NL8004538A - Werkwijze voor het plaatsen van een betonvoet, aldus vervaardigde betonvoetfundatie alsmede betonelementen ten gebruike daarvoor. - Google Patents

Description

- 1 -

Jt i WERKWIJZE VOOR HET PLAATSEN VAN EEN BETONVOET, ALDUS VERVAARDIGDE BETON-VOETFUNDATIE ALSMEDE BETONELEMENTEN TEN GEBRUIKE DAARVOOR.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vooraf in de grond aanbrengen van een verzwaarde betonvoet welke ten gebruike dient 05 voor de verankering van opstaande objecten, zoals b.v. kolommen, hekwerk-palen, vlaggemasten, lantaarnpalen en dergelijke.

Voor zover er sprake is van betrekkelijk kleine verankeringen, kan men gebruik maken van een aan het object aangegoten betonvoet die in zijn geheel in de grond wordt ingelaten. Voor zeer veel grotere objecten, b.v.

10 palen voor de bovengeleiding van treinen wordt dit ook wel gedaan; het transport van een dergelijke betonvoet kan via railtransport betrekkelijk gemakkelijk gaan. De uitvinding heeft echter ten doel om een oplossing te bieden aan al die situaties waarbij om velerlei praktische redenen de keuze moet vallen op een ter plaatse van het op te stellen object in 15 de grond storten van een betonfündering. Immers, indien de noodzaak daartoe bestaat, kan een betonfundatie niet onmiddellijk gebruikt worden.

Afgezien daarvan nemen de voorbereidingen veel tijd in beslag en bovendien, ingeval er een grote afstand is tot een bepaald uit te voeren werk, dient men meermalen een transport materiaal en arbeiders te verzorgen, 20 hetgeen de kosten aanmerkelijk doet toenemen. Bij het plaatsen van hekwerken met zwaarbelaste poortconstructies is een ingestorte betonfunde-ring tot dusver noodzakelijk gebleken.

Volgens de uitvinding worden de daardoor ondervonden bezwaren opgeheven indien men de verankering tot stand brengt door achtereenvolgens 25 na het uitgraven van een gat daarin een metalen grondplaat, voorzien van minstens twee daaraan gekoppelde opstaande geleidestaven neer te laten , waarop een aantal, in het bijzonder platte betonelementen, zoals standaardtegels, voorzien van uitsparingen voor de geleidestaven wordt geplaatst, aan de bovenzijde afgesloten door een afsluitelement, waarna 30 op het boveneinde van de geleidestaven moeren worden aangebracht en door het vastdraaien ervan de uit de afzonderlijke elementen opgebouwde betonvoet tot een integrale betonfundatiemassa wordt gebundeld.

Het is voordelig om volgens de uitvinding bij de werkwijze zoveel mogelijk gebruik te maken van standaardtegels en indien tevens gebruik 35 gemaakt wordt van diverse afmetingen daarvan, kan van boven naar beneden een betonvoet worden gevormd met een betrekkelijk groot steunoppervlak zodat in een vertikale dwarsdoorsnede een gelijkbenig trapezium ontstaat 800 4 5 38 - 2 - * 'Sr waarvan de smalle zijde zich bovenaan bevindt.

Onder gebruikmaking van het inzicht dat aan de uitvinding ten grondslag ligt, heeft de uitvinding tevens betrekking op een geprefabriceerde betonvoetfundatie welke gebundeld is door middel van geleide- resp.

05 koppelingsstaven welke in samenwerking met uitsparingen in de beton-tegels de samenkoppeling tot een integrale betonmassa tot stand brengt. Het gaat hierbij voornamelijk om het gemak waarmee met geringe middelen en zonder zware hijswerktuigen o.d. een toch zware betonvoetfündatie geplaatst kan worden terwijl toch de samenstellende elementen gemakkelijk 10 hanteerbaar zijn voor degenen die de betonvoet aanbrengen.

In een gunstige uitvoeringsvorm voor een betonvoetfundatie wordt volgens de uitvinding voorzien als er minstens twee geleide- resp. koppelingsstaven verbonden zijn met een grondplaat waarop zij rechtstandig zijn bevestigd d.m.v. een schroef-, las-, of klinkverbinding of 15 dergelijke terwijl deze staven aan hun boveneinde voorzien zijn van een schroefdraad voor een verbinding ervan met de verankeringsplaat van het te bevestigen object.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op betontegelelementen welke voorzien zijn van zodanige uitsparingen dat zij geschikt zijn ten ge-20 bruike voor een als hierboven omschreven betonvoetfundatie.

Aangezien, zoals bekend, bij opstaande objecten als palen, gemakkelijk zeer grote momenten kunnen optreden als gevolg van overmatige belasting (b.v. doordat op draaihekken of slagbomen mensen gaan hangen of zitten), dient men soms extra voorzieningen toe te passen. Volgens de 25 uitvinding kan dit opgevangen worden door bij de samengestelde betonvoet langwerpige betonelementen tussen te voegen. In een bijzondere uit-< voeringsvorm kan aan deze langwerpige betonelementen de vorm van een kruis gegeven worden. Kanteling van de geprefabriceerde betonfundatie-voet tengevolge van de genoemde extra belasting wordt dan uitgesloten.

30 Door gebruik te maken van de voordelen volgens de uitvinding kan een aanmerkelijke arbeids-, tijds- en dus geldbesparing bereikt worden. Juist bij het plaatsen van hekwerkpaalconstructies speelt dit een overwegende rol doordat men nu in staat is zonder wachten op het verharden van gestort beton, onmiddellijk tot het installeren van de opstaande 35 objecten over te gaan.

De uitvinding zal hierna met behulp van de tekening nader worden toegelicht.

800 4 5 38 - 3 - # 4

Fig. 1 is een gedeeltelijk aanzicht reap, dwarsdoorsnede van een betonfundatievoet volgens de uitvinding;

Fig, 2, 3 en 4 tonen diverse vormen van betontegels volgens de uitvinding ; 05 Fig. 5 is een metalen grondplaat waarop 4 opstaande staven zijn ge last;

Fig. 6 toont een betonfundatievoet volgens de uitvinding waarbij een extra weerstand tegen kanteling is verkregen met behulp van langwerpige betonelementen.

10 In fig.1 is het te verankeren object in de vorm van een kolomvoet 1 vastgeschroefd op de boveneinden van vier lange bouten 2 en 3, waarvan er slechts twee zichtbaar zijn in de figuur. Door middel van de moeren 4 en 5 wordt de kolomvoet 1 vastgedrukt op een aantal betontegels 6, 7, '8, 9, 10 van dezelfde vorm maar verschillende afmeting. De betontegels 15 kunnen al naar gelang de aan de betonvoetfundatie te stellen eisen vierkant of rechthoekig zijn. In fig. 1 neemt de afmeting der betontegels naar beneden toe in breedte toe, zodat een nagenoeg gelijkbenig trapezium in dwarsdoorsnede ontstaat met een brede voetoppervlakte. De opstaande bouten 2 en 3 zijn aan een metalen grondplaat 11 gelast en wel 2o zodanig dat op deze lasverbinding een aanmerkelijke trekkracht kan worden uitgeoefend teneinde voldoende weerstand te kunnen bieden aan de door de kolomvoet 1 opgewekte krachten en momenten. De betontegels 6-10 zijn voorzien van uitsparingen 12 welke voldoende ruimte overlaten om maat-afwijkingen te kunnen opnemen. De werkwijze volgens de uitvinding is 25 nu als volgt: eerst wordt ter plaatse van de in de grond aan te brengen betonvoetfundatie een gat gegraven waarvan de omtrek overeenkomt met de omtrek van de grondplaat 11 welke rechthoekig of vierkant kan zijn. Deze grondplaat 11 wordt rechtstandig op de bodem van het uitgegraven gat geplaatst waarbij de bouten 2, 3 omhobggericht zijn .Vervolgens worden de 30 betontegels stuk voor stuk op de grondplaat 11 en daarna boven op elkaar gestapeld totdat de hoogte M-M van het maaiveld wordt bereikt. Daarna kan de overblijvende ruimte van het gat G met grond of zand aangevuld en aangestampt worden en kan de kolomvoet 1 geplaatst worden al of niet onder gebruikmaking van stelplaatjes (hier niet nader aangeduid).

35 In fig. 2 is een eenvoudige betontegel 13 getekend welke voorzien is van vier uitsparingen of openingen 14 voor de geleide- of koppelings-staven 2,3 in fig. 1. Dergelijke tegels kunnen een afmeting hebben van b.v. 50 x 50 cm en de openingen kunnen 0 4 cm zijn. Het enkelvoudige 800 4 5 38 - 4 - gewicht kan b.v. 40-45 kg zijn al naar gelang gewenst wordt.

In fig. 3 is een betontegel 15 getekend welke van een aantal anders gevormde uitsparingen 16 is voorzien voor het doorvoeren van de geleide-staven 2,3.

05 Fig. 4 toont een betontegel 17 volgens de uitvinding welke voorzien is van vier ronde uitsparingen 18 en tevens van twee elkaar snijdende rechthoekige uitsparingen 19 en 20. Deze uitsparingen vormen opname-ruimtes voor een langwerpig betonelement 21 dat schematisch is aangeduid. Door twee betonelementen 17 omgekeerd op elkaar te plaatsen en daartussen 10 een betonelement 21 op te nemen, kan dit laatste worden opgesloten en aldus een extra weerstand verschaffen tegen kanteling van de betonvbet-fundatie waar dit gewenst is.

Fig. 5 geeft een uitvoeringsvorm van een grondplaat 11 weer zoals in fig.1 is getekend. De opstaande geleidestaven 2,2' en 3,3' zijn in 15 dit geval aan de grondplaat 11 vastgelast en aan hun boveneinde voorzien van een schroefdraad voor de verbinding met de moeren 4 en 5 in fig.1. Er zijn natuurlijk meer verbindingsmogelijkheden tussen geleidestaaf en grondplaat uitvoerbaar. Zo kan het ondereinde eveneens van schroefdraad voorzien zijn en wordt de grondplaat b.v. tussen twee moeren vastgezet.

20 Ook kan de geleidestaaf aan de onderkant voorzien zijn van een platte kop of dergelijke. Hoofdzaak is dat de geleidestaven na het inbrengen van de grondplaat rechtop blijven staan om het inlaten van de afzonder-: lijke betontegels resp. betonelementen te vergemakkelijken. Het is ook mogelijk om voor grote betontegels van een grotere grondplaat gebruik te 25 maken en daar bovenop een kleinere grondplaat voor kleinere betontegels te bevestigen op de wijze van een verankering van de grondplaat voor de kolomvoet in fig. 1.

Kortom men kan al naar gelang de gewenste afmetingen voor de vereiste betonvoetfundatie koppelingen tussen grondplaten en betonelementen 30 tot stand brengen zonder het wezen van de werkwijze en/of de daarvoor benodigde hulpmiddelen te wijzigen.

In fig. 6 is nog een uitvoering weergegeven van een geprefabriceerde betonvoetfundatie waarvoor gebruik is gemaakt van een kruisvormige stand van twee betonelementen 21 en 22 welke zijn ópgenomen in betonelementen 35 23, 23' en 24, 24' overeenkomstig de vorm die in fig. 4 nader is aange geven .

Terwijl in fig. 1 de betonvoetfundatie in dwarsdoorsnede de vorm van een gelijkbenig trapezium heeft, is dat niet het geval in fig. 6. Men 800 4 5 38 - 5 - kan echter, zoals voor de hand ligt, elke willekeurige dwarsdoorsnede kiezen onder behoud van alle voordelen die de uitvinding biedt,

Aangezien de onderlinge koppeling van de betonelementen geheel of ten dele door middel van de grondplaat 11 kan plaatsvinden, b.v. alleen 05 aan de bovenkant van de fundatie, kunnen de betonelementen daaronder ook samengebundeld worden door andere daartoe geschikte middelen, b.v. spanstrips zoals ten gebruike voor emballagedoeleinden. Voorwaarde daarbij is dat aantasting van dergelijke middelen door grondwater en/of mechanische slijtage niet optreden kan teneinde de massaeenheid van de 10 betonvoetfundatie blijvend tekunnen garanderen. De uitdrukkingen "geleide- en koppelingsstaven" dienen daarom in ruimere zin uitgelegd te ' worden, evenals de uitdrukkingen " openingen" resp. "uitsparingen" voor zover daartoe aanleiding bestaat.

In fig. 6 is de kolomvoet 25 aangeduid van een hekwerkconstructie 15 zoals beschreven in de eerdere octrooiaanvrage nr. 80 01 208 van aanvraagster. De met de uitvinding te verwezenlijke voordelen blijken zeer gunstig te zijn voor het plaatsen van betonvoetfundaties bij dergelijke hekwerken, ook die waarbij draaihekken, vooral met een grote zwaaibreedte worden toegepast.

20 Het spreekt overigens vanzelf dat bij gebruik making van beton elementen 21 en 22 een gat 0 met extra sleuven voor deze betonelementen gegraven dient te worden.

Zoals fig. 4 laat zien, zouden ook betonelementen tot een kruisvorm samengesteld kunnen worden, hetzij als geprefabriceerd kruisvormig 25 betonelement, hetzij door koppeling van twee betonelementen elk voorzien van een uitsparing ter plaatse van de kruising, hetzij door twee halve tegels aan te sluiten op één volle lengte. Dergelijke uitvoeringen zijn niet getekend; voor de vakman is deze toelichting voldoende duidelijk.

800 4 5 38

Claims (12)

1. Werkwijze voor het in de grond aanbrengen van een uit losse geprefabriceerde betonelementen opgebouwde verzwaarde betonvoet ten gebrui-ke als verankeringssysteem, in het bijzonder voor de verankering van 05 kolommen, hekwerkpalen, vlaggemasten, lantaarnpalen en dergelijke opr . staande objecten welke normaliter ter plaatse een in de grond te storten betonfundatiesysteem vereisen, waarbij achtereenvolgens na het uitgraven van een gat daarin een metalen grondplaat, voorzien van minstens twee daaraan gekoppelde ópstaande geleidestaven wordt neergelaten waarop een 10 aantal, in het bijzonder platte betonelementen, zoals standaardtegels, voorzien van uitsparingen voor de geleidestaven wordt geplaatst, aan de bovenzijde afgesloten door een afsluitelement, waarna op het boveneinde van de geleidestaven moeren worden aangebracht en door het vastdraaien ervan de uit de afzonderlijke elementen opgebouwde betonvoet tot een 15 integrale betonfundatiemassa wordt gebundeld.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat onder gebruikmaking van betonelementen van kleiner wordende afmetingen, in het bijzonder platte tegels van groter, minder groot en kleiner formaat, een betonvoet gevormd wordt welke in vertikale dwarsdoorsnede de vorm van een 20 gelijkbenig trapezium aanneemt.

3. Uit afzonderlijk losse betonelementen samengestelde en tot één samenhangend geheel gebundelde betonvoetfundatie ten gebruike voor opstaande te verankeren objecten, zoals kolommen, hekwerkpalen, vlaggemasten, lantaarnpalen, in de vorm van een aantal tot een integrale be- 25 tonmassa samengekoppelde in hoofdzaak platte betontegels welke onderling gekoppeld zijn door middel van geleide- resp. koppelingsstaven die dwars door gaten in deze tegels gevoerd zijn en die de tegels onder drukuit-oefening tot een fundatieblok aaneenpersen.

4. Betonvoetfundatie volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat min-30 stens twee geleide- resp. koppelingsstaven verbonden zijn met een grondplaat waarop zij rechtstandig zijn bevestigd d.m.v. een schroef-, las-, of klinkverbinding of dergelijke terwijl deze staven aan hun boveneinde voorzien zijn van schroefdraad voor een verbinding ervan met de veran-keringsplaat van het te bevestigen object. 800 45 38 - 7 -

5. Betontegelelementen, voorzien van een aantal uitsparingen ten gebruike met geleide- resp. koppelingsstaven voor een betonvoetfundatie volgens conclusie 3.

6. Betonelementen, waarvan een aantal samenkoppelbaar is tot een 05 betonvoetfundatievóet volgens conclusie 3, voorzien van een aantal uitsparingen voor het doorvoeren van de geleide- resp. koppelingsstaven.

7. Betonvoetfundatiesysteem onder toepassing der werkwijze en onder gebruikmaking der elementen volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de vertikale doorsnede in hoofdzaak rechthoekig is.

8. Betonvoetfundatiesysteem onder toepassing der werkwijze en onder gebruikmaking der elementen volgens een der voorgaande conclusies 1-6, met het kenmerk, dat de vertikale doorsnede in hoofdzaak trapeziumvormig is, in het bijzonder in de vorm van een gelijkbenig trapezium.

9. Betonfundatiesysteem onder toepassing der werkwijze en onder 15 gebruikmaking der elementen volgens een der voorafgaande conclusies 1-6, met het kenmerk, dat een extra weerstand tegen kanteling wordt verkregen door het tussenvoegen van langwerpige betonelementen.

10. Betonfundatiesysteem volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat een of meer langwerpige betonelementen in de vorm van een kruis zijn ge- 20 plaatst.

11. Grondplaat waarop minstens twee opstaande geleide- of koppelings staven zijn bevestigd welke aan hun boveneinde voorzien zijn van schroefdraad voor de verankering van een opstaand object en ten gebruike voor een betonvoetfundatiesysteem volgens een der voorafgaande conclusies.

12. Betonelement, voorzien van minstens twee gaten of uitsparingen voor het doorvoeren van koppelingsstaven en tevens voorzien van minstens een langwerpige uitsparing in het vlak van het element, welke uitsparing een hoogte heeft welke kleiner of hoogstens gelijk is aan de halve dikte van een betonelement volgens conclusie 9 dat tussen twee elementen welke 30 met hun langwerpige uitsparingen naar elkaar toegekeerd zijn, ingeklemd wordt. 8004538