NL8003813A - Monsterneemklep. - Google Patents
Monsterneemklep. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8003813A NL8003813A NL8003813A NL8003813A NL8003813A NL 8003813 A NL8003813 A NL 8003813A NL 8003813 A NL8003813 A NL 8003813A NL 8003813 A NL8003813 A NL 8003813A NL 8003813 A NL8003813 A NL 8003813A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- plunger
- stem
- bore
- valve
- channel
- Prior art date
Links
Classifications
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16K—VALVES; TAPS; COCKS; ACTUATING-FLOATS; DEVICES FOR VENTING OR AERATING
- F16K31/00—Actuating devices; Operating means; Releasing devices
- F16K31/44—Mechanical actuating means
- F16K31/50—Mechanical actuating means with screw-spindle or internally threaded actuating means
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16K—VALVES; TAPS; COCKS; ACTUATING-FLOATS; DEVICES FOR VENTING OR AERATING
- F16K3/00—Gate valves or sliding valves, i.e. cut-off apparatus with closing members having a sliding movement along the seat for opening and closing
- F16K3/22—Gate valves or sliding valves, i.e. cut-off apparatus with closing members having a sliding movement along the seat for opening and closing with sealing faces shaped as surfaces of solids of revolution
- F16K3/24—Gate valves or sliding valves, i.e. cut-off apparatus with closing members having a sliding movement along the seat for opening and closing with sealing faces shaped as surfaces of solids of revolution with cylindrical valve members
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Indication Of The Valve Opening Or Closing Status (AREA)
Description
-i i VO 519
Titel: Monstemeemklep.
De uitvinding heeft betrekking op kleppen. Meer in het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op kleppen van het plunjertype, waarbij het gewenst is de stand van de plunjer tijdens de werking, van de klep te kunnen vaststellen.
5 Zoals door deskundigen op het gebied van het ontwerpen van kleppen zal worden onderkend, is bedrijfszekerheid een eerste vereiste geworden bij ontwerp en toepassing van alle soorten kleppen.
Een van de voornaamste soorten kleppen waarbij betrouwbaarheid van het allergrootste belang is, wordt gevormd door de kategorie kleppen 10 welke kunnen worden aangeduid met de term "monstemeemklep". Monster-neemkleppen zijn meer in het bijzonder te onderscheiden van stromings-regelkleppen doordat hun werking met zich meebrengt dat tenminste een gedeelte van een stromend of in een houder aanwezige medium voor testdoeleinden wordt weggenomen. Monstemeemkleppen dringen dus binnen in 15 het vat van het medium, in plaats van slechts de doorstroming ervan te onderbreken of te smoren.
Bij de werking van monstemeemkleppen is het veelal zo, dat het medium-monster uit het vat wordt geleid in een monsterfles of een ander vat. Veelal staat de monstemeemklep niet in gesloten verbinding 20 met het monstervat. Zodoende is de werking van een monstemeemklep vaak vergelijkbaar met de werking van een kraan van een tuinslang waarmee een emmer wordt gevuld. Zoals bekend leidt deze wijze van vullen er vaak toe, dat de persoon in kwestie wordt natgespetterd.
Zolang het medium water is is het spetterprobleem van weinig 25 belang. Is het te bemonsteren medium echter een giftige stof of een corrosief fluïdum, dan krijgt het probleem een andere dimensie. In zulke gevallen is het een volstrekte eis dat de gebruiker de stand van de plunjerklep in de doorstroamruimte kent teneinde aanvang of beëindiging van de Stroming van het te bemonsteren medium te kunnen voorzien.
30 Diverse pogingen zijn reeds gedaan om monstemeemkleppen te voor zien van een beschermende plunjerstandindicatie. De meeste hielden echter een ingewikkelde benadering van het probleem in, waaronder kleppen met nonius, voelers en dergelijke dure constructies.
Bijgevolg is het een doel van de onderhavige uitvinding een monster-35 neemklep van het type met heen en weer gaande plunjer te verschaffen, 8 0 0 3 8 13 -2- waarin de stand van de plunjer in verhouding tot de strandng van het te "bemonsteren medium, steeds bekend is.
Een ander doel van de uitvinding is een monsterneemklep van het type met heen en weer gaande plunjer te verschaffen, waarbij het indicator-5 systeem goedkoop te vervaardigen is en gemakkelijk in de klepconstructie kan worden opgenanen.
Hog een ander doel van de uitvinding is een monsterneemklepconstruc-tie van het type met heen en weer gaande plunjer te verschaffen,waarbij de aanwijsmiddelen bevestigd zijn aan de middelen voor het bedienen 10 van de plunjer en direct daarmede meebewegen.
Een verder doel van de uitvinding is een monstemeemklepconstructie van het type met heen en weer beweegbare plunjer te verschaffen, waarbij de indicatormiddelen samenwerken met delen van het kleplichaam teneinde de stand van de plunjer binnen, het kleplichaam. en in betrekking 15 tot het klepmondstuk vast te leggen.
Deze doelstellingen en andere, niet genoemde doelstellingen, worden met de monsterneemklep volgens de onderhavige uitvinding bereikt; een uitvoeringsvorm van deze monsterneemklep kan onvatten een huisdeel, een kapdeel, een eerste doorgang gevormd in het huisdeel, welke een 20 inlaatkanaal vormt, een tweede doorgang in het huisdeel, welke een uit-laatkanaal vormt, coaxiale boringen in het huisdeel en in het kapdeel, waarin een plunjer kan heen en weer bewegen, welke kan worden bediend door draaiing van een van draad voorziene steel aan die plunjer, een kink om de van draad voorziene steel in draaiing te brengen, teneinde 25 de klep te bedienen, alsmede vast met de steel verbonden plunjerstand-indicatormiddelen, welke een nauwkeurige standaanwijzing van het plun-Jereinde t.o.v. het uitlaatkanaal verschaffen, teneinde onverwachte straning van medium door de monsterneemklep en het daarmede verbonden gevaar voor letsel uit te sluiten.
30 De uitvinding zal thans meer in detail worden beschreven aan de hand van de tekeningen, waarin: fig. 1 twee monstemeemklepeenheden volgens de uitvinding weergeeft, elk gedeeltelijk in doorsnede, een in de open stand en een in de gesloten stand weergegeven; 35 fig. 2 een verticale doorsnede van een monsterneemklep volgens de 800 3 8 13 J* * -3- uitvinding voorstelt, vaartij de klep in de gesloten stand is weergegeven; en · fig. 3 een aanzicht in perspectief weergeeft van de klepstandindi-catorwijzer toegepast volgens de uitvinding.
5 Zoals hiervoor reeds is opgemerkt heeft de onderhavige uitvinding betrekking op monsterneemkleppen van het plunjertype, voorzien van een constructie om in alle werk standen een indicatie van de positie van de plunjer te verschaffen ter verkrijging van een grotere mate van veiligheid hij het bedienen van de klep.
10 3n fig. 1 zijn twee klepeenheden getoond, welke overeenkomstig de principes van de onderhavige uitvinding zijn opgebouwd. Elke klepeen-heid is globaal aangeduid met het verwijzingscijfer 10.
Zoals te zien is, omvat elk van de klepeenheden een huisdeel 12, een kapdeel l4 en een slinger lè, welke wordt gebruikt om de van schroef-15 draad voorziene steel 18 te draaien en daarmede de plunjer 20 in het kleplichaam en het kapdeel heen en weer te bewegen, zoals hierna in detail zal worden uiteengezet.
Het huisdeel 12 en het kapdeel lU- zijn vast met elkaar verbonden door middel van een aantal moeren en bouten 22, op een gebruikelijke 20: -wijze. De moer- en boutstellen 22 zitten in geschikte in eikaars verlengde liggende boringen in het huisdeel en in het kapdeel,. alles op een wijze welke bij de deskundige bekend is.
Een plunjerstandindicator 2b is vast verbonden met de steel 18 en draait daarmee mee bij draaiing van de slinger 16. De plunjerstand-25 indicator 2b zal bij draaien van de slinger l6 evenveel naar beneden worden vaplaatst als de plunjer 20. De plunjer 20 kan worden versteld vanuit de geheéLgesloten stand, zoals getoond bij de linker klepeenheid 10 in fig. 1,. naar de geopende stand, zoals getoond bij de rechter klepeenheid 10 in fig. 1. De beide in fig. 1 weergegeven klepeenheden zijn 30 door inschroeven bevestigd in van schroefdraad voorziene openingen 26 in een buis 28, waarin het te bemonsteren medium stroomt danwel is opgeslagen.
Op de omtrek van het kapdeel lb bevinden zich twee op een afstand ten opzichte van elkaar geplaatste amtrekslijnen 30 en 32. De hoofdplaats 35 van de omtreksli jn 30 komt overeen met de stand van de punt van de 800 3 8 13 -u- plunjerstandindicator 2k als het kopvlak van de plunjer 20 op gelijke hoogte ligt met de "bovenrand van een in het huisdeel 12 geplaatste klep- _\ ring 4l, zoals hierna "beschreven. De stand van de onderste cmtrekslion 32 kant overeen met de stand van de punt van de plunjerstandindicator 2k 5 als het kopvlak van de plunjer 20 op gelijke hoogte ligt met de onderrand van de klepring Ul. Zoals is te zien in fig. 1 kan het voord'’'opening'’ tussen de "beide lijnen worden geplaatst cm de functie aan te geven op het moment dat de punt van de plunjerstandindicator de desbetreffende omtreklijnen bereikt. Met name vanneer de punt van de plunjerstandindi-10 cator 2k in neerwaartse richting tussen de cmtrekslijnen 30 en. 32 treedt, vordt de gebruiker opmerkzaam gemaakt op het feit dat de klep op het punt staat te vorden geopend, of reeds aan het opengaan is. Het verschijnen van een mediumstroam uit de klep zal dan niet als een verrassing kernen.
15 Beschouwt men de opbouv van klep 10 nader en vel in het bijzonder onder verwijzing naar de fig. 2 en 3, dan kan vorden opgemerkt dat het huisdeel 12 een hoofdzakelijk cylindrisch gedeelte cmvat met een zich verticaal uitstrekkende boring 26, alsmede een hoofdzakelijk buitenwaarts en neerwaarts gerichte buisstamp 38, waarin het uitlaatkanaal 31* is ge-20 vormd, dat in verbinding staat met de verticale boring 36.
Door het bovenstuk van het huisdeel 12 strekt zich een verticale boring Uo uit, welke coaxiaal is met de boring 36, De middellijn van de boring Uo is iets groter dan de buitenmiddellijn van de plunjer 20 en zodanig gevormd, dat de plunjer 20 hierin passend heen en veer kan be-25 vegen. Het buitenoppervlak van het huisdeel 12 ter hoogte van de boring 20 is van schroefdraad voorzien om een schroefverbinding van de klep-eenheid 10 met een dragend systeem mogelijk te maken, b.v. in de van schroefdraad voorziene opening 26 van de buis 28, zoals is weergegeven in fig. 1.
30 Ter hoogte van het boveneinde van de verticale boring 36 en daarin passend bevindt zich de bovenste klepring Ul, welke samenwerkt met een steunring k2 ter vorming van bovenste afdichtmiddelen cm stroming van medium door de bovenste boring ko in de boring 36 rond de plunjer 20 uit te sluiten als de plunjer door de bovenste afdichting heensteekt; 35 de klep is dan gesloten.
800 3 8 13 -5-
Op overeenkomstige wijze "bevindt zich in de verticale "boring 36. van het huisdeel 12 een onderste klepring UU, welke samenwerkt met een pakkingdrukker U5 ter vorming van een onderste, klepafdichting, teneinde het naar "beneden toe uitstromen van medium uit het kleplichaam in de 5 boring 36 en rondem de plunjer 20 uit te sluiten als de klep zich in de geopende stand bevindt.
Tussen de bovenste klepring Ul en de onderste klepring Uk bevindt zich een kooi hé van in hoofdzaak cylindrische vorm, waarvan de buitendiameter in wezen gelijk is aan de binnendiameter van de boring 36 en 10 waarvan de. binnendiameter in hoofdzaak gelijk, is aan de buitendiameter van de plunjer 20, teneinde een glijdende beweging van de plunjer in de kooi mogelijk te maken. In de kooi U6 is een boring U8 gevormd, welke een hoek maakt met de hartlijn van de klep, teneinde coaxiaal te zijn met het uitlaatkanaal 3U. De boring U8 wordt coaxiaal gehouden met het 15 uitlaatkanaal lU door middel van een uitsparing U9, welke samenwerkt met een stelschroef 50 welke past in een overeenkomstig, van schroefdraad voorzien gat in het huisdeel 12.
Het kapdeel lU is een in hoofdzaak cylindrisch onderdeel met een taps uitlopend bovenstuk waarvan de grondvlak diameter overeenkomt 20 met de buitendiameter van het huisdeel 12. Zoals hierboven reeds is aangectuid zijn de beide delen op gebruikelijke wijze met elkaar verbonden door middel van bouten en moeren. Binnen het kapdeel lU strekt zich een in hoofdzaak verticale boring 52 uit. Deze is zodanig uitgevoerd, dat zij coaxiaal is met de. boring 36 in het huisdeel 12. Het 25 onderuiteinde van de boring 52 is aan de binnenzijde van schroefdraad voorzien, welke een bus 5U opneemt, die onbewegelijk wordt vastgehouden door middel van een klemschroef 55» aangebracht in een radiaal van schroefdraad voorzien gat in de wand van het kapdeel lU. De boring 52 is zodanig bemeten, dat zijn diameter iets groter is dan de buitendiame-30 ter van de van schroefdraad voorziene steel 18. Het bovenuiteinde van de van schroefdraad voorziene steel 18 is door middel van een draaibare verbinding verbanden, met het onderuiteinde van de plunjer 20; de bouw van deze verbinding kan van elke bekende soort zijn. De draaibare verbinding is verzegeld door middel van gespleten moer 57· Bijgevolg ver-35 oorzaakt het op en ffien verplaatsen van de van schroefdraad voorziene 800 3 8 13 -6- steel l8 een overeenkomstige verplaatsing op en neer van de plunjer 20. Draaiing van. de van schroefdraad voorziene steel 18 resulteert evenwel niet noodzakelijkerwij a?;in een overeenkomstige rotatie van de plunder 20, vanwege de draaibare verbinding tussen de beide onderdelen.
5 De bus 5b bezit een axiale van schroefdraad voorziene boring 59·
De schroefdraad van de boring 59 is zodanig gevormd, dat de van schroefdraad voorziene steel 18 hierin past, waardoor de bus 5^ een steunelement vormt voor het tot stand brengen van de verticale verplaatsing van de van schroefdraad voorziene steel 18 en daarmede de plunjer 20, 10 wanneer de van schroefdraad voorziene steel 18 wordt gedraaid door middel van de slinger l6.
In· verband hiermede is. het ondereinde van de steel 18 voorzien van een element voor het opnemen van de slinger; dit element bezit een in hoofdzaak vierkante doorsnede en laat de plaatsing daarop toe van de 15 plunjerstandindicator 2b en de slinger l6. Direct onder het element voor het samenwerken met de slinger bevindt zich een schroefdraad-stomp voor een borgmoer 62, welke van elke aan de deskundige bekende soort kan zijn, b.v. een kroonmoer met borgpen.
Op bekende wijze is de slinger l6 voorzien van een boring van in 20 hoofdzaak rechthoekige dwarsdoorsnede, waarvan de afmetingen in hoofdzaak overeenkomen met die van het opneemdeel van de steel 18. Zoals in fig. 3 is te zien is de plunjerstandindicator 2b cp overeenkomstige wijze voorzien van een gat 6b van in hoofdzaak vierkante dwarsdoorsnede, waarvan de maten in hoofdzaak overeenkomen met die van het opneemdeel 25 van de steel 18. Aldus veroorzaakt draaiing van de slinger l6 draaiing van de steel 18 en daarmede draaiing van de plunjerstandindicator 2b. Omdat de plunjerstandindicator 2b vast is bevestigd tussen het bovenoppervlak van de slinger 16 en het ondereinde van de schroefdraad op de van schroefdraad voorziene steel 18 wordt de plunjerstandindicator 30 voorts op en neer verplaatst tezamen met de van schroefdraad voorziene steel 18 wanneer de slinger l6 wordt gedraaid.
Refererend aan fig. 3 is duidelijk dat de plunjerstandindicator een in hoofdzaak L-vormig deel omvat met een voet 66 en een zich verticaal uitstrekkend boogvormig deel 67. De verticale afmeting van het 35 boogvormige deel 67 is zodanig gekozen, dat verzekerd is dat de punt 68 800 38 13 -7- van deel 67 in verticale zin ter hoogte van de bovenste omtrekslijn op het huitenoppervlak van het kandeel lb is gelegen - het heste te zien in fig. 1 - als het hovenvlak van de plunder 20 zich ter hoogte van de bovenrand van de bovenste klepring ^1 bevindt.
5 . Het zal duidelijk zijn, dht de gebruiker, dankzij deze plaatsing, tijdens de rotatie van de slinger l6 en de overeenkomstige neerwaartse beweging van de van schroefdraad voorziene steel 18, de plunjer 20 en de plunjerstandindicator 2b nauwkeurig kan vaststellen wanneer de plunjer zich in een stand bevindt, waarbij de klep zich begint te openen. De 10 gebruiker zal aldus geen onverwachte stroom van medium door de klep ondervinden, terwijl de kans op het bij ongeluk ontstaan van gespetter of een ongecontroleerde stroming aanzienlijk verminderd zal zijn.
Doorgaande rotatie van de slinger 16 cm een verdere neerwaartse verplaatsing van de steel 18 tot stand te brengen zal eveneens een verdere 15 neerwaartse verplaatsing van de plunjerstandindicator 2b met zich mede brengen en zodra de punt 68 zich bij de onderste lijn bevindt, zoals is weergegeven in fig. 1, zal de gebruiker weten dat de klep zich in de geopende stand bevindt.
Zoals het beste is te zien in fig. 2 resulteert draaiing van de 20 slinger 16 ter verplaatsing van de plunjer 20 tot '· in de hoogst mogelijke stand daarin, dat de punt 68 van de plunjerstandindicator 2b tot dicht onder het verwijde gedeelte van het kapdeel 1^- geraakt en voorts daarin dat het bovenvlak van de plunjer 20 nagenoeg komt samen te vallen met de bovenrand van de boring ^0 in het huisdeel 12. Zoals door 25 de deskundigen zal worden onderkend, sluit deze stand van de plunjer 20 de vorming van een schadelijke ruimte in de monstemeemklep uit, welke een verzaaelruimte zou kunnen vormen voor in. het te bemonsteren medium opgencmen stoffen met als gevolg dat OndeugdeLijke monsters zouden worden genomen. Wegens de plaatsing van de plunjer 20 op de wijze zoals ge-30 toond in fig. 2, ontstaat er evenwel niet alleen geen schadelijke ruimte, doch heeft het stromende medium bovendien slechts contact met een nagenoeg in éên vlak gelegen oppervlak,waardoor eventuele nadelige medium-stramingsverschijnselen tengevolge van het gebruik van de monstemeemklep tot een minimum worden beperkt.
35 De monsterneemklep volgens de uitvinding kan worden vervaardigd 800 38 13 -8- van materialen ve]ie in de betreffende techniek algemeen bekend zijn.
Zo kan roestvrij staal worden gebruikt voor het kapdeel lh, de van schroefdraad voorzien steel. 18, de pakkingsdrukker ^5» de bouten en moeren van het kapdeel, de kooi b6, de gespleten moer 5T» de plunjer 20, 5 het huisdeel 12, de steunring b2 en de diverse borgschroeven. Evenzo kan de slinger worden vervaardigd van smeedijzer; de bus 5k kan worden vervaardigd van brons en de onderschèidene klepringen en de bijbehorende bij de montage van de kleppen gebruikte pakkingen kunnen bestaan uit een geschikt materiaal, zoals teflon.
10 Yoor wat betreft de vervaardiging van een klep, zoals klep 10, kunnen voorts bekende vervaar digi ngstechnieken en methoden worden toegepast „
Het zal dan ook aan deskundigen op deze gebieden duidelijk zijn, dat de monstemeemklep volgens de onderhavige uitvinding een oorspron-15 kelijk doch nuttig geheel vormt, dat voorziet in nauwkeurige monsterneming met volledig beheerste werking en dat een tot dusverre ongekende bedrijfszekerheid verschaft. Het zal aan de deskundigen op deze gebieden voorts duidelijk zijn, dat tal van. modificaties en variaties in de bouw van het in detail beschreven uitvoeringsvoorbeeld mogelijk 20 zijn zonder buiten de geest en het kader van de uitvinding te treden.
800 3 8 13
Claims (3)
1. Monsterneemklep, gekenmerkt door : een. huis deel; een in het huisdeel gevormd eerste kanaal, dat een inlaatkanaal vormt; 5 een in het huisdeel gevormd tweede kanaal, dat in verbinding staat, met het eerste kanaal en een uitlaatkanaal vormt; een in het huisdeel gevormde en zieh daarin axiaal uitstrekkende eerst, boring; een in het kapdeel gevormde tweede boring, welke zich axiaal door 10 het kapdeel uitstrekt en coaxiaal is met de eerste boring in het huisdeel; een in het van de eerste boring afgewende uiteinde van de tweede boring geplaatste bus, welke een van interne schroefdraad voorziene doorboring omvat, welke coaxiaal is met de genoemde eerste en tweede 15 boringen; een beweegbaar in genoemde eerste en tweede boringen passende plunjer£ een in de doorboring van de bus door middel van schroefdraad draaibaar geleide steel, welke heen en weer beweegbaar is binnen de tweede 20 boring in het kapdeel; middelen voor het verbinden van de plunjer en de steel cp een zodanige wijze, dat een heen en weergaande beweging van de steel een overeenkomstige heen en weer gaande beweging van de pluner bewerkstelligt ; 25 een vast aan het van de plunjer afgewende uiteinde van de steel bevestigde slinger om de steel te kunnen draaien, en een vast met de steel verbonden plunjerstandindicator, welke met de steel mede heen en weer beweegt en aan de gebruiker de stand van de plunjer t.o.v. het tweede kanaal in het huisdeel aangeeft.
2. Monsterneemklep volgens conclusie 1, gekenmerkt door standindi-catorlijnen op het buitenoppervlak van het kapdeel, bestemd om in samenwerking met de plunjerstandindicator de stand van de plunjer in het eerste kanaal en t.o.v. het tweede kanaal aan te geven.
3. Monsterneemklep volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de 35 plunjerstandindicator vast is verbonden met de genoemde steel, teneinde 800 38 13 è -10- daarmede tezamen gedraaid en heen en veer hevogen te hunnen worden. Monstemeemklep volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de plunjerstandindicator vast is verbanden met de steel, teneinde tezamen daarmede gedraaid en en heen en veer bewogen te kunnen worden. 5 5· Monstemeemklep volgens conclusie met het kenmerk, dat de middelen voor het verbinden van de plunjer en de steel een onderlinge verdraaiing toelatende koppeling omvatten, welke wel een heen en weer gaande beweging, doch niet een draaiende beweging van de steel naar de plunjer overdraagt. 800 38 13
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
US9547479A | 1979-11-19 | 1979-11-19 | |
US9547479 | 1979-11-19 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8003813A true NL8003813A (nl) | 1981-06-16 |
Family
ID=22252191
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8003813A NL8003813A (nl) | 1979-11-19 | 1980-07-01 | Monsterneemklep. |
Country Status (5)
Country | Link |
---|---|
DE (1) | DE3026889A1 (nl) |
FI (1) | FI801859A (nl) |
FR (1) | FR2470320A1 (nl) |
GB (1) | GB2063424A (nl) |
NL (1) | NL8003813A (nl) |
Families Citing this family (8)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4413935A (en) * | 1981-06-29 | 1983-11-08 | Combustion Engineering, Inc. | Flow splitter for dividing a stream of pulverulent material into multiple streams |
US7908934B2 (en) * | 2008-02-29 | 2011-03-22 | Dionex Corporation | Valve assembly |
US8550376B2 (en) | 2009-11-17 | 2013-10-08 | Black & Decker Inc. | Paint sprayer |
US8413911B2 (en) | 2009-11-17 | 2013-04-09 | Black & Decker Inc. | Paint sprayer |
EP2501487A1 (en) | 2009-11-17 | 2012-09-26 | Black & Decker Inc. | Paint sprayer |
US8651402B2 (en) | 2009-11-17 | 2014-02-18 | Black & Decker Inc. | Adjustable nozzle tip for paint sprayer |
US8740111B2 (en) | 2009-11-17 | 2014-06-03 | Black & Decker Inc. | Paint sprayer |
WO2011062992A1 (en) | 2009-11-17 | 2011-05-26 | Black & Decker Inc. | Quick release mechanism for paint sprayer |
Family Cites Families (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB308193A (en) * | 1928-03-19 | 1929-03-19 | Richard Klinger | Improvements in or relating to stop valves |
-
1980
- 1980-06-10 FI FI801859A patent/FI801859A/fi not_active Application Discontinuation
- 1980-07-01 NL NL8003813A patent/NL8003813A/nl not_active Application Discontinuation
- 1980-07-16 DE DE19803026889 patent/DE3026889A1/de not_active Ceased
- 1980-08-05 GB GB8025452A patent/GB2063424A/en not_active Withdrawn
- 1980-11-19 FR FR8024576A patent/FR2470320A1/fr active Granted
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
GB2063424A (en) | 1981-06-03 |
FI801859A (fi) | 1981-05-20 |
DE3026889A1 (de) | 1981-05-27 |
FR2470320A1 (fr) | 1981-05-29 |
FR2470320B3 (nl) | 1982-09-17 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL8003813A (nl) | Monsterneemklep. | |
RU2259507C2 (ru) | Полушаровой клапан | |
DE9311427U1 (de) | Vorrichtung zum Füllen von Gefäßen mit einer Flüssigkeit | |
EP0797080A2 (de) | Durchflussregulierventil mit Durchflussmesser | |
DE1550588B1 (de) | Ventil mit einer schraubkapp | |
AU2018278989B2 (en) | Sensor-enabled gate valve | |
EP1545805B1 (de) | Spülvorrichtung für einen sensor | |
EP0413198B1 (de) | Anordnung für die Messung der Temperatur einer eine Rohrleitung durchströmenden Flüssigkeit | |
DE10024564A1 (de) | Sondeneinrichtung zur Aufnahme, Positionierung, Kalibrierung und/oder Wartung einer Meßelektrode | |
RU2265821C2 (ru) | Устройство для взятия проб | |
DE19738723A1 (de) | Spülvorrichtung für eine Sanitäreinrichtung | |
NL8200501A (nl) | Bedieningsmechanisme voor een hydrant. | |
HUE030893T2 (en) | Device for motor-driven pump electric motor to control start and stop | |
DE202007006784U1 (de) | Messvorrichtung zur Vermessung von Fluiden mittels einer Sonde | |
US382469A (en) | John hawthoen | |
CH678448A5 (nl) | ||
DE102009033558A1 (de) | Sondeneinrichtung zur Messung von Prozessgrößen, insbesondere Schubstangenarmatur | |
US2158803A (en) | Oil sampler | |
DE3708590C2 (nl) | ||
DE102004013157B3 (de) | Verfahren und Gerät zur Verhinderung von Drehbewegungen bei Rohrleitungsmolchen | |
EP0024825B1 (en) | A device for sampling liquid from near the bottom of a container and method of operating such a device | |
US2927465A (en) | Continuous proportional pipeline sampler | |
RU2102309C1 (ru) | Дозировочный патрон к устройствам для розлива жидкостей | |
US23136A (en) | Gage-cock | |
DE4010483C2 (nl) |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
BA | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
BV | The patent application has lapsed |