NL8005642A - Deurvasthouder. - Google Patents

Description

·* 80.3348/M/Rdm/sme

Korte aanduiding: Deurvasthouder,

De uitvinding heeft betrekking op een deurvasthouder waarmede het openen van de deur automatisch wordt beperkt terwijl de deur beveiligd blijft zolang een vrijgeefklink niet wordt bediend.

Deurvasthouders vormen één van de veiligste manieren 5 om de toegang van ongewenste personen te vermijden en verschillende soorten, gebaseerd op kettingen of andere soortgelijke organen zijn algemeen bekend. Deze laatste soorten van vasthouders hebben de moeilijkheid dat deze nauwkeurig in een sluitstand moeten worden geplaatst elke keer nadat de deur werd geopend. Dit is de oorzaak 10 dat veel mensen deze niet in de juiste stand plaatsen of wel door verzuim, nalatigheid of gemakzucht, In deze gevallen blijven de vasthouders ondanks dat zij zijn aangebracht geheel onwerkzaam.

De uitvinding heeft tot doel een deurvasthouder te verschaffen, die het voordeel heeft dat deze automatisch werkzaam 15 wordt en de deur beveiligt zodra deze wordt gesloten en verder zodanig is uitgevoerd dat deze voortdurend ontkoppeld kan blijven, wanneer een tijdelijk aireteren noodzakelijk moet zijn.

Dit wordt volgens de uitvinding bereikt met een deurvasthouder die daardoor is gekenmerkt, dat deze een bij een hoek van 20 een deurpost te bevestigen uitstekende ring bezit, die automatisch koppelbaar is met een haak die aan het eind van een vrij te openen en te sluiten zwenkarm is bevestigd, welke zwenkarm aan het tegenoverliggende eind scharnierbaar is bevestigd en dat de hack samenwerkt met een doorgaans onbeweeglijke en schuivende component die 25 gemonteerd is op een steun die aan een deurkozijn is te bevestigen waarbij de zwenkarm van binnen af met de hand bedienbaar is met behulp van een klep om de ring tijdelijk van de haak vrij te geven en ook om deze naar keuze in een stabiele onder een hoek ten opzichte van de werkstand verstelde positie te plaatsen, waarbij de haak 30 buiten bereik van de ring is en dat deze met de schuivende component van buitenaf bedienbaar is bij een half geopende deur totdat 80 05 642 t - 2 - deze met betrekking tot de ring in een van de haak ontkoppelde stand is geplaatst.

Meer in het bijzonder is de schuivende component waarin de beveiligingshaak houdende zwenkarm scharnierend is be-5 vestigd op een ondersteuningscomponent geleid, die aan het kozijn is bevestigd en axiaal kan worden verschoven tussen twee standen en wel naar een arreteerstand waarin deze door een veer wordt gedwongen en een vrijgeefstand waarin een tweede hoekverschuiving kan worden uitgevoerd veroorzaakt door een tweede veer en beperkt 10 door een aanslag in welke stand doe stabiel kan blijven en de ring die op de deurstijl is gemonteerd kan vrijgeven.

De verplaatsing van de schuivende component wordt geleid door twee penvormige dwarsstaven, die zijn gemonteerd in de steuncomponent die aan het deurkozijn is bevestigd, in welke steun-15 component één eind van twee veren zijn verankerd die op de schuivende component inwerken, terwijl één van de staven ook een veranke-ringsaanslag voor de werkzame stand van de schuivende component is.

Het is ook in te zien dat om de zwenkarm, die schar-nierbaar is ten opzichte van de aan het deurkozijn te bevestigen 20 steuncomponent waarin de schuifcomponent is gemonteerd en waarin een schuifcomponent is bevestigd in staat moet zijn twee stabiele standen in te nemen in één waarvan deze de zwenkarm geleidelijk naar de ontkoppelde stand drukt op het moment dat de deur wordt gesloten en in de andere stand deze geheel werkzaam is en het mogelijk 25 maakt dat de ring met het eind van de zwenkarm wordt gekoppeld naar welke stand de schuifcomponent onder veerkracht wordt gedwongen.

Meer in het bijzonder is de schuivende component voorzien van een vinger, die gemakkelijk in enkele openingen kan worden opgenomen en in de lengterichting kan worden verschoven in de be-30 wegingscomponent, waarbij de schuivende component op zijn beurt een weinig zwenkt tegen de werking van een veer, die deze in een ruststand dwingt in welke zwenkstand de zwenkarm door de schuivende component naar zijn ontkoppelde stand wordt gedrukt.

80 05 642 ( * * - 3 -

Wanneer de schuivende component de vrijgevende schuif-stand heeft ingenomen, wordt deze door een ringvormige uitstekende klep die aan de deurstijl is bevestigd, aangedrukt die deze tot zwenken dwingt waardoor deze op de zwenkarm inwerkt om deze in de 5 ontkoppelde stand te plaatsen terwijl op zijn beurt de ringklep de axiale verschuiving van de schuivende component verhindert door een voortdurend inwerken van de veer, die deze naar zijn ruststand wil laten gaan. Het is van voordeel dat de schuivende component een sehuifvlak heeft over de steun, die aan het deurkozijn is bevestigd 10 voor het vormen van een stompe hoek die de zwenkmogelijkheid bepaalt waarbij de schuivende component voortdurend door een veer wordt gedrukt om deze in zijn blokkerende samengeklapte stand te plaatsen.

De schuivende component is voorzien van een paar uitstékende kleppen die van buitenaf toegankelijk zijn wanneer de deur 15 wordt geopend en zijn bediening laat een gekozen verschuiving van de schuivende component toe.

De uitvinding zal aan de hand van de bijgaande tekening nader worden toegelicht, waarin: fig. 1 een uiteengetrokken aanzicht in perspektief 20 van de vasthoudcomponenten, waarbij de zwenkarm aan een schuivende component is te bevestigen; fig. 2 een eindaanzicht van de schuivende component gemonteerd op een aan een deurkozijn bevestigde ondersteuning; fig. 3 een bovenaanzicht van de vasthouder in zijn 25 sluitstand; fig. 4 een bovenaanzicht van de vasthouder in een ontkoppelde stand; fig. 5 een langsdoorsnede van de houder in de gesloten stand; 30 fig. 6 eenzelfde doorsnede als van fig. 5 maar in een werkzame stand van de vasthouder met geopende deur die door de opengevouwen houder wordt vastgehouden; ^ ^ _ fia. 7 een langsdoorsnede van de houder in een stand 80 05 642 - 4 - voor het tijdelijk vrijgeven; fig. 8 eenzelfde doorsnede als van fig. 7 maar in een ontkoppelde stand door het in de lengterichting verplaatsen van de schuivende component die van buitenaf bedienbaar is; 5 fig. 9 een uiteengetrokken aanzicht in perspektief van de deurvasthouder waarbij de zwenkarm scharnierbaar aan de vaste ondersteuning is; fig. 10 is een vooraanzicht van de steuncomponent die aan een deurkozijn bevestigbaar is in de uitvoering volgens fig. 9; 10 fig. 11 is een vooraanzicht waarin op de steuncompo nent van fig. 10 een schuivende component is geplaatst; fig. 12 een langsdoorsnede van deze uitvoering van de vasthouder in de gesloten stand; fig, 13 een bovenaanzicht, gedeeltelijk in doorsnede 15 van de houder in een ontkoppelingsstand; fig. 14 een langsdoorsnede van de deurvasthouder in zijn werkzame stand met een half geopende deur; fig. 15 eenzelfde doorsnede als van fig. 13 maar waarbij de schuivende component in de lengterichting van buitenaf is 20 verschoven om de houder in een ontkoppelde stand te plaatsen; en fig. 16 is een langsdoorsnede van de samengeklapte vasthouder door het sluiten van de deur en in zijn ontkoppelde stand.

In de in de tekening getoonde deurvasthouder is deze in een uitvoering volgens de fig. 1-8 voorzien van een platte strook 25 1, die aan een deurstijl 2 bevestigbaar is en is beschermd door een decoratie 3, welke platte strook een uitstekende ring 4 bezit.

Op het vaste kozijn 2a van de deur is een steunstrook 5 bevestigd, die zijlappen 6 en 6a heeft om hieraan een buisvormige gestalte te geven en waarin uitgerichte paren gaten 7 zijn aange-30 bracht voor het opnemen van de resp. pennen of staven 8 en 9, waarvan de functie later zal worden beschreven. Deze zelfde vlakke strook bezit een uitgeperste klep 10, die als aanslag dient zoals hierna zal blijken.

80 0 5 64 2 • a - 5 -

Op de steunstrook 5 is een schuifstrook 11 gemonteerd die achter de staven of pennen 9, 8 is geleid, welke strook 11 een omhoogliggende lip 12 bezit, waarop het eind van een veer 13 is bevestigd en waarvan het andere eind is verankerd aan de pen 8, welke 5 veer de strook 11 naar een ruststand trekt,

De strook 11 heeft twee opstaande vleugels 14, die in de ruststand tegen de pen of staaf 9 worden gehouden om welke staaf een tweede veer 15 is gemonteerd, die de strook 11 van de steunstrook 5 wil drukken welke stand wordt beperkt door de tong 10 en 10 in de ruststand door lippen 14 die tegen de staaf 9 worden gehouden (fig. 5), De veer 15 ligt met een van zijn benen 15a tegen de steunstrook 5 en het andere been 15b wordt tegen de lip 16 van de schuifstrook 11 gehouden.

De eigenlijke schuifstrook 11 is uitgerust met een 15 paar opstaande oren 17 met gaten 18 voor het opnemen van een schar-nieras 19 van een samenklapbare koppelarm op deze schuifstrook 11.

De koppelarm is eveneens scharnierbaar aan een component 21 om de as 22, welke component tezamen met het de koppelarm 20 de zwenkarm vormend en die samengevouwen kunnen worden, waarbij de component 21 20 een oplopende klep 23 aan dén eind voor het ontkoppelen van een haak aan het andere eind heeft, die in verbinding met de ring 4 kan worden gebracht, welke haak een onder een hoek staand oppervlak 24a bezit om het hierop schuiven van de ring 4 te vergemakkelijken.

In een stabiele sluitstand neemt de vasthouder de 25 stand in die in de fig. 3 en 5 is weergegeven, dus met de ring 4 in verbinding met de haak 24.

Wanneer de deurstijl 2 wordt geopend trekt de ring 4 de zwenkarm die door de componenten 20 en 21 is gevormd, die hierbij om hun gemeenschappelijke as 22 draaien en op zijn beurt de compo-30 nent 20 om de as 19 die door de oren 17 van de schuifcomponent 11 is ondersteund (fig. 6).

In deze stand is de deurstijl beveiligd en heeft de houder zijn beveiligingsstand. Om vanuit deze stand een ontkoppeling q η n t fi l o - 6 - tot stand te kunnen brengen, moet de deurstijl 2 opnieuw worden gesloten om de zwenkarm 20, 21 samen te vouwen en in deze toestand moet de klep 23 (fig. 7) teruggedrukt worden waardoor de haak 24 vrij van de ring 4 en de deurstijl kan zonder moeilijkheden worden 5 geopend.

Wanneer de deur opnieuw wordt gesloten, drukt de ring 4 de haak 24 opzij waardoor deze zelf door het schuine gedeelte 24a glijdt en de zwenkarm in een eerste koppelpositie brengt zonder de noodzaak om enige handeling uit te voeren. De vasthouder komt dus 10 automatisch in zijn beveiligingsstand wanneer de deur wordt gesloten. Wanneer het gelegen komt de vasthouder in zijn onwerkzame stand te laten blijven, wanneer de deur wordt geopend zoals voor de ont-koppelstand van fig. 7, draait de component 21 om de as 22 en wordt met de hand verschoven totdat de haak 24 geheel buiten bereik van 15 de ring 4 komt en met zijn klep 23 tegen de klep 6a (fig. 4). In · deze stand kan de deurstijl 2 zonder hinder worden geopend en gesloten en blijft in een stabiele stand ten gevolge van het rusten van de klep 23 tegen de klep 6a.

Wanneer de deur van buitenaf wordt geopend met de 20 gebruikelijke schoot en de vasthouder in beveiligingsstand verkeert, kan de dèur met de hand worden ontkoppeld door de schuivende component opzij te drukken zodat deze direct tegen de oren 17 werkt met een schuifbeweging in voorwaartse richting waardoor de spanning van de veer 13 blijft, totdat de kleppen 14 langs de staaf 9 glijden 25 op welk ogenblik de tweede veer 15 werkzaam wordt en de component 11 met een kleine hoekverplaatsing opzij drukt totdat deze voldoende is verschoven dat de haak 24 de ring 4 geheel vrijgeeft en de deur zonder moeilijkheden kan worden geopend (fig. 8).

De steunstrook 5 is op zijn bodem voorzien van twee 30 opeenvolgende openingen 26 en 27 en een opstaande tong 28 (fig. 9).

Op de strook 5 is de schuifstrook 29 gemonteerd, die wordt aangedrukt door een veer 30, zodat deze met wrijving kan 8005642 - 7 - schuiven. Deze strook heeft een weinig afgebogen vingers 31 bestemd om naar keuze in de openingen 26 en 27 te worden geplaatst. Deze schuifstrook heeft een opening 32, die ruimte geeft aan de tong 28 waardoor het verschuiven wordt beperkt.

5 De schuifstrook 29 heeft een onder een hoek staand vlak 33 met betrekking tot het overige gedeelte van de strook waardoor een bepaalde mate van zwenken of schommelen hiervan tegen de werking van een veer 30 in mogelijk is.

In het gebied 33 van de schuifstrook 29 zijn opstaande 10 zijoren 34 met lippen 35 aanwezig om deze handeling te vergemakkelijken. Deze component is uitgerust met een teruggeslagen klep 36 tussen de twee lippen 37 overeenkomstig de voorgaande uitvoering.

De schuifstrook 29 heeft een andere opstaande vleugel 38 waaraan één eind van een veer 39 is gemonteerd, die met zijn an-15 dere eind in verbinding staat met een pen 40 die van de component 5 uitsteekt.

Op de steunstrook 5 is door middel van een pen 42 een decoratieve kap 41 bevestigd, waarbij de pen door de gaten 43 van de lippen 6 van de steunstrook 5 en gaten 44 van de kap gaan.

20 Deze kap houdt de samengedrukte veer 30 op zijn plaats en is uitgerust met een venster 45 waardoor de tong 38 van de schuif 29 uitsteekt. Op de vleugels 6 van de steunstrook 5 is een koppelstang 46 gemonteerd, die om een pen 49 scharniert welke pen door de gaten 25 en 48 resp. van de vleugels en de koppelstang gaat. Om 25 deze pen is een veer 49 aangebracht, die de koppelstang in een samengeklapte stand tegen de vaste steun 5 houdt.

De koppelstang 46 is uitgerust met een ander paar gaten 50 voor het opnemen van een scharnierpen 51 van een strook 52 met gaten 53 voor deze pen. De pen is aangebracht aan het schar-30 nierende eind tegenover dat met een haak 54. De koppelstang 46 is equivalent aan de koppelstang 20 van de fig. 1-8 en de strook 52 met de haak 54 is equivalent met de strook 21 met de haak 24.

80 05 642 - 8 -

Om de pen 51 is een veer 55 aangebracht, die de strook 52 tegen de koppelstang 46 aangeklapt houdt.

De strook 52 trekt zich aan de achterzijde uit in een lip 56 gelijk aan de lip 23 van de uitvoering volgens de fig. 1-8 5 en om de vasthouder in een ontkoppelde stand te houden.

In de gesloten stand is de haak 54 verbonden met de ring 4, welke stand wordt gehandhaafd door de werking van de veren 49 en 55, die er voor zorgen dat de zwenkarm gevormd door de koppelstang 46 en de strook 52 gesloten blijft. Bovendien drukt de veer 30 10 de schuif 29 tegen de steun 5 om een verschuiving met wrijving mogelijk te maken (fig. 12).

Voor het vrijgeven van de vasthouder terwijl de deur is gesloten, is het noodzakelijk tegen de klep 56 te drukken in een richting die is aangetoond door de pijl A in fig. 13. Hierdoor wordt 15 de haak 54 voldoende van de ring 4 verwijderd, zodat de deur 2 zonder hinder kan worden geopend, zoals met een stippellijn in fig. 13 is aangegeven.

Wanneer de deur wordt geopend zonder vantevoren tegen de klep 56 te drukken, zal de haak 54 met de ring 4 in verbinding 20 blijven en de zwenkarm gevormd door de delen 46 en 52 wordt open gevouwen (fig. 6) waarbij het openen van de deur is beperkt.

In deze stand is het praktisch de vasthouder van buitenaf vrij te geven. Door eenvoudige bediening van de lippen 39 van de oren 34 wordt een kleine schommeling van de component 29 25 over zijn onder een hoek geplaatst vlak 33 gemaakt, die voldoende is dat de vingers 31 van de openingen 26 vrijkomen, waarbij de spanning van de veer 30 overwonnen moet worden. Tegelijk worden de oren 34 getrokken om de component 29 naar buiten te schuiven totdat de vingers 31 in de openingen 27 komen, waarbij de werking van de veer 30 39 overwonnen moet worden en deze laatste stand blijft stabiel (fig. 15).

De vasthouder blijft in een ontkoppelstand maar hiertoe 80 0 5 642 • » - 9 - is het eerst noodzakelijk de deur 2 te sluiten, zodat de klep 4a van de ring 4 tegen de kleppen 36 drukt, waardoor deze de component 29 op het oppervlak 33 voldoende laten zwenken om de samengevouwen klep 38 die door het venster 45 steekt de koppelstang 46 opzij te 5 drukken en deze om de pen 47 te laten zwenken, zodat de haak 52 van de ring 4 kan worden verwijderd en de deur zonder moeilijkheden kan worden geopend (fig. 16). De vorige stand voorafgaande aan die voor het ontkoppelen wordt gehandhaafd omdat de klep 4a van de ring 4 om de klep 36 van de component 29 aan te drukken tegenover de 10 kleppen 37 van dezelfde component een wrijvende verschuiving van deze component voorkomen, welke veerkrachtig is door de veer 39, die gespannen blijft.

Wanneer de deur geopend is, geeft de klep 4a de gaten 36 en 37 vrij en de schuif 29 komt in zijn eerste stand terug.

15 De mogelijkheid dat de houder van buitenaf kan worden ontkoppeld zonder dat het noodzakelijk is de deur vantevoren te openen en werkend met behulp van een gebruikelijk grendelmechanisme is onder ogen gezien.

80 05 642

Claims (10)

1. Deurvasthouder, met het kenmerk, dat deze een bij een hoek van een deurpost te bevestigen uitstekende ring bezit, die automatisch koppeibaar is met een haak die aan het eind van een vrij te openen en te sluiten zwenkarm is bevestigd, 5 welke zwenkarm aan het tegenoverliggende eind scharnierbaar is bevestigd en dat de haak samenwerkt met een doorgaans onbeweeglijke en schuivende component die gemonteerd is op een steun die aan een deurkozijn is te bevestigen, waarbij de zwenkarm van binnenaf met de hand bedienbaar is met behulp van een klep om de ring tijdelijk 10 van de haak vrij te geven en ook om deze naar keuze in een stabiele onder een hoek ten opzichte van de werkstand verstelde positie te plaatsen, waarbij de haak buiten bereik van de ring is en dat deze met de schuivende component van buitenaf bedienbaar is bij een halfgeopende deur totdat deze met betrekking tot de ring in een van de 15 haak ontkoppelde stand is geplaatst.

2. Deurvasthouder volgens conclusie 1,met het kenmerk, dat de schuifbare component in axiale richting verplaatsbaar is en door een veer naar een ruststand te drukken is, terwijl in een tegengestelde begrensde stand deze onder een hoek 20 kan worden geplaatst en stabiel blijft waarbij deze tegelijk is onderworpen aan een veer die de verplaatsbare component in de ruststand houdt.

3. Deurvasthouder volgens conclusies 1 en 2, met het kenmerk, dat de schuifbare component schuifbaar is op 25 de steuncomponent en door pennen geleid is, welke pennen zijn gemonteerd op de steuncomponent waarop de einden van de veer die op de schuifbare component inwerken, zijn bevestigd waarbij een van deze pennen als stabiliseeraanslag voor de schuivende component in de 80 05 642 - π - vrijgeefstand is die samenwerken met kleppen af oren van deze schuifbare component.

4. Deurvasthouder volgens conclusie 1, me t h e t kenmerk, dat de aan een vast kozijn te bevestigen steuncompo- 5 nent een open buisvormige configuratie bezit, waarbinnen de schuivende component is geleid en waarin de zwenkarm in de ruststand kan worden samengevouwen.

5. Deurvasthouder volgens conclusie 1,met het kenmerk, dat de steunende component waarin de schuivende com- 10 ponent is gemonteerd een een aanslagvormende vleugel bezit voor het stabiliseren van de zwenkarm in een blijvende ontkoppelde stand staat wanneer de klep van de zwenkarm hiertegen rust.

6. Deurvasthouder volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de zwenkarm scharnierbaar is gemonteerd aan oren 15 die vanaf de aan een deurkozijn te monteren steun uitsteken in welke steun een zwenkbare en schuifbare component is gemonteerd, die met veerkracht naar een stand te dwingen is waarin de zwenkarm in een ring vasthoudende stand staat en dat de schuifbare component met de hand van buitenaf bedienbaar is om deze in een gekantelde stabiele 20 voorontkoppelingsstand te plaatsen en de zwenkarm in een stand wordt gebracht waarbij de haak vrij van de ring is wanneer de deur is gesloten.

7. Deurvasthouder volgens conclusies 1 en 6, m e t het kenmerk, dat de verschuifbare component met wrijving 25 verplaatsbaar is en met veerkracht tegen de steun is gedrukt door een veer en dat de verschuifbare component en de steun zijn voorzien van verstelbare middelen voor het vasthouden in twee stabiele standen waarvan deze door kantelen vrijmaakbaar is. 80 05 642 - 12 -

8. Deurvasthouder volgens condüsies 1, 6 en 7, met het kenmerk, dat de schiifbare component een aanslag bezit die door het schuiven van de component in de voorontkoppelstand in de baan van een schouder van de te koppelen ring van een hiermede 5 samenwerkende deur komt, welke ring de schuifbare component laat kantelen.

9. Deurvasthouder volgens condüsies 1, 6, 7 en 8, met het kenmerk, dat de schouder die tegen de schuivende component drukt teneinde deze te kantelen, tevens dient om deze vast 10 te houden en het schuiven te verhinderen.

10. Deurvasthouder volgens conclusies 1 en 6-9, met het kenmerk, dat de schuivende component is uitgerust met een schouder voor het wegdrukken van de zwenkarm, welke schouder reikt door een venster van een decoratieve kap, die een drukveer 15 spant die op de schuivende component inwerkt. Π. Deurvasthouder volgens conclusies 1 en 9, m e t het kenmerk, dat de schuivende component met een vlak schuift over de steun, welk vlak een stompe hoek heeft waarvan de hoek een kantelgebied voor de component vormt. 20 12. Deurvasthouder volgens conclusies 1 en 9, m e t het kenmerk, dat de schuivende component van buitenaf toegankelijke kleppen of oren heeft, wanneer de deur voor het hanteren hiervan is geopend. 80 0 5 642