NL8000483A - Vliegtuig met aan de vleugels beweegbaar aangebrachte neuskleppen. - Google Patents

Description

Λ

V

- 1 -

Vliegtuig met aan de vleugels beweegbaar aangebrachte neuskleppen.

De uitvinding heeft betrekking op een vliegtuig met aan de vleugels aangebrachte neuskleppen, die via aan-drijfkrukken door een aan de vleugel aangebrachte gemeenschappelijke aandrijfas verstelbaar zijn.

5 Het is bekend om bij vliegtuigen met behulp van naar buiten toe te brengen neusvleugels de lift te vergroten In het bijzonder bij de start en de landing. Dergelijke de lift vergrotende neuskleppen worden gewoonlijk via rails en daarin grijpende geleidingselementen naar de 10 gewenste stand ten' opzichte van de vleugel gebracht, waarbij voor de aandrijving draadstangen worden toegepast.

De aan de neuskleppen bevestigde rails hebben voor het verkrijgen van een zeer bepaalde bewegingsbaan meestal de vorm van een cirkelboog, terwijl de aan de vleugel 15 aangebrachte geleidingselementen in de regel rollen zijn.

De constructie van dergelijke geleidings- en aandrijf stelsels kan moeilijkheden opleveren voor aan de vleugels aangebrachte neuskleppen, in het bijzonder vanwege de lange aandrijfspindels. De aandrijfspindels worden 20 gewoonlijk via een bijbehorende aandrijving en een trans-mlssie-as aangedreven, waarbij, ter bereiking van de proportionele spleetbreedte tussen de neusklep en de vleugel spindels·worden toegepast met een verschillende spoed. Vanwege de voor het volledig naar buiten toe 25 brengen van de neuskleppen noodzakelijke grote lengten van de spindels steken deze in de naar binnen toe gebrachte stand van de neuskleppen ver in de vleugel. Dit is echter niet bevredigend omdat hierdoor de als tankruimte gebruikte inwendige ruimte van de vleugel wordt onderbroken door 30 de spindelkasten, terwijl de voorligger van de vleugel moet worden- voorzien van dienovereenkomstige uitsparingen.

Behalve het hierboven beschreven geleidings- en aandrijfstelsel is het bij neuskleppen ook bekend om zwenk-aandrijvingen te gebruiken. Zo toont bijv., het 35 Duitse Offenlegungsschrift 23 55 723 een vleugel met twee als neusklepnen werkende spleetkleppen. Deze SDleetkleppen 8000483 - 2 - J worden versteld met behulp van als krukken werkende zwenk- héfbomen, waarbij de spleetkleppen geen naar buiten toe gaande beweging zoals bij een railgeleiding uitvoeren, maar slechts om een vast draaipunt zwenken. Dit heeft 5 ten gevolge, dat met behulp van een dergelijke neusklep of een dergelijke spleetklep slechts relatief geringe vergrotingen van de lift kunnen worden bereikt, wat er dan ook de reden Voor is om twee spleetkleppen te gebruiken. Het in deze literatuurplaats beschreven aandrijfsysteem 10 is dus niet geschikt voor het voldoende naar buiten toe brengen van slechts êén neusklep.

De uitvinding heeft daarom ten doel om bij een vlieg-’ tuig van het bovengenoemd type een door een gemeenschappelijke aandrijfas aan te drijven zwenkaandrijving aan te 15 brengen, waarmee de neusklep voldoende ver naar buiten toe kan worden gebracht. Volgens de uitvinding wordt dit doel nu bereikt, doordat de met de uitgang van een door de aandrijfas aan te drijven aandrijfmechanisme vormpassend verbonden aandrijfkrukken elk scharnierend met ëén einde 20 van een schuifstang zijn verbonden, waarvan het andere einde scharnierend is verbonden met een flens van de neusklep, die via rails naar buiten en naar binnen toe kan worden"gebracht.

De maatregel volgens de uitvinding verenigt de gunstige 25 railgeleiding met de eenvoudige zwenkaandrijving, waarbij door het ontbreken van de aandrijfspindels de als tank-ruimte benutte inwendige ruimte van de vleugel niet wordt verstoord en de afzonderlijke neuskleppen door middel van dezelfde aandrijvingen kunnen worden aangedreven.

30 Gunstig is ook, dat in het voorcompartiment van de vleugel geen uitsnijdingen behoeven te worden aangebracht voor de spindelkasten, terwijl het systeem van de aaridrijving en de geleiding minder gevoelig is voor vuil en erosie, daar geen blootliggende legervlakken aanwezig zijn.

• 35 Het is doelmatig de aandrijving te voorzien van een zodanig gedimensioneerde lastafhankelijke wrijvingsrem, dat bij het uitvallen van de gemeenschappelijke aandrijfas verstelling van de neusklep door op de neusklep werkende luchtbelastingen wordt vermeden. De aandrijvingen kunnen 40 op gunstige wijze ook zijn voorzien van een draaimoment- 8000483 * * - 3 - begrenzer om bij storingen in de railgeleiding te verhinderen V dat op de neusklep de toelaatbare belasting wordt overschreden.

De uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand 5 van een uitvoeringsvoorbeeld, dat is weergegeven in de tekening.

De tekening toont een doorsnede over een deel van een vleugel 1, waaraan de beweegbare neusklep 2 is aangebracht.

Met streep-stiplijnen is de neusklep weergegeven in de 10 naar buiten toe gebrachte stand. Voor de aandrijving van de neusklep 2 dient een bij voorkeur als planeetwielaan-drijving uitgevoerd aandrijfmechanisme 3, dat door middel van een niet nader aangegeven gemeenschappelijke aandrijfas wordt versteld. De uitgang van het aandrijfmechanisme 3 15 is vormpassend verbonden met een aandrijfkruk 4, waarvan het andere einde scharnierend is verbonden met een schuif-stang 5. De schuifstang 5 ligt in de naar binnen toe gebrachte stand van de neusklep 2 in de omtrek van de onderzijde van de vleugel 1 en dekt daardoor de spleet af, 20 die zich noodzakelijkerwijs: in de vleugel 1 moet bevinden voor het verzwenken van de aandrijfkruk 4. De andere einden van de schuifstangen 5 zijn elk scharnierend verbonden met een flens 0 van de bijbehorende neusklep 2. Voor het geleiden van de neusklep 2 zijn daaraan cirkelvormig ge-25 bogen geleidingsrails 7 aangebracht, waarin niet nader weergegeven rollen grijpen, die verbonden zijn met de vleugel 1. De aandrijfmechanismen 3 bezitten elk een wrijvingsrem en een draaimoment-begrenzer, die enerzijds een verstelling van de neusklep 2 door de luchfcbelasting 30 verhinderen bij uitvallen van de gemeenschappelijke aandrijfas en die anderzijds bij storingen in de railgeleiding 7 vermijden dat de toelaatbare belastingen worden overschreden .

De aandrijving van de neusklep vindt plaats vanaf 35 de gemeenschappelijke aandrijfas via het, van de wrijvingsrem en de draaimoment-begrenzer voorziene, aandrijfmechanisme naar de aandrijfkrukken 4, die door hun zwenk-beweging de schuifstangen 5 en daardoor de neusklep 2 al naar hun bewegingsrichting naar binnen of naar buiten 4Q toe brengen. Elke neusklep van een vleugel wordt door twee 8000483 ' 9 - 4 - ^ van dergelijke aandrijfstelsels aangedreven, waarbij voor alle neuskleppen van een vleugel dezelfde aandrijvingen 3 kunnen worden toegepast. De draaihoek en de snelheden zijn door de gemeenschappelijke aandrijfas bij alle aan-5 drijfingangen, resp. uitgangen dezelfde. De proportionele spleetbreedte tussen de neusklep en de vleugel, die in de naar de vleugeltip toegaande richting afneemt, kan op eenvoudige wijze worden bereikt door verschillende lengten van de aandrijfkrukken 4. Een excentrische pen 8, die de 10 scharnierverbinding tussen de aandrijfkruk 4 en de schuif-stang 5 vormt, benevens een verstelbare aanslag 9 aan de vleugel 1, maakt de instelling en de aanpassing mogelijk van de schuifstang 5 op de plaats van de vleugel. De beide scharnierlegers bij de einden van de schuifstang maken de 15 compensatie mogelijk van lengteveranderingen van de neusklep vanwege temperatuurschommelingen en/of trillingen van de constructie. Het gehele aandrijf- en geleidingsstelsel kan zonder grote moeilijkheden worden ingebouwd in de neuskast van de vleugel, waarbij de hierboven aangegeven 20 voordelen zijn gewaarborgd.

- conclusies - 8000483

Claims (5)

1. Vliegtuig met aan de vleugels beweegbaar aangebrachte neuskleppen, die via aandrijfkrukken door een aan de vleugel aangebrachte gemeenschappelijke aandrijfas verstelbaar zijn, met het kenmerk, dat de met 5 de uitgangen van êên door de aandrijfas aan te drijven aandrijfmechanisme (3) vormpassend verbonden aandrijf-krukken (4] elk scharnierend met ëën einde van een schuif-stang (5) zijn verbonden, waarvan het andere einde scharnierend is verbonden met een flens (6) van de neusklep 10 (21, die via cirkelvormig gebogen geleidingsrails (7) naar buiten en naar binnen toe kan worden gebracht.

2. Vliegtuig volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de aandrijfmechanismen (31 een zodanig gedimensioneerde lastafhankelijke wrijvingsrem bezitten dat 15 bij uitvallen van de gemeenschappelijke aandrijfas een verstelling van de neuskleppen (21 door de er op werkende luchtbelastingen wordt verhinderd.

3. Vliegtuig volgens conclusie 1 of 2,met het kenmerk, dat de aandrijfmechanismen (3) een draai- 20 moment-begrenzer bezitten, die bij storingen in de rail-geleiding (71 van de neusklep (21 het overschrijden van de toelaatbare belasting tegengaat.

4. Vliegtuig volgens ëën der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de met de aandrijfkrukken 25 (41 en de bijbehorende flenzen (6). van de neusklep (2} verbonden schuifstangen (51 in de naar binnen toe gebrachte stand van de neusklep (21 de sleuven afdekken, die in de vleugel (1). zijn aangebracht voor het verzwenken van de aandrijfkrukken (41. 30. 5. Vliegtuig volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de aandrijfkrukken (41 en de schuifstangen (51 naar het einde van de vleugel (11 toe een afnemende hefboomlengte bezitten voor het verkrijgen van een tussen neusklep (2.)1 en vleugel (11 afnemende spleet-

35 Breedte. 8000483 J - 6 - ^ 6. Vliegtuig als beschreven en/of weergegeven in de tekening. 8000483