NL7907039A - Vulinrichting voor een onder druk staand reservoir. - Google Patents

Description

49 282/AH/AS — 1 - > i Werner & Pfleiderer, ; te

Stuttgart, Bondsrepubliek Duitsland.

Vulinrichting voor een onder druk staand reservoir.

De uitvinding heeft betrekking op een vulinrichting voor vaste stoffen in een onder druk staand reservoir, in het bijzonder voor kolen van kleine afmetingen in een drukvergasser, met een buisvormige sluiskamer, waarvan 5 de reservoiruitlaatopening door middel van een klep afsluit baar is en waarin een in axiale richting verschuifbare verdringerplunje duikt, die voorzien is van een pakking, alsmede van een in de sluiskamer uitmondende toevoer voor het.vulmateriaal.

10 Dergelijke vulinrichtingen, die ook als ------- s-luissystemen met verdringerinrichting worden aangeduid, ; - vinden in het bijzonder toepassing bij de drukvergassing van ; droge kolen, waarbij in tegenstelling tot de alleen met het ; onder druk brengen en uitzetten van produktgas werkende ! i 15 sluisinrichtingen gas-verliezen in sterke mate worden vermeden. Dit wordt bewerkstelligd door de verdringerin- ! richting, die het in de sluis geraakte gas terugschuift in , het drukreservoir.

Uit het Duitse octrooischrift 843.090 is een 20 plunjervormige verdringer bekend, die aan haar in de buis- . ——·~νστπΓ±ge'sdruiskamex~duikende uiteindevoorzien is van een ; het uittreden van gasverhinderende pakking. Deze pakking I bestaat uit plunjerringen, die met voortdurend door vul- , | materiaal getroffen slakken van de sluiskamer samenwerken 25 en derhalve zijn blootgesteld aan een zeer sterke slijtage.

Bij de in aanmerking komende drukken, diein grootte-orde van 100 bar en hoger liggen, wordt de pakking derhalve zeer snel onwerkzaam, wat dikwijls leidt tot bedrijfsonder- 7907039 ~v —2 _ brekingen voor het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden.

Uit het Duitse "Offenlegungsschrift" 21 53 188 is verder een sluis van de bovengenoemde soort bekend, waarbij als pakking tussen de verdringer en de sluiskamer 5 een hol manchet is aangebracht. Dergelijke pakkingen kunnen alleen bij relatief lage drukken worden gebruikt. Bovendien zijn zij ten minste van tijd tot tijd blootgesteld aan de inwerking van de binnen te voeren vaste stof en hierdoor blootgesteld aan sterke slijtage. Een verder nadeel van de 10 bekende sluis bestaat hierin, dat als afsluitorgaan tussen de vaste stof-vultrechter en de sluiskamer een schuif is aangebracht, waarvan de afdichtvlakken voortdurend door vaste stof worden getroffen en derhalve snel afslijten.

De uitvinding heeft ten doel een vulinrichting van 15 de bovenbeschreven soort zodanig te verbeteren, dat de pakkingen vrijwel zonder slijtage werken en hiermede de bedrijfslevensduur ten opzichte van de tot nu toe bekende inrichtingen van deze soort aanzienlijk wordt verlengd.

Voor het bereiken van dit oogmerk wordt volgens 20 de uitvinding voorzien in een vulinrichting van de boven genoemde soort, die hierdoor wordt gekenmerkt, dat de ver-dringerplunjer zich bevindt in een beweegbaar, coaxiaal aan de sluiskamer aanzetbaar en hieraan door middel van een pakking afdichtend afsluitbaar cilindrisch huis en haar 25 pakking binnen dit beweegbare huis in een ten minste met haar slag overeenstemmende afstand van de· kopzijde van het huis verwijderd geplaatst is, waarbij de toevoerinrichting bij het verwisselen met het huis aan de vulopening van de sluiskamer aanzetbaar is.

30 Door de tijde inrichting volgens de uitvinding l verschafte ruimtelijke scheiding van de verdringerfunctie en afdichtingsfunctie van de verdringerplunjer wordt de afdichting van de verdringer geheel onttrokken aan de invloed van het vulmateriaal. De afdichting kan vast op haar 35 plaats in het verdringer opnemende huis zijn aangebracht, 7 9 0'7 0 31 v.

—3 - waardoor de constructiekosten aanzienlijk worden verminderd. Hierbij bestaat de mogelijkheid om de afdichting te bespoelen met een afsluitvloeistof, wat zowel de afdicht-werking als de werkingsduur verhoogt. Daar de toevoer van 5 het vulmateriaal bij atmosferische druk plaats vindt, zijn er aan de toevoerinrichting generlei door het materiaal belaste afdichtplaatsen.

Verder wordt volgens de uitvinding het huis in een met de sluiskamer verbonden gestel in axiale richting 10 verschuifbaar opgesteld, waardoor een constructief eenvoudige en ruimte besparende inrichting wordt verschaft. Bovendien ontstaan er bij deze inrichting geen dwarsgerichte schuif-bewegingen tussen de sluiskamer en het cilindrische huis, zodat tussen deze delen verschafte afdichtingen alleen op .....15' " druk worden belast en derhalve hieraan praktisch geen slijtage optreedt.

Verder is volgens de uitvinding zorg gedragen dat de afdichting, die in de vorm van een holle ring kan zijn en met behulp van een drukmiddel onder spanning is te brengen 20 en uit elastisch materiaal bestaat, aan de kopzijde van de sluiskamer of aan de kopzijde van het cilindrische huis is geplaatst, waardoor tussen de genoemde delen een zeer doeltreffende afdichting wordt verschaft, waaraan nagenoeg geen slijtage optreedt. Het voor het onder spanning brengen van 25 de afdichting verschafte drukmiddel kan hierbij tevens nog dienen als koelmedium.

. De iiitvinding zal_idLeronder_nader _worden_ toegelicht aan de hand van de tekening, waarin bij wijze van voorbeeld een gunstige uitvoeringsvorm van de inrichting 30 : volgens de uitvinding is weergegeven. Hierin toont:

Pig. 1 een verticale langsdoorsnede van de vul-inrichting volgens de uitvinding,

Pig. 2 op vergrote schaal het in fig. 1 met A aangeduide omcirkelde deel, en 35 Fig. 3-5 een vereenvoudigde voorstelling van 7907039 - *y * -4 - de inrichting volgens fig. 1 in verschillende werkstanden.

De vulinrichting volgens de uitvinding bestaat zoals fig. 1 toont in hoofdzaak uit een onder*druk staand reservoir 1, uit een hieraan bevestigde buisvormige sluis-5 kamer 2 en uit een hierin in axiale richting duikende verdringerplunjer 3. De verdringerplunjer 3 is geplaatst in een cilindrisch huis 4, waarbinnen zich een deze verdringerplunjer omsluitende pakking 5 bevindt.

Het huis 4 is door middel van aan haar uiteinden 10 aangebrachte dwarsdelen 6 en 7 gevoerd in een uit twee verticale kolommen 8 en 9 bestaand gestel. Aan de met de sluiskamer 2 verbonden kolommen 8uen 9 zijn hydraulische ·- cilinders 10 en 11 aangebracht, die op het onderste dwars-deel 7 inwerken en dienen voor het in axiale richting 15 verschuiven van het huis 4. Voor het verschuiven van de verdringerplunjer 3 in het huis 4 is op het bovenste dwars-deel 6 een verdere hydraulische cilinder 12 aangebracht.

De toévoer van het vulmateriaal naar de sluiskamer 2 vindt plaats door middel van een toevoerinrichting 20 13, die is uitgevoerd als een van boven af schuin in de vulopening 14 van de sluiskamer 2 schuifbare valbuis (fig. 1) of als een horizontaal boven de vulopening 14 zwenkbare transportschroef (fig. 3). De toevoerinrichting 13 is telkens verwisselbaar met huis 4 aan de vulopening 14 25 aanzetbaar.

Aan de kop zij'de 15 van het huis 4 is een in fig. 2 duidelijker weergegeven pakking 16 aangebracht, die bij het aanzetten van het huis 4 aan de sluiskamer 2 met haar bovenste kopzijde 17 in aanraking komt. Uiteraard kan de opstel-30 ling ook omgekeerd zijn,, waarbij de pakking 16 zich dan aan 1 de kopzijde 17 bevindt en met de kopzijde 15 zou samenwerken. Uit fig. 2 blijkt, dat de pakking 16 is uitgevoerd als een holle ring, die voorzien is van een uit elastisch materiaal gevormd afdichtlichaam 18, aan de holle ruimte 19 waarvan 35 via een leiding 20 een drukmiddel is toe te voeren. De 7907039 -5 - buitenzijde van hetafdichtlichaam 18 is gelijkmatig vlak uitgevoerd, zodat bij het aanzetten van het huis 4 aan de drukkamer 2 een relatief brede contactzone ontstaat, waarin * de steeds aanwezige stofdeeltjes van het vulmateriaal door 5 het elastische materiaal van het afdichtlichaam 18 worden omsloten zonder dat hierbij de afdichtwerking ongunstig wordt beïnvloed. Het voor hetonder spanning brengen van de pakking 16 verschafte drukmiddel kan tevens dienen voor het koelen van de afdichtvlakken, waardoor de afdichting 10 ook bij hogere temperaturen bruikbaar is.

De pakking 5 voor de verdringerplunjer 3 is in het huis 4 op een afstand a van de kopzijde 15 van het huis 4 aangebracht, welke afstand ten minste gelijk aan of groter dan de slag van de verdringer 3 is. Krachtens deze opstel-15 ling kunnen-aan-de—verdringer eventueel klevende deeltjes van het vulmateriaal in het geheel niet in het gebied van de pakking 5 terecht komen. De pakking 5 wordt bespoeld door een afsluitvulstof (bijvoorbeeld water of olie), die via een boring 21 in het huis 4 wordt toegevoerd.

20 De met het reservoir 1 in verbinding staande uitloopopening 22 van de sluiskamer 2 is door middel van een om een horizontale as zwenkbare klep 23 afsluitbaar.

In de in fig. 1 weergegeven sluitstand is de klep 23 geborgd door een draaibare grendel 24. Aan de uitloopzijde 25 van de sluiskamer 2 bevindt zich een pakking 25, waarvan de constructie en werking overeenkomt met de in fig. 2 weergegeven pakking 16. Teneinde de warmtebelasting van de pakking 25 zo laag mogelijk te houden, kan in de klep 23 in het gebied van de afdichtvlakken een extra koelmedium-30 kringloop zijn verschaft.

De werking van de bovenbeschreven vulinrichting zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van fig. 3-5.

Na het vullen van de sluiskamer 2 wordt de 35 toevoerinrichting 13 terzijde gezwenkt en het huis 4 op de ♦ _ 7907039 -6 - ψ sluiskamer 2 gebracht, waarbij de verdringer 3 hierin duikt. Kort voordat de kopzijden van het huis 4 en de sluiskamer 2 met elkaar in aanraking komen kunnen eventueel hiertussen geraakte deeltjes van het vulmateriaal door een niet nader 5 weergegeven blaasinrichting worden weggeblazen. Door de door de hydraulische cilinders 10 en 11 uitgeoefende druk wordt het huis 4 vast aaneen gesloten met de sluiskamer 2. Tevens wordt de pakking 16 onder spanning gebracht. Indien nodig, kan via een verbindingleiding 26 tussen het reser-10 voir 10 en de sluiskamer 2 een rukvereffening worden tot stand gebracht. Hierna wordt de uitloopopening 22 van de sluiskamer 2 door het zwenken van de klep 24 in de in fig. 5 weergegeven stand geopend. Het vulmateriaal valt in het reservoir 1, waarbij in de sluiskamer 2 vastklevend 15 materiaal bij de door de hydraulische cilinder 12 tot stand gebrachte verdere afwaartse beweging van de verdringer 3 wordt uitgestoten. Wanneer de verdringer 3 haar eindstand (fig. 5) heeft bereikt, wordt de klep 24 gesloten en vergrendeld, terwijl tevens de pakking 25 onder spanning 20 wordt gebracht. Hierna wordt de verdringer 3 naar boven bewogen en indien nodig de in de sluiskamer 2 nog aanwezige overdruk via een niet nader weergegeven verbinding naar de buitenlucht ontlast. Het gasverlies is hierbij minimaal. Tenslotte wordt de pakking 16 ontlast en het huis 4 in haar 25 bovenste stand bewogen, waarna het aanzetten van de toevoer- inrichting 13 aan de inloopopening 14 van de volgende vulcyclus begint.

Conclusies.

79 0 70 3 9

Claims (3)

1. Vulinrichting voor vaste stoffen in een onder druk staand reservoir, in het bijzonder voor kolen van kleine afmetingen in een drukvergasser met een buisvormige sluiskamer, waarvan de reservoiruitlaatopening door 5 middel van een klep afsluitbaar is en waarin een in axiale richting verschuifbare verdringerplunjer duikt, die voorzien is van een pakking en van een in de sluiskamer uitmondende toevoer voor het vulmateriaal, m e t h e t ‘kenmerk, dat de verdringerplunjer (3) zich bevindt 10 in een beweegbaar, coaxiaal aan de sluiskamer (2) aanbreng-baar en hieraan door een pakking (16) dichtend afsluitbaar cilindrisch huis (4)" en haar dichting-(57 in dit beweegbare huis (4) op een ten minste met haar slag overeenkomende afstand (a) van de kopzijde (15) van het huis (4) verwijderd j 15 geplaatst is, en dat de toevoerinrichting (13) bij verwisseling met het huis (4) aanbrengbaar is aan de invulopening (14) van de sluiskamer (2). \ t

2. Vulinrichting volgens conclusie 1, m e t ‘ het kenmerk, dat het huis (4) in een met de sluis- 20 kamer (2) verbonden gestel (8,9) in axiale richting verschuifbaar is aangebracht.

3. Vulinrichting volgens conclusie 1, m e t het k en merk, dat de pakking (16) , die- de-vorm vair--een holle ring vertoont en met behulp van een drukmiddel i : ! onder spanning is te brengen, bestaat uit een elastisch 25 | materiaal en is aangebracht aan de kopzijde (17) van de sluiskamer (2) of aan de kopzijde (15) van het cilindrische huis (4) . 1 7907039