NL8000763A - Liftvoertuig of hoogwerker. - Google Patents
Liftvoertuig of hoogwerker. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8000763A NL8000763A NL8000763A NL8000763A NL8000763A NL 8000763 A NL8000763 A NL 8000763A NL 8000763 A NL8000763 A NL 8000763A NL 8000763 A NL8000763 A NL 8000763A NL 8000763 A NL8000763 A NL 8000763A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- arm
- attached
- counterweight
- vehicle
- cable
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B66—HOISTING; LIFTING; HAULING
- B66F—HOISTING, LIFTING, HAULING OR PUSHING, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR, e.g. DEVICES WHICH APPLY A LIFTING OR PUSHING FORCE DIRECTLY TO THE SURFACE OF A LOAD
- B66F11/00—Lifting devices specially adapted for particular uses not otherwise provided for
- B66F11/04—Lifting devices specially adapted for particular uses not otherwise provided for for movable platforms or cabins, e.g. on vehicles, permitting workmen to place themselves in any desired position for carrying out required operations
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B66—HOISTING; LIFTING; HAULING
- B66F—HOISTING, LIFTING, HAULING OR PUSHING, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR, e.g. DEVICES WHICH APPLY A LIFTING OR PUSHING FORCE DIRECTLY TO THE SURFACE OF A LOAD
- B66F11/00—Lifting devices specially adapted for particular uses not otherwise provided for
- B66F11/04—Lifting devices specially adapted for particular uses not otherwise provided for for movable platforms or cabins, e.g. on vehicles, permitting workmen to place themselves in any desired position for carrying out required operations
- B66F11/044—Working platforms suspended from booms
- B66F11/046—Working platforms suspended from booms of the telescoping type
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Geology (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Forklifts And Lifting Vehicles (AREA)
- Jib Cranes (AREA)
- Lift-Guide Devices, And Elevator Ropes And Cables (AREA)
Description
LW 5672-1 Ned.
Liftvoertuig of hoogwerker.
De uitvinding heeft betrekking op een hydraulische lift met eigen voortbewegings aandrijving, van het type met een uitbrengbare arm welke eindigt in een werkplatform.
Liftvoertuigen met eigen aandrijving en met hydraulische lift zijn 5 bekend, maar ze hebben enkele nadelen die hun bruikbaarheid beperken. Bijvoorbeeld zijn de bekende liften hetzij gemonteerd op een vrachtwagen of hebben zij een contra-gewicht dat ver uitsteekt buiten het bevestigingspunt van de arm aan het liftvoertuig. In de beide gevallen is de ontstane konstruktie vrij groot waardoor deze alleen toegang heeft tot 10 en/of geroteerd kan worden in vrij brede gangen of paden. Verder heeft de arm, wanneer deze uitzetbaar moet zijn, inwendige stuurkabels, ten einde de lift op afstand te kunnen besturen, welke kabels onderhevig zijn aan slijtage en breuk door de herhaalde spanningen welke erin ontstaan bij het uitzetten en terugtrekken van de arm.
15 De uitvinding bevat een liftvoertuig bestaande uit een frame met eigen aandrijving, een arm, een op het frame gemonteerd lichaam dat daarop naar keuze roteerbaar is om een rotatie-as, waarbij dit lichaam a) een contra-gewicht heeft met een zwaartepunt, welk contra-gewicht is bevestigd aan het lichaam, en 20 b) organen voor het zwenkbaar bevestigen van de arm aan het lichaam zodanig dat het zwaartepunt van het contra-gewicht is gelegen tussen de zwenkverbinding met de arm en de rotatie-as van het lichaam.
Verder verschaft de uitvinding een uitzetbare arm welke bestaat uit een buitenste arm en een binnenste arm, gelegen binnen en uitstekend ' 25 voorbij een eerste einde van de buitenste arm, organen voor het naar keuze in werking stellen van de relatieve beweging tussen de binnenarm en de buitenarm, waardoor de binnenarm naar buiten wordt bewogen door het eerste einde van de buitenarm, welke organen een door een zuigerstang bediend hydraulisch bedieningsorgaan omvatten, voorzien van een cylinder, 30 welke is bevestigd in het inwendige van de binnenboom, en een zuigerstang, bevestigd aan de buitenboom, waarbij stuurleidingen lopen door de binnenboom en de buitenboom, en buigzame leidingen met hun eerste einde zijn bevestigd in het inwendige van de buitenboom, nabij het eerste einde daarvan, en de tweede einden aan het inwendige van de binnenboom, op een 35 afstand gelegen van het eerste einde van de buitenboom, welke stuurleidin-gen verlopen door de buigzame leidingen, waarbij een dragersamenstel is gemonteerd aan en verschuifbaar langs de zuigerstang, een kabelschijf 800 0 7 63 - 2 - aanwezig is voor elke buigzame leiding, voorzien van een buitenvlak waarover een deel van de buigzame leiding verloopt, organen elke kabelschijf bevestigen aan het dragersamenstel, en terugtrekorganen aanwezig zijn voor het dragersamenstel, waardoor dit kan worden bewogen 5 langs de zuigerstang in de bewegingsrichting van de binnenboom, maar met de halve bewegingssnelheid daarvan, welke terugtrekorganen bestaan uit a) een terugtrekkabel, b) organen voor bevestiging van één einde van de terugtrekkabel aan het inwendige van de buitenboom, op een afstand gelegen van het eerste einde van deze boom, c) een vrij draaibare schijf, 10 bevestigd aan het dragersamenstel, d) een achterste vrij draaibare schijf, bevestigd aan het inwendige van de buitenboora, op een afstand van het eerste einde daarvan, e) een voorste vrij draaibare schijf, bevestigd aan het inwendige van de buitenboom nabij het eerste einde daarvan, f) organen voor bevestiging van het andere einde van de terugtrekkabel aan de 15 binnenboom, op een afstand van het eerste einde van de buitenboom, en g) een scherm voor elke kabelschijf, bevestigd aan het dragersamenstel zodanig dat het een belangrijk deel afdekt van het buitenvlak van de schijf, waarover de buigzame leiding verloopt, waardoor wordt belet dat deze buigzame leiding van de kabelschijf afloopt wanneer deze leiding 20 slap komt te hangen.
De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin een uitvoeringsvoorbeeld van het liftvoertuig volgens de uitvinding is weergegeven.
Fig. 1 toont een aanzicht in perspectief van het liftvoertuig; 25 Fig. 2 is een aanzicht in perspectief, met verschillende delen weggebroken, van de arm van het voertuig van fig. 1;
Fig. 3 is een gedeeltelijk doorgesneden aanzicht in perspectief van een deel van de boom van fig. 2 op grotere schaal;
Fig. 4 is een dwarsdoorsnede volgens 4-4 van fig. 3; 30 Fig. 5 is een aanzicht in perspectief van de boom van fig. 2 in ingetrokken stand;
Fig. 6 toont de boom van fig. 2 in uitgebrachte stand;
Fig. 7 is een aanzicht van een buigzame leiding, waarin hydraulische en elektrische leidingen zijn opgenomen; 35 Fig. 8 is een horizontale doorsnede van een hydraulische cylinder met zuiger en zuigerstang;
Fig. 9 is een zijaanzicht van het contra-gewicht van het voertuig; 800 0 7 63 - 3 - t '<
Fig. 10 is een bovenaanzicht van het contra-gewicht van fig. 9;
Fig. 11 toont een eindaanzicht van het liftvoertuig van fig. 1 met de arm in opgerichte stand, welke de stand weergeeft van maximale instabiliteit ten opzichte van kantelen; 5 Fig. 12 is een aanzicht van een bekend liftvoertuig, weergegeven in de stand van maximale instabiliteit tegen kantelen.
Het liftvoertuig 10 van fig. 1 heeft een uitzetbare arm 12, welke in deze fig. de ingetrokken stand heeft. De uitzetbare arm 12 is ook met streep-stip lijnen in de uitgebrachte stand aangeduid. De arm 12 bestaat 10 uit een buitenarm 14 en een binnenarm 16. Het voertuig 10 heeft een frame 18, waarop een huis 20 roteerbaar is gemonteerd, op bekend wijze. Het huis 20 heeft een niet-weergegeven contra-gewicht (zie fig. 9 en 10).
De noodzakelijke inrichtingen en brandstoftanks voor het bedienen van de lift zijn opgenomen in het frame en het huis. Het voertuig heeft vier 15 wielen 22, waarvan de achterste twee bij voorkeur eigen aandrijvingen hebben, op bekende wijze. De arm kan hydraulisch worden uitgebracht en ook hydraulisch in hun vertikale stand worden gezwenkt. Het vertikaal brengen van de arm wordt uitgevoerd met een hefcylinder 24, welke is aangebracht tussen het huis 20 en de buitenarm 14. De binnenarm 16 eindigt 20 in een werkplatform 26. Door rotatie van het huis 20 en het heffen van de arm met de hefcylinder 24 en het uitbrengen van de arm kan het platform in een gewenste stand worden gebracht, zodat de arbeider zijn werkzaamheden kan uitvoeren.
Uit fig. 2 blijkt dat de binnenarm 16 een dochtercylinder 28 25 heeft voor het horizontaal houden van het platform, welke cylinder aan de arm is bevestigd door een paar montage-organen 30, waarvan er slechts één in fig. 2 is weergegeven. De cylinder 28 dient voor het op bekende wijze horizontaal houden van het platform, zoals bijvoorbeeld is beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 3.841.436. De hefcylinder 24 is met de 30 buitenarm 14 verbonden door een montagesteun 32. De buitenarm is aan het huis 20 gemonteerd door middel van een montagepen 34, op bekende wijze.
De arm 12 kan worden uitgebracht door een uitbrengcylinder 36, die een hydraulische cylinder met zuigerstang 38 is. De cylinder 36 is aan één einde bevestigd door een montagesteun 40 en aan het andere einde door een 35 paar steunen 42, welke met gebroken lijnen in fig. 2 zijn aangeduid, in welke steunen tappen 44 aan de cylinder 36 grijpen. De zuigerstang 38 steekt in de cylinder 36 en is bevestigd aan de buitenarm 14, nabij de -4- montagepen 34, door middel van een T-stuk 46 aan het einde van de zuigerstang. Een montagepen 48 steekt door een boring in het T-stuk 46 en door bijpassende openingen in de buitenarm 14. Aan de zuigerstang 38 zijn door middel van een dragersamenstel 50 twee kabelschijven 52 gemonteerd. Een 5 buigzame leiding 54 voor stuurleidingen loopt over elk van de schijven 52. Binnen deze buigzame leidingen bevinden zich hydraulische en elektrische leidingen, die door de buigzame leiding 54 zijn beschermd tegen aanraking met de schijven en andere delen van de arm. Er is een terugtrekkabel 56 voor het.dragersamenstel, welke kabel gedeeltelijk in fig. 2 is weergegeven 10 en nader wordt beschreven aan de hand van fig. 3-6.
In fig. 3 zijn verdere details van de arm 12 weergegeven. De zuigerstang 38 heeft een vloeistofinlaatsamenstel 58 voor het uitbrengen en een vloeistofinlaatsamenstel 60 voor het intrekken, nabij het T-stuk 46. De cylinder 36 en de stang 38 zijn van bekende constructie en hebben 15 inlaat- en uitlaatopeningen voor de vloeistof, waardoor naar keuze de cylinder 36 langs de stang 38 kan worden uitgebracht en ingetrokken, door middel van de stroming van hydraulische vloeistof door een vloeistoftoe-voerbuis 38A in de zuigerstang 38. Het is duidelijk dat bij het uitbrengen van de arm, doordat de cylinder 36 is bevestigd aan de binnenarm 16, de 20 binnenarm 16 van de montagepen 34 (fig. 1) af beweegt, waardoor de lift 10 de stand volgens fig. 1 (streep-stiplijnen) kan innemen, terwijl bij intrekken de cylinder 36 beweegt naar de draaipen 34, waardoor de lift komt in de met getrokken lijnen weergegeven stand van fig. 1.
Eén der problemen bij armen van dit type, waarbij het platform 25 op afstand kan worden bediend, zodat de arbeider op het platform het platform omhoog en omlaag kan bewegen en kan doen roteren, is de slijtage van de stuurleidingen die daarbij optreedt. De arm 12 volgens de uitvinding heeft dit probleem niet door toepassing van de buigzame leiding 54 voor de stuurkabels, waarbinnen de stuurleidingen, hydraulisch of elektrisch, 30 los zijn opgenomen. De buigzame leiding 54 wordt onderworpen aan slijtage of spanningen bij de rotatie over de schijven 52. Verder zijn volgens de uitvinding organen aangébracht, namelijk het terugtreksamenstel 50 voor het dragersamenstel, waardoor een lichte constante spanning blijft uitgeoefend op het dragersamenstel 50 bij het uitbrengen van intrekken van de 35 arm, waardoor het dragersamenstel wordt getrokken naar de draaipen 34 voor de arm, zodat het samenstel 50 beweegt tezamen met de binnenarm 16. De buigzame leidingen 54 eindigen aan de beide einden in koppelingen 62. Aan het einde van de binnenarm, nabij het dragersamenstel 50, zijn extra koppelingen 64 bevestigd, waardoor een einde van elk van de buigzame 800 0 7 63 -5- * * t leidingen 54 is bevestigd aan de binneriboom. Deze extra koppelingen zijn hol zodat de stuurleidingen daardoorheen kunnen passeren. De buigzame leidingen 54 zijn aan hun andere einden bevestigd aan de buitenarm 14 door extra koppelingen 66, bevestigd aan montagesteunen 68, welke steunen door 5 lassen of op andere wijze zijn bevestigd aan het binnenvlak van de buitenarm 14. De extra koppelingen 66 zijn eveneens hol en steken door openingen in de montagesteunen 68, zodat de stuurkabels 70, 70A erdoorheen kunnen passeren.
Hoewel in fig. 3 voor de duidelijkheid slechts een enkele kabel is weergegeven kunnen de stuurkabels 70, 70A indien nodig twee of meer 10 hydraulische leidingen of elektrische geleiders zijn. Zoals is gezegd wordt op het dragersamenstel 50 een geringe constante spanning uitgeoefend zodat op de buigzame leiding 54 onder deze constante spanning wordt gehouden bij het uitbrengen en intrekken van de binnenarm 16. Het is duidelijk dat bij het uitbrengen van de binnenarm 16 het dragersamenstel 50dat verschuif-15 baar is aangebracht op de zuigerstang 38, slechts over de halve afstand behoeft te bewegen als waarover de arm 16 beweegt. De terugtrekkabel 56 voor het dragersamenstel wordt toegepast teneinde te verzekeren dat deze beweging plaatsvindt onder geringe spanning. Hiertoe is de terugtrekkabel 56 bevestigd aan de buitenarm 14 door een steun 72, aangebracht nabij het T-stuk 46 20 aan het einde van de zuigerstang. Een bevestigingsorgaan 74 met schroefdraad is in ingrijping met een eindstuk 76 met schroefdraad aan de terugtrekkabel 56, zodat de spanning in de kabel kan worden ingesteld zou er een geringe wijziging optreden in de effektieve lengte van kabel of leiding. De terugtrekkabel 56 verloopt van de steun 72 over een vrij draaibare schijf 78 aan 25 het dragersamenstel, welke aan dit samenstel 50 is bevestigd met een pen 80. De terugtrekkabel 56 loopt van de schijf 78 naar een vrij draaibare schijf 82 aan het achtereinde van de buitenarm, welke schijf roteerbaar is bevestigd aan het binnenvlak van de buitenarm 14 door een steun 84 en een pen 86. Van de schijf 82 verloopt de kabel 56 langs het ondervlak van de 30 buitenarm 14 naar een voorste vrij draaibare schijf 88 aan de buitenarm, welke schijf draaibaar is bevestigd aan de buitenarm 14 door een niet weergegeven steun en een pen 90. De kabel 56 loopt over de voorste schijf 88 en is bevestigd aan de binnenarm 16 nabij het dragersamenstel 50 in een opening 92 daarin, waarin een einde 94 van de kabel 56 is gestoken en wordt 35 vastgehouden door middel van een opgeperste bus 96.
Behalve de genoemde onderdelen heeft het dragerstel 50 nog een paar leidingschermen 98, welke delen van de schijven 52 afschermen, ter bescherming van de buigzame leiding 54, welke schermen 98 door lassen of op soortgelijke wijze rechtstreeks zijn bevestigd aan een cylindrisch deel 50A
800 0 7 63 t -6- van het dragersamenstel 50, dat aanligt tegen de zuigerstang 38. De schermen 98 zijn ook aan elkaar bevestigd door een paar dwarsstangen 100, welke tevens dienen om de vrij draaibare schijf 78 (fig. 4) van het drager-samenstel tegen te houden, welke schijf is gemonteerd op een as 102, vrij 5 draaibaar daarop, welke as is bevestigd aan het cylindrische deel 50A van het dragersamenstel 50. Wanneer de buigzame leidingen 54 slap zouden komen te hangen om de schijven 52, hetgeen kan gebeuren door slijtage of door verkeerde instelling van de spanning in de terugtrekkabel van de drager, door het bevestigingsorgaan 74, zouden de leidingen 54 tijdens bedrijf van 10 de schijven 52 kunnen aflopen. De schermen 98 beletten dit. In fig. 5 en 6 zijn de uitgebrachte en ingetrokken standen van de arm 12 weergegeven, waaruit duidelijker blijkt de beweging van het dragersamenstel 50 tezamen met de terugtrekkabel 56. In fig. 5 is de arm weergegeven in ingetrokken stand en in fig. 6 is de arm weergegeven in de maximaal uitgébrachte stand. 15 Uit vergelijking van fig. 5 en 6 blijkt dat het dragersamenstel 50 slechts over de halve afstand beweegt als de binnenarm 60. Zowel bij uitbrengen als bij intrekken wordt de beweging van het dragersamenstel 50 nauwkeurig bestuurd door de terugtrekkabel 56 en de bijbehorende onderdelen, zodat de buigzame leidingen 54 zich steeds onder een bepaalde aanvangsspanning 20 bevinden.
Fig. 7 toont één der buigzame leidingen 54 met de daarin aangebrachte stuurleidingen. De buigzame leiding bestaat bij voorkeur uit een gevlochten metalen buis. Een aantal stuurleidingen 104, 106, 108 bevinden zich binnen de leiding 54. De afzonderlijke stuurleidingen kunnen 25 enkelvoudige of meervoudige elektrische kabels zijn of buigzame hydraulische of pneumatische leidingen.
Fig. 8 toont in doorsnede de hydraulische cylinder, welke de uitbrengcylinder 36 en de cylindrische stang 38 omvat. De stang 38 heeft een inlaathuisgedeelte 38B, voorzien van een vloeistofinlaatopening 110 30 voor het uitbrengen en een vloeistof inlaatopening 112 voor het intrekken, aan welk inlaatdeel het inlaatsamenstel 58 en het terugtreksamenstel 60 (fig. 3) voor de hydraulische vloeistof zijn bevestigd. De inlaatopening 110 voor het uitbrengen mondt.uit in een uitbrengvloeistofkanaal 114 in het huisdeel 38B. De terugtrekinlaatopening 112 mondt evenzo uit in een 35 terugtrekkanaal 116. Het uitbrengkanaal 114 eindigt in de vloeistoftoevoerbuis 38A, welke is bevestigd aan het huisdeel 38B. Het huisdeel 38B is ook verbonden met een bus 38C van de zuigerstang. Tussen de toevoerbuis 38A en de bus 38C is een eerste reservoir 118 voor terugtrekvloeistof gevormd, waarin het terugtrekvloeistofkanaal 116 uitmondt. De bus 38C heeft een 800 0 7 63 A ~ / -7- aantal openingen 120 waardoor een verbinding voor hydraulische vloeistof wordt gevormd tussen het eerste terugtrekreservoir 118 en een tweede reservoir 122 voor terugtrekvloeistof, gevormd tussen de uitbrengcylinder 36 en de bus 38C. Een zuiger 124 is aangebracht binnen de cilinder 36 aan 5 het einde van de bus 38C, tegenover het inlaatlichaam 38B. De toevoerbuis 38A verloopt door en is bevestigd aan de zuiger 124 en mondt uit in een reservoir 126 voor uitbrengvloeistof, gevormd door een cylindereindkap 128, die het einde van de cylinder 36 afsluit en waaraan de steun 40 is bevestigd, door lassen of op andere wijze. De bus 38C is eveneens bevestigd 10 aan de zuiger 124.
Bij het bedrijf is de stang 38 bevestigd aan de buitenarm 14 door de pen 48 (fig. 3). Wanneer de arm 12 moet worden uitgebracht wordt hydraulische vloeistof onder druk toegevoerd aan de inlaatopening 110 voor uitbrengvloeistof, via het inlaatsamenstel 58 voor het uitbrengen en vloeit 15 door het uitbrengkanaal 114 en de vloeistoftoevoerbuis 38A naar het reservoir 126 voor het uitbrengen. Daar de stang vast is doet deze vloeistof de cylinder 36 bewegen ten opzichte van de stang 38 en daar de cylinder 36 is bevestigd aan de binnenarm 16, beweegt de binnenarm naar buiten, waardoor de arm wordt uitgezet. Bij het terugtrekken wordt hydraulische vloeistof 20 onder druk toegevoerd aan de inlaatopening 112 voor terugtrekvloeistof, via het inlaatsamenstel 60 voor het terugtrekken en stroomt door het vloeistof-kanaal 116 voor intrekken in het eerste reservoir 118 voor terugtrekvloeistof en via de openingen 120 naar het tweede reservoir 122 voor het terugtrekken.
Het tweede reservoir voor terugtrekvloeistof is aan het einde nabij het 25 T-stuk 46 afgesloten door een afdichtflens 130 aan de cylinder 36 zodat bij het uitbrengen van de arm het volume van het tweede reservoir 122 met terugtrekvloeistof kleiner wordt. Bij toevoer van hydraulische drukvloeistof aan het tweede reservoir voor terugtrekvloeistof wordt de afdichtflens 130 gedrukt in de richting van het T-stuk 46, waardoor de binnenarm 16 in de 30 buitenarm 14 wordt ingetrokken.
Fig. 9 toont een zijaanzicht van een contragewichtsamenstel 140 volgens de uitvinding, te gebruiken bij het liftvoertuig 10. Het samenstel 140 heeft een contragewichtlichaam 142, gemonteerd op een basisdraaitafel 144. De draaitafel is roteerbaar om de in fig. 9 aangeduide rotatiehartlijn 35 144A met het frame 18 verbonden. Aan het bovenachtereinde van het contragewichtlichaam 142 zijn een paar montagesteunen 146 voor de arm bevestigd (fig. 10) en een montagesteun 148 voor een hydraulische moedercylinder voor het horizontaal houden van het platform. De armsteunen hebben elk een opening 146A die het draaipunt vormen van de arm 12 aan het voertuig door o η η λ 7 β 7 -8- middel van de montagepen 34 aan de arm. Het systeem voor het horizontaal houden heeft een niet-weergegeven moedercyUnder en de dochtercylinder 28.
De moedercylinder is bevestigd aan de montagesteun 148 voor het Verschaffen van de hydraulische besturing van de dochtercylinder 28 voor het horizontaal 5 houden van het platform 26.
Uit fig. 9 en 10 blijkt dat het contragewichtlichaam 142 een rond achterdeel 150 heeft, dat het verste van de rotatieas 144A is gelegen, en een recht voorste deel 152 nabij deze as. Een paar montagesteunen 154 voor de hefcylinder zijn bevestigd aan het voorste deel 152 van het lichaam 10 142 en daarmee kan de hefcylinder 24 (fig. 1) draaibaar worden verbonden.
Extra sterkte voor het contragewichtsamenstel 144 is verkregen door een paar rechthoekige buizen 155, welke zijn bevestigd aan de draaitafel en aan de vlakke zijdelen 156 van het lichaam 142. Het lichaam 142 heeft een hellend bovenvlak 158 dat naar omlaag helt van de achterzijde naar de voorzijde 15 daarvan. Het hellende bovenvlak maakt het mogelijk de arm 12 naar de horizontale stand of lager te bewegen.
De draaitafelplaat 144 is met willekeurige bekende middelen draaibaar bevestigd aan het frame 18. Afhankelijk van de te gebruiken inrichting kunnen de verschillende krachtbronnen voor het voertuig 10 zijn 20 gemonteerd aan de draaitafelplaat 144, het frame 18 en het contragewichtsamenstel 140. In fig. 1 is het contragewichtsamenstel opgesloten in een huis 20 dat bijvoorbeeld kan zijn vervaardigd van zware kunststof. In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat'het huis 20 tevens brandstoftanks voor het voertuig 10, welke zijn gemonteerd op het hellende bovenvlak van het lichaam 25 142 en omgeven door het huis 20.
Het contragewicht zelf kan bijvoorbeeld een stalen huis zijn, gevuld met ballastmateriaal, voor het verschaffen van het gewenste gewicht, waarna het huis wordt afgedicht. Door de plaats van de montagesteun 146 voor de arm op het lichaam 142 is duidelijk dat het zwaartepunt van het 30 contragewichtsamenstel 140 steeds ligt tussen het draaipunt van de arm 12 met het contragewichtsamenstel 140 en de rotatiehartlijn 144A van de arm ten opzichte van het voertuig 10.
In fig. 11 is het voertuig 10 volgens de uitvinding weergegeven met de arm in de meest opgerichte stand, welke stand het gevaarlijkst is 35 voor het achterover kantelen van het voertuig wanneer het werkt op een hellend vlak. Uit fig. 11 blijkt dat het voertuig 10 het zwaartepunt 160 heeft binnen de baan van het voertuig 10 en gelegen tussen de rotatieas van het huis 20 en dus van de arm 12 en het draaipunt 146A van de arm 12. Hierdoor kan het voertuig niet achterover kantelen.
800 0 7 63
* W
-9-
Dit is in tegenstelling met de bekende liftvoertuigen zoals het voertuig 162 volgens fig. 12. Bij dit bekende voertuig zijn wielen 166 gemonteerd aan een frame 164 zodanig dat zij door een eigen aandrijving, welke niet is weergegeven, kunnen worden aangedreven. Het voertuig 162 heeft 5 een uitzetbare arm 168, die in een punt 172 draaibaar is gemonteerd aan het huis 170. Het voertuig heeft een contragewichtsamenstel 174, dat zodanig aan het huis is bevestigd dat het zwaartepunt 176 duidelijk ligt buiten de baan van de wielen 166. Uit fig. 12 blijkt verder dat het draaipunt 172 voor de arm 168 ten opzichte van de rotatieas 164A van het voertuig is gelegen 10 tussen het zwaartepunt 176 van het voertuig en deze rotatieas 164A.' Wanneer nu dit bekende voertuig 162 de arm in zijn hoogste stand uitbrengt, bestaat in het bijzonder bij het werken op een helling gevaar van achterover kantelen, met als gevolg beschadiging van het voertuig en letsel voor de arbeider welke op het platform werkt.
15 Dit kantelgevaar wordt door de uitvinding in twee opzichten vermeden. Het zwaartepunt van het voertuig ligt steeds tussen het draaipunt van de arm en de rotatieas van de arm. Bovendien wordt in de weergegeven voorkeursuitvoeringsvorm verdere stabiliteit verkregen doordat het zwaartepunt van het contragewichtsamenstel is gelegen binnen de baan van de 20 voertuigwielen. Daardoor kan het voertuig niet onder normale werkomstandigheden kantelen. De hellingshoek, die voor dit kantelen nodig is, is zo groot dat daarbij de arbeider voldoende van tevoren wordt gewaarschuwd voor het aanwezige gevaar, zodat de stand van het voertuig kan worden gecorrigeerd.
Door de plaatsing van het zwaartepunt van het voertuig volgens 25 de uitvinding kan het werken in veel nauwere doorgangen dan de bekende voertuigen, zoals blijkt uit vergelijking van fig. 11 en 12. Hierdoor verkrijgt men sterk vergrote opslagruimte in magazijnen en dergelijke gebouwen, daar men de bredere toegangspaden van de bekende magazijnen niet nodig heeft. De paden behoeven niet breder te zijn dan het voertuig zelf 30 daar bij de rotatie van de voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvinding het huis 20 niet komt uit te steken buiten de baan van de wielen 22 en van het frame 18, in tegenstelling tot de bekende lift 162, waarbij het huis Sterk uitsteekt buiten de baan van het voertuig bij rotatie voor het zijwaarts verplaatsen van het platform.
35 Door het zwenken van de arm in het bovenste achterste punt van het contragewicht heeft men een langere reikafstand dan bij de bekende voertuigen, terwijl doordat het zwaartepunt van het contragewicht dichter bij de rotatiehartlijn van het voertuig ligt, tegelijk de toegankelijkheid bij de werking is vergroot. Behalve dat de reikafstand is vergroot door de 800 0 7 63 -10- plaatsing van het zwenkpunt van de arm op het bovenvlak van het contragewicht kan een langere arm worden gebruikt dan bij de bekende voertuigen. Doordat de arm rechtstreeks is bevestigd aan de bovenachterzijde van het contragewicht is het mogelijk de arm langer te maken, waardoor grotere 5 hoogten kunnen worden bereikt, zodat het contragewichtsamenstel en dus de draaipen van de arm dichter kunnen worden gebracht bij de rotatiehart-lijn, vergeleken met deze afstand bij de bekende voertuigen. Daar verder het platform aan de langere arm zich verder bevindt van de rotatiehartlijn als het contragewicht op dezelfde plaats blijft als bij een voertuig met 10 kortere arm, kunnen het contragewicht en de draaipen van de arm op een iets grotere afstand worden gebracht van de rotatiehartlijn als compensatie voor het grotere positieve kantelmoment dat bestaat bij belast platform met de arm in de horizontale stand. Door deze verplaatsing van het armdraaipunt komt het platform dichter bij de rotatieas wanneer de arm in de omhoog 15 gebrachte stand staat, waardoor de arbeider dichter kan werken bij de rotatieas, waardoor ook het bedienen van het voertuig door de arbeider bij zijn werkzaamheden wordt vereenvoudigd.
80 0 0 7 63
Claims (8)
1. Liftvoertuig bestaande uit een frame met eigen aandrijving, een arm en een op het frame gemonteerd en naar keuze daarop roteerbaar om een rotatiehartlijn roteerbaar, welk huis een contragewicht omvat met een zwaartepunt, welk contragewicht is bevestigd aan het huis, met het kenmerk 5 dat organen zijn aangebracht voor het zwenkbaar bevestigen van de arm aan het huis, zodanig dat het zwaartepunt van het contragewicht is gelegen tussen de zwenkbevestiging van de arm en de rotatiehartlijn.
2. Voertuig volgens conclusie 1, waarbij het frame vier wielen heeft, die roteerbaar daaraan zijn bevestigd en waardoor de baan van het 10 voertuig wordt bepaald, met het kenmerk dat het contragewicht is aangebracht in het huis ten opzichte van de rotatiehartlijn zodanig dat bij rotatie van het huis het contragewicht roteert binnen de baan van de wielen.
3. Voertuig volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het frame vier wielen heeft, welke roteerbaar daaraan zijn bevestigd en die de baan 15 van het voertuig bepalen, met het kenmerk dat het contragewicht zodanig is aangebracht in het huis ten opzichte van de rotatiehartlijn dat bij de rotatie van het huis het zwaartepunt van het contragewicht roteert binnen de baan van het voertuig.
4. Voertuig volgens één der voorgaande conclusies, met het 20 kenmerk dat het contragewicht een voorzijde heeft nabij de rotatiehartlijn, en een achterzijde op een afstand van de rotatiehartlijn, evenals een bovenzijde, die de voorzijde en de achterzijde snijdt, waarbij de arm draaibaar, is bevestigd aan het contragewicht nabij het snijpunt tussen de bovenzijde en de achterzijde.
5. Voertuig volgens conclusie 4, met het kenmerk dat de boven zijde naar omlaag helt van de achterzijde naar de voorzijde.
6. Voertuig volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk dat de arm zwenkbaar is bevestigd aan de bovenzijde van het contragewicht.
7. Voertuig volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de 30 arm uitzetbaar is, met het kenmerk dat de arm bestaat uit een buitenarm die draaibaar is bevestigd aan het contragewicht, en uit een binnenarm, die eindigt in een platform, welke binnenarm binnen de buitenarm is aangebracht, waarbij organen zijn aangebracht voor het naar keuze in werking stellen van een relatieve beweging tussen de binnenarm en de buitenarm, waardoor het 35 platform van het frame af of daarnaar toe wordt bewogen, welke organen een hydraulische cylinder omvatten, welke is bevestigd aan de binnenzijde van de binnenarm op een afstand van het draaipunt van de arm, en een zuigerstang, bevestigd aan de buitenarm nabij het draaipunt, evenals organen voor het 80 0 0 7 63 -12- naar keuze toevoeren van hydraulische vloeistof aan de cylinder voor het veroorzaken van een relatieve beweging tussen de cylinder en de stang/ besturingsorganen voor bediening van de arm op afstand, gelegen in het platform, evenals organen voor verbinding tussen deze besturingsorganen 5 en de arm, waaronder stuurleidingen, verlopend naar het platform en gaande door de binnenarm en de buitenarm, waarbij buigzame leidingen een eerste einde hébben, dat is bevestigd aan de binnenzijde van de buitenarm, op een afstand van het draaipunt van de arm, en tweede einden, bevestigd aan de binnenzijde van de binnenarm nabij de draaiverbinding, waarbij de stuur-10 leidingen door deze buigzame leidingen verlopen, een dragersamenstel is gemonteerd aan en verschuifbaar is over de zuigerstang, een kabelschijf aanwezig is voor elke buigzame leiding, met een buitenoppervlak waarlangs een deel van de buigzame verloopt, organen voor bevestiging van elke kabelschijf aan het dragersamenstel en terugtrekorganen voor het dragersamenstel, 15 voor het bewegen van dit samenstel langs de zuigerstang in de bewegingsrichting van de binnenarm, maar met de halve snelheid van deze arm, welke terugtrekorganen bestaan uit a) een terugtrekkabel, b) organen voor bevestiging van één einde van de terugtrekkabel aan de binnenzijde van de buitenarm, nabij het draaipunt, c) een vrij draaibare schijf, bevestigd 20 aan het dragersamenstel, d) een vrij draaibare achterste schijf aan de buitenarm, bevestigd aan de binnenzijde van deze arm nabij het draaipunt, e) een voorste vrij draaibare schijf, bevestigd aan de binnenzijde van de buitenarm op een afstand van het draaipunt, f) organen voor bevestiging van het tweede einde van de terugtrekkabel aan de binnenarm, en g) een 25 scherm voor elke kabelschijf, bevestigd aan het dragersamenstel en zodanig aangebracht dat daardoor een vrij groot deel van het buitenvlak van de schijf wordt bedekt, waarover de buigzame leiding verloopt, waardoor wordt belet dat deze buigzame leiding van de schijf afloopt wanneer de spanning erin vermindert.
8. Uitzetbare arm voor een liftvoertuig volgens één der voor gaande conclusies, gekenmerkt door een buitenarm, een binnenarm, aangebracht binnen en uitstekend van een eerste einde van de buitenarm, organen voor het naar keuze veroorzaken van een relatieve beweging tussen de binnenarm en de buitenarm, waardoor de binnenarm naar buiten wordt bewogen door het 35 eerste einde van de buitenara heen, welke organen een hydraulisch bedienings-orgaan omvatten met een cylinder, bevestigd aan de binnenzijde van de binnenarm en een zuigerstang, bevestigd aan de buitenarm; stuurleidingen, verlopende door de binnenarm en de buitenara; buigzame leidingen met eerste einden, bevestigd aan de binnenzijde van de buitenara nabij het eerste einde 800 0 7 63 -13- daarvan, en tweede einden, bevestigd aan de binnenzijde van de binnenarm, op een afstand van het eerste einde van de buitenarm, welke stnurleidingen door de buigzame leidingen verlopen; een dragersamenstel gemonteerd aan en verschuifbaar langs de zuigerstang; een kabelschijf voor elke buigzame 5 leiding, met een buitenvlak waarover een deel van de buigzame leiding verloopt; organen voor bevestiging van elke schijf aan het dragersamenstel; en terugtrekorganen voor het dragersamenstel, voor het bewegen van dit samenstel langs de zuigerstang in de bewegingsrichting van de binnenarm met de halve snelheid daarvan, welke organen bestaan uit a) een terugtrekkabel, 10 b) organen voor bevestiging van één einde van de terugtrekkabel aan de binnenzijde van de buitenarm, op een afstand van het eerste einde van deze arm, c) een vrij draaibare schijf, bevestigd aan het dragersamenstel, d) een achterste vrij draaibare schijf, bevestigd aan de binnenzijde van de buitenarm, op een afstand van het eerste einde daarvan, e) een voorste 15 vrij draaibare schijf, bevestigd aan de binnenzijde van de buitenarm nabij het eerste einde daarvan, f) organen voor bevestiging van het andere einde van de terugtrekkabel aan de binnenarm, op een afstand van het eerste einde van de buitenarm en g) een scherm voor elke kabelschijf, bevestigd aan het dragersamenstel en zodanig aangebracht dat daardoor een vrij groot deel 20 van het buitenvlak van de schijf wordt bedekt, waarover de buigzame leiding verloopt, waardoor wordt belet dat de buigzame leiding van de schijf afloopt bij vermindering van de spanning daarin. 8000763
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
US1368979 | 1979-02-21 | ||
US06/013,689 US4226300A (en) | 1979-02-21 | 1979-02-21 | Self propelled and extensible boom lift |
Publications (3)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8000763A true NL8000763A (nl) | 1980-08-25 |
NL173734B NL173734B (nl) | 1983-10-03 |
NL173734C NL173734C (nl) | 1984-03-01 |
Family
ID=21761202
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NLAANVRAGE8000763,A NL173734C (nl) | 1979-02-21 | 1980-02-07 | Voertuig met verplaatsbaar werkplatform, zogenaamde hoogwerker. |
Country Status (12)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US4226300A (nl) |
JP (1) | JPS5926600B2 (nl) |
KR (1) | KR830001805A (nl) |
AU (1) | AU516821B2 (nl) |
BE (1) | BE881810A (nl) |
CA (1) | CA1125191A (nl) |
DE (1) | DE3006213C2 (nl) |
FR (2) | FR2449641A1 (nl) |
GB (2) | GB2091679B (nl) |
IE (1) | IE49149B1 (nl) |
NL (1) | NL173734C (nl) |
SE (1) | SE434633B (nl) |
Families Citing this family (21)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4476955A (en) * | 1981-06-22 | 1984-10-16 | Carter Jerry A | Articulated powered lift machines |
NZ203963A (en) * | 1982-04-21 | 1985-05-31 | Simon Eng Dudley Ltd | Telescoping boom-levelling cables for working platform at boom extremity pass through boom |
US4474263A (en) * | 1982-12-06 | 1984-10-02 | Christopher Gordon W | Derrick elevator |
JPS5988086U (ja) * | 1982-12-06 | 1984-06-14 | 株式会社南星 | クレ−ン等における油圧用ホ−スの案内装置 |
US4575976A (en) * | 1983-06-24 | 1986-03-18 | Machine Products Corporation | Extension and retraction system for boom apparatus |
US4687073A (en) * | 1983-07-30 | 1987-08-18 | Simon Engineering Dudley Limited | Hydraulically elevatable access equipment |
JPS60187200U (ja) * | 1984-05-23 | 1985-12-11 | 新明和工業株式会社 | 伸縮体の油圧配管追従装置 |
US4715077A (en) * | 1985-11-18 | 1987-12-29 | Air-A-Plane Corporation | Conduit on passenger loading bridge |
US4809472A (en) * | 1987-09-25 | 1989-03-07 | Kidde Industries, Inc. | Carrier track assembly for extensible and retractable boom machines |
US4757875A (en) * | 1987-09-25 | 1988-07-19 | Kidde, Inc. | Vehicular low profile self propelled aerial work platform |
US4953722A (en) * | 1988-11-09 | 1990-09-04 | The Manitowoc Company, Inc. | Crane and lift enhancing beam attachment with moveable counterweight |
DE69322104T2 (de) * | 1992-12-01 | 1999-06-10 | Vitec Group Plc, Bury St. Edmunds, Suffolk | Durch gegengewicht ausgeglichene lastträger |
US6098823A (en) * | 1998-02-27 | 2000-08-08 | Jlg Industries, Inc. | Stabilizing arrangements in and for load-bearing apparatus |
CA2331105A1 (en) * | 2000-01-21 | 2001-07-21 | National Crane Corporation | Anti-two block wire internal to crane telescopic boom |
US6488161B1 (en) | 2000-05-02 | 2002-12-03 | Jlg Industries, Inc. | Boom mechanism |
WO2003093161A1 (en) * | 2002-05-03 | 2003-11-13 | Clark Equipment Company | Extendible boom with removable hydraulic 'hose carrier |
US9791071B2 (en) * | 2013-03-07 | 2017-10-17 | Oshkosh Corporation | Internally supported power track |
DE102015100439B3 (de) * | 2014-09-11 | 2015-12-24 | Thomas Haeusler | Wartungsfreundlicher teleskopierbarer Schwenkarm und Arbeits- oder Betriebsverfahren |
WO2016155561A1 (zh) * | 2015-03-27 | 2016-10-06 | 江苏省电力公司常州供电公司 | 绝缘高空作业平台的幅度限制系统 |
SI25513A (sl) * | 2017-09-15 | 2019-03-29 | PIĹ EK - VITLI KRPAN, d.o.o. | Teleskopska roka za gozdarsko dvigalo |
CN114314393A (zh) * | 2022-03-17 | 2022-04-12 | 杭州杰牌传动科技有限公司 | 一种用于智能塔吊的变幅平衡感知的方法及物联网设备 |
Family Cites Families (47)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US1139915A (en) * | 1912-12-10 | 1915-05-18 | Frans Smulders | Sluing crane. |
US1068279A (en) * | 1913-03-10 | 1913-07-22 | Antonius Louis De Bruyne | Portable railway-crane. |
US1343630A (en) * | 1919-05-31 | 1920-06-15 | Anonima Italiana Gio Ansaldo & | Means for the automatic equilibrium of floating cranes |
US2627560A (en) * | 1949-08-01 | 1953-02-03 | Jay M Eitel | Control mechanism for electrically driven apparatus |
US2786723A (en) * | 1952-05-12 | 1957-03-26 | Chester A Harsch | Cage leveling apparatus |
US2787278A (en) * | 1952-12-30 | 1957-04-02 | Mitchell Mainternance Company | Apparatus for over-head service work |
US3056465A (en) * | 1955-03-14 | 1962-10-02 | William L Gerrans | Pruning and fruit picking rig |
US2954092A (en) * | 1957-08-26 | 1960-09-27 | Walter E Thornton-Trump | Mobile boom-supported platform |
US3029088A (en) * | 1958-02-15 | 1962-04-10 | Steinbock G M B H Fa | Counterweight for three wheel vehicles |
US3095945A (en) * | 1959-12-22 | 1963-07-02 | Lift A Loft Corp | Overhead service unit |
US3212604A (en) * | 1962-04-09 | 1965-10-19 | Eaton Metal Products Company | Extensible derrick |
US3156313A (en) * | 1962-06-11 | 1964-11-10 | Floyd J Peterson | Vehicle having laterally adjustable driving units |
US3136385A (en) * | 1962-07-06 | 1964-06-09 | Telsta Corp | High voltage aerial lift and control therefor |
US3319739A (en) * | 1965-05-27 | 1967-05-16 | Peter W Morse | Self-propelled aerial platform |
US3379279A (en) * | 1966-07-18 | 1968-04-23 | Emmet G. Slusher | Mobile aerial platform |
US3399785A (en) * | 1966-12-09 | 1968-09-03 | Bucyrus Erie Co | Boom handling apparatus |
US3419156A (en) | 1967-05-05 | 1968-12-31 | Bucyrus Erie Co | Counterweight attaching means for cranes |
US3542068A (en) * | 1967-05-19 | 1970-11-24 | Chance Co Ab | Rotor and manifold structure for joint of articulating aerial device |
FR1561161A (nl) * | 1967-12-07 | 1969-03-28 | ||
US3498474A (en) * | 1968-05-27 | 1970-03-03 | Hunt Pierce Corp | Extensible boom structure |
US3509965A (en) * | 1968-09-13 | 1970-05-05 | Maurice E Mitchell | Mobile overhead service unit |
US3524521A (en) * | 1969-01-08 | 1970-08-18 | Tel E Lect | Extendable boom remote control system |
US3605941A (en) * | 1969-01-09 | 1971-09-20 | Gen Cable Corp | Aerial lift with rotatable and enclosable basket |
FR2077816A7 (nl) * | 1970-02-16 | 1971-11-05 | Richier Sa | |
US3743049A (en) * | 1970-07-29 | 1973-07-03 | T Levrini | Lifting device with swinging arms |
US3674162A (en) * | 1970-12-21 | 1972-07-04 | Hy Dynamic Co | Rough terrain vehicle |
US3709322A (en) * | 1971-02-01 | 1973-01-09 | M Mitchell | Overhead service apparatus with swivel platform |
US4010913A (en) * | 1971-10-01 | 1977-03-08 | Ametek, Inc. | Retriever reel |
US3767007A (en) * | 1971-12-10 | 1973-10-23 | Ssp Truck Equipment Inc | Extensible ladder assembly and aerial basket therefor |
US3841436A (en) * | 1973-01-19 | 1974-10-15 | Fulton Industries | Aerial platform with side to side rotatable basket |
US3866713A (en) * | 1973-02-01 | 1975-02-18 | Carpenter And Carpenter | Aerial platform apparatus |
US3845596A (en) * | 1973-05-17 | 1974-11-05 | Highway Mfg Co | Drive system for a telescopic boom |
US3856108A (en) * | 1973-05-25 | 1974-12-24 | Fulton Industries | Three wheel aerial platform apparatus |
US3809180A (en) * | 1973-05-25 | 1974-05-07 | Fulton Industries | Aerial platform apparatus having pipe grabs |
US3861498A (en) * | 1973-07-13 | 1975-01-21 | Fulton Industries | Counterbalancing chassis for aerial platform apparatus |
US3983960A (en) * | 1973-10-15 | 1976-10-05 | Robert Staines | Scissors lift |
US3924753A (en) * | 1974-04-22 | 1975-12-09 | Case Co J I | Crane counterweight support and means for removing and mounting same |
US3937340A (en) * | 1974-06-14 | 1976-02-10 | Fulton Industries, Inc. | Aerial platform having boom mounted pipe holder |
US4113065A (en) * | 1975-07-08 | 1978-09-12 | Robert Staines | Scissors lift |
JPS529011A (en) * | 1975-07-14 | 1977-01-24 | Shinagawa Refractories Co | Refractory stamp material |
US4008791A (en) * | 1975-09-08 | 1977-02-22 | Cascade Corporation | Takeup reel for combined hose and cable |
US4009843A (en) * | 1975-09-11 | 1977-03-01 | Mccaffrey-Ruddock Tagline Corporation | Spring rewound tagline device with spring overload preventing means |
US4044902A (en) * | 1975-09-22 | 1977-08-30 | General Cable Corporation | Aerial lifting equipment |
US4039094A (en) * | 1975-12-23 | 1977-08-02 | Fulton Industries, Inc. | Aerial lift platform with extendable wheels |
US4133411A (en) * | 1977-02-11 | 1979-01-09 | Chamberlain Manufacturing Corporation | Extensible boom |
US4160492A (en) * | 1977-10-06 | 1979-07-10 | Simon-Krause, Inc. | Control system for mobile self-propelled aerial lift |
US4118907A (en) * | 1977-10-27 | 1978-10-10 | General Cable Corporation | Lifting equipment having telescopic boom with automatic extension limiting |
-
1979
- 1979-02-21 US US06/013,689 patent/US4226300A/en not_active Ceased
-
1980
- 1980-01-28 IE IE159/80A patent/IE49149B1/en unknown
- 1980-01-29 GB GB8133535A patent/GB2091679B/en not_active Expired
- 1980-01-29 GB GB8002946A patent/GB2043026B/en not_active Expired
- 1980-01-31 SE SE8000767A patent/SE434633B/sv not_active IP Right Cessation
- 1980-02-06 AU AU55286/80A patent/AU516821B2/en not_active Ceased
- 1980-02-07 NL NLAANVRAGE8000763,A patent/NL173734C/nl not_active IP Right Cessation
- 1980-02-14 CA CA345,645A patent/CA1125191A/en not_active Expired
- 1980-02-18 JP JP55018940A patent/JPS5926600B2/ja not_active Expired
- 1980-02-18 DE DE3006213A patent/DE3006213C2/de not_active Expired
- 1980-02-19 FR FR8003608A patent/FR2449641A1/fr active Granted
- 1980-02-20 KR KR1019800000686A patent/KR830001805A/ko unknown
- 1980-02-20 BE BE1/9732A patent/BE881810A/fr not_active IP Right Cessation
- 1980-08-11 FR FR8017647A patent/FR2454425A1/fr not_active Withdrawn
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
AU5528680A (en) | 1980-09-25 |
DE3006213C2 (de) | 1986-05-15 |
JPS55115600A (en) | 1980-09-05 |
KR830001805A (ko) | 1983-05-19 |
US4226300A (en) | 1980-10-07 |
GB2091679B (en) | 1983-03-16 |
IE49149B1 (en) | 1985-08-07 |
DE3006213A1 (de) | 1980-08-28 |
SE434633B (sv) | 1984-08-06 |
NL173734C (nl) | 1984-03-01 |
FR2454425A1 (fr) | 1980-11-14 |
GB2043026B (en) | 1983-04-27 |
IE800159L (en) | 1980-08-21 |
BE881810A (fr) | 1980-08-20 |
GB2091679A (en) | 1982-08-04 |
FR2449641A1 (fr) | 1980-09-19 |
GB2043026A (en) | 1980-10-01 |
CA1125191A (en) | 1982-06-08 |
JPS5926600B2 (ja) | 1984-06-28 |
FR2449641B1 (nl) | 1985-05-10 |
AU516821B2 (en) | 1981-06-25 |
SE8000767L (sv) | 1980-08-22 |
NL173734B (nl) | 1983-10-03 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL8000763A (nl) | Liftvoertuig of hoogwerker. | |
JP3335935B2 (ja) | 移動式昇降作業台用垂直マストの横ジブ | |
US4236861A (en) | Scissors lift with pipe handler | |
US2350641A (en) | Truck loader | |
CA2199208A1 (en) | Surface mining shovel | |
NL8201815A (nl) | Bestuurbare hefkraan ondersteund door een concentrisch ringsegment. | |
EP0623092B1 (en) | Load handling apparatus | |
US5333339A (en) | Dock leveler with wheel barrier | |
US4068891A (en) | Side dump trailer with retractable chute | |
US4917214A (en) | Aerial lift bucket rotation device including bucket leveling means | |
US7153084B2 (en) | Boom clamp | |
USRE31400E (en) | Self propelled and extensible boom | |
FR2486050A2 (fr) | Appareil de levage comportant une fleche et un contre-poids a positions respectives reglables | |
US4606694A (en) | Load skidding vehicle | |
FR2536735A1 (fr) | Chariot de travail notamment pour la pose des vitres de toitures des serres agricoles | |
JPH10167682A (ja) | 荷台の昇降傾斜装置 | |
JPS63196498A (ja) | 屈伸上昇装置 | |
US2561211A (en) | Automotive dump wagon | |
JP3027592U (ja) | 傾斜荷台の保護衝立傾動装置 | |
US7226267B2 (en) | Material relocation apparatus | |
CA1209536A (en) | Loaders for use in tunnels | |
JPH0439266Y2 (nl) | ||
NL1015853C1 (nl) | Inrichting voor het plaatsen van een lichtmast. | |
JP3314365B2 (ja) | 根菜類積載装置とこれを搭載した自走収穫機 | |
NL8204079A (nl) | Stelling. |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1A | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |