NL8004507A

NL8004507A - ELECTRODE ASSEMBLY FOR A MAGNETIC FLOW METER.

Info

Publication number: NL8004507A
Application number: NL8004507A
Authority: NL
Original assignee: Emerson Electric Co
Priority date: 1979-08-09
Filing date: 1980-08-07
Publication date: 1981-02-11
Also published as: DE3030086A1; GB2057692B; GB2057692A

Description

P & c · *P & c *

LW 3731-16 Ned.dB/LvDLW 3731-16 Ned.dB / LvD

>>

Electrodesamenstel voor een magnetische stromingsmeter.Electrode assembly for a magnetic flow meter.

De uitvinding heeft betrekking op een electrodesamenstel voor een magnetische stromingsmeter of dergelijke inrichting, en in het 5 bijzonder op een dergelijk electrodesamenstel waarbij de electrode positief kan worden afgedicht op zijn plaats, gemakkelijk kan worden verwijderd en weer opnieuw aangebracht van de buitenzijde van het meter-huis af.The invention relates to an electrode assembly for a magnetic flow meter or the like device, and in particular to such an electrode assembly in which the electrode can be positively sealed in place, easily removed and reapplied from the outside of the meter. home.

Een magnetische stromingsmeter heeft een huis dat in een 10 leiding kan worden opgenomen, waarin de stroming moet worden gemeten. Electromagnetische spoelen worden gemonteerd aan het meterhuis en worden bekrachtigd, waardoor een geschikt magnetisch veld door het huis wordt opgewekt. Twee meet-electrodesamenstellen worden gemonteerd aan weerszijden van het huis, voor het meten van de spanning, die wordt 15 geïnduceerd in een geleidend medium, dat stroomt door het magnetische veld in het meterhuis. Deze spanning is evenredig met de stroming en wordt op geschikte wijze versterkt voor het leveren van een signaal, dat een maat is voor de stroming.A magnetic flow meter has a housing that can be received in a conduit, in which the flow must be measured. Electromagnetic coils are mounted on the meter housing and are energized, generating a suitable magnetic field throughout the housing. Two measuring electrode assemblies are mounted on either side of the housing to measure the voltage induced in a conductive medium flowing through the magnetic field in the meter housing. This voltage is proportional to the flow and is appropriately amplified to provide a signal that is a measure of the flow.

Elk electrodesamenstel heeft een electrode en organen voor het 20 monteren van de electrode door de wand van het meterhuis, in aanraking met het geleidende medium in het meterhuis. Daar het meterhuis is vervaardigd van een electrisch geleidend materiaal, moet de electrode electrisch worden geïsoleerd van het meterhuis. In het algemeen wordt een voering van niet-geleidend materiaal aangebracht in het meerhuis en 25 een bus, van niet-geleidend materiaal rondom de electrode. De voering kan stug of meegevend zijn en kan worden vervaardigd van een aantal materialen, zoals polytetrafluorethyleen, polyurethaan, butyl-rubber of keramisch materiaal. Bij sommige constructies bedekt de voering niet het gehele stromingskanaal door het meterhuis, maar bestaat uit beklede 30 delen in het gebied van de electroden. Een dergelijke constructie is bijvoorbeeld weergegeven in het Amerikaanse octrooischrift 3,194.068. Onafhankelijk van het type voering, is het echter essentieel, dat de electrode positief wordt afgedicht ten opzichte van het meterhuis.Each electrode assembly has an electrode and means for mounting the electrode through the wall of the meter housing in contact with the conductive medium in the meter housing. Since the meter housing is made of an electrically conductive material, the electrode must be electrically insulated from the meter housing. Generally, a liner of non-conductive material is placed in the moor house and a sleeve of non-conductive material around the electrode. The liner can be stiff or compliant and can be made from a number of materials, such as polytetrafluoroethylene, polyurethane, butyl rubber, or ceramic. In some structures, the liner does not cover the entire flow channel through the meter housing, but consists of coated parts in the area of the electrodes. Such a construction is shown, for example, in U.S. Patent 3,194,068. Regardless of the type of liner, it is essential that the electrode is positively sealed to the meter housing.

Bij sommige electrodesamenstellen, bijvoorbeeld zoals weerge-35 geven in het bovengenoemde Amerikaanse octrooischrift, heeft de electrode aan zijn binneneinde een kop- of rokgedeelte, dat aanligt tegen de voering. Voor vervanging van de electrode, moet deze van het inwendige van het meterhuis uit worden verwijderd. Hiervoor is het nodig, dat het meterhuis wordt losgekoppeld uit de leiding.In some electrode assemblies, for example, as shown in the above-mentioned U.S. Patent, the electrode has a head or skirt portion at its inner end that abuts the liner. To replace the electrode, it must be removed from the interior of the meter housing. This requires the meter housing to be disconnected from the pipe.

40 Bij andere bekende electrodesamenstellen zijn ingewikkelde en 8004507 e - 2 - dure konstrukties nodig om de electrode afgedicht op zijn plaats te houden in het meterhuis en om de electrode van de buitenzijde van het meterhuis te kunnen aanbrengen.Other known electrode assemblies require complex and expensive constructions to keep the electrode sealed in place in the meter housing and to be able to apply the electrode from the outside of the meter housing.

In Amerikaans octrooischrift 3.171.990 maakt men bijvoorbeeld gebruik 5 van de uitzetting van een bus door een conische electrode voor de afdichting van de electrode.For example, U.S. Patent 3,171,990 uses the expansion of a sleeve by a conical electrode to seal the electrode.

De afdichting van de electrode is moeilijker bij sommige voeringmaterialen dan bij andere. Wanneer het voeringmateriaal polytetrafluorethyleen is, is het gebleken, dat het essentieel is een 10 rokgedeelte aan te brengen aan het binneneinde van de electrode, teneinde een geschikte afdichting te verkrijgen, waardoor de electroden niet van de buitenzijde van het meterhuis af kunnen worden weggenomen.Electrode sealing is more difficult with some liner materials than others. When the lining material is polytetrafluoroethylene, it has been found to be essential to provide a skirt portion to the inner end of the electrode in order to obtain a suitable seal, so that the electrodes cannot be removed from the outside of the meter housing.

Bij sommige toepassingen, bijvoorbeeld bij het meten van de stroming van rioolwater, moeten de blootliggende vlakken van de electroden 15 herhaaldelijk worden gereinigd. Voor het reinigen van de electrode terwijl deze zich op zijn plaats in het meterhuis bevindt, zijn ultrasonische reinigingstechnieken gebruikt. Bij een bepaalde konstruktie van een electrode, welke geschikt is om ultrasonisch te worden gereinigd, zoals weergegeven in het Amerikaanse octrooischrift 3.479,873, ligt een ultrasonische om-20 zetter aan tegen de elektrode buiten het meterhuis en wordt de gehele electrode bekrachtigd voor het reinigen van het binneneinde daarvan, dat blootstaat aan de stroming van het medium binnen het meterhuis.In some applications, for example when measuring the flow of sewage water, the exposed surfaces of the electrodes 15 must be repeatedly cleaned. Ultrasonic cleaning techniques have been used to clean the electrode while it is in place in the meter housing. In a particular construction of an electrode suitable for ultrasonic cleaning, as shown in U.S. Pat. No. 3,479,873, an ultrasonic transducer abuts the electrode outside the meter housing and the entire electrode is energized for cleaning from the inner end thereof, which is exposed to the flow of the medium within the meter housing.

Bij een andere ultrasonisch gereinigde electrode, weergegeven in Amerikaans octrooischrift 3,771.361 is de ultrasonische omzetter aangebracht in een 25 blinde boring in de electrode en ligt deze aan tegen een relatief dunne wand achter het blootliggende electrodevlak. Hoewel deze constructie grote voordelen heeft, is het hiermee niet mogelijk de electrode te verwijderen zonder de meter te demonteren uit zijn leiding.In another ultrasonically cleaned electrode, shown in U.S. Pat. No. 3,771,361, the ultrasonic transducer is mounted in a blind bore in the electrode and abuts a relatively thin wall behind the exposed electrode surface. Although this construction has great advantages, it is not possible to remove the electrode without dismantling the meter from its pipe.

Het doel van de uitvinding is het verschaffen van een electrode-30 samenstel voor een magnetische stromingsmeter of dergelijke inrichting, waarbij de electrode gemakkelijk kan worden verwisseld van de buitenzijde van het meterhuis af, d.w.z. dat de electrode terplaatse, ofwel op het werkterrein kan worden verwisseld.The object of the invention is to provide an electrode-assembly for a magnetic flow meter or the like device, in which the electrode can be easily exchanged from the outside of the meter housing, ie the electrode can be exchanged on site or on the job site .

Dit wordt volgens de uitvinding bereikt, bij een electrode-35 samenstel, bestemd voor gebruik in een magnetische stromingsmeter van het type, bestaande uit een hyis, dat kan worden opgenomen in een stromingssysteem, voor het meten van de stroming van een medium er doorheen, voorzien van organen voor het opwekken van een magnetisch veld in het door het huis stromende medium, waarbij ten minste een elactrode-40 samenstel is aangebracht aan het huis, voor het meten van het electrische 800 4 5 07 - 3 - it veld, dat wordt geïnduceerd in het door het magnetische veld stromende medium, waarbij het huis een doorgaande opening heeft voor de opname van het electrodesamenstel, het electrodesamenstel gekenmerkt door een hulpstuk, dat afgedicht kan worden bevestigd aan het meterhuis en 5 daar buiten uitstekend, welk hulpstuk een axiale doorgaande boring heeft, waarbij een electrode kan worden geplaatst in en weggenomen uit de boring van het hulpstuk, van de buitenzijde van het meterhuis af, terwijl organen aanwezig zijn voor het positief vasthouden van deélectrode in de boring in de meetstand, organen voor het afdichten van de electrode 10 ten opzichte van het hulpstuk en organen voor het electrisch isoleren van de electrode van het meterhuis.This is accomplished in accordance with the invention with an electrode-35 assembly intended for use in a magnetic flow meter of the type consisting of a hyis, which may be incorporated into a flow system, for measuring the flow of a medium therethrough, provided with means for generating a magnetic field in the medium flowing through the housing, wherein at least one elactrode-40 assembly is applied to the housing, for measuring the electric field 800 4 5 07 - 3 - it induced in the medium flowing through the magnetic field, the housing having a through hole for receiving the electrode assembly, the electrode assembly characterized by an attachment that can be sealed to the meter housing and protruding therefrom, which attachment has an axial through bore, where an electrode can be placed in and removed from the bore of the fitting, from the outside of the meter housing, while means are provided for positively retaining the electrode in the bore in the measurement position, means for sealing the electrode 10 to the attachment, and means for electrically insulating the electrode from the meter housing.

Volgens de uitvinding kan de electrode gemakkelijk en positief worden afgedicht ten opzichte van zijn houder.According to the invention, the electrode can be easily and positively sealed with respect to its holder.

Bovendien kan, indien gewenst, de electrode doelmatig ter 15 plaatse worden gereinigd door een ultrasonische reinigingsinrichting.Moreover, if desired, the electrode can be efficiently cleaned on site by an ultrasonic cleaning device.

Het electrodesamenstel volgens de uitvinding kan gemakkelijk worden gebruikt bij raeterhuizen, met verschillende electrisch isolerende voedingen of bekledingen op de binnenvlakken daarvan.The electrode assembly of the present invention is readily usable in raeter housings, with various electrically insulating power supplies or coatings on the inner surfaces thereof.

Indien gewenst, kan de gebruiker overgaan op een electrode 20 zonder ultrasonische reinigingsorganen en op een electrode, welke ultrasonisch reinigbaar is, zonder dat de stromingsmeter behoeft te worden gedemonteerd.If desired, the user can switch to an electrode 20 without ultrasonic cleaners and to an electrode which is ultrasonic cleanable, without having to disassemble the flow meter.

Als verder kenmerk kan het electrodesamenstel zelfreinigend zijn . door de mediumstroom er langs, waardoor wordt belet, dat zich vuil op 25 de electrode ophoopt, waardoor de frequentie kan worden verminderd, d.w.z. het aantal malen in een bepaalde tijdsperiode, waarmee de ultrasonische reinigingsinrichting moet worden bediend voor het reinigen van de electrode.As a further feature, the electrode assembly may be self-cleaning. by the flow of medium along it, thereby preventing dirt from accumulating on the electrode, whereby the frequency can be reduced, i.e. the number of times in a given period of time, with which the ultrasonic cleaning device has to be operated to clean the electrode.

Het electrodesamenstel volgens de uitvinding is relatief eenvoudig en goedkoop van konstruktie en kan toch vrij hoge werkdrukken 30 zonder lek weerstaan.The electrode assembly according to the invention is relatively simple and inexpensive in construction, yet it can withstand fairly high operating pressures without leakage.

De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin enkele uitvoeringsvoorbeelden van het electrodesamenstel volgens de uitvinding zijn weergegeven.The invention will be explained in more detail below with reference to the drawing, in which some exemplary embodiments of the electrode assembly according to the invention are shown.

Fig. 1 is een zijaanzicht van een magnetische stromingsmeter, 35 met het electrodesamenstel volgens de uitvinding.Fig. 1 is a side view of a magnetic flow meter, 35 with the electrode assembly of the invention.

Fig. 2 is een vertikale dwarsdoorsnede volgens II-II van Fig. 1 door een tegen explosies bestand zijnd huis, dat de magnetische stromingsmeter omsluit, terwijl de stromingsmeter een paar electromagneten heeft, aangebracht aan weerszijden van het meterhuis, en een paar electrode-40 samenstellen volgens de uitvinding, diametraal tegenover elkaar aan het 800 45 07 - 4 - meterhuis tussen de magneten.Fig. 2 is a vertical cross section according to II-II of FIG. 1 through an explosion-proof housing enclosing the magnetic flow meter, the flow meter having a pair of electromagnets mounted on either side of the meter housing, and a pair of electrode-40 assemblies according to the invention, diametrically opposed to the 800 45 07 - 4 - meter housing between the magnets.

Fig. 3 toont een doorsnede op grotere schaal door het electrode- samenstel.Fig. 3 shows an enlarged cross-section through the electrode assembly.

Fig. 4 toont schematisch de magnetische stromingsmeter, waarvan 5 de electrodesamenstellen ultrasonisch reinigbaar zijn.Fig. 4 schematically shows the magnetic flow meter, the electrode assemblies of which are ultrasonically cleanable.

Fig. 5 is een doorsnede op grotere schaal door een andere uitvoeringsvorm van het electrodesamenstel.Fig. 5 is an enlarged sectional view through another embodiment of the electrode assembly.

Fig. 6 komt overeen met Fig. 5 ( maar op kleinere schaal) en betreft een derde uitvoeringsvorm van het electrodesamenstel.Fig. 6 corresponds to FIG. 5 (but on a smaller scale) and concerns a third embodiment of the electrode assembly.

10 Fig. 7 is een dwarsdoorsnede volgens VII-VII van Fig. 6.FIG. 7 is a cross section according to VII-VII of FIG. 6.

Fig. 8 toont een doorsnede op grotere schaal van een vierde uitvoeringsvorm.Fig. 8 is an enlarged sectional view of a fourth embodiment.

De magnetische stromingsmeter 1 volgens de uitvinding blijkt het beste uit Fig. 1 en 4. De meter heeft een meethuis 3, dat bijvoorbeeld 15 een pijpstuk kan zijn met flenzen 5 aan de beide einden, zodat de stromingsmeter gemakkelijk, bijvoorbeeld met bouten, op zijn plaats kan worden opgenomen in een stromingsleiding, waar doorheen een electrisch geleidend medium stroomt, waarvan de stroomsnelheid moet worden gemeten.The magnetic flow meter 1 according to the invention is best seen in FIG. 1 and 4. The meter has a measurement housing 3, which can be, for example, a pipe section with flanges 5 at both ends, so that the flow meter can easily be accommodated, for example with bolts, in its place in a flow pipe through which an electrically conductive medium, the flow rate of which must be measured.

Het meterhuis 3 is vrij van de mediumstroming hinderende delen en beïnvloedt of 20 hindert de stroming niet noemenswaardig, zodat de meter geen vernauwing vormt voor de mediumstroom of een drukval daarvan veroorzaakt.The meter housing 3 is free from parts impeding the medium flow and does not significantly influence or obstruct the flow, so that the meter does not constrict the medium flow or cause a pressure drop thereof.

Een tegen explosies bestand huis 7 (Fig. 1) omgeeft ten minste gedeeltelijk het meterhuis en sluit de hoófddelen van de magnetische stroommeter op.An explosion-proof housing 7 (Fig. 1) at least partially surrounds the meter housing and encloses the main parts of the magnetic flow meter.

Uit Fig. 2 blijkt dat het huis 7 een paar electromagneten 9a, 9b omsluit, 25 die op hun plaatsen worden vastgehouden aan weerszijden van hét meterhuis en stevig in aanraking worden gehouden met de buitenzijde van het meterhuis. Deze spoelen vormen electromagneten, die een magnetisch veld van de gewenste magnetische flux en eigenschappen opwekken (zoals met gebroken lijnen in Fig. 4 is weergegeven) in het meterhuis en in het 30 inwendige daarvan. Bij voorkeur is het meterhuis vervaardigd van een bepaald ferromagnetisch materiaal en dient het als kern of sluitweg voor het door de magneten opgewekte magnetische veld. De magneten kunnen op een willekeurige bekende wijze worden bekrachtigd, die geen deel mit-maakt van de uitvinding en daarom hier niet in detail wordt beschreven.From fig. 2 it appears that the housing 7 encloses a pair of electromagnets 9a, 9b, which are held in place on either side of the meter housing and are kept in firm contact with the outside of the meter housing. These coils form electromagnets, which generate a magnetic field of the desired magnetic flux and properties (as shown by broken lines in Fig. 4) in the meter housing and its interior. The meter housing is preferably made of a certain ferromagnetic material and serves as a core or closing path for the magnetic field generated by the magnets. The magnets can be energized in any known manner that is not part of the invention and therefore is not described in detail here.

35 Zoals is weergegeven in Fig. 2 en 4 heeft de magnetische stromings meter 1 een paar electrodesamenstellen volgens de uitvinding, welke electrodesamenstellen 11 diametraal tegenover elkaar zijn geplaatst aan weerszijden van het meterhuis, in hoofdzaak gelegen midden tussen de magneten 9a en 9b. Het opsluithuis 7 is voorzien van een paar afneembare afdekplaten 40 13, een voor elk electrodesamenstel 11, waardoor een monteur toegang kan 8004507 - 5 - krijgen tot de samenstellen, die direct achter deze platen zijn gelegen.As shown in FIG. 2 and 4, the magnetic flow meter 1 has a pair of electrode assemblies according to the invention, which electrode assemblies 11 are placed diametrically opposite each other on either side of the meter housing, located substantially midway between magnets 9a and 9b. The containment housing 7 is provided with a pair of removable cover plates 40, one for each electrode assembly 11, through which a technician can access the assemblies located directly behind these plates.

De afdekplaten worden stevig met bouten bevestigd aan het huis 7 en zijn ten opzichte daarvan afgedicht door boringen 17, weergegeven in Pig. 2.The cover plates are firmly bolted to the housing 7 and are sealed thereto by bores 17 shown in Pig. 2.

5 Verder blijkt uit Fig. 2, dat een electrisch isolerende voering 19 van een geschikt electrisch isolerend materiaal is aangebracht aan de binnenzijde van het meterhuis 3. De voering 19 bedekt het gehele binnenvlak van het meterhuis. Het zal echter duidelijk zijn dat bij andere konstrukties van magnetische stromingsmeters het alleen nodig kan zijn 10 om de binnenzijde van het meterhuis te bedekken dicht bij de plaats van de electrodesamenstellen 11. In het bijzonder is de isolerende voering 19 bij voorkeur een geschikte kunststof, zoals polytetrafluorethyleen, dat wordt verkocht onder het merk Teflon. Deze voering kan worden kan worden gehecht of gekit aan het binnenvlak van het pijpstuk, dat het meterhuis 15 vomt, zodanig dat daardoor lek of stroming van medium wordt vootkomen tussen de voering en het meterhuis, Gaten 21 (fig. 3) zijn aangebracht in tegenovergestelde wanden van het meterhuis, waarin de electrodesamenstellen 11 kunnen worden geplaatst. Een bijbehorende opening 23 is aangebracht in de voering 19 tegnover de openingen 21 in de wanden van het meterhuis.Furthermore, fig. 2, that an electrically insulating liner 19 of a suitable electrically insulating material is provided on the inside of the meter housing 3. The liner 19 covers the entire inner surface of the meter housing. It will be understood, however, that in other constructions of magnetic flowmeters, it may only be necessary to cover the inside of the meter housing close to the location of the electrode assemblies 11. In particular, the insulating liner 19 is preferably a suitable plastic such as polytetrafluoroethylene, which is sold under the Teflon brand. This liner can be adhered or glued to the inner surface of the pipe section forming the meter housing 15 such as to prevent leakage or flow of medium between the liner and the meter housing. Holes 21 (Fig. 3) are provided in opposite walls of the meter housing, in which the electrode assemblies 11 can be placed. An associated opening 23 is provided in the liner 19 opposite the openings 21 in the walls of the meter housing.

20 In het algemeen bestaat een electrodesamenstel 11 uit een hulp stuk 25 met een kop 27 aan de binnenzijde en een boring 29 die in de langsrichting er doorheen verloopt. Een electrode 31 is opgenomen in de boring 29 van het hulpstuk, waarbij een einde van deze electrode, namelijk het binneneinde in meetrelatie staat met het medium, dat stroomt door 25 het meterhuis wanneer de electrode in het meterhuis is aangebracht (zoals het beste blijkt uit fig. 3). De kop 27 van het hulpstuk 25 is belangrijk groter dan de openingen 21 resp. 23 in het meterhuis 3, resp. de voering 19 en daardoor steekt de kop uit over of bedekt een deel van de voering rondom de opening 23. Bij voorkeur, maar niet noodzakelijk, heeft de 30 kop 27 een vorm die is aangepast bij de kromming van de voering 19 en van het meterhuis. Dit is speciaal gewenst bij de kleinere maten stromingsmeters, waarbij de kromming van het meterhuis sterker is.Generally, an electrode assembly 11 consists of an auxiliary piece 25 with a head 27 on the inside and a bore 29 extending longitudinally through it. An electrode 31 is received in the bore 29 of the fitting, an end of this electrode, namely the inner end, in measuring relationship with the medium flowing through the meter housing when the electrode is arranged in the meter housing (as best shown by Fig. 3). The head 27 of the attachment 25 is considerably larger than the openings 21 and 21 respectively. 23 in the meter housing 3, resp. the liner 19 and thereby the head protrudes over or covers part of the liner around the opening 23. Preferably, but not necessarily, the head 27 has a shape adapted to the curvature of the liner 19 and the meter housing . This is especially desirable with the smaller sizes of flowmeters, where the curvature of the meter housing is stronger.

Het hulpstuk 25 wordt gecentreerd gehouden in zijn opening 23 door het meterhuis door middel van een isolerende, onderlegring 33 35 Deze heeft een lip 35, welke wordt opgenomen in de opening 23, en een centrale boring 37, die in langsrichting door de onderlegring verloopt, voor het opnemen van het hulpstuk. De ring 33 is bij voorkeur vervaardigd van een stijf electrisch isolerend materiaal, bijvoorbeeld een met vezels versterkte kunststof of dergelijk materiaal. Het is duidelijk dat 40 de onder1eg^ring 33 het hulpstuk 25 electrisch isoleert!, evenals de 8004507 electrode 31 van het meterhuis 3.The fitting 25 is kept centered in its opening 23 by the meter housing by means of an insulating washer 33 35. It has a lip 35 which is received in the opening 23 and a central bore 37 extending longitudinally through the washer. for receiving the attachment. The ring 33 is preferably made of a rigid electrically insulating material, for example a fiber-reinforced plastic or the like material. It is clear that the washer 33 electrically insulates the fitting 25 as well as the 8004507 electrode 31 of the meter housing 3.

Een plat vlak 39 is aangebracht aan de buitenzijde van het meterhuis rondom de openingen 21 daarin. Het hulpstuk 25 heeft verder schroefdraad 41 op zijn buitenvlak. Een vasthoudmoer 43 is geschroefd op het hulpstuk, 5 in ingrijping met deze uitwendige schroefdraad. Verder is een platte veerring 45, bijvoorbeeld een Bellville-veer, geplaatst tussen de moer 43 en de onderlegring 33. Een platte onderlegring 47 kan worden aangebracht tussen de veerring en de onderlegring 33, waardoor een hard aanligvlak is verkregen voor de veerring. Bij het aandraaien van de moer 43 wordt de 10 kop 27 van het hulpstuk 25 lekdicht afdichtend tegen de voering 19 aangetrokken. Uit de tekening blijkt dat de kop 27 een continu afdichtvlak 49 heeft aan zijn binnenzijde, dat afdichtend aanligt tegen de voering 19, waardoor een positieve afdichting daarmee wordt gevormd, wanneer de moer 43 wordt aangedraaid. Hierdoor is het hulpstuk 25 afgedicht ten opzichte 15 van de voering 19.A flat surface 39 is provided on the outside of the meter housing around the openings 21 therein. The accessory 25 further has threads 41 on its outer surface. A retaining nut 43 is screwed onto the fitting 5 in engagement with this external screw thread. Furthermore, a flat spring washer 45, for example a Bellville spring, is placed between the nut 43 and the washer 33. A flat washer 47 can be arranged between the spring washer and the washer 33, whereby a hard contact surface for the spring washer is obtained. When the nut 43 is tightened, the head 27 of the fitting 25 is tightly tightened against the liner 19. From the drawing it can be seen that the head 27 has a continuous sealing surface 49 on its inside, which seals against the liner 19, thereby forming a positive seal therewith when the nut 43 is tightened. As a result, the fitting 25 is sealed with respect to 15 of the liner 19.

De electrode 31 is vervaardigd van een geschikt electrisch geleidend materiaal en heeft' een schacht 51 en een vergrote kop 53 aan de buitenzijde. Een blinde boring 55 verloopt in de langsrichting door de electrode van de kop 53 naar het gesloten binneneinde 57. Uit de tekening blijkt dat dit 20 binneneinde 57 vrij dun is met het oog opi het overbrengen van de ultrasonische trillingen.The electrode 31 is made of a suitable electrically conductive material and has a shaft 51 and an enlarged head 53 on the outside. A blind bore 55 extends in the longitudinal direction through the electrode from the head 53 to the closed inner end 57. The drawing shows that this inner end 57 is quite thin with a view to transmitting the ultrasonic vibrations.

De electrode 31 wordt afgedicht aangebracht in de boring 29 van het hulpstuk 25. Een schouder 59 bevindt zich tussen de kop 53 en de schacht 51 van de electrode. Het buiteneinde van het hulpstuk 25 heeft 25 een naar buiten wijder wordende zitting 53 in zijn boring 29. Een afdicht-ring 55 van geschikt metaal of dergelijk materiaal wordt geschoven op het buitenvlak van de schachtf 51. Deze afdichtring heeft een taps buitenvlak 57 overeenkomstig de zitting 53, en een buiteneinde 61, dat kan aankomen tegen de schouder 59 van de electrode. Een dopmoer 63 is geschroefd op 30 schroefdraad 65 aan het hulpstuk 25. Het binnenvlak van de dopmoer ligt aan tegen het einde van de electrode 31 en klemt de ring 55 afdichtend tegen de schouder 59, waarbij de zitting 53 de electrode afdicht ten opzichte van het hulpstuk 25.The electrode 31 is sealed in the bore 29 of the attachment 25. A shoulder 59 is located between the head 53 and the shaft 51 of the electrode. The outer end of the fitting 25 has an outwardly widening seat 53 in its bore 29. A sealing ring 55 of suitable metal or similar material is slid onto the outer surface of the shaft 51. This sealing ring has a tapered outer surface 57 corresponding to the seat 53, and an outer end 61, which can contact the shoulder 59 of the electrode. A cap nut 63 is screwed onto screw thread 65 on the fitting 25. The inner surface of the cap nut abuts the end of the electrode 31 and clamps the ring 55 sealingly against the shoulder 59, the seat 53 sealing the electrode with respect to the electrode. attachment 25.

Een electronische omzetter 71 is opgenomen in de boring 55 van 35 de electrode 31 en ligt direct aan tegen het binnenvlak van het gesloten binneneinde 57 van de electrode, zodat bij bekrachtiging van de ultrasonische omzetter, ultrasonische energie rechtstreeks wordt toegevoerd aan het deel van de electrode, dat moet worden gereinigd, d.w.z. het binneneinde ervan. De omzetter 71 wordt op zijn plaats gehouden door een vasthoud-40 orgaan 73 met stelschroef 75 die in dit vasthoudorgaan is geschroefd.An electronic transducer 71 is received in the bore 55 of the electrode 31 and abuts directly on the inner surface of the closed inner end 57 of the electrode, so that upon energization of the ultrasonic transducer, ultrasonic energy is supplied directly to the part of the electrode , that it must be cleaned, ie its inner end. The converter 71 is held in place by a holding member 40 with adjusting screw 75 screwed into this holding member.

800 45 07 - 7 -800 45 07 - 7 -

Een wegneembare snapring 77 past in een groef 79, gevormd binnen de electrode en houdt het vasthoudorgaan op zijn plaats in de electrodeboring. Verder is een sleuf 81 aangebracht in het vasthoudorgaan voor de doorgang van draden 82 (fig. 4), zodat de omzetter kan worden bekrachtigd door 5 middel van een ultrasonische generator 83.A removable snap ring 77 fits into a groove 79 formed within the electrode and holds the retainer in place in the electrode bore. Furthermore, a slot 81 is provided in the wire passage holding member 82 (FIG. 4) so that the transducer can be powered by an ultrasonic generator 83.

Het is duidelijk dat wanneer de vloeistof, waarvan de stroomsnelheid moet worden gemeten, geen problemen geeft van vervuiling van de electrode, de ultrasonische reinigingsorganen onnodig kunnen zijn.It is clear that when the liquid, the flow rate of which is to be measured, does not present problems of contamination of the electrode, the ultrasonic cleaning means may be unnecessary.

Daarom kan een andere electrode zonder ultrasonische reinigingsorganen 10 gemakkelijk worden aangebracht in plaats van de electrode 31, zonder dat daarvoor toegang tot het inwendige van het meterhuis 3 nodig is.Therefore, another electrode without ultrasonic cleaners 10 can be easily fitted in place of the electrode 31, without requiring access to the interior of the meter housing 3.

Vóór het aanbrengen van het meterhuis 3 in de pijpleiding, waarin de stroomsnelheid moet worden gemeten, wordt het hulpstuk 25 van elk electrodesamenstel 11 gestoken in de bijbehorende opening 23 in 15 de voering 19 en de opening 21 in de wand van het meterhuis, van de binnenzijde van het meterhuis en wordt de kop 27 in aanraking gebracht met de voering. Daarna wordt de isolerende onderlegring 33 gestoken in de opening 21, rondom het hulpstuk, waardoor het hulpstuk in deze opening wordt gecentreerd. De onderlegring 47 wordt op zijn plaats gebracht op 20 de ring 33, waarna de veerring 45 en de vasthoudmoer 43 worden aangebracht. De moer wordt daarna stevig aangetrokken, zodat de kop 27 van het hulpstuk gedwongen in afdichtende aanraking wordt gebracht met de voering 19, zodat zijn afdichtrand 49 bijt in de voering. Door het aandraaien van de moer wordt tevens de veerring 45 samengedrukt, waardoor de 25 kop 27 veerkrachtig in afdichtende aanraking wordt gehouden met de voering. De electrode wordt gestoken in de boring 29 van het hulpstuk 25 en de dopmoer 63 wordt aangedraaid, waardoor de electrode 31 afgedicht wordt bevestigd in het hulpstuk 25 in de meetstand, waarin het electrische veld kan worden gemeten dat wordt geïnduceerd in het medium, dat door het 30 meterhuis stroomt. Verder wordt de ring 55 hierdoor samengedrukt, waardoor een positieve afdichting ontstaat tussen het hulpstuk 25 en de electrode 31.Before installing the meter housing 3 in the pipeline, in which the flow rate is to be measured, the fitting 25 of each electrode assembly 11 is inserted into the corresponding opening 23 in the liner 19 and the opening 21 in the wall of the meter housing, of the inside of the meter housing and the head 27 is brought into contact with the liner. Thereafter, the insulating washer 33 is inserted into the opening 21, around the fitting, whereby the fitting is centered in this opening. The washer 47 is put in place on the ring 33, after which the spring ring 45 and the retaining nut 43 are fitted. The nut is then tightened so that the head 27 of the fitting is forced into sealing contact with the liner 19 so that its sealing edge 49 bites into the liner. By tightening the nut, the spring washer 45 is also compressed, whereby the head 27 is resiliently kept in sealing contact with the liner. The electrode is inserted into the bore 29 of the fitting 25 and the cap nut 63 is tightened, whereby the electrode 31 is sealed in the fitting 25 in the measuring position, in which the electric field induced in the medium, which can be measured by the 30 meter house flows. Furthermore, the ring 55 is compressed thereby, creating a positive seal between the fitting 25 and the electrode 31.

Opgemerkt wordt dat de electrode 31 van het electrodesamenstel 11 gemakkelijk op het werkterrein kan worden vervangen zonder dat het nodig is toegang te hebben tot de electrode van de binnenzijde van het 35 meterhuis 3. In het electrodesamenstel 11 kan de electrode 31 worden vervangen door het losdraaien van de dopmoer 63 en het uitnemen van de electrode uit de boring 29 van he-t hulpstuk 25. Bij het aanbrengen wordt de electrode 31 gestoken in de boring van het hulpstuk en de dopmoer aangedraaid. Hierdoor wordt het buiteneinde 57 van de electrode in meetrelatie 40 gebracht met het medium, dat stroomt door het meterhuis en wordt de ring 55 800 4 5 07 - s - samengedrukt voor het positief afdichten van de electrode ten opzichte van het hulpstuk.It should be noted that the electrode 31 of the electrode assembly 11 can be easily replaced on the job site without the need to access the electrode from the inside of the meter housing 3. In the electrode assembly 11, the electrode 31 can be replaced by loosening of the cap nut 63 and the removal of the electrode from the bore 29 of the accessory 25. During application, the electrode 31 is inserted into the bore of the accessory and the cap nut is tightened. This brings the outer end 57 of the electrode into measuring relationship 40 with the medium flowing through the meter housing and compresses the ring 55 800 4 5 07 - s to positively seal the electrode to the fitting.

Een tweede uitvoeringsvorm van het electrodesamenstel volgens de uitvinding is weergegeven in Fig. 5. In het algemeen bestaat het electro-5 desamenstel 11 uit een hulpstuk 125 met een kop 127 aan de binnenzijde en een boring 129, die in de langsrichting door het hulpstuk verloopt.A second embodiment of the electrode assembly according to the invention is shown in FIG. 5. Generally, the electro-5 assembly 11 consists of an attachment 125 with a head 127 on the inside and a bore 129 extending longitudinally through the attachment.

Een electrode 131 is opgenomen in de boring 129, waarbij een einde van de electrode, namelijk het binneneinde, in meetrelatie is met het medium, dat stroomt door het meterhuis, wanneer de electrode is aangebracht in 10 het huis (Fig. 5). De kop 127 van het hulpstuk is belangrijk groter dan de openingen 21 resp. 23 in het meterhuis 3 resp. de voering 19, zodat deze kop een deel bedekt van de voering rond de opening 23.An electrode 131 is included in the bore 129, with one end of the electrode, namely the inner end, in measuring relationship with the medium flowing through the meter housing when the electrode is mounted in the housing (Fig. 5). The head 127 of the fitting is significantly larger than the openings 21 and 21, respectively. 23 in the meter house 3 resp. the liner 19, so that this head covers part of the liner around the opening 23.

Het hulpstuk 125 wordt gecentreerd gehouden in zijn opening 23 door een isolerende onderlegring 133. Deze heeft een lip 135, die wordt 15 opgenomen in de opening 23, en een centrale boring 137 in de langsrichting voor het opnemen van het hulpstuk. De onderlegring 133 is bij voorkeur vervaardigd van een stijf electrisch isolerend materiaal, bijvoorbeeld met vezels versterkte kunststof. Het is duidelijk dat de ring 133 het hulpstuk 125 en de electrode 131 electrisch isoleert van het meterhuis 3.The attachment 125 is held centered in its opening 23 by an insulating washer 133. It has a lip 135 which is received in the opening 23, and a central bore 137 in the longitudinal direction for receiving the attachment. The washer 133 is preferably made of a rigid electrically insulating material, for example fiber-reinforced plastic. It is clear that the ring 133 electrically insulates the attachment 125 and the electrode 131 from the meter housing 3.

20 Een plat vlak 139 kan zijn aangebracht aan de buitenzijde van het meterhuis rondom de oepning 21 daarin. Het hulpstuk 125 heeft verder schroefdraad 141 op zijn buitenvlak. Een vasthoudmoer 143 wordt op deze schroefdraad geschroefd. Verder is een platte veerring 145 bijvoorbeeld een Belleville-veer, geplaatst tussen de moer 143 en de onderlegring 133. Een platte 25 onderlegring 147 kan worden geplaatst tussen de veerring en de ring 133, waardoor een hard aanligvlak ontstaat voor de veerring. Door het aandraaien van de moer 143 wordt de kop 127 van het hulpstuk in lekdichte aanraking gebracht met de voering 19. De kop 127 heeft een continue afdichtrand 149 aan zijn binnenvlak, die bijt in de voering 19 en een positieve afdichting 3Q daarmee vormt, wanneer de moer 143 wordt aangedraaid. Bovendien heeft het vlak van de kop 127 dat is gekeerd naar de voering 19 een ondersnijding 150, zodat wanneer de rand 149 bijt in de voering 19, deze voering een koude vloeiing in de ondersnijding ondergaat, waardoor een positievere afdichting wordt verkregen. Hierdoor wordt het hulpstuk 125 positief 35 afgedicht ten opzichte van de voering 19.A flat surface 139 may be provided on the outside of the meter housing around the notch 21 therein. The attachment 125 further has threads 141 on its outer surface. A retaining nut 143 is screwed onto this thread. Furthermore, a flat spring washer 145 is, for example, a Belleville spring, placed between the nut 143 and the washer 133. A flat washer 147 can be placed between the spring washer and the ring 133, creating a hard contact surface for the spring washer. By tightening the nut 143, the head 127 of the fitting is brought into leak-tight contact with the liner 19. The head 127 has a continuous sealing edge 149 on its inner surface, which bites into the liner 19 and forms a positive seal 3Q therewith when the nut 143 is tightened. In addition, the face of the head 127 facing the liner 19 has an undercut 150, so that when the edge 149 bites into the liner 19, this liner undergoes a cold flow in the undercut, providing a more positive seal. As a result, the attachment 125 is positively sealed with respect to the liner 19.

De electrode 131 is vervaardigd van een geschikt electrisch geleidend materiaal en heeft een schacht 151 en een vergrote buitenkop 153.The electrode 131 is made of a suitable electrically conductive material and has a shaft 151 and an enlarged outer head 153.

Een blinde boring 155 verloopt in de langsrichting door de electrode van de kop 153 naar het gesloten binneneinde 157. Zoals is weergegeven, 40 is het binneneinde 157 van de electrode relatief dun voor het beschreven 800 45 07 - 9 - _r doel. De schacht 151 heeft uitwendige schroefdraad 159 voor ingrijping met inwendigeschroefdraad 151 in het hulpstuk 125, waardoor de electrode in de gewenste stand in het hulpstuk kan worden geschroefd, met het binneneinde van de electrode in de meetstand voor het meten van het 5 electrische veld of de spanning, geïnduceerd in het door het meterhuis 3 stromende medium. Een samendrukbare boring 163 wordt voor afdichting opgenomen in bijbehorende groeven, in het hulpstuk 125 en de schacht 151_, waardoor de electrode ten opzichte van het hulpstuk 125 wordt afgedicht.A blind bore 155 extends longitudinally through the electrode from the head 153 to the closed inner end 157. As shown, the inner end 157 of the electrode is relatively thin for the purpose described. The shaft 151 has external threads 159 for engagement with internal threads 151 in the attachment 125, allowing the electrode to be screwed into the attachment in the desired position, with the inner end of the electrode in the measuring position for measuring the electric field or the voltage induced in the medium flowing through the meter housing 3. A compressible bore 163 is received for sealing in associated grooves, in fitting 125 and shaft 151_, thereby sealing the electrode relative to fitting 125.

Een electrodedraad 165 ligt bevestigd aan de electrodekop 153 en ver-10 bonden met een niet weergegeven meetinrichting voor het meten van de aanwezigheid van en de grootte van een electrisch veld in het gemeten medium.An electrode wire 165 is attached to the electrode head 153 and connected to a measuring device (not shown) for measuring the presence and magnitude of an electric field in the measured medium.

Een ultrasonische omzetter 176 is opgenomen in de boring 155 van de electrode en ligt direct tegn het binnenvlak van het gesloten einde 15 157 van de electrode, zodat bij bekrachtiging van de omzetter, ultraso nische energie rechtstreeks wordt toegevoerd aan het te reinigen deel van de electrode, namelijk het binneneinde ervan. De omzetter 167 wordt op zijn plaats gehouden door een vasthoudorgaan 169 met stelschroef 171, die in het vasthoudorgaan is geschroefd. Een wegneembare snapring 173 past in 20 een groef binnen in de electrode, waardoor het vasthoudorgaan op zijn plaats wordt gehouden in de electrodeboring. Een sleuf 175 in het vasthoudorgaan dient voor de doorgang van - niet weergegeven - draden, waarmee de omzetter kan worden bekrachtigd door een ultrasonische generator.An ultrasonic transducer 176 is received in the bore 155 of the electrode and lies directly against the inner surface of the closed end 157 of the electrode, so that when the transducer is energized, ultrasonic energy is supplied directly to the part of the electrode to be cleaned namely the inner end of it. The converter 167 is held in place by a holding member 169 with adjusting screw 171 screwed into the holding member. A removable snap ring 173 fits into a groove inside the electrode, thereby holding the retainer in place in the electrode bore. A slot 175 in the retainer serves to pass wires (not shown) through which the transducer can be powered by an ultrasonic generator.

Verder zijn bij deze uitvoeringsvorm de vergrote kop 127 van het hulpstuk 25 125 en het einde 157 van de electrode, zodanig gevormd, resp. gecon strueerd en aangepast ten opzichte van elkaar en van het binnenvlak van de voering 19, dat zij zelfreinigend zijn door de mediumstroom, die moet worden gemeten, wanneer dit medium stroomt door het meterhuis 3.Furthermore, in this embodiment, the enlarged head 127 of the attachment 125 and the end 157 of the electrode are formed, respectively. constructed and adapted with respect to each other and of the inner surface of the liner 19 that they are self-cleaning by the medium flow to be measured when this medium flows through the meter housing 3.

Uit fig. 5 blijkt dat de kop 127 een eerste vlak 177 heeft, gekeerd naar 30 de voering 19, en een tweede vlak 179, dat is gekeerd naar het hart van het meterhuis. Het tweede vlak 179 is in hoofdzaak conisch, waarbij de vorm kan worden aangeduid met ronde kop of kogelkop en eindigt in een boring 129, verlopend door het hulpstuk 125 en door de kop 127. Het binneneinde 157 van de electrode ligt gelijk met het middendeel -van het vlak 179 van de 35 kop. De vorm van de kop 127 kan ook zijn aangepast bij de kromming van het meterhuis 3, zodanig dat de afdichtrand 149 overal aanligt tegen de voering 19. Deze kromming van de kop 127 is in het bijzonder gunstig wanneer de electrode wordtgebruikt voor een meterhuis met kleinere diameter.From Fig. 5, it can be seen that the head 127 has a first face 177 facing the liner 19 and a second face 179 facing the center of the meter housing. The second face 179 is generally conical, the shape being referred to as round head or ball head and terminates in a bore 129 extending through fitting 125 and through head 127. The inner end 157 of the electrode is flush with the center portion - from the plane 179 of the 35 head. The shape of the head 127 may also be adapted to the curvature of the meter housing 3, such that the sealing edge 149 abuts the liner 19 everywhere. This curvature of the head 127 is particularly favorable when the electrode is used for a meter housing with smaller diameter.

Vóór het aanbrengen van het meterhuis 3 in de pijpleiding 40 waarin de mediumstroomsnelheid moet worde gemeten, wordt het hulpstuk 125 8004507 - 10 - van elk samenstel 11 gestoken door de opening 23 in de voering 19 en de opening 21 in de wand van het meterhuis, van de binnenzijde van het meterhuis en wordt de kop 127 in aanraking gebracht met de voering. Daarna wordt de isolerende ring 133 gestoken in de opening 21 rondom het 5 hulpstuk, waardoor het hulpstuk in de opening wordt gecentreerd.Before mounting the meter housing 3 in the pipeline 40 in which the medium flow rate is to be measured, the fitting 125 8004507 - 10 - of each assembly 11 is inserted through the opening 23 in the liner 19 and the opening 21 in the wall of the meter housing, from the inside of the meter housing and the head 127 is brought into contact with the liner. Thereafter, the insulating ring 133 is inserted into the opening 21 around the fitting, whereby the fitting is centered in the opening.

De onderlegring 147 wordt op zijn plaats gebracht op de ring 133 en daarna de veerring 145 en de moer 143 aangebracht. De meor wordt vast aangetrokken, waardoor de kop 127 gedwongen in afdichtende aanraking wordt gebracht met de voering 19 en de afdichtrand 149 bijt in de voering. 10 Door het aandraaien van de moer wordt verder de veerring 145 samengedrukt, waardoor de kop 127 verend in aanraking met de voering wordt gehouden. De electrode 131 wordt gestoken in de boring 129 van het hulpstuk 125, waarbij de electrode met zijn schroefdraad 159 wordt geschroefd in de schroefdraad 161 van het hulpstuk en de electrode wordt gebracht in de 15 meetstand, waarin het binneneinde 157 het geïnduceerde electrisChe veld kan meten in het medium. De O-ring 163 wordt samengedrukt, waardoor de afdichting ontstaat tussen het hulpstuk 125 en de electrode 131.Washer 147 is put in place on washer 133 and then spring washer 145 and nut 143 are fitted. The tug is tightened, forcing the head 127 into sealing contact with the liner 19 and biting the sealing edge 149 into the liner. Furthermore, by tightening the nut, the spring washer 145 is compressed, whereby the head 127 is kept in springy contact with the liner. The electrode 131 is inserted into the bore 129 of the adapter 125, the electrode with its screw thread 159 being screwed into the screw thread 161 of the accessory and the electrode being brought into the measuring position, in which the inner end 157 can measure the induced electric field in the medium. The O-ring 163 is compressed, creating the seal between the attachment 125 and the electrode 131.

In Pig. 6 en 7 is een derde uitvoeringsvorm weergegeven van het electrodesamenstel, aangeduid met 11'. Delen die in werking en constructie 20 in hoofdzaak overeenkomen met die van het beschreven samenstel 11 zijn aangeduid met de zelfde cijfers, voorzien van een accent. Deze variant van het electrodesamenstel heeft een hulpstuk 125' met een binnenkop 127’ en een boring 129'. Uit Fig. 7 blijkt dat het hulpstuk 125' een paar platte vlakken 181a, 181b heeft, aan weerszijden daarvan, terwijl 25 uitwendige schroefdraad 141' is aangebracht op de overblijvende cilindrische delen van het hulpstuk. Een borgring 183 (fig.6) met een doorgaande opening wordt geplaatst op het hulpstuk, welke borgring een naar buiten daarvan uitstekende vinger 185 heeft. Uit Fig. 6 blijkt dat de vinger kan worden opgenomen in een blinde opening of verdieping 187 30 in het meterhuis 3, waardoor deze borgring en het hulpstuk 125' worden belet te roteren in de opening 21'. Een vasthoudmoer 143' wordt geschroefd op de schroefdraad 141'. Een inwendige zitting 149' van de kop 127' kan stevig in afdichtende aanraking worden getrokken met de voering 19' door het aandraaien van de moer 143'. Het is duidelijk dat, wanneer de 35 vinger 185 steekt in de verdieping 187 van het meterhuis, het hulpstuk 125' positief wordt belet te roteren wanneer de moer 143' is aangedraaid.In Pig. 6 and 7 show a third embodiment of the electrode assembly, indicated by 11 '. Parts which in operation and construction 20 substantially correspond to those of the described assembly 11 are indicated with the same numerals, with an accent. This variant of the electrode assembly has an attachment 125 'with an inner head 127' and a bore 129 '. From fig. 7, it appears that the attachment 125 'has a pair of planar surfaces 181a, 181b on either side thereof, while external threads 141' are mounted on the remaining cylindrical portions of the attachment. A retaining ring 183 (Fig. 6) with a through hole is placed on the fitting, which retaining ring has an outwardly projecting finger 185. From fig. 6 it appears that the finger can be received in a blind opening or recess 187 30 in the meter housing 3, preventing this locking ring and the attachment 125 'from rotating in the opening 21'. A retaining nut 143 'is screwed onto the thread 141'. An internal seat 149 'of the head 127' can be tightly engaged in sealing contact with the liner 19 'by tightening the nut 143'. Obviously, when the finger 185 inserts into the recess 187 of the meter housing, the attachment 125 'is positively prevented from rotating when the nut 143' is tightened.

Het is duidelijk dat andereórganen dan de vinger 185 en de borgring 183 kunnen worden gebruikt voor het beletten van rotatie van het hulpstuk. Bijvoorbeeld kan de isolerende onderlegring 133' worden ver-40 vangen door een andere isolerende onderlegring met platte vlakken, 300 4 5 07 - 11 - passend bij de platte vlakken 181a/ 181b van het hulpstuk 125'.Obviously, members other than finger 185 and circlip 183 can be used to prevent attachment rotation. For example, the insulating washer 133 'can be replaced by another flat face insulating washer, 300 4 5 07 - 11 - matching the flat surfaces 181a / 181b of the attachment 125'.

Bij aandraaien van de moer 143' komt dan deze ring door wrijving in aanraking met het meterhuis 3, waardoor het hulpstuk wordt belet te roteren. Verder is duidelijk dat wanneer de kop 127 is gevormd in aan-5 passing aan de kromming van het meterhuis 3 door het in aanraking trekken van de kop 127 met het meterhuis, het electrodesamenstel wordt belet te roteren ten opzichte van het meterhuis.When the nut 143 'is tightened, this ring then comes into contact with the meter housing 3 by friction, whereby the fitting is prevented from rotating. Furthermore, it is clear that when the head 127 is formed to conform to the curvature of the meter housing 3 by contacting the head 127 with the meter housing, the electrode assembly is prevented from rotating relative to the meter housing.

De electrodesamenstellen 11 en 11' van de voorgaande uitvoeringsvormen hebben enkele belangrijke eigenschappen gemeen. In het bijzonder 10 zijn de electroden 31 en 31' gemakkelijk op het werkterrein vervangbaar zonder dat het nodig is toegang te hebben tot de electrode van de binnenzijde van het meterhuis, terwijl een positieve o-ring-afdichting voor de zelfreinigende electroden aanwezig is.The electrode assemblies 11 and 11 'of the previous embodiments have some important properties in common. In particular, electrodes 31 and 31 'are easily replaceable on the job site without the need to access the electrode from the inside of the meter housing, while a positive o-ring seal for the self-cleaning electrodes is provided.

Een vierde uitvoeringsvorm volgens de uitvinding is weergegeven 15 in fig. 8. Dit electrodesamenstel 11 bestaat in hoofdzaak uit een hulpstuk 225 met een binnenkop 227 en een boring 299 in langsrichting. Een electrode 231 is opgenomen in de boring 299 met een einde er van in meetrelatie met het medium, dat stroomt door het meterhuis, wanneer de electrode in het . huis is aangebracht. De kop 227 is belangrijk groter dan de openingen 20 21, 23 in meterhuis 3 en voering 19 en daardoor ligt de kop boven een deel van de voering rondom de opening 23. Bij voorkeur, maar niet noodzakelijk is de vorm van de kop 227 aangepast aan de kromming van de voering- 19 en van het meterhuis nabij deopening 21. Dit is in het bijzonder gewenst ^bij stromingsmeters met kleinere afmetingen, waarin de kromming van het meter-25 huis een grotere rol speelt. Door het vormen van de kop 227 overeenkomstig de kromming van het meterhuis worden twee belangrijke resultaten bereikt.A fourth embodiment according to the invention is shown in Fig. 8. This electrode assembly 11 mainly consists of an accessory 225 with an inner head 227 and a bore 299 in the longitudinal direction. An electrode 231 is received in bore 299 with an end thereof in measuring relationship with the medium flowing through the meter housing when the electrode is in it. house is fitted. The head 227 is significantly larger than the openings 20, 21, 23 in meter housing 3 and liner 19, and therefore the head lies above part of the liner around the opening 23. Preferably, but not necessarily, the shape of the head 227 is adapted to the curvature of the liner 19 and of the meter housing near the orifice 21. This is particularly desirable with smaller size flowmeters, in which the curvature of the meter housing plays a greater role. By forming the head 227 in accordance with the curvature of the meter housing, two important results are achieved.

Ten eerste is de stroming van het medium over het einde van het hulpstuk gelijkmatiger en verstoort het hulpstuk de stroming van het medium door het meterhuis niet belangrijk. Ten tweede wordt rotatie van het hulp-30 stuk om zijn langsas ten opzichte van het meterhuis door deze vormgeving doelmatig belet.First, the flow of the medium across the end of the fitting is more uniform and the fitting does not significantly interfere with the flow of the medium through the meter housing. Second, rotation of the fitting about its longitudinal axis relative to the meter housing is effectively prevented by this design.

Het hulpstuk 225 wordt gecentreerd gehouden in zijn opening 23 van het huis door een isolerende ring 233. Deze ring heeft een lip 235 die wordt opgenomen in de opening 23 en heeft een centrale boring 237 35 voor het opnemen van het hulpstuk. De ring 33 is bij voorkeur vervaardigd van een stijf electrisch isolerend materiaal, zoals kunststof.versterkt met vezels. Het is duidelijk dat de ring 233 het hulpstuk 225 en de electrode 231 electrisch isoleert van het meterhuis 3. Een plat vlak 239 is aangebracht aan de buitenzijde van het meterhuis rondom de opening 21.The fitting 225 is kept centered in its opening 23 of the housing by an insulating ring 233. This ring has a lip 235 which is received in the opening 23 and has a central bore 237 for receiving the fitting. The ring 33 is preferably made of a rigid electrically insulating material, such as plastic reinforced with fibers. It is clear that the ring 233 electrically insulates the attachment 225 and the electrode 231 from the meter housing 3. A flat surface 239 is provided on the outside of the meter housing around the opening 21.

40 Het hulpstuk 225 heeft verder schroefdraad 241 op zijn buitenvlak.The attachment 225 further has thread 241 on its outer surface.

800 4 5 07 - 12 -800 4 5 07 - 12 -

Een vasthoudmoer 243 wordt op deze schroefdraad geschroefd. Verder is een platte veerring 245, bijvoorbeeld een Belleville-veer, geplaatst tussen de moer 243 en de isolatiering 233. Een platte onderlegring 247 kan zijn aangebracht tussen de veer-ring 245 en de ring 233, waardoor 5 een hard aanligvlak ontstaat voor de veerring. Door aandraaien van de moer 243 wordt de kop 227 van het hulpstuk in lekdichte afdichtende aanraking met de voering 19 getrokken. Zoals gezegd wordt door aanpassing van de vorm van de kop 225 aan de kromming van het meterhuis het hulpstuk belet te roteren bij het aandraaien van de moer 243 of van de 10 electrode 231.A retaining nut 243 is screwed onto this thread. Furthermore, a flat spring washer 245, for example a Belleville spring, is placed between the nut 243 and the insulating ring 233. A flat washer 247 may be arranged between the spring washer 245 and the ring 233, creating a hard contact surface for the spring washer . By tightening the nut 243, the head 227 of the fitting is drawn into a leak-tight sealing contact with the liner 19. As said, by adapting the shape of the head 225 to the curvature of the meter housing, the attachment is prevented from rotating when the nut 243 or the electrode 231 is tightened.

Volgens deze uitvoeringsvorm heeft de kop 227 een continu afdichtvlak 249 aan het binnevlak, dat afdichtend aanligt tegen de voering 19, waardoor een positieve afdichting daarmee wordt verkregen, wanneer de moer 243 wordt aangedraaid. Hierdoor is het hulpstuk 225 15 positief afgedicht ten opzichte van de voering 19.According to this embodiment, the head 227 has a continuous sealing surface 249 on the inner surface, which abuts sealingly against the liner 19, thereby providing a positive seal therewith when the nut 243 is tightened. As a result, the fitting 225 15 is positively sealed with respect to the liner 19.

De electrode 231 is vervaardigd van een geschikt electrisch geleidend materiaal en heeft een schacht 251 en een vergrote buitenkop 253. Een blinde boring 255 loopt in de langsrichting door de electrode van de kop naar het gesloten binneneinde 257. Dit binneneinde is relatief 20 dun voor het beschreven doel. De schacht 251 is voorzien van uitwendige schroefdraad 259, bestemd voor ingrijping met inwendige schroefdraad 261 van het hulpstuk 225, waardoor de electrode in de gewenste stand kan worden vastgezet in het hulpstuk, met het binneneinde van de electrode in de meetstand voor meten van het electrische veld, geïnduceerd in het medium 25 in het huis 3. Een samendrukbare boring 263 is opgenomen in bijbehorende groeven in het hulpstuk 225 en de schacht 251, waardoor de electrode in het hulpstuk wordt afgedicht. Een electrodedraad 265 is bevestigd aan de kop 253 en verbonden met -niet weergegeven- meetorganen, voor het meten van de aanwezigheid en de grootte van electrische veld in het medium.The electrode 231 is made of a suitable electrically conductive material and has a shaft 251 and an enlarged outer head 253. A blind bore 255 extends longitudinally through the electrode from the head to the closed inner end 257. This inner end is relatively thin for described purpose. The shaft 251 is provided with external threads 259 intended for engagement with internal threads 261 of the adapter 225, allowing the electrode to be secured in the adapter in the desired position, with the inner end of the electrode in the measuring position for measuring the electrical field induced in the medium 25 in the housing 3. A compressible bore 263 is received in associated grooves in the fitting 225 and the shaft 251, thereby sealing the electrode in the fitting. An electrode wire 265 is attached to the head 253 and connected to measuring devices (not shown) for measuring the presence and magnitude of electric field in the medium.

30 Een ultrasonische omzetter 267 is opgenomen in de boring 255 van de electrode en direct in aanraking met het binnenvlak van het gesloten binneneinde 257 van de electrode, zodat bij bekrachtiging van de omzetter ultrasonische energie direct wordt toegevoerd aan het te reinigen deel van de electrode, namelijk het binneneinde daarvan. De omzetter 267 35 wordt op zijn plaats gehouden door een vasthoudorgaan 269, met stelschroef 271 daarin. Een wegneembare snapring 273 past in een groef 275 in de electrode, waardoor het vasthoudorgaan op zijn plaats wordt gehouden in de electrodeboring. Een sleuf 277 is aangebracht in het vasthoudorgaan voor de doorgang van -niet weergegeven- draden, zodat de omzetter kan wor-40 den bekrachtigd door een niet weergegeven ultrasonische generator.An ultrasonic transducer 267 is received in the bore 255 of the electrode and directly in contact with the inner surface of the closed inner end 257 of the electrode, so that when the transducer is energized, ultrasonic energy is supplied directly to the part of the electrode to be cleaned, namely the inner end thereof. Converter 267 35 is held in place by a holding member 269, with set screw 271 therein. A removable snap ring 273 fits into a groove 275 in the electrode, thereby holding the retainer in place in the electrode bore. A slot 277 is provided in the retainer for the passage of wires (not shown) so that the transducer can be powered by an ultrasonic generator (not shown).

8004507 - 13 - -7- De hulpstukken en electroden van deze uitvoeringsvorm worden op de zelfde wijze aangebracht en weggenomen als de bovenbeschreven uitvoeringsvormen.8004507 - 13 - -7- The attachments and electrodes of this embodiment are applied and removed in the same manner as the above-described embodiments.

5 ——— +4* 80045075 - + 4 * 8004507

Claims

1. Electrode assembly intended for use in a housing type magnetic flow meter which may be incorporated into a flow system for measuring the flow of a medium therethrough, with means for generating a magnetic field in the medium flowing through the housing, wherein at least one electrode assembly is arranged on the housing for measuring the electric field induced in the medium flowing through the magnetic field, the housing having a through hole for receiving the electrosde assembly, wherein this electrode assembly is characterized. 10 through a fitting (25, 125, 275) which can be sealed and protrudes from the housing, the fitting having an axial through bore (29, 129, 229), an electrode (31, 131, 231) can be inserted into and removed from the bore of the fitting, from the outside of the housing, with members (63, 159, 259) for positively holding the electrode in the bore in its measurement position, members (55, 163, 263) for sealing the electrode to the attachment and members (33, 19; 133,19; 233, 19) for electrically insulating the electrode from the housing.

Electrode assembly according to claim 1, characterized in that the sealing members consist of a ring (55) slidably received on the outside of the electrode (31), which ring has a tapered outer surface, the fitting (25) having a seat (53) intended for contact with the tapered outer surface of the ring (55) and the electrode (31) has a shoulder (59) that can be brought into contact with the ring (55), while the means for the positive holding of the electrode in the bore consists of a cap nut (63), which can be screwed onto the fitting (25) in contact with the electrode, sealing ring (55) being pressed into the seat (53) and against the electrode (31) and the electrode is held by the nut in the measuring position in the fitting.

Electrode assembly according to claim 1 or 2, characterized in that the means for electrically insulating the electrode from the housing consist of an insulating washer (331, part of which fits into an opening in the housing, which ring has a continuous opening (37) has 35 for receiving the attachment.

Electrode assembly according to any one of the preceding claims, characterized in that the means for electrically insulating the 800 45 07 - 15 electrode from the housing consist of a lining (19) on the inside of the housing, with a continuous opening for receiving the electrode assembly. 5. Electrode assembly according to claim 4, characterized in that the attachment (25) has a head (27) at the inner end which is larger than the opening in the liner (19), which head can be sealed against the liner.

Electrode assembly according to claim 5, characterized in that the outside of the attachment (25) is threaded and a retaining nut (43) is present, which is screwable on the external thread (41) of the attachment. tightening the head (27) in sealing contact with the liner (19) and for securely holding the attachment in place in the meter housing.

Electrode assembly according to any one of the preceding claims, characterized in that the electrode (31, 131, 231) has an internal blind bore, the bottom of which is close to the inside of the meter housing when the electrode assembly is mounted on this housing, while ultrasonic members (71, 167, 267) can be received in this bore for ultrasonic cleaning of the end portion of the electrode 20 without having to remove the electrode from the meter housing.

Electrode assembly according to claim 1, characterized in that the sealing members and the retaining members comprise a first set of threads (161) on the fitting (125) and a second set of threads (159) on the electrode (131) which can cooperate with each other for sealing the electrode with respect to the fitting and for positively holding the electrode in the bore.

9. Electrode assembly according to claim 8, characterized in that a sealing element (163) is arranged between the axial bore (129) and the electrode (131), which sealing element is drawn in sealing contact with at least either the fitting or the electrode, by tightening the second screw thread relative to the first screw thread.

10. Electrode assembly according to claim 9, characterized by a shoulder on the electrode, intended for co-action with an axially outwardly facing surface on the fitting, for positively retaining the electrode in the bore in the measuring position thereof, in which the electrode is in measuring relationship stands with the medium flowing through the house.

Electrode assembly according to claim 10, characterized in that the sealing element is enclosed between the shoulder and the attachment.

Electrode assembly according to claim 5, characterized in, 8004507 - 16 - that the head has a first face intended for sealing contact with the housing near the opening and a second face which faces substantially inward towards the center of the meter housing said second face being substantially conical in shape and its center portion 5 protruding more inwardly into the meter housing than its outer edges, the portion of the second face surrounding the bore through the fitting and the end of the electrode entering the measuring position stands for the medium, lying mainly in a plane.

Electrode assembly according to any one of the preceding claims, characterized in that means are provided which prevent the rotation of the attachment.

Electrode assembly according to claim 13, characterized in that the retaining members consist of a part (183) that cannot rotatably come into contact with the outside of the fitting and fits into the meter housing such that the fitting becomes positive prevent from rotating with respect to the meter housing.

The electrode assembly according to claim 14, characterized in that the holding member is a retaining ring, which is attachable against rotation relative to the attachment, the gauge housing having a recess 20 and the retaining ring having a finger, fitting into the recess in the gauge housing which positively prevents the attachment from rotating.

Electrode assembly according to claim 5, characterized in that the head has a protruding lip, which can lie flush against the liner all around the head. Electrode assembly according to claim 5, characterized in that the head is formed in accordance with the curvature of the part of the meter housing located near the fitting, such that rotation of the fitting about its longitudinal axis relative to the meter housing is prevented. 30 --- ++ ... 8004507