NL8005681A

NL8005681A - Exercising appts. with pivoting part - has sitting plank adjustable to coincide axis with that of limb exercised

Info

Publication number: NL8005681A
Application number: NL8005681A
Authority: NL
Original assignee: Wilhelmus Leonardus Beglinger
Priority date: 1980-10-15
Filing date: 1980-10-15
Publication date: 1982-05-03

Abstract

The exercising appts. comprises a fixed frame with a plank for sitting or lying, adjustable for height and angle, also a part pivoting on the frame. A spring is attached between points on this part and on the frame and whose distance apart varies as the part is turned. The plank (5) and the axis of rotation (13) of the pivoting part (14) can be adjusted to suit the measurements of the user's body, so that when he or she is in a predetermined position the axis coincides with that of the limb to be exercised.

Description

N.0. 29.314 -1-N.0. 29,314 -1-

Oefentoestel.Exercise machine.

De uitvinding heeft betrekking op een oefentoestel bestaande uit een vast frame met een wat hoogte en helling betreft instelbare zit- of lig-plank, welk oefentoestel is voorzien van ten minste êên au een as ten opzichte van het frame draaibaar onderdeel, waarbij het draaibare onderdeel 5 en het frame of de plank ieder zijn voorzien van een bevestigingsorgaan voor het bevestigen van een verend element, welke bevestigingsorganen zodanig zijn aangébracht, dat hun onderlinge afstand verandert als het draaibare onderdeel wordt geroteerd.The invention relates to a training device consisting of a fixed frame with a seat or reclining board that is adjustable in height and inclination, which training device is provided with at least one axis that can rotate relative to the frame, wherein the rotatable part 5 and the frame or shelf each include a mounting member for mounting a resilient member, the mounting members being mounted so that their spacing changes as the rotatable member is rotated.

Zulk een oefentoestel is beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 10 4.072.309. Het frame van dit oefentoestel bestaat uit een. tweetal stijf met elkaar verbonden, in één vlak liggende grondbalken, loodrecht waarop een staande balk is bevestigd voorzien van een in de langsrichting lopende flens met gaten. Een zit- of ligplank kan aan het ene korte uiteinde door middel van een in de gaten van de flens passende pdn op instelbare hoogte 15 met de staande balk worden verbonden. Aan of in de buurt van het andere korte uiteinde rust de plank cp een steun die verbonden is met de grondbalken. Voorts is dit bekende oefentoestel voorzien van een in verticale richting langs de staande balk verschuifbaar constructiedeel, dat met behulp van een pin die in de gaten in de flens past, cp een gewenste hoogte 20 aan de staande balk kan worden bevestigd. Aan dit constructiedeel is een draaibaar onderdeel -verbonden, dat ten cpzichte van dit constructiedeel en derhalve ook ten cpzichte van de staande balk kan draaien cm een horizontale as die evenwijdig loopt aan de korte zijden van de zit- of ligplank. Aan het van deze as afgekeerde uiteinde van dit draaibare onderdeel 25 is een stang bevestigd die evenwijdig locpt aan de genoemde as.Such an exercise device is described in U.S. Patent No. 10 4,072,309. The frame of this exercise machine consists of one. two rigidly connected, in one plane ground beams, perpendicular to which a standing beam is fixed, provided with a longitudinal flange with holes. A sitting or reclining board can be connected to the standing beam at one short end by means of a pdn fitting in the holes of the flange at an adjustable height. At or near the other short end, the plank rests on a support connected to the ground joists. Furthermore, this known training device is provided with a construction part that can be displaced vertically along the standing beam, which can be fixed to the standing beam by means of a pin that fits in the holes in the flange. A rotatable part is connected to this construction part, which can rotate in respect of this construction part and therefore also in respect of the standing beam, a horizontal axis which runs parallel to the short sides of the sitting or lying board. At the end of this rotatable part 25 remote from this axis, a rod is attached which locates parallel to said axis.

Het draaibare onderdeel en het frame zijn ieder voorzien van een evenwijdig aan de genoemde as Icpende pin, welke pinnen zodanig zijn aangebracht dat hun onderlinge afstand verandert als het draaibare onderdeel wordt geroteerd. Tussen deze pinnen kan een verend element worden aange-30 bracht, bijvoorbeeld een cirkelvormig koord van rekbaar materiaal.The rotatable part and the frame are each provided with a pin parallel to said axis, which pins are arranged such that their mutual distance changes as the rotatable part is rotated. A resilient element can be arranged between these pins, for instance a circular cord of stretchable material.

Een gebruiker neemt plaats op de plank en pakt bijvoorbeeld met beide handen de aan het draaibare onderdeel bevestigde stang beet en beweegt deze stang vervolgens in hoofdzakelijk verticale richting tegen de kracht in die door het verende element op het draaibare onderdeel wordt uitge-35 oefend.A user sits down on the shelf and, for example, grabs the rod attached to the rotatable member with both hands and then moves this rod in a substantially vertical direction against the force exerted on the rotatable member by the resilient member.

Een voordeel van dit bekende oefentoestel is, dat het kan worden gebruikt met uitsluitend verende elementen die bij het bewegen van het 8005681 A «·* -2- draaibare onderdeel de nodige tegenkracht leveren. Vergeleken net de voor dit doel gebruikelijke gewichten hebben de verende elementen het voordeel dat zij licht zijn: in tegenstelling tot gewichten staat de door zo'n verend element uitgeoefende kracht in geen enkele verhouding tot het gewicht 5 ervan. Bovendien kan door een geschikte keuze van het verende element en van de plaatsen waarop de bevestigingsorganen voor dit element zijn aangebracht, en ook nog door toepassing van andere, hierna te beschrijven maatregelen, zowel de grootte worden geregeld van de op het draaibare onderdeel uitgeoefende tegenkracht als het verloop van deze kracht bij veran-10 dering van de stand van het draaibare onderdeel.An advantage of this known training device is that it can be used with only resilient elements which provide the necessary counterforce during the movement of the 8005681 A * * * -2 rotatable part. Compared to the usual weights for this purpose, the resilient elements have the advantage that they are light: unlike weights, the force exerted by such a resilient element has no relation to its weight. In addition, by a suitable choice of the resilient element and of the locations where the fasteners for this element are mounted, and also by the application of other measures to be described hereinafter, both the magnitude of the counterforce exerted on the rotatable part can be controlled the course of this force when the position of the rotatable part changes.

Bij vele oefeningen is het gewenst dat het draaibare onderdeel van het oefentoestel waarop door het te oefenen lichaamsdeel een kracht wordt uitgeoefend, tijdens het oefenen zo min mogelijk ten opzichte van dit lichaamsdeel beweegt, omdat anders een hinderlijk verschuiven en schuren 15 optreedt. Dit kan worden bereikt, door het draaibare onderdeel cm een as te laten draaien die althans bij benadering samenvalt met de rotatieas van het te oefenen lichaamsdeel. Een nadeel van het hierboven beschreven, bekende oefentoestel is hierin gelegen, dat het bij dit toestel veelal niet mogelijk is de as van het draaibare onderdeel althans bij benadering 20 met de rotatieas van het te oefenen lichaamsdeel te laten samenvallen.In many exercises it is desirable that the rotatable part of the training device, on which a force is exerted by the body part to be exercised, moves as little as possible relative to this body part during practice, because otherwise annoying sliding and sanding will occur. This can be achieved by making the rotatable part cm rotate an axis which at least approximately coincides with the axis of rotation of the body part to be exercised. A drawback of the known training device described above is that it is often not possible with this device to make the axis of the rotatable part coincide at least approximately with the rotation axis of the body part to be exercised.

Het doel van de uitvinding is het verschaffen van een oefentoestel waarbij dit wel mogelijk is.The object of the invention is to provide a training device in which this is possible.

Dit doel wordt bereikt met een oefentoestel van de in de aanhef aangegeven soort, welk oefentoestel volgens de uitvinding hierdoor is geken-25 merkt, dat de zit- of ligplank en de plaats van de as van het draaibare onderdeel zodanig met betrekking tot de lichaamsafmetingen van een gebruiker kunnen worden ingesteld, dat als de gebruiker zich in een van tevoren bepaalde positie bevindt, de genoande as althans bij benadering samenvalt met de rotatieas van het te oefenen lichaamsdeel. Bij het oefentoestel vol-30 gens de uitvinding is het mogelijk de zit- of ligplank te verwijderen.This object is achieved with a training device of the type indicated in the preamble, which training device according to the invention is characterized in that the seat or reclining board and the location of the axis of the rotatable part are such with respect to the body dimensions of a user can be set that when the user is in a predetermined position, the nib axis coincides at least approximately with the axis of rotation of the body part to be exercised. With the training device according to the invention it is possible to remove the sitting or lying board.

Dit valt onder de term "instellen van de plank".This is covered by the term "shelf setup".

Oefentoestellen waarbij de as van een draaibaar onderdeel althans bij benadering samenvalt met de rotatieas van een te oefenen lichaamsdeel zijn cp zichzelf bekend uit bijvoorbeeld het Duitse tijdschrift "Sportrevue", Nr.138, 35 juni 1980. Bij deze bekende toestellen wordt echter de op de draaibare onderdelen uitgeoefende tegenkracht steeds door gewichten geleverd.Exercise machines in which the axis of a rotatable part coincides at least approximately with the axis of rotation of a body part to be exercised are known per se from, for example, the German magazine "Sportrevue", Nr. 138, June 35, 1980. However, with these known machines the rotating parts exerted counterforce always supplied by weights.

De uitvinding is derhalve een nieuwe combinatie van de cp zichzelf bekende toepassing van verende elementen in plaats van gewichten en een zodanige, eveneens op zichzelf bekende opstelling van draaibare onderdelen, 40 dat de draaiingsas van zulk een onderdeel althans bij benadering samenvalt 8005681 ' ** Ίί -3- met de rotatieas van het te oefenen lichaamsdeel.The invention is therefore a new combination of the self-known use of resilient elements instead of weights and such an arrangement of rotating parts, also known per se, such that the axis of rotation of such a part coincides at least approximately 8005681. -3- with the axis of rotation of the body part to be exercised.

De uitvinding zal nu nader worden verklaard aan de hand van de tekening, waarin: figöur 1 een bekend oefentoestel weergeeft, 5 figuur 2 een oefentoestel volgens de uitvinding weergeeft speciaal geschikt voor oefeningen waarbij het kniegewricht wordt bewogen, figuur 3 eveneens een oefentoestel volgens de uitvinding weergeeft, voor het uitvoeren van oefeningen met de armen, waarbij deze in een horizontaal vlak worden bewogen, 10 figuur 4 wederom een oefentoestel volgens de uitvinding weergeeft, voor het uitvoeren van oefeningen met de armen, waarbij de armen echter in een verticaal vlak worden bewogen, figuur 5 een onderdeel weergeeft van de inrichting van de figuren 3 en 4, en 15 figuur 6 een bijzondere uitvoering weergeeft van een inrichting voor het bevestigen van verende elementen.The invention will now be explained in more detail with reference to the drawing, in which: figure 1 represents a known training device, figure 2 shows a training device according to the invention especially suitable for exercises in which the knee joint is moved, figure 3 also a training device according to the invention for performing exercises with the arms, in which they are moved in a horizontal plane, figure 4 again shows a training device according to the invention, for performing exercises with the arms, however, the arms are moving in a vertical plane figure 5 shows a part of the device of figures 3 and 4, and figure 6 shows a special embodiment of a device for attaching resilient elements.

In figuur 1 is een bekend oefentoestel weergegeven. 1 en 2 zijn stijf met elkaar verbonden grondbalken. Loodrecht qp het vlak van deze balken is erop aangebracht een verticale balk 3, aan de achterkant voorzien van een 20 flens 4 met gaten. Een zit- of ligplank 5 is aan de ene korte zijde bevestigd aan de verticale balk 3 door middel van een pin die in een van de gaten in de flens 4 steekt. Aan de andere korte zijde rust de plank 5 cp een steun 6, die op zijn beurt steunt qp de grondbalk 1. Een constructiedeel 7 . is eveneens met een pin die door een van de gaten in de flens 4 steekt, 25 verbonden met de verticale balk 3. Een draaibaar onderdeel 8 is aan de ene kant draaibaar verbonden met het constructiedeel 7 en aan de andere kant voorzien van een dwarss tang 9 met aan elke kant een handvat 10. Het draaibare onderdeel 8 is voorzien van een uitstekende pin 11 en in een van de gaten van de flens 4 is een pin 12 aangebracht. Cm de pinnen 11 en 30 12 kan een cirkelvormig verend element worden aangebracht dat een kracht op het draaibare onderdeel 8 uitoefent. Bij de in de tekening weergegeven situatie is deze kracht naar boven gericht.Figure 1 shows a known training device. 1 and 2 are rigidly connected ground beams. Perpendicular to the plane of these beams there is mounted a vertical beam 3, provided on the back with a flange 4 with holes. A sitting or reclining board 5 is attached on one short side to the vertical beam 3 by means of a pin which protrudes into one of the holes in the flange 4. On the other short side, the shelf 5 rests on a support 6, which in turn rests on the ground beam 1. A construction part 7. is also connected to the vertical beam 3 by a pin which protrudes through one of the holes in the flange 4. A rotatable part 8 is rotatably connected on one side to the construction part 7 and on the other side provided with cross pliers 9 with a handle on each side 10. The rotatable part 8 is provided with a protruding pin 11 and a pin 12 is arranged in one of the holes of the flange 4. On the pins 11 and 12, a circular resilient element can be applied which exerts a force on the rotatable part 8. In the situation shown in the drawing, this force is directed upwards.

In figuur 2 is een deel van het oefentoestel van figuur 1 weergegeven, namelijk de zit- of ligplank 5, de steun 6 en de grondbalken 1 en 2. Onder 35 en vlak bij het (in de tekening) linker uiteinde van de plank 5 is een horizontale as 13 aangebracht, waarom twee identieke, gékrarde hefbomen 14 kunnen draaien, die onderling zijn verbonden door een dwarsstang 15. De hefbaren zijn ieder voorzien van een uitstekende pin 16 en de plank 5 is voorzien van uitstékende pinnen 17. Cm de pinnen 16 en 17 kan een cirkel-40 vormig verend element worden aangebracht. De dwarsstang 15, waarvan de hoogte instelbaar is, kan cmwoeld zijn met zacht en/of veerkrachtig mate- 8005681 * -*► -4- riaal. De gebruiker van dit toestel gaat cp de plank 5 zitten met het kniegewricht juist boven de as 13 en zijn onderbenen achter de dwarsstang 15. Hij kan nu, door zijn onderbenen tegen de dwarsstang 15 te drukken, deze tegen de kracht van de verende elementen in omhoog brengen. Ook is 5 het mogelijk, door een andere plaatsing van de pinnen 16 en 17, ervoor te zorgen dat de verende elementen via de hefbomen 14 een opwaartse kracht cp de dwarsstang 15 uitoefenen. De gebruiker van het oefentoestel kan dan oefenen door met de achterkant van zijn onderbenen de dwarsstang 15 naar beneden te drukken. In beide gevallen bevinden de kniegewrichten van de 10 gebruiker zich in de onmiddellijke nabijheid van de as waarom de hefbaren 14 draaien.Figure 2 shows part of the training device of figure 1, namely the sitting or lying board 5, the support 6 and the ground beams 1 and 2. Below 35 and near the left end of the board 5 (in the drawing) a horizontal axis 13 is provided, around which two identical, cranked levers 14 can rotate, which are interconnected by a cross bar 15. The lifting bars are each provided with a protruding pin 16 and the shelf 5 is provided with protruding pins 17. Cm the pins 16 and 17, a circular 40-shaped resilient element can be provided. The cross bar 15, the height of which can be adjusted, may be choked with soft and / or resilient material. 8005681 * - * ► -4-. The user of this appliance sits on the plank 5 with the knee joint just above the axle 13 and his lower legs behind the cross bar 15. He can now, by pressing his lower legs against the cross bar 15, against the force of the resilient elements bring up. It is also possible, by placing the pins 16 and 17 differently, that the resilient elements exert an upward force on the cross bar 15 via the levers 14. The user of the training device can then exercise by pressing the cross bar 15 down with the back of his lower legs. In both cases, the user's knee joints are in the immediate vicinity of the shaft about which the lifting bars 14 rotate.

Inplaats van de twee in de figuur aangegeven hefbomen 14 die ieder aan een zijde van de plank 5 zijn aangebracht en cm de as 13 draaien, is ook een niet in de tekening weergegeven constructie mogelijk net slechts 15 één cm de as 13 draaiende hefboom. Deze hefboom bevindt zich onder de plank 5 en wel bij het midden van de as 13. Aan het onderste uiteinde van deze hefboom is een dwarsstang verbonden overeenkomende met de stang 15 in figuur 2.Instead of the two levers 14 shown in the figure, which are each mounted on one side of the shelf 5 and rotate the shaft 13, a construction not shown in the drawing is also possible with only 15 cm rotating the shaft 13. This lever is located under the shelf 5, namely at the center of the shaft 13. At the bottom end of this lever a cross bar is connected corresponding to the bar 15 in figure 2.

In figuur 3 is het frame van het toestel van figuur 1 weergegeven.Figure 3 shows the frame of the device of figure 1.

20 1 en 2 zijn grondbalken; 3 is een verticale balk en 4 een daaraan verbonden flens met gaten. Aan de verticale balk 3 is met behulp van een tussenstuk en een pin die in de gaten in de flens 4 past, bevestigd een horizontaal lopende dwarsbalk 20. Aan weerszijden van de verticale balk 3 bevindt zich in de dwarsbalk 20 een verticale as 21, respectievelijk 22, waaromheen 25 kunnen draaien twee hefbomen 23, respectievelijk 24, die aan hun ongebogen uiteinden zijn voorzien van handvaten of kussens 25, respectievelijk 26.20 1 and 2 are ground beams; 3 is a vertical bar and 4 is an associated flange with holes. Attached to the vertical beam 3 by means of an intermediate piece and a pin that fits in the holes in the flange 4 is a horizontally running cross beam 20. On either side of the vertical beam 3 in the cross beam 20 there is a vertical axis 21, respectively. 22 around which two levers 23 and 24, respectively, can rotate, which are provided at their unbent ends with handles or pads 25 and 26, respectively.

De hefbomen 23 en 24 zijn voorzien van schijven met bevestigingsorganen voor verende elementen die tevens zijn verbonden met bevestigingsorganen op de dwarsbalk 20. Deze verende elementen oefenen een kracht cp de hef-30 bomen 23, 24 uit. Een gebruiker kan zich opstellen met zijn rug tegen de verticale balk 3 en de dwarsbalk 20. De dwarsbalk 20 is cp schouderhoogte bevestigd. Zijn schoudergewrichten bevinden zich dan in de onmiddellijke nabijheid van de verticale assen 21, 22. Door de armen in een horizontaal vlak naar buiten te bewegen oefent hij een kracht uit cp de handvaten of 35 kussens 25, 26 en wel tegen de kracht in die door de genoemde verende elementen via de hefbomen op deze handvaten of kussens wordt uitgeoefend.The levers 23 and 24 are provided with discs with mounting elements for resilient elements which are also connected to mounting elements on the cross beam 20. These resilient elements exert a force on the lifting arms 23, 24. A user can position himself with his back against the vertical beam 3 and the cross beam 20. The cross beam 20 is mounted at shoulder height. His shoulder joints are then in the immediate vicinity of the vertical axes 21, 22. By moving the arms outwards in a horizontal plane, he exerts a force on the handles or cushions 25, 26 and against the force which the aforementioned resilient elements are exerted on these handles or cushions via the levers.

In figuur 3 zijn de handvaten 25, 26 dubbel uitgevoerd, dat wil zeggen dat achter elk "eigenlijk" handvat 25, 26 en cp korte afstand ervan een evenwijdig aan dit handvat lopende stang 27, 28 is aangebracht. Als de ge-40 bruiker van het oefentoestel per ongeluk een handvat 25, 26 loslaat blijftIn Fig. 3, the handles 25, 26 are made double, that is to say that behind each "actually" handle 25, 26 and a short distance therefrom a rod 27, 28 running parallel to this handle is arranged. If the user of the training device accidentally releases a handle 25, 26

80 0 5 63 J80 0 5 63 J

' H» -5- zijn hand in de tussenruimte tussen dit handvat en de bijbehorende stang 27, 28. Hierdoor wordt voorkomen dat na het loslaten van een handvat dit met een slag terugschiet in de ruststand.His hand is in the gap between this handle and the associated rod 27, 28. This prevents the handle from returning to the rest position with one stroke after releasing a handle.

In figuur 4 is het toestel van figuur 3 weergegeven; de dwarsbalk 20 5 is echter een kwart slag cm zijn lengteas gedraaid, zodat de assen 21 en 22 horizontaal lopen en de hefbomen 23, 24 met de handvaten of kussens 25, 26 in een verticaal vlak kunnen draaien.Figure 4 shows the device of figure 3; however, the crossbar 20 is rotated a quarter of a turn in its longitudinal axis, so that the shafts 21 and 22 run horizontally and the levers 23, 24 can rotate in a vertical plane with the handles or cushions 25, 26.

In figuur 4 zijn de handvaten 25, 26 enkelvoudig uitgevoerd, dat wil zeggen dat de in figuur 3 getékende stang 27, 28 achter elk van de hand-10 vaten ontbreekt.. De gebruiker plaatst wederom zijn schouders tegen de horizontale balk 20, waardoor zijn schoudergewrichten zich in de onmiddellijke nabijheid van de assen 21, 22 bevinden. Hij kan dan zijn armen in een verticaal vlak naar buiten bevregen en hierbij de kussens 25, 26 van elkaar afduwen tegen de kracht in die op deze kussens door verende ele-15 menten wordt uitgeoefend.In Figure 4, the handles 25, 26 are single-handed, that is, the bar 27, 28 shown in Figure 3 is missing behind each of the handles. The user again places his shoulders against the horizontal bar 20, so that his shoulder joints are in the immediate vicinity of axes 21, 22. He can then freeze his arms outwards in a vertical plane, thereby pushing the cushions 25, 26 apart against the force exerted on these cushions by resilient elements.

Figuur 5 geeft een bijzondere uitvoering van de balk 20 van de figuren 3 en 4 met de bijbehorende onderdelen weer. In de balk 20 zijn aangebracht de assen 21 en 22. Vast verbonden met de cm deze assen draaiende hefbomen 23 en 24 (niet in de tekening weergegeven) zijn de hefboompjes 33 en 34.Figure 5 shows a special embodiment of the beam 20 of Figures 3 and 4 with the associated parts. The shafts 21 and 22 are arranged in the beam 20. The levers 33 and 34 are fixedly connected to the levers 23 and 24 rotating these shafts (not shown in the drawing).

20 Deze hefboompjes 33 en 34 zijn voorzien van twee pinnen 35, respectievelijk 36. Tussen de assen 21 en 22 is op de balk 20 een met deze balk vast verbonden pin 37 aangebracht. Om de pinnen 35 en 37 en on de pinnen 36 en 37 kunnen cirkelvormige elastische elementen, bijvoorbeeld elastieken, worden aangebracht die de pinnen 35, respectievelijk 36 naar de pin 37 toe trek-25 ken.These levers 33 and 34 are provided with two pins 35 and 36, respectively. Between the shafts 21 and 22, a pin 37 is fixedly connected to this beam on the beam 20. Circular elastic elements, for example elastics, can be arranged around the pins 35 and 37 and on the pins 36 and 37, which pull the pins 35 and 36, respectively, towards the pin 37.

In figuur 6 is een onderdeel 40 voor een oefentoestel volgens de uitvinding weergegeven. Dit onderdeel 40 is vast verbonden met een schijf of trommel 41, voorzien van een aantal zich qp verschillende afstanden van het middelpunt bevindende gaten 42-46. Voorts zijn qp de ontrek van de 30 schijf twee pinnen 47, 48 aangebracht.. Eén van de gaten 42-46 wordt geschoven over een vast met het frame van het oefentoestel verbonden as 50.Figure 6 shows a part 40 for a training device according to the invention. This part 40 is fixedly connected to a disk or drum 41, provided with a number of holes 42-46 located at different distances from the midpoint. In addition, two pins 47, 48 are provided on the extraction of the disc. One of the holes 42-46 is slid over a shaft 50 fixedly connected to the frame of the training device.

In de tekening bevindt de as 50 zich in het gat 44. Vervolgens wordt een verend element, bijvoorbeeld een ringvormige elastiéke band, met zijn ene (in de tekening linker) uiteinde geslagen cm een van de pinnen 47, 48 en 35 met zijn andere (in de tekening rechter) uiteinde cm een vast met het frame verbonden pin 49.In the drawing, the shaft 50 is located in the hole 44. Then, a resilient element, for example an annular elastic band, is driven with one end (left in the drawing) cm of one of the pins 47, 48 and 35 with its other ( in the drawing right-hand end cm a pin 49 firmly connected to the frame.

Als het verende element (zoals in de tekening is aangegeven) langs de pin 48 over de ontrek van de schijf 41 loopt en cm de pin 47 is geslagen, oefent dit element een rechtsdraaiend koppel qp de schijf 41 en dus ook op 40 het ermede verbonden onderdeel 40 uit. Wordt het verende element daarentegen 8005381 CV -Mb -6- langs de pin 47 naar de pin 48 geleid, dan oefent het een links draaiend koppel op de schijf 41 uit. Door de as 50 door een van de gaten 42, 43, 45, 46 te steken, wordt de grootte van het door het verende element uitgeoefende koppel gewijzigd.If the resilient element (as shown in the drawing) runs along the pin 48 over the extraction of the disc 41 and the pin 47 has been driven, this element exerts a clockwise torque on the disc 41 and thus also 40 connected to it. part 40. On the other hand, when the resilient element 8005381 CV -Mb -6- is guided along pin 47 to pin 48, it exerts a counterclockwise torque on disc 41. By inserting the shaft 50 through one of the holes 42, 43, 45, 46, the magnitude of the torque exerted by the resilient element is changed.

5 Als een draaibaar onderdeel in een zodanige stand is gebracht, dat er door een verend element een aanzienlijke kracht qp wordt uitgeoefend, kan zulk een onderdeel, als het plotseling wordt losgelaten, met een klap in de ruststand kanen. Het gevaar is niet denkbeeldig dat de gebruiker van het oefentoeste! volgens de uitvinding door zulk een klap van een 10 draaibaar onderdeel een kwetsuur oploopt. Teneinde dit te voorkanen worden bij een voorkeursuitvoering van het oefentoestel volgens de uitvinding de draaibare onderdelen voorzien van een op zichzelf bekende rem- of denpings-inrichting die verhindert dat zulk een draaibaar onderdeel onder invloed van een verend element een grote snelheid verkrijgt.If a rotatable part has been brought in such a position that a resilient element exerts a considerable force qp, such a part, if suddenly released, may hit the rest position with one blow. The danger is not imaginary for the user of the training device! according to the invention an injury is caused by such a blow of a rotatable part. In order to prevent this, in a preferred embodiment of the training device according to the invention, the rotatable parts are provided with a braking or thawing device known per se which prevents such a rotatable part from obtaining a high speed under the influence of a resilient element.

80056818005681

Claims

1. Exercise device consisting of a fixed frame with a seat or reclining board adjustable in height and inclination, which exercise device is provided with at least one cm of an axis rotatable relative to the frame, with the rotatable part and the frame or shelf each are provided with a fastening element for fastening a resilient element, which fastening members are arranged such that their mutual distance changes when the rotatable part is rotated, characterized in that the seat or reclining board and the location of the axis of rotation of the rotatable member can be adjusted with respect to the body dimensions of a user, such that when the user is in a predetermined position, said axis coincides at least approximately with the rotation of the body part to be exercised.

2. Exercise device according to claim 1, wherein the frame consists of a base plate or a number of rigidly connected, flush planar ground beams, perpendicular to which a standing beam is mounted, provided with a longitudinal flange with holes, and a sitting or reclining board on one short end can be connected to the upright beam by means of a pin fitting in the holes of the flange at an adjustable height 20 and resting on or near the other short end on a support which is connected with the base plate or the ground beams, characterized in that a rotatable part is arranged which can rotate in an axis which is located in the immediate vicinity of the short end of the sitting or lying board facing away from the standing beam and parallel to this short end locomotive and that the rotatable part is provided with a rod which is located some distance from this axis and which runs parallel to it.

3. Exercise device according to claim 1, wherein the frame consists of a base plate or a number of rigidly connected ground beams, perpendicular to which a standing beam is provided, which is provided with a longitudinal flange with holes, characterized in, that the training device furthermore comprises a cross beam which can be fixed horizontally to the standing beam by means of one or more pins fitting in the holes of the flange and a desired height, that this cross beam 35 is furthermore on each side of the place where it is mounted with the upright beam is provided with a rotatable part of which the axes of rotation run parallel, and that the crossbar can further be adjusted such that the two axes of rotation run parallel to the upright beam or cross it perpendicularly. 8005331 -8-

Exercise machine according to one or more of the preceding claims, characterized in that the fastening members are protruding pins and that the resilient element consists of a ring of elastic material.

Exercise machine according to one or more of the preceding claims, characterized in that the resilient element is guided over a disc or drum between the two fastening members.

6. Exercise machine according to claim 5, characterized in that the disc or trormel is provided with one or more eccentrically placed holes.

Exercise machine according to one or more of the preceding claims, characterized in that the rotatable part is provided with a brake or dipping device known per se. 8005831