NL7907169A - Klemmechanisme voor een snijplaatje. - Google Patents

Description

'''SJl * -1- é- VO 8458 /

Titel: Klemmechanisme voor een snijplaatje

De uitvinding heeft betrekking op een klemmechanisme voor het in een beitelhouder vastklemmen van snijplaatjes gedurende het afnemen van materiaal.

Een beitelhouder bestaat normaliter uit een schacht ter 5 bevestiging aan een machine en een uitsparing aan een uiteinde voor - het opnemen van een gewoonlijk geïndexeerd snijplaatje. Dit snijplaatje moet onbewegelijk in de beitelhouder vastgezet kunnen worden teneinde een zo regelmatig mogelijke snede in het te bewerken materiaal te maken.

10 Het klemmechanisme. kan in bepaalde gevallen de vorm hebben van een uitwendige klem welke zich bevindt aan de bovenzijde van de beitelhouder en over. het snijplaatje heen ligt waardoor een voldoende klemkracht wordt geleverd om het snijplaatje in de uitsparing te houden.

15 Soms zijn uitwendige klemmiddelen minder betrouwbaar als gevolg van de kleine afmetingen van het snijplaatje dan wel als gevolg Van de werkruimte welke voor speciaal werk noodzakelijk is.

Wanneer de uitwendige klemmiddelen aan de bovenzijde van de beitelhouder niet voldoen, kan het snijplaatje voorzien zijn 20 van een axiale boring in het midden en wordt dan gezet op een draaibare pen welke in de beitelhouder is vastgezet. Bij het gebruik van een pen wordt het snijplaatje vastgehouden tussen de kop van de pen en de zijwand in de uitsparing van de beitelhouder.

Verschillende mechanismen zijn reeds voorgesteld om het 25 snijplaatje met voldoende kracht door de pen in de beitelhouder vast te zetten, zoals bijvoorbeeld beschreven in de Amerikaanse octrooischriften.3.525.136, 3.787.941, 3.491.421, 3.488.422, 3.341.920 en 3.341.923. Overeenkomstige mechanismen waarbij een pen wordt toegepast zijn beschreven in de Amerikaanse octrooi-30 schriften 3.946.473, 3.623.201 en 3.310.859.

7907169

4 - /V

-2- /

Hoewel de boven bedoelde klemmechanismen doelmatig werken, bestaat, nog steeds behoefte aan een goedkoop en betrouwbaar klemmechanisme.

Het doel van de uitvinding is een sterk klemmechanisme 5 onder toepassing- van een pen te verschaffen. Voorts wordt beoogd een verbeterde klemming van het snijplaatje te verkrijgen.

Daartoe is de beitelhouder voorzien van. een uitsparing waarin tijdens de werkzaamheden een snijplaatje kan worden bevestigd. Het snijplaatje heeft een axiale boring, welke kan 10 samenwerken met de kop van een pen.

De beitelhouder bestaat uit een. lichaam, met een gedeelte dat dient ter bevestiging op een support, dat vast of draaibaar kan. zijn. In een ander: gedeelte van het lichaam, van de beitelhouder bevindt zich. een zitting met tenminste een bodemwand en 15 een zijwand., waarbij het snijplaatje op d& bodemwand kan rusten en. vastgeklemd wordt.tussen de kop van de pen en de zijwand van de zitting.

--— In. de bodemwand van. de zitting bevindt zich een boring voor het opnemen van de pen. zodanig dat tenminste een gedeelte 20 in de centrale, axiale boring van het snijplaatje komt te liggen.

Deze boring heeft een verbreed gedeelte direkt onder de bodemwand van de zitting zodanig dat om de boring een naar boven wijzende kraag wordt gevormd. De pen heeft anderzijds de mogelijkheid om met het lichaam, van de beitelhouder samen te werken.

25 Bedoeld einde is doelmatig voorzien van . schroefdraad zodat de pen op en neer kan bewegen, afhankelijk van de draairichting.

In het middengedeelte van de pen bevindt zich een steun-schoen. Wanneer deze schoen, de pen en het snijplaatje op een plaats in de beitelhouder zijn gelegen, zal verdraaiing van de 30 pen deze doen bewegen waarbij de steunschoen tegen de steunkraag wordt gedrukt. Wanneer de pen dan verder wordt gedraaid zal de steunschoen de kop van de pen naar de zijwand van de zitting in de beitelhouder drukken waardoor het snijplaatje wordt vastgeklemd tussen de kop van de pen en de zijwand van bedoelde zitting.

7907169 * -3- /

Verdraaiing van de pen in tegengestelde zin is oorzaak dat de steunschoen vrij in de boring kan bewegen waardoor de verende pen zich strekt en het snijplaatje niet meer tegen de zijwand in de zitting van de beitelhouder wordt gedrukt. Het 5 middengedeelte van de pen is verdund uitgevoerd en werkt samen met de draaibare steunschoen. De pen heeft een flensgedeelte dat kan samenwerken met een stelplaatje dat daaronder aangebracht kan zijn.

De steunschoen is in doorsnede ongeveer C-vormig waarbij 10 de benen van· de C om de pen heen liggen waarbij deze verend wordt vastgehouden.

Verdere bijzonderheden van de uitvinding zullen onder verwijzing naar de tekening nader worden toegelicht. Daarin toont:

Fig. t een perspektivisch aanzicht van een beitelhouder 15 met een snijplaatje, een pen en een steunschoen; fig. 2 een doorsnede van het klemmechanisme volgens de uitvinding in de werkzame toestand; .......fig. 3-een doorsnede van-het-klemmechanisme volgens de uitvinding in de niet-werkzame toestand; 20 fig. 4 een doorsnede vein de steunschoen en de pen; en fig. 5 een zijaanzicht van de steunschoen volgens de uitvinding.

In fig. 1 is door 10 een beitelhouder weergegeven met een uitsparing 12 waarin een snijplaatje 14 kan worden opgenomen.

25 De in fig. 1 weergegeven beitelhouder is een vast stuk gereedschap doch deze kan ook deel uit maken van de snijkop van een slijpbank of ander gereedschap waarin een indexeerbaar, uitwisselbaar snijplaatje kan worden ondersteund.

Zoals blijkt uit fig. 1 heeft de pen 16 een uiteinde 18 30 dat kan samenwerken met een centrale boring 20 van het snijplaatje 14. In de bodem van de uitsparing 12 bevindt zich een dwarsboring 22 waar het ondereinde 24 van de pen 16 kan samenwerken met een schroefdraadgedeelte vein de boring 22. De boring 22 heeft op het snijvlak met de uitsparing 12 een verbreed 790 7 1 6 9 -4- * ** / gedeelte waarin de steunschoen 26 kan worden opgenomen. De draaibare steunschoen 26 kan samenwerken met een verdund gedeelte van de pen 16 en rust op het verbrede deel van de boring 22.

In alle figuren is een stelplaatje 22 weergegeven dat 5 zich bevindt in de uitsparing 12 van de beitelhouder. Bij het aanbrengen van een snijplaatje kan al dan niet een stelplaatje worden gebruikt? wanneer een stelplaatje wel wordt gebruikt dient dit ter vorming van een bodemwand waarop het snijplaatje 14 rust.

Het snijplaatje 14 heeft, zoals bij de meeste beitelhouders 10 10 een . zitting met een bodemwand en een zijwand. Bij het gebruik van een stelplaatje 28 vormt de bovenzijde de bodemwand van de zitting in de beitelhouder- Wanneer geen stelplaatje wordt gebruikt zal het snijplaatje rechtstreeks op de bodemwand van de uitsparing rusten.

15 Zoals- weergegeven in fig. 2 rust het snijplaatje 14 op het stelplaatje 28 en tegen de zijwand 31 van de beitelhouder.

De kop van de pen 18 werkt samen met de axiale middenboring 20-..

De draaibare steunschoen 26 werkt, samen met het middengedeelte ver- van de pen 16 en bevindt zich in een/breed gedeelte 30 van de 20 dwarsboring 22 in de beitelhouder 10.

Het ondereinde 24 van de pen 16 werkt met schroefdraad samen met de boring 22 zodat door verdraaiing in de ene richting de. pen 16 naar- omlaag in de boring 26 verplaatst terwijl door verdraaiing in de andere richting de pen 16 naar omhoog in de 25 boring 22 beweegt.

Het verbrede gedeelte 30 in de boring 22 vormt een kraag 32 welke samenwerkt met het onderste gedeelte van de steunschoen 26. Zoals blijkt uit fig. 2 kan de pen 16 zodanig worden gedraaid dat deze naar omlaag in de boring 22 beweegt en de neus van de 30 steunschoen 26 in samenwerking komt met de naar omhoog wijzende kraag 32.

Bij een verder naar omlaag draaien van de pen 16 zal de steunschoen 26 de verende pen 16 naar de zijwand 30 van de zitting afbuigen waardoor het snijplaatje 14 wordt vastgeklemd tussen de 7907169 · i -5- kop IS van de pen 16 en de zijwand 30.

Zoals blijkt uit fig. 3 is bij een snijplaatje 14/de beitel-houder 10 en de pen 16 voorzien van een kopgedeelte 18 een stel-plaatje 28 toegepast dat deel uitmaakt van de zitting van de 5 beitelbouder. De steunschoen 26 bevindt zich in het verbrede gedeelte 30 van de boring 22 doch de pen 16 is naar omhoog in de boring 22 gedraaid.

Door de naar omhoog gerichte beweging van de pen 16 is de verende pen. 16 gestrekt zodat de kop 18 niet meer samenwerkt IQ met. de wand van de axiale boring 20 in het snijplaatje en wordt de steunschoen 26 niet meer door de kraag 32 naar omhoog gedrukt.

Het snijplaatje 14 kan dan worden, verwijderd en vervangen of in— gesteld voor het verkrijgen van een betere snij rand.

Zoals blijkt uit fig. 4 heeft de steunschoen de vorm van t 15 een C- en. werkt samen met het verdunde gedeelte tussen de einden 18 en 24 van de pen 16. Een en ander blijkt duidelijk uit de fig. 1-3. -

De benen 34 van de C liggen om het verdunde gedeelte van de pen 16 heen. Het draaibare orgaan 26 kan met de benen om het 20 verdunde gedeelte van de pen 16 snappen. Zowel de steunschoen 26 als de pen 16 zijn vervaardigd uit een taai en veerkrachtig materiaal.

Zoals blijkt uit fig. 5 heeft de steunschoen 26 een langs-boring waarvan de afmetingen overeenstemmen met het verdunde 25 gedeelte van de pen 16. Deze boring is zodanig aangebracht dat de as coaxiaal loopt met de langsas van de pen wanneer deze in de ho-ring 22 is gemonteerd doch deze strookt niet meer met bedoelde langsas wanneer de draaibare steunschoen wordt gespannen en in het verbrede gedeelte 30 van de boring 20 kantelt.

7907169

Claims (10)

1. Beitelhouder voor het opnemen van een van een axiale boring voorzien snijplaatje, bestaande uit. een lichaam, een zitting met tenminste een bodemwand en een zijwand, in welke zitting een boring uitmondt voor een dwarspen en welke tenminste 5 ten dele strookt met de axiale boring in het snijplaatje, in welke ..... boring steunmiddelen· aanwezig zijn onder bedoelde zitting, terwijl de pen een kop heeft welke kan samenwerken met de axiale boring van het snijplaatje waar het andere einde van de pen. beweegbaar is opgenomen in de boring van de beitelhouder , met het kenmerk 10 dat een steunschoen draaibaar is opgenomen tussen de steunmiddelen en de pen zodat wanneer de pen in de ene richting in de boring wordt bewogen de steunschoen de kop van de pen doet kantelen naar bedoelde zijwand.waardoor het snijplaatje wordt vastgeklemd, terwijl de draaibare steunschoen de pen strekt wanneer deze in. 15 de andere richting in de boring wordt gedraaidv-—.......

2. Beitelhouder volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de boring een verbreed gedeelte onder de zitting heeft waarbij de steunmiddelen worden gevormd op de overgang van het verbrede gedeelte en die boring.

3. Beitelhouder volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat een steunkraag naar de zitting gericht is.

4. Beitelhouder volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de pen een verdund gedeelte heeft en een einde samenwerkt met schroefdraad, van de beitelhouder, terwijl de steunschoen een 25 uitsparing heeft welke om het verdunde gedeelte van de pen heen grijpt, waarbij de pen draaibaar ten opzichte van de steunschoen in de beitelhouder is opgenomen.

5. Beitelhouder volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de pen is voorzien van een flens welke kan samenwerken met een stel- 3Q plaatje dat zich onder het snijplaatje bevindt. 7907169 - -7-

6. Beitelhouder volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de pen door verdraaiing op en neer beweegbaar ten opzichte van de beitelhouder is.

7. Beitelhouder volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat 5 de pen door een draaibeweging in een eerste richting naar omlaag en door een draaibeweging in een tweede richting naar omhoog in de beitelhouder beweegbaar is.

8. Beitelhouder volgens conclusie 1-7 met het kenmerk, dat de pen voorzien is van een kop welke kan samenwerken met een 10 boring in het snijplaatje waar het andere einde, kan samenwerken met de beitelhouder, waarbij de steunschoen met de pen kan samenwerken in een middengedeelte daarvan zodanig dat door verdraaiing van de pen in de boring van de beitelhouder de steunschoen de kop van de pen doet kantelen.

9. Beitelhouder volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de pen een gedeelte heeft met een kleinere diameter terwijl de steunschoen een uitsparing heeft zodanig dat deze om het verdunde gedeelte van de pen kan grijpen.

10. Beitelhouder.volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat 20 het ondereinde van de pen van schroefdraad is voorzien welke kan samenwerken met schroefdraad in de beitelhouder, welke pen ten opzichte van de steunschoen draaibaar is. 7907169