zur Beseitigung von Falschbildern | |
EP0472493B1 (de) | Belichtungssteuerungsverfahren und fotografisches Kopiergerät | |
DE4211128C2 (de) | Verfahren zum Übertragen der Bildinformation einer Bildvorlage auf fotosensitives Material und Vorrichtung zur Durchführung des Verfahrens | |
US4701045A (en) | Method and apparatus for reducing optical artifacts | |
DE2318047C3 (de) | System zum Aufzeichnen augenblicklicher Anordnungen von bewegten Körpern | |
DE10253108B4 (de) | Verfahren zur Detektion eines Objekts mit einem Rastermikroskop und Rastermikroskop zur Detektion eines Objekts | |
DE2818555A1 (de) | Kathodenstrahlabtaster | |
EP1728121B1 (de) | Verfahren zur steuerung eines aus einem filmaufnahmestrahlengang einer laufbildkamera abgezweigten abbildungsstrahlenganges |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1B | A search report has been drawn up | ||
BV | The patent application has lapsed |