[go: up one dir, main page]

NL7906108A - Kathodestraalbuisinrichting. - Google Patents

Kathodestraalbuisinrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL7906108A
NL7906108A NL7906108A NL7906108A NL7906108A NL 7906108 A NL7906108 A NL 7906108A NL 7906108 A NL7906108 A NL 7906108A NL 7906108 A NL7906108 A NL 7906108A NL 7906108 A NL7906108 A NL 7906108A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
voltage
circuit
output
generate
polarity
Prior art date
Application number
NL7906108A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Mitsubishi Electric Corp
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Mitsubishi Electric Corp filed Critical Mitsubishi Electric Corp
Publication of NL7906108A publication Critical patent/NL7906108A/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04NPICTORIAL COMMUNICATION, e.g. TELEVISION
    • H04N9/00Details of colour television systems
    • H04N9/12Picture reproducers
    • H04N9/16Picture reproducers using cathode ray tubes
    • H04N9/28Arrangements for convergence or focusing

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Multimedia (AREA)
  • Signal Processing (AREA)
  • Video Image Reproduction Devices For Color Tv Systems (AREA)

Description

τ 70 8239
Mitsubishi Denki Kabushiki Kaisha Tckio, Japan.
'Kathcdestraalbuisinrichting.
De uitvinding heeft betrekking op een kleurenkathodestraalbuis-inriehting met schaduwmasker, meer in het bijzonder cp een kleur-synboolveergeefinrichting, voorzien van organen om de mate van convergentie van in een kleurkathcdestraalbuis met schaduwmasker op-5 gewekte elektronenbundels te verbeteren bij het volgen van de hori zontale en yertikale afbuigingen van de elektronenbundels.
Bij de gebruikelijke kathodestraalbuisen wordt het gewenste magnetische convergentieveid opgewekt door de horizontale of vertikale afbuigstrocm als functie van de tijd te integreren teneinde een stroom 1G te vormen, die een parabolische golfvorm vertoont, en de stroom res pectievelijk door de horizontale en vertikale convergentiespoel te voeren. Boor deze maatregel is het slechts mogelijk de convergentie van elektronenbundels over het gehele weergeef oppervlak van deze buizen op een uniforme wijze te corrigeren, doch het bezwaar blijft 15 bestaan, dat het zeer lastig is de convergentie van de elektronen , bundels met grote nauwkeurigheid over het gehele weergeefoppervlak te corrigeren.
De uitvinding beoogt derhalve in het algemeen dit bezwaar van de bekende inrichtingen te elimineren.
20 Sen oogmerk van de uitvinding is het voorzien van een kleurenkatbo de straalbuis inrichting met schaduwmasker, voorzien van organen om een aantal elektronenbundels, die in de buis worden opgewekt, over het gehele weergeefoppervlak van de buis te laten convergeren met een nauwkeurigheid, welke groter is dan die, welke tot dusver kon worden 25 verkregen.
Daartoe vóórziet de uitvinding in een kat node st r aalbui sinrichting voer het weergeven van informatie in kleur, voorzien van een kleur-kathodestraaibuis met schaduwmasker, voorzien van een aantal elektronenkanonnen voor het opwekken van respectieve elektronenbundels, J en een weergeefvlak, afcuigcrganen, die een X-afbuigspanning en een 790 6 1 08 V Η 2 Y-afbuigspanning ontvangen om de elektronenbundels langs een X-as en een Y-as van een orthogonaal Cartesisch coördinatenstelsel af te buigen teneinde informatie in kleur op het weergeefoppervlak veer te geven, waarbij het Cartesische coördinatenstelsel een oorsprong 5 bezit, die in het midden van het veergeefvlak is gelegen, de X- en Y-assen zich respectievelijk in horizontale en vertikale richting van het veergeefoppervlak uitstrekken, en convergentieketenorganen om uit de X- en Y-afbuigspanningen een convergentiespanning op te wekken om de elekfcronenbundels op het veergeefvlak van de buis te laten con-3 Q' vergeren met het kenmerk, dat de convergentieketenorganen zijn voorzien van eerste organen voor het opwekken van tenminste twee uitgangs-spanningen, die in hoofdzaak evenredig zijn met de kwadraten van de respectieve X- en Y-afbuigspanningen, tweede organen om elk van de uitgangsspanningen met een bijbehorende referentiespanning te verge-35’ lijken om het veergeefvlak in een centrale sectie, die zijden bezit, welke evenwijdig aan de X- en Y-assen zijn, en een omtrekssectie te Verdelen en tevens de omtrekssectie in een aantal vooraf bepaalde onder-sectie's te verdelen, en derde organen om uit de uitgangsspanningen uit de eerste en tweede organen een convergentiespanning op te wekken, 2Q die in de centrale sectie en de omtreksondersecties onafhankelijk instelbaar is.
Bij een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvinding kunnen de convergentieketenorganen zijn voorzien van een X-kwadrateerketen, waaraan de X-afbuigspanning Xg wordt toegevoerd teneinde een rechthoekige 25 X-golfvorm ae^ te verkrijgen, die in hoofdzaak gelijk is aan het kwadraat van de X-afbuigspanning eX, vermenigvuldigd met een voorafbepaal- de constante a, een Y-kwadrateerketen, waaraan de Y-afbuigspanning e„ 2 1 wordt toegevoerd teneinde een rechthoekige Y-golfvormspannmg be^. op te wekken, die in hoofdzaak gelijk is aan het kwadraat van de Y-af-30 buigspanning e^, vermenigvuldigd met een voorafbepaalde constante b, een X-referentiegeneratorketen voor het opwekken van een X-referen-tiespanning e^, een Y-referentiegeneratorketen voor het opwekken van een Y-ref er ent iespanning e^, een X-aftrekketen voor het opwekken van een X-verschilspanning e_v tussen de rechthoekige X-golfvormspanning 35 ae^. en de X-ref er ent ie spanning e^, een Y-aftrekketen voor het op- 790 6 1 08 m * 3 wekken van een Y-verschilspanning e_v tussen de rechthoekige Y-golf-voraspanning be^. en de referentiespanning e^, een X-polariteit-discriminatorketen voor het discrimineren van de polariteit van de X-verschilspanning e_.„ voor het opwekken van een X-uit gangs spanning 5 e- ' wanneer e » 0 geldt, zoals door discriminatie daarvan is vast- gesteld,een Y-pciariteitdiscriminatorketen voor het discrimineren van de polariteit van de Y-verschilspanning e^ teneinde een Y-uitgangs-spanning e^’ op te wekken wanneer e^ =” 0 geldt, zoals door discriminatie daardoor is vastgesteld, een X-coëfficientketen om de X-uit-10 gangsspanning e_^r met een voorafbepaalde coëfficiënt K^. te verme nigvuldigen teneinde een X-uitgangsspanning K^.e^te verschaffen, een Y-coëfficientketen om de Y-uit gangs spanning e^' met een voor af bepaalde coëfficiënt te vermenigvuldigen teneinde een Y-uitgangs-spanning Χν,.β^ν’ te verschaffen, een X-optelinrichting om de X-uit-15 gangsspanning Kh.e^’ op te tellen bij de rechthoekige X-golfvormspan- ning ae^ teneinde een X-somspanning e^’ te vormen, een Y-optelketen om de Y-uitgangsspanning KL..e ' bij de rechthoekige Y-golfvormspan- 2 « * ning be, op te tellen teneinde een Y-somspanning e^ te vormen, en een opt elixir ichting cm de X-somspanning bij de Y-somspanning 20 e_v op te tellen teneinde een uit gangs spanning e_ te verschaffen, die de convergentrescanning vormt.
Om het mogeiijk te maken, dat de uit gangs spanning of de con-vergentiespanning overeenkomstig de polariteit van de X-en Y-afbuig-spanningen ev en ev worden ingesteld, kunnen de convergentieketenor-25 ganen verder zijn voorzien van een rechter/linker helft bepalingsketen voor het discrimineren van de polariteit van de X-afbuigspanning en het bepalen op welk van de rechtse en linkse helften ter weerszijden van de Y-as de elektronenbundels neerkomen teneinde een uitgangssignaal te verschaffen, dat het bepaalde rechter of linker halve vlak 30 aangeeft, en een bcven-onderhelftbepalingsketen cm ie polariteit van de Y-afbuigspanning e,^ te discrimineren en te bepalen op welk van de bovenste en onderste halve vlakken ter weerszijden van de X-as de elekzrcnenbunc.els neerkernen teneinde een uitgangssignaal ze verschaffen, dat de bepaalde boven- of onderhelften aangeeft. Be X-coëffi-35 cient keuen wordz ian gemedifieerd voor het verschaffen van twee coëffi- 790 6 1 08 *· ^ k ciente en K^, die voor de rechter- en linkerhelften ter weerszijden van de Y-as respectievelijk voorafbepaald zijn, waarbij de uitgangsspanning e^' uit de X-polariteitsdiscriminatorketen met een van de coëfficiënten of wordt vermenigvuldigd in responsie 5 op het uitgangssignaal uit de rechter/linker helft bepalingsketen teneinde een X-uitgangsspanning K^.e^’ of te verschaffen.
Verder wordt de Y-coëffieientketen gewijzigd doordat deze twee coëfficiënten en Kyg bezit, die voor de hoven- en onderhelften ter weerszijden van de X-as respectievelijk voorafbepaald zijn, waarbij de 10 uitgangsspanning e^.* uit de Y-polariteitsdiscriminatorketen met een van de coëfficiënten of wordt vermenigvuldigd in responsie op het uitgangssignaal uit de hoven/onder helft bepalingsketen teneinde een uitgangsspanning of kï2^y' op te we3s:ken·
Opdat de uitgangsspanning e^ uit de laatstgenoemde optelinrichting 15 onafhankelijk instelbaar is in de eerste, tweede, derde en vierde kwadranten van de centrale sectie van het oppervlak van de weergeefbuis, kunnen de convergeutieketenorganen verder zijn voorzien van een eerste polariteitbepalingsketen om de polariteit van de X-afbuigspanning e^ te bepalen teneinde een positieve uitgangsspanning e^(+) op te 20 wekken wanneer e^ = 0 geldt, zoals daardoor wordt bepaald, en een negatieve uitgangsspanning e^(-) op te wekken wanneer ^ 0, zoals daardoor bepaald, en een tweede polariteitsbepalingsketen om de polariteit van de Y-afbuigspanning e„ te bepalen teneinde een nositieve , . r > uitgangsspanning e^,( + J op te wekken wanneer e^ = 0 geldt, zoals 25 daardoor wordt bepaald, en een negatieve uitgangsspanning e^(-) op te wekken wanneer e^^ 0 geldt, zoals daardoor wordt bepaald.
Elk van de positieve en negatieve uitgangsspanningen e^(+) en e^(-) wordt achtereenvolgens door X-ketens gevoerd, welke overeenkomen met die, welke boven zijn beschreven voor de voorkeursuitvoe-3Q ringsvorm volgens de uitvinding, totdat een somspanning e^^ of optreedt. Op een soortgelijke wijze wordt een somspanning e_v1 of
Oil eSY2 °PSeve!ct elk van de positieve en negatieve uitgangsspan-ningen e^(+) of e^(-). Al deze somspanningen worden dan tot ëën somspanning opgeteld om de convergentiespanning te vormen.
35 De uitvinding zal onderstaand nader worden toegelicht onder verwijzing 790 6 1 08 ** * 5 naar de tekening. Daarbij toont : fig. 1 een blokschema van een algemene ketenconfiguratie van een kleurkathcdestraaibui sinrichting met schaduwmasker, waarop de uitvinding van toepassing is; ς fig. 2 een blokschema van een uitvoeringsvorm van een convergentie- keten volgens de uitvinding, welke geschikt is om hij het stelsel volgens fig. 1 te worden toegepast; fig. 3A, 3B em 3C diagrammen ter toelichting van de werking van het stelsel, weergegeven in fig. 2; ^ fig. U een schema van de details van de X-polariteitdiscriminatie- en coëfficientieketens, weergegeven in fig. 2; fig. 5 een blokschema van een variant volgens de uitvinding; fig. 6 eem schema van de details van de in fig. 5 af geheelde X-coëfficientketen; en 1C fig. 7 een blokschema van een andere modificatie volgens de uit-
i J
vinding.
In alle figuren zijn gelijke of overeenkomstige onderdelen van dezelfde verwijzingen voorzien.
Volgens de uitvinding worden de aan de kathodestraalhuis toege-2q voerde horizontale en vertikale afbuigsignalen gebruikt voor het op wekken van een paar signaalspanningen, die in hoofdzaak evenredig zijn 2 2 met respectievelijk ae^ en he^ , waarbij e^ en e^ respectievelijk de horizontale en vertikale afbuigsignalen voorstellen, die hierna een X- en I-afbuigspanning worden geboend, betrokken op een orthogonaal 2^ Cartesisch coördinaatstelsel, waarvan de oorsprong in het midden van het veergeefvlak van de kathodestraalhuis is gelegen en waarvan de X-en Y-assen in horizontale en vertikale richting van het weergeef-vlak verlopen, terwijl a en b constanten zijn, die, indien gewenst, variabel kunnen zijn. In dat geval vloeit een stroom, welke evenredig is met de som van deze signaalspanningen (ae^. + be^ ) door een bijbehorende ccnvergentiespoel, waarbij het veergeefvlak in een centrale sectie en een omtreksectie is verdeeld door een grenslijn, als bepaald 2 door punt:en, waarvoor geldt ae^ = e^ en bev = e^, waarbij en ecy afzonderlijk opgewekte X- en Y-referentiespanningen zijn. Te-,5 gelijkertijd wordt de cmtrekssectie verder gesplitst in een aantal 790 6 1 08 6 % Si . . . 2 ondersecties overeenkomstig de relatie tussen ae en env en tussen 2 be^ en e^, wat betreft bun waarden. De mate van convergentie van de elektronenbundels wordt zodanig aangepast, dat deze in de centrale sectie en de orntrelssecties en ook in de omtreksondersecties afzonder-5 lijk instelbaar is.
Het veergeefvlak kan ook overeenkomstig de polariteit van de X- en X-afbuigsignalen in vier kwadranten zijn verdeeld en tegelijkertijd . •in de centrale en omtrekssecties zijn gescheiden, zoals boven is beschreven. De mate van convergentie is in de .vier kwadranten in ten-10 minste de omtrekssectie afzonderlijk instelbaar.
Bij een kleurkathodestraalbuisinrichting met schaduwmasker volgens fig. T omvat een dergelijke, buis 1, een paar horizontale en vertikale afbuigspoelen, die schematisch zijn aangeduid door de rechthoek 2, en een convergentie-element, dat eveneens schematisch is aangegeven 15 door een rechthoek 3« De horizontale en vertikale afbuigspoelen 2 zijn verbonden met een afbuigstroomgeneratorketen 1+ en het convergentie-element 3 is verbonden met een convergentieketen 5 via elektrische geleiders, aangeduid met R, G en 3. De beide ketens U en 5 zijn verbonden met een paar ingangen 6 en 7- Een X- en X-afbuigspan-20 ning en e^ worden respectievelijk aan de ingangen 6 en 7 toegevoerd en de afbuigstroomgeneratorketen U levert in responsie op de af-buigspanningen e^ en e^ een horizontale en een vertikale afbuig-stroom i^ en i^ aan de horizontale en vertikale afbuigspoelen 2, waardoor een aantal elektronenbundels, welke worden opgewekt door 25 respectieve niet-afgebeelde elektronenkanonnen, die zich in de buis 1 bevinden, over een weergeef oppervlak van de buis 1 en in horizontale en vertikale richting of langs de X- en X-assen van het bovenbeschreven orthogonale Cartesische coördinatenstelsel worden afgebogen. Dit leidt ertoe, dat informatie in kleur op het veergeefvlak 30 van de kathodestraalbuis 1 wordt weergegeven.
De convergentieketen 5 is vroeger zodanig ontworpen, en opgebouwd, dat de X- en X-afbuigsignalen of -spanningen e^ en e^ naar de tijd worden geïntegreerd teneinde signaalgolfvormen te vormen, welke evenredig zijn met de tijdintegralen daarvan, waarna een convergen-35 tiestroom op basis van deze signaalgolfvormen wordt opgewekt, nadat 7906108 + * 7 de golfVormen op de juiste wijze zijn gemcdifieerd overeenkomstig correcties, welke nodig zijn voor de primaire kleuren rood R, groen G en "blauw 3. Onder deze omstandigheden vormt elk van de afbuigspanningen e of ev een zaagtandgolf met een voorafbepaalde vaste tijdcon-5 stante, zolang als de buis 10 wordt afgetast overeenkomstig het ras- teraftaststelsel met een voorafbepaalde constante periode. Dientengevolge vormen de tijointegralen van de afbuigspanningen e^. en e^ parabolische goifvormen, die een aantal malen respectievelijk met voorafbepaalde constante perioden worden opgewekt. Dit leidt tot het ontstaan 10 van een convergentiestroom, welke respectievelijk evenredig is met 2 2 e^ of e^ . Met andere woorden is de convergentiestroom evenredig met het kwadraat van een afbuigspanning en voldoet deze aan de eisen van het tot stand brengen van een benadering van de eerste orde van de convergentiecorreetie.
15 De convergentieketen, zoals deze boven is beschreven, wordt even wel slechts gebruikt bij een rasteraftasting met constante periode en het is duidelijk, dat de convergentieketen 5 moeilijk de mate van convergentie van de elektronenbundels, die in een kleurkathodestraal-buis worden opgewekt, over het gehele oppervlak van het weergeef-20 scherm daarvan met grote nauwkeurigheid kan corrigeren.
In fig. 2 vindt men een uitvoer int svorm van een convergentieketen volgens de uitvinding, welke met het convergentie-element van een kleurkathodestraalbuis met schaduwmasker is verbonden. De afgebeelde inrichting omvat een X-kwadrateerketen 8, een X-referentiegenerator-25 keten 10, een X-aftrekinrichting 12, die met zowel de X-kwadrateer keten 3 ais de X-referentiegeneratorketen 10 is verbonden, een X-polariteitdiseriminatorketen 1 h-, welke met de X-aftrekinrichting 12 is verbonden, een X-coëfficientketen 16, die met de X-polariteitdis-criminatorketen lU is verbonden, en een X-optelinrichting 18, welke 30 met; de X-coëfficientketen 16 en ook met de uitgang van de X—kwadra teer keten 3 is verbonden.
De inrichting omvat voorts een Y-kwadrateerketen 9, een Y-rsferen-tiegenerazorketen 11, een Y-aftrekketen 13, een Y-polariteitdiscrimi-naterketen 15, sen Y—ccëfficientketen 17 en een Y—optelinrienting 19, 35 welke wat cpbouw betreft overeenkomen met en op dezelfde wijze zijn 7906108 * " 8 verbonden als de overeenkomstige ketens 8, 10, 12, 1^, 1.6 en 18.
De beide optelinriehtingen 18 en 19 zijn verbonden met een optel-inrichting 20, welke daarna met een uitgangsketen 21 is verbonden, die op zijn beurt is aangesloten op een convergentiespoel 22 met een ijzer-5 kern, welke deel uitmaakt van het in fig. 1 af geheelde convergentie- element 3· ......
Zoals boven beschreven, is aangenomen, dat elk punt van het weer-geefvlak van de buis 1 (zie fig. 1) wordt bepaald ten opzichte van een orthogonaal Cartesisch coördinatenstelsel, waarvan de oorsprong 10 ' ligt in het midden van het weergeefvlak en waarvan de X- en Y- assen zich in horizontale en vertikale richting ten opzichte van dit vlak uitstrekken, waarbij elk van de af gebogen elektronenbundels een X- en Y-component bezitten, welke evenredig is met respectievelijk een X- of Y-afbuigsignaal of -spanning ev of ev.
HL ï 15 Verder is aangenomen, dat de X^afbuigspanning lineair tussen de negatieve en positieve waarden daarvan via de nulwaarde daarvan verandert, als aangegeven in fig. 3A. Dit geldt in het geval van de X-afbuigspanning e^. Toegepast op de X-afbuigspanning e^., als aangegeven in fig. 3A, levert de kwadrateerketen 8 een uit gangs spanning, welke 2Q . in hoofdzaak evenredig is met het kwadraad van de spanning e^ of ae^ , als aangegeven in fig. 3B, waarbij a een constante is. Deze uitgangs- . . 2 spanning zal hierna worden aangeduid met ae^ en wordt aan de X-af- trekketen 12 toegevoerd.
Bij de keten 12 wordt de X-uit gangs spanning ae^ vergeleken met een 25 X-referentiesignaal (zie fig. 3B) uit de X-referentiegeneratorketen 12 om een verschilspanning e^ tussen de beide spanningen op te wekken.
Dit betekent, dat het oppervlak van de weergeefbuis wordt verdeeld in de centrale sectie en een omtreksectie, gevormd door bilaterale omtreks-
ondersecties, die loodrecht op de X-as staan, als aangegeven in fig. 3C
2 30 en overeenkomstig de relatie tussen de uitgangsspanning ae uit de
X
kwadrateerketen 8 en de referentiespanning e^, althans vat betreft hun-waarden. In fig. 3B zijn de bilaterale ondersecties van de omtrek weergegeven door het gearceerde gedeelte en zijn vertikale begren- 2 zingen aanwezig, als bepaald door ae^. = e^, tussen deze omtreksseeties 35 en de centrale sectie.
7906108 9
Be verschilspanning of uit gangs spanning e^uit de X-aftrekinrich-ting 12 kan werden uitgedrukt door ®DX = aeX ~ SCX ^ en wordt aan de X-polariteitsdiscriminatorketen toegevoerd. Deze 5 keten 14 bepaalt de polariteit van de spanning e^ om een uitgangs- spanning e_^ op te wekken wanneer de polariteit positief is, d.w.z. wanneer de spanning een positieve of nulwaarde heeft, zoals door deze keten wordt vastgesteld. Met andere woorden'laat de keten 1U het ingangssignaal e_j^. slechts door wanneer - 0 en treedt een uitgangs- 10 signaal nul op wanneer e^ ^ 0. De uit gangs spanning e^' uit de keten lh dient voor het corrigeren van de mate van convergentie van de elektronenbundels in de omtrekssectie, in dit geval de bilaterale onder-sectie, welke zich loodrecht op de X-as uit strekt. Daarna wordt de uit gangs spanning e^' aan de X-coëfficientketen 16 toegevoerd, waarin ' 15 ie spanning met een geschikte coëfficiënt wordt vermenigvuldigd.
Vervolgens wordt een uitgangsspanning K^.e^ uit de coëfficient-keten 1o opgeteld bij de spanning ae^2 uit de keten 8 en wel door de X-optelinrichting 18. Derhalve levert de optelinrichting 18 een uitgangsspanning voorgesteld door 20 egX aeX + SDX* ^ 2 ^ voor ae^ = e^ of e3X = ae^.2 (3) 2 ^ voor ae^ e^
De Y-kwadrateerketen 9S welke de vertikale of Y-afbuigsnanning 25 ev ontvangt en de bijbehorende Y-ketens 11, 13, 15 en 19 werken cp dezelfde wijze als boven is beschreven voor de X-ketens. Meer in het . . 2 bijzonder levert de Y-kwadrateerketen 9 een uitgangsspanning bev , die in hoofdzaak evenredig is met het kwadraat van de Y-afbuigspanning ev, waarbij b een constante is, en levert de Y-aftrekinrichting 13 een uitgangsspanning e_v, gelijk aan hen verschil tussen de uitgangs-spanning bev en een Y-referentiespanning sr„, die door de Y-referen- 32 790 6 1 08 10 tiegeneratorketen 11 -wordt opgewekt. D.v.z., dat de uit gangs spanning uit de aftrekketen 13 kan -worden uitgedrukt door eDY * teY “ eCY ^ waarbij de polariteit daarvan zodanig door de keten 15 wordt gedis- 5 crimineerd, dat aan de Y-coëfficientketen 1T slechts een uitgangsspan- ning e^' wordt toegevoerd, wanneer = 0. Derhalve wordt het weer-geefvlak van de buis verdeeld in de centrale sectie en een omtreks-sectie, welke bestaat uit een bovenste en een onderste omtreksonder-sectie en wel op dezelfde wijze als boven is beschreven voor de S-10 aftrekinriehting en polariteitsdi scr iminatorketen 8 en 12. In dit ge val strekken de centrale sectie en de bovenste en onderste omtreks- ondersecties zich loodrecht op de Y-as uit, waarbij de horizontale 2 begrenzingen daartussen worden bepaald door be^ = e^. De uitgangs-spanning e^' uit de keten· 15 dient om de mate van convergentie van 15 de elektronenbundels in de bovenste en onderste omtreksondersecties te corrigeren.
De uitgangsspanning e^' wordt in de Y-coëfficientketen 17 met een geschikte coëffieientkabel K^, vermenigvuldigd. Daarna telt de Y-optel- keten 19 een uitgangsspanning K^-e^’ uit de Y-coëfficientketen 17 op 20 -bij de uitgangsspanning be uit de keten 9, waardoor een uitgangsspan-
Y
ning e^Y optreedt, welke wordt gegeven door eSY =beY2 + Kr-eDi’ (5) 2 > voor be^ = e^ of door eSY = ^γ2 (6) 2 25 voor bey < e^.
De uitgangsspanning e^ uit de optelinrichting 18 wordt toege voerd aan de optelinrichting 20, waarbij de uitgangsspanning uit de Y-optelinrichting 19 bij laatstgenoemde snanning e_v wordt opgeteld.
bl
Derhalve levert de optelinrichting 20 een uitgangsspanning es, uitge- 20 drukt door
e = e + e S SX SY
= aex2 + W + teY2 + W
7906108 11 = + V + K^' ♦ Κ^' (7) \ 2 ^ . 2 > , voor ai ae^. - en bey = e^y door
es ~ esx + eSY
“χ2 + W + teï2 5 = a^2 + te/ + 1¾.¾1 (3) voer b) aey2 "= en bey2 ^ e^’ , door
eS = eSX + eSY
= ae/ + ïe/ * Ky.e^' (9) 2 2 > voor c) aex <, e^ en bev * ecy o? door
β “ A Ja A
ίο s sx "sr = aex2 + bey2 (10) 2 2 voor d) aey <. e^ en bey ^ ecy .
Een stroom, welke evenredig is met de uitgangsspanning e^, wordt via de uitgangsketen 21 aan de convergentiespoel 22 toegevoerd. On-15 der deze omstandigheden geschiedt de convergentie van de elektronen-bundels overeenkomstig de uitdrukking (10) in de centrale sectie van het weergeef vlak. van de buis 1, bepaald door de rechte lijnen x * + eny. en X = + env , terwijl de convergentie overeenkomstig de uitdrukking (T)5 (8) of (9) in de omtrekssectie, welke de centrale 20 sectie omgeeft, plaats vindt. Meer in het bijzonder volgt de mate van convergentie van de elektronenbundels de uitdrukking (7) in vier elkaar overlappende gedeelten van de vertikale en horizontale omtreksonder-secties, de uitdrukking (8) in die gedeelten van de vertikale omtreks-ondersecties, welke in aanraking zijn met de bilaterale zijden van de 25 centrale sectie, evenwijdig aan de Y-as, en de uitdrukking (8) in die gedeelten van de horizontale omtreksondersecties, welke in aanraking zijn met de bovenste en onderste zijden van de centrale sectie, evenwijdig aan de X-as.
Hen is duidelijk, dat de waarde van de X-referentiespanning e„„ 30 en/of die van de Y-referentiespanning kan variëren teneinde zowel w j.
790 6 1 08 + * 12.
"beide als êên van de verticale en horizontale begrenzingen te verplaatsen en dat de vaarde en het teken van de coëfficiënten en kan variëren teneinde de mate van convergentie van de elektronenbundels s-lechts in de amtreksondersecties onafhankelijk te stellen. Aangezien . ^ de referentiespanningen e^ en e^ de mate van convergentie van de elektronenbundels bij elk van de begrenzingen tussen de centrale en omtrekssecties bepalen, treedt verder geen verschil op bij elke begrenzing tussen de mate van convergentie van de elektronenbundels, verkregen bij die gedeelten van de centrale en omtrekssecties, velke zeer 10 dicht bij de begrenzing zijn gelegen. D.v.z., dat de mate van conver gentie bij de begrenzingen continu verloopt.
Fig. k toont bij vijze van voorbeeld de details van de X-polariteit-diseriminatorketen 1^ en de X-coëfficientketen 16. Zoals aangegeven in fig. ^ omvat de X-polariteitdiscrxminatorketen 1¼ een half geleider dio-15 de 23 met een anode, vaaraan de uitgangsspanning uit de X-aftrek- keten 12 vordt toegevoerd,, en een kathode, die over een veerstand 2k is geaard. De X-co:effieientketen 16 omvat een polariteitomkeerketen 25 met een ingang, velke is- verbonden met de uitgang van de X-polari-teitdiscriminatorketen 1 k of het verbindingspunt van de diode 23 en 20 de veerstand. 2b, en een potentiometer 26, die parallel aan de polari teitomkeerketen 25 is verbonden. De potentiometer 26 bezit een beveeg-bare aftakking, velke met de X-optelinrichting 18 is verbonden.
De uitgangsspanning e^ uit de X-aftrekinrichting 12 vordt enkelvoudig gelijkgericht door de diode 23 en êên uiteinde, in dit geval 25 het bovenste uiteinde, besehouvd in fig. k, van de potentiometer 26.
Dit positieve spanningsgedeelte e^' vordt ook toegevoerd aan de polariteitomkeerketen 25 om te vorden omgezet in een negatief spanningsgedeelte -e^', dat op zijn beurt aan het andere of onderste uiteinde van de potentiometer 2β vordt aangelegd. Door derhalve de beveegbare 3Q aftakking van de potentiometer 2β te bevegen, kan de beveegbare aftak king aan de X-optelinrichting 18 elke gevenste vaarde van de uitgangs-spanning toevoeren, variërende van e^T tot -e^'. Derhalve levert de X-c o efficient keten 16, veergegeven in fig. U, hetzelfde resultaat als de vaarde van de coëfficiënt K^., velke naar vens kan vorden gevijzigd 35 in een gebied, bepaald door -1 ^ K ^ 1.· 790 6 1 08 13
Eet is duidelijk, dat de ï-polariteitdiscriminatorketen 15 en de Y-coëfficientketen 17 eenzelfde configuratie kunnen hebben als aangegeven in fig. h.
Fig. 5 toont een variant volgens de uitvinding, waarbij de mate 5 van convergentie van de elekfcronenbundels met een grotere vrijheid kan worden gecorrigeerd. De weergegeven inrichting verschilt van die, weergegeven in fig. 2, in wezen daarin, dat in fig. 5 organen organen aanwezig zijn om te bepalen op welke van de rechter- en linkerhelften ter weerszijden van de Y-as de elektronenbundels invallen en tevens te 10 bepalen op welke van de bovenste en onderste vlakken ter weerszijden van de X-as de elektronenbundels invallen. Zoals aangegeven in fig. 5, wordt aan een rechter/linkerhelft, bepalingsketen 2J de X-afbuigspanning a,£ toegevoerd, waarbij een paar uitgangsgeleiders 29 en 30 aanwezig zijn, welke zijn verbonden met een coëfficientketen 33, die in de plaats 15 treedt van de coëfficientketen 16 volgens fig. 2, terwijl een boven/ onderhelft bepalingsketen 38 de Y-afbuigspanning ev opneemt en voer-zien is van een paar uitgangsgeleiders 31 en 32, welke zijn verbonden met een coëfficientketen 3d, die in de plaats treedt van de coëfficientketen 17 volgens fig. 2.
20 Meer in het bijzonder dient de keten 37 voor het definiëren van de polariteit van de X-afbuigspanning teneinde te bepalen of de met deze X-afbuigspanning in horizontale richting afgebogen elektronenbundel het halve vlak treffen, dat zich ter linker- of rechterzijde van de Y-as bevindt. Wanneer 0, als gediscrimineerd door 25 de keten 27, d.w.z. wanneer de bijbehorende elektronenbundel in het halve vlak aankomen ter linkerzijde van de Y-as, wordt op de uitgangs-geleider 29 een uitgangssignaal opgewekt. Wanneer daarentegen e^. = 0, als gediscrimineerd door de keten 27, wordt op de uitgangsgeleider 3½ een uitgangssignaal opgewekt, hetgeen aangeeft, dat de bijbehorende Ju elektrcnenbundels aankomen m het halve vlak ter rechterzijde van de Y-as.
De keten 3.1 werkt op een soortgelijke wijze en wekt een uitgangssignaal op de uitgangsgeleider 33 op, wanneer de door de Y-afbuigspanning ev in vertikale richting afgebogen elektronenbundels in het halve 35 vlak aan de onderzijde van de X-as invallen, zoals daardoor is bepaald, 7906108
1U
of vanneer e^. ''O en een uitgangssignaal op de geleider 32 vanneer de elektronenbundels invallen in bet halve vlak aan de bovenzijde van de X-as, als bepaald daardoor, of vanneer βχ = 0.
De X-co:efficientketen 33 dient om de uit gangs spanning e^' uit 5 de keten 1^, dienende om de elektronenbundels naar de beide omtreks- ondersecties loodrecht op de X-as te richten,, te vermenigvuldigen met een coëfficiënt in responsie op het uitgangssignaal, dat op de uit-gangsgeleider 29 vordt opgevekt, en door een coëfficiënt in responsie op een signaal,, dat op de uitgangsgeleider 3^ vordt opgevekt, teneinde daardoor aan de X-optelinrichting 18 een uitgangsspanning toe te voeren, aangeduid met ’.
De Y-coëfficientketen 3^ dient om de uitgangsspanning e^' uit de keten 15, dienende om de elektronenbundels naar de béide omtreks-ondersecties loodrecht op de Y-as te richten, te vermenigvuldigen met 15 een coëfficiënt in responsie op een uitgangssignaal, dat op de uit gangsgeleider 31 vordt opgevekt, en met een coefficient Kg in responsie op een uitgangssignaal, dat op de uitgangsgeleider 35 vordt opgevekt, teneinde daardoor aan de optelinrichting 19 een uitgangsspanning toe te voeren, aangeduid door K^.e^r
Derhalve blijkt, dat de mate van convergentie van de elektronenbundels onafhankelijk kan vorden ingesteld in de respectieve omtreks-ondersecties of een eerste, tveede, derde en een. vierde kvadrant van de omtrekssectie van het oppervlak van de veergeefbuis. Meer in het bijzonder levert, vanneer ae^2 * en be^2 ^ e^, d.v.z. vanneer -5 de elektronenbundels naar de omtrekssectie van het veergeefvlak zijn gericht, de optelinrichting 20 de uitgangsspanning eg, uitgedrukt door eS = aeX + tey + ^2*eDx’ + ^^DY* "7 voor (a') e^ = 0 en βγ = 0 of in het eerste kvadrant, door eS = aeX + teY + ^1 * eDx' + ^^Dy' 30 ' voor (b' ] en e^ = 0 of in het tveede kvadrant, door eS = a6X + beY + ^1‘eDXf + ^I^DY* voor (c') v _ .
e < q en e < X Y \ 0 of in het derde kvadrant, of door 790 6 1 08 15 eS = aeX + + ^2#eDX + voor (ά') = 0 sn sv< 0 cf ia het vierde kwadrant.
Overigens komt de werking van de inrichting volgens fig. 5 overeen. met die volgens fig. 2.
^ Evenals hij de inrichting volgens fig. 2 kan de mate van convergentie van de elektronenhundels in de eerste, tweede, derde en vierde kwadranten van de omtrekssectie van het veergeefvlak onafhankelijk worden geregeld door de waarde en het teken van de coëfficiënten , Kyp, en KL— te variëren.
De mate van convergentie van de elektronenhundels is ook continu hij de begrenzing tussen de centrale en omtrekssecties van het weer-geefvlak en eveneens hij de begrenzingen tussen de naast elkaar gelegen kwadranten en wel cm dezelfde redenen als hoven onder verwijzing naar fig. 2 is toegelicht.
^ De X-eoëfficientketen 33 kan een configuratie hebben, als aangege ven in fig. 6. Evenals bij de inrichting volgens fig. h} wordt het positieve spanningsgedeelte e„', gelijkgericht door de X-polariteit-discriminatorketen 1^·, tcegevoerd aan een uiteinde van twee parallelle potentiometers 26a en 26b en ook aan de andere uiteinden daarvan 20 na in polariteit te zijn omgekeerd door de polariteitsomkeerketen 25-Een beweegbare aftakking op elk van de potentiometers 26a of 26b is respectievelijk met een ingang van een analoge poort 35a of 35b verbonden. Van de analoge poorten 35a en 35b zijn de 'andere ingangen verbonden met de uitgangsgeleiders 29 en 30 van de keten 27· 25
Tijdens het bedrijf worden op de beweegbare aftakkingen van de potentiometers 26a respectievelijk 26b de spanningen 1 en £y?e^1 opgewekt, zoals boven onder verwijzing naar fig. h is toegelicht, en deze spanningen worden toegevoerd aan de analoge poorten 35a, 35b.
Anderzijds wordt het uitgangssignaal uit de keten 27 aan de analoge ^ poort 35a, 35b toegevoerd via de uitgangsgeieider 29 of 30. Derhalve wordt de analoge poert 35a of 35h, welke het uitgangssignaal ontvangt, in werking gesteld om het megelijk te maken, dat de spanning K.,* of 1 j dat daaraan wordt toegevoerd, aan de X-optelinrichting 13 wordt toegeveegd.
35 790 6 1 08 16
Het is duidelijk dat de Y-coëfficientketen 3¼ dezelfde configuratie kan hebben als aangegeven in fig. 6.
Fig. 7 toont weer een modificatie volgens de uitvinding, waarmede de mate van convergentie van de elektronenbundels in de eerste, tweede, 5 derde en vierde kwadranten van het weergeefvlak en niet slechts in de omtrekssectie daarvan, doch ook in de centrale sectie daarvan, onafhankelijk kan worden ingesteld. De afgebeelde inrichting omvat een paar X- en Y-polariteitsbepalingsketens 36 en 37, aan elk waarvan de X-of Y-afbuigspanningen of e^ worden toegevoerd. De keten 36 omvat een 10 paar uitgangen en dient voor het opwekken van een negatieve e^(-) op een van de uitgangen, in dit geval de bovenste uitgang, als beschouwd •in fig. 7, wanneer de X-afbuigspanning e^ een negatieve waarde heeft, zoals daardoor wordt bepaald, en een positieve X-afbuigspanning e^( + ) op de.andere of onderste uitgang wanneer de spanning e^. een positieve 15 of een nulwaarde heeft, zoals daardoor wordt bepaald.
De bovenste uitgang van de keten 36 is verbonden met een eerste X-berekeningsonderstelsel voorzien van een eerste X-kwadr at eer keten 8a, een eerste X-referentiegeneratorketen 10a, een eerste X-aftrekinrich-ting 12a, een eerste X-polariteitdiscriminatorketen lHa, een eerste X-20 coefficient keten 16a en een eerste X-optelketen 18a, die in hoofdzaak identiek zijn aan de overeenkomstige ketens 8, 10, 12, 1U, 16 en 18, als weergegeven in fig. 2, terwijl de onderste uitgang daarvan is verbonden met de tweede X-berekeningsonderstelsel, voorzien van een tweede X-kwadrat eer keten 18b, een tweede X-referentiegeneratorketen 10b, 25 een tweede X-aftrekinrichting 12b, een tweede X-polariteitdiscrimina- torketen 11+b, een tweede X-coëfficientketen 16b en een tweede X-optel-inrichting 18b, welke eveneens in hoofdzaak overeenkomen met de overeenkomstige ketens 8, 10, 12, 1^, 16 en 18. De eerste en tweede X-referentiegeneratorketeiE 10a en 10b leveren evensel respectieve X-re-30 f er ent ie spanning en e^ en 3 waarvan de waarden kunnen verschil len van die van de refer ent ie spanning e^ uit de gener at or keten 10.
Verder dient elk van de eerste en tweede X-coëfficientketens 16a en 16b om de uitgangsspanning van de juist daaraan voorafgaande keten te vermenigvuldigen van een coëfficiënt of K^j welke kan verschillen 35 van die, welke wordt geleverd door de X-coëfficientketen 16.
790 6 1 08 17
De Y-polariteitbepalingsketen 37 dient op een soortgelijke wijze on de polariteit van de Y-afbuigspanning e^ te bepalen teneinde een negatieve Y-afbuig3panniag ey(-) bij een van de twee uitgangen op te wekken, in dit geval de bovenste uitgang, beschouwd in fig. 7, wanneer 5 de spanning ev negatief is, zoals daardoor wordt bepaald, en een oosi- tieve Y-afbuigspanning ey(+) bij de andere of onderste uitgang wanneer de spanning e^ positief of nul is, zoals daardoor wordt bepaald.
Van de Y-polariteitsbepalingsketen Ui is elk van de bovenste en onderste uitgangen verbonden met een eerste of tweede Y-berekeningsonder-10 stelsel, voorzien van een eerste of tweede Y-kwadr at eer keten 9a» of 9b, een eerste of tweede Y-referentiegeneratorketen 11a of 11b, een eerste of tweede Y-aftrekketen 13a of 13b, een eerste of tweede Y-polariteits-discriminatorketen 1 pa of 15b» en een eerste of tweede Y-optelketen 19a of 19b, die in hoofdzaak gelijk zijn aan de overeenkomstige ketens 15 9» 11» 13, 15, 17 en 19 volgens fig. 2, behalve, dat elk van de eerste en tweede Y-referentiegeneratorketens 11a of 11b een Y-referentiespan-ning env1 of e α opwekt, welke in waarde kan verschillen van de re- 'vi I VA*— fer ent i e spanning uit de Y-referentiegeneratorketen 11, en de eerste en tweede Y-coëfficientketens 17a en 17b coëfficiënten of vermenigvui-20 digers Yi.r^ respectievelijk bebben, welke kunnen verschillen van de coëfficiënt van de Y-coëfficientketen 17·
In fig. 7 leveren de eerste en tweede X-kwadrateerketens 8a en 3b 2 2 respectieve uit gangs spanningen a^ e,^. (-) en a^e^. (+) , terwijl de resterende eerste en tweede X-ketens uit gangs spanningen leveren, welke 25 zijn aangegeven door dezelfde verwijzing als de overeenkomstige uit- gangsspanningen voorzien van de aanhangsels 1 respectievelijk 2. Zo leveren bijvoorbeeld de eerste en tweede X-polariteitdiseriminatorketens 1½ en 14b respectieve uitgangsspanningen ' en e_.vo. Dit geldt ivA I UjLc, voor de eerste en tweede Y-berekeningsonderstelsels. Zo levert de eerste ^ 2 30 Y-kwadrateerketen ?a een uitgangsspanning b„e^ (-} en levert de tweede Y-coëfficientketen 17b een uitgangsspanning ' ·
De opteiinrichting 20 telt de somspanningen e^ , eSv^ en £3ν2 uiz de X- en Y-cptelketens 1ca, 18b en 19a, 1$b bij elkaar op teneinde een uitgangsspanning e„ te verschaffen, üvenals bij de in fig. 2 of 5 35 afgeceeide inrichting wordt een convergentiestroom, welke evenredig is 7906108 18 met de uit gangs spanning e^ via de uitgangsketen 21 aan het convergen-tie-element 22 toegevoerd.
Uit het bovenstaande blijkt, dat de somspanningen , e^^ uit de eerste en tweede X-optelketens 18a en 18b en de somspanning e_v1 en 5 e_v_ uit ie eerste en tweede Y-optelinrichtingen 19a. en 19b de mate van convergentie van de elektronenbundels bepalen., die respectievelijk de halve vlakken ter linker- en rechterzijden van de Y-as en die aan de boven- en onderzijden van de X-as van het oppervlak van de weer-geefbuis treffen, d.w.z. de eerste, tweede, derde en vierde kwadranten 10 daarvan.
Met andere woorden heeft de uitgangsspanning e^ uit de optelketen 20 verschillende waarden overeenkomstig de polariteit van de afbuig-spanningen e^ en εγ, welke de elektronenbundels niet slechts richten op het omtreksgedeelte, bepaald door 15 Vx eCXl en a2eX eCX2 en (15) . 2 > . 2 > bieY - eCY1 en - e^ van het oppervlak van de weergeefbuis, doch ook de centrale sectie daarvan, bepaald door 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 790 6 1 08
Vx2 ^ ecxi 811 Vx2 < ecxa 2 en (16) 3 b16Y ^ eCY1 en b2eY ^ eCY2 .
4
Meer in het bijzonder komt de uitgangsspanning ea overeen met die, b 5 welke boven is beschreven onder verwijzing naar fig. 5, zolang als de 6 bijbehorende afbuigspanningen en εγ de elektronenbundels naar de 7 omtrekssectie richten, als bepaald door de uitdrukkingen (15). Wanneer 8 de bijbehorende afbuigspanningen e^ en βγ de elektronenbundels naar 9 het centrale gedeelte daarvan richten, als bepaald door de uitdruk 10 kingen (16), wordt de uitgangsspanning eg gegeten door 11
eS ” eSX2 + eSY2 = a2®X + b2SY
in het eerste kwadrant van het oppervlak van de weergeefbuis of voor v, y 0 en sv = 0, door 19 2,, 2 (18) SS SSX1 eSI2 “ a1®X b2el in het tweede kwadrant daarvan of voor e <( 0 ειι eT = 0 , door X i
Ss = eSX1 + eSY1 “ a1eX + ΐ1δΥ ^19^ 5 in het derde kwadrant daarvan of voor < 0 en βγ <C 0 , of door eS = ®SX2 + eSY1 = a2eX + D1eY ^20^ in het vierde kwadrant daarvan of voor θχ·^= 0 en e^, ^ 0 .
1° Derhalve kan de convergentie van de elektronenbundel in de eerste, tweede, derde en vierde kwadranten van de centrale weergeefsectie onafhankelijk tot stand worden getracht overeenkomstig de waarden van de constanten of karakteristieke factoren a^, a^, b^ en b^ van X-en Y-kwadrateerketens Sa, 8b, 9a respectievelijk 9b. Ook door het 15 variëren van de waarden van deze karakteristieke factoren kan de mate van convergentie van de elektronenbundels onafhankelijk worden ingesteld in het respectieve kwadrant van de centrale sectie van het oppervlak van de weergeefbuis.
In de door de uitdrukkingen (15) bepaalde cmtrekssectie van het 20 weergeefbuisoppervlak kan de mate van convergentie van de elektronen bundels onafhankelijk worden ingesteld in de eerste, tweede, derde en vierde kwadranten daarvan door de waarde en 'het teken van de coëfficiënten ICr-j, Sjg, Kr1 en vermenigvuldigd door de coëfficient-ketens 16a, 16b, 1Ta respectievelijk 1Tb, te veranderen, zoals bij 25 &e inrichting volgens fig. 5·
Verder is de mate van convergentie van de elektronenbundels continu bij de begrenzing tussen de centrale en omtrekssecties van het op-nervlak van de weergeefbuis en bij de begrenzingen tussen de naast elkaar gelegen kwadranten en wel om dezelfde redenen als boven voor 30 fig. 2 is toegelicht. De betreffende begrenzing kan naar wens werden verschoven door de waarden van de referentiespanningen e^,., en uit de X-referentiegeneratoren 10a en 10b en van de referentiespanningen » e« e 'ait de Y-referentiegeneratorketens 11a en 11b te wijzi-gen.
790 6 1 08 20
Het is duidelijk, dat bij de inrichting, weergegeven in fig. 5, de "begrenzing tussen de centrale en omtrekssecties van het oppervlak van de weergeefbuis ook naar wens. kan worden verschoven door de waarden van de réferentiespanningen e^ en uit de X- en Y-referentie-5 generator ketens 10 respectievelijk 11 te wijzigen.
De uitdrukking "kwadrateerketen", zoals deze hier is gebruikt, heeft betrekking op een keten voor het opwekken van een uitgangsspanning, welke in hoofdzaak evenredig is met het kwadraat van een daaraan toegevoerde ingangsspanning, doch welke spanning niet'· nauwkeurig even-10 redig met het kwadraat van de ingangsspanning behoeft te wezen.
Resumerende voorziet de uitvinding in convergentie-organen voor een kleurkathodestraalbuis van het schaduwmaskertype, waarbij het weergeefoppervlak van de buis is· verdeeld in een rechthoekige of vierkante centrale sectie, waarin elektronenbundels, die in de buis wor-15 den opgewekt, op een eenvoudige wijze kunnen worden geconvergeerd, en een omtrekssectie, die de centrale sectie omgeeft en waarin de mate van convergentie van de elektronenbundels slecht is, waarbij de mate van convergentie van de elektronenbundels in centrale en omtrekssectie en ook in een linkse, een rechtse, een bovenste en een onderste sub-20 sectie, waarin de omtrekssectie verder kan zijn verdeeld onafhankelijk kan worden ingesteld. Indien gewenst kan de mate van convergentie van de elektronenbundels in vier kwadranten van de centrale sectie onafhankelijk worden ingesteld. Aangezien de convergentie van de elektronenbundels kan plaats vinden onafhankelijk van de tijdkarakteristieken van 25 de horizontale en vertikale afbuigingen van de elektronenbundels, is de uitvinding ook van toepassing op het weergeven van gekleurde beelden bij een kleurkathodestraalbuis, waarbij niet slechts een rasteraftas-ting, doch ook een willekeurige aftasting wordt gebruikt.
30 790 6 1 08

Claims (2)

1. EatLodestraalhuis-inriehting voor Let in kleur weergeven van informatie, ycorzien van een klearkathodestraalbuis van Let schaduw-maskertype met een aantal elektronenkanonnen voor Let opwekken van respectieve elektronenLnndels en een weergeefoppervlak, afbuigorganen, 5 waaraan een Χ-afouigspanning en een Y-afbuigspanning wordt toegevoerd teneinde de elektronenbundels langs een X-as en langs een Y-as van een erthogonaal Cartesisen coördinatenstelsel af te buigen teneinde informatie in kleur op Let weergeef oppervlak, weer te geven, waarbij van Let coördinaat stelsel de oorsprong in Let. midden van Let weergeefrlak is 10 gelegen en de X- en Y-assen zicL in Lorizontale en vertikale richting van Let weergeef oppervlak •uitstrekken, en. convergent ieketenorganen oa uit de X- en Y-afbuigspanningen een convergentiespanning op te wekken om de eiektronenbundels op Let weergeef oppervlak van de buis te laten •convergeren met Let kenmerk, dat de convergent ieketenorganen zijn 15 voorzien van eerste organen voor Let opwekken van tenminste twee uit— gangsspanningen, die in hoofdzaak evenredig zijn met de kwadraten van respectieve X- en Y-afbuigspanningen, tweede organen om elk van de uitgangsspanningen met een bijbehorende referentiespanning te vergelijken teneinde Let weergegeven oppervlak te verdelen in een 20 centrale sectie met zijden, evenwijdig aan de X- en Y-assen, en een cmtrekssectie, en tevens de cmtrekssectie te verdelen in een aantal voer afbepaalde ondersecties, en derde organen om uit de uitgangsspanningen uit de eerste en tweede organen een convergentiespanning op te wekken, die in de centrale en de omtreksondersecties onafhankelijk 25 instelbaar is.
2. KathsdestraalLuisinricLting volgens conclusie 1 met Let kenmerk, dat de convergent ieketenorganen zijn voorzien van een X—kwadrateer-keten, waaraan de X-afbuigspanning (e^) wordt toegevoerd teneinde een rechthoekige X-golfvormspanning (ae^J op te wekken, die in hoofdzaak 30 gelijk is aan Let kwadraat van de X-afbuigspanning (e^), vermenigvuldigd met een voorafbepaalde constante (a), een Y-kwadrateerketen, waarin de Y-afbuigspanning (ev) wordt toegevoerd teneinde een rechthoekige Y-golf- Λ — vormspanning ihev I cp te wekken, die in heefdzaak gelijk is aan Let -I 790 6 1 08 V ï kwadraat van de Y-afbuigspanning (e^) vermenigvuldigd met een vooraf- bepaalde constante (b), een X-referentiegeneratorketen voor het opwekken van een X-referentiespanning (), een Y-referentiegeneratorketen voor het opwekken van een Y-referentiespanning (e^), een X-aftrek- 5 inrichting voor het opwekken van een X-verschilspanning (e ) tussen 2 de X-golfvormspanning (ae ) en de X-referentiespanning (e_v), een A L>A Y-aftrekinrichting voor het opwekken van een Y-verschilspanning (e_„) tussen de Y-golfvormspanning (be^ ) en de Y-referent.iespanning (e^), een X-polariteitdiscriminatorketen voor het discrimineren van de pola-10 riteit van de X-verschilspanning (Dv) teneinde een X-uitgangsspanning (') op te wekken wanneer e^ = 0, zoals daardoor gediscrimineerd, een Y-polariteitdiscriminatorketen voor het discrimineren van de polariteit van de Y-verschilspanning (e^) teneinde een Y-uitgangsspanning (e^y.') op te wekken wanneer e^» 0, als daardoor gediscrimineerd, 15 een X-coëfficientketen om de X-uitgangsspanning (') met een vooraf bepaalde coëfficiënt (K^) te vermenigvuldigen teneinde een X-uitgangsspanning (') op te wekken, een Y-coëfficientketen om de Y-uitgangsspanning (&py') met een voorafbepaalde coëfficiënt (K^.) te vermenigvuldigen teneinde een Y-uitgangsspanning (Ky.e^r) op te wekken, 20 een X-optelinrichting om de X-uitgangsspanning (K^.e^') op te'tellen bij de X-golfvormspanning (ae^2) teneinde een X-somspanning (eg^) te vormen, een Y-optelinrichting om de Y-uitgangsspanning (K^.e^') op te tellen bij de Y-golfvormspanning (be^2) teneinde een Y-somspanning (e ) te vormen en een optelinrichting om de X-somspanning (e „) bij 25 de Y-somspanning (e^) op te tellen teneinde een uit gangs spanning (e^) op te wekken, die de convergentiespanning vormt.
3. Kathodestraalbuisinrichting volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de convergentieketenorganen zijn voorzien van een X-kwadrateer- keten, waaraan de X-afbuigspanning kan worden toegevoerd teneinde een 2
30 X-golfvormspanning (ae^ ^ 0p te wekken, die in hoofdzaak gelijk is aan het kwadraat van de X-afbuigspanning (e^), vermenigvuldigd met een voorafbepaalde constante (a), een Y-kwadrateerketen, waaraan de Y-afbuig-spanning (ey) kan worden toegevoerd teneinde een Y-golfvormspanning (bev ) op te wekken, die in hoofdzaak gelijk is aan het kwadraat van D c * de Y-afbuigspanning (e^) vermenigvuldigd met een voorafbepaalde constante 79 0 6 1 08 (d), een X-r ef er ent i egener at or ket en yoor het opwekken ran een X-refe- rentrescanning {e„.}, een Y-referentiegeneratorketen voor het opwek- ken van een Y-referentiespanning (e^I, een X-aftrekinrichting voor bet opwekken van een X—verschil scanning (e^} tussen de X-golfvormspanning
2. LrA 5 (ae^. } en de X-referentrespanning (e^J een Y-aftrekinrichting voor net opwekken van een Y-versckilspanning (e^) tussen de Y-golfvorn-spanning (bev2) en de I-ref erentiespanning (e^), een X-polariteit-discriminatorketen voor ket discromineren van de polariteit van de X-ver sckilsparming (e^,,) voor ket opwekken van een X-uitgangs spanning jq (θ3χ), wanneer 8^χ = 0, zoals daardoor gediscrimineerd, een Y-pola-riteitdiseriminatcrketen voor ket discrimineren van de polariteit van de Y-versckilspanning (e^) teneinde een Y-uitgangsspanning (') op te wekken wanneer = 0, als daardoor gediscrimineerd, een rechter/ linkerhelft oepalingsketen voor ket discrimineren van de polariteit van ie ket X-afbuigsignaal (e,,} en ket bepalen op welk van de rechter- of linkerhelften ter weerszijden van de Y-as de elektronenbundels invallen teneinde daardoor een uitgangssignaal te leveren, dat ket bepaalde rechtse of linkse halve vlak aangeeft, een boven/onderhelftbepaiings-keten voor het discrimineren van de polariteit van de Y-afbuigspanning 2q (ev) en het bepalen op welk van de bovenste of onderste helften ter weerszijden van de X-as de elektronenbundels invallen teneinde een uitgangssignaal op te wekken, dat het vocrafbepaaide bovenste of onderste halve vlak aangeeft, een X-coëfficientketen net twee coëfficiënten (KI... en Χ,,τ;, die voor de vertikale halve vlakken ter weerszijden van A1 A 2 de Y-as vooraf zijn bepaald, waarbij de uitgangsspanning (1) uit de X-polariteitdiscriminatorketen met een van deze coëfficiënten (X^ of iC^2) wordt vermenigvuldigd in responsie op het uitgangssignaal uit de rechter/linker-helfthepalingsketen teneinde een X-uitgangsspanning of X,^0.e?x’) op te wekken, een Y-ccëfficientketen net twee -Q coëfficiënten( rl^ en ïl^), welke voor de bovenste en onderste halve vlakken ter weerszijden van de X-as vcorafbepaaid zijn, waarbij de uitgangsspanning (eT,y'} uit de Y-polariteitdiseriminatorketen net een van de coëfficiënten (X,.. of X,.^) wordt vermenigvuldigd in responsie op het uitgangssignaal van de boven/onderhelftcepalingsketen teneinde een Y-uitgangsspanning .ev' of rl^.e '} op te wekken, een X-optel- —’/ 1 i i Jx 790 6 1 08 2k keten om de X-uitgangs spanning (K^.e^' of ') op te tellen bij de golfvormspanning (ae^) teneinde een X-somspanning (e^.) te vormen , een Y-optelinrichting om de uit gangs spanning (K^-e^' of K^.e^') op te tellen bij de I-golfvormspanning (be^) teneinde een 5 Y-somspanning (egx) te vormen, en een optelinrichting om de X-som spanning (egχ) bij de Y-somspanning (egx) op te tellen voor het opwekken van een uitgangsspanning (e_), die de convergentiespanning O vormt. . Kathodestraalbuisinrichting volgens conclusie 1 met het kenmerk, 1q dat de convergentieketenorganen zijn voorzien van een eerste polari- teitbepalingsketen om de polariteit van de X-afbuigspanning te bepalen teneinde een positieve uitgangsspanning (e„(+)) op te wekken > λ wanneer βχ = 0, zoals daardoor bepaald, en een. negatieve uitgangsspanning (e^-(-)) op te wekken wanneer βχ ^ 0, als daardoor bepaald, 15 een tweede polariteitbepalingsketen om de polariteit van de Y-afbuig- spanning (βχ) te bepalen teneinde een positieve uitgangsspanning (εχ(+)) op te wekken wanneer de Y-afbuigspanning (βχ) een positieve waarde of een waarde nul heeft, als daardoor bepaald, en een negatieve uitgangsspanning (e^(-)) op te wekken wanneer de Y-afbuigspan-20 ning (βχ) een negatieve waarde heeft, als daardoor bepaald, een eerste, een tweede, een derde en een vierde kwadrateerketen voor het opwekken van een eerste, een tweede, een derde en een vierde golfvormspanning 2 2 2 2 (a^ex ( + ), a2ex (-), b^e^ (+) en.bge^ (-)) die in hoofdzaak gelijk zijn aan het kwadraad van de uitgangsspanningen (θχ(+), εχ(-), 25 βχ(+) en βγ(-)) vermenigvuldigd met voorafbepaalde respectieve factoren (a^ a2, b^, hg)', een eerste, een tweede, een derde en een vierde referentiegeneratorketen voor het opwekken van een eerste, een tweede, een derde en een vierde referentiespanning (egx^, egx2, en egX2), een eerste, een tweede, een derde en een vierde aftrek- 30 inrichting voor het opwekken van een eerste verschilspanning (e^ ) tussen de eerste golfvormspanning (a1εχ2(+]) en de eerste referentie- spanning (], een tweede verschilspanning (β^χ?) tussen de tweede golfvormspanning (a2ex^(-)) en de tweede referentiespanning (e^X2), een derde verschilspanning (e^Y1) tussen de derde golfvormspanning 2 ^ 35 (b^e^ (+)) en de derde referentiespanning (eQyj)j en esn vierde 7906108 2 verschilspanning tussen de vierde golfvomspanning (ΐ·2βγ (**)) en de vierde referentiespanning (e^.p(—)), een eerste, een tweede, een derde en een vierde poiariteitdiscriminatorketen voor het discrimineren van een polariteit van de eerste, tweede, derde en vierde versch.il-5 spanningen (e^, e^xg, e.^ en e^^i voor het opwekken van een eerste, een tweede, een derde en een vierde uitgangssignaal (', e^g', *3ϊΐ' “ W1 TK1 ? °» ¾X2 2 °’ eDÏ1 ' 0 en eDï2 * °> als daardoor "bepaald, een eerste, een tweede, een derde en een vierde coëfficiëntketen om de eerste, tweede, derde en vierde uitgangsspanningen 10 (er,xi' > eUX21 * ®qyi * en epv2’ ) te vermenigvuldigen met een eerste, een tweede, een derde en een vierde coëfficiënt (X^ , K^p, en K,^) voor het opwekken van een eerste, een tweede, een derde en een vierde uitgangsspanning (X^ .e^ ', K^.e^’ en^·^')» een eerste, een tweede, een derde en een vierde optelinricnting cm de eerste, tweede, derde en vierde uitgangsspanningen .eDX11, ^ΐ,ερντ’ ^γ2*“DY2 ^ op te tellen bij de eerste, tweede, derde en vierde golf-2 2 2 2 vornsparnirgen (a®, (+J, a “. {-), b1ev (+) en b ev (-)} voor het vermen van een eerste, een tweede, een derde en een vierde sonspanning (ecry.1, e„0, WA i p0 e3V;I en e^), en een optelinrichting om de semspanningen (e^ , egX2, eQV.^ en egVp} bij elkaar op te tellen voor het verschaffen van een uitgangsspanning (e„}, die de convergentiespanning vormt. """ ü 790 6 1 08
NL7906108A 1978-08-31 1979-08-09 Kathodestraalbuisinrichting. NL7906108A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
JP10711978 1978-08-31
JP10711978A JPS5534552A (en) 1978-08-31 1978-08-31 Cathode-ray tube device

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL7906108A true NL7906108A (nl) 1980-03-04

Family

ID=14450957

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL7906108A NL7906108A (nl) 1978-08-31 1979-08-09 Kathodestraalbuisinrichting.

Country Status (7)

Country Link
US (1) US4331906A (nl)
JP (1) JPS5534552A (nl)
DE (1) DE2943034C1 (nl)
GB (1) GB2048023B (nl)
NL (1) NL7906108A (nl)
SE (1) SE438938B (nl)
WO (1) WO1980000518A1 (nl)

Families Citing this family (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4385259A (en) * 1980-12-24 1983-05-24 Sperry Corporation Dynamic convergence control apparatus for shadow mask CRT displays
JPS5820192B2 (ja) * 1981-02-19 1983-04-21 テクトロニクス、インコ−ポレイテツド コンバ−ジエンス制御装置
US4422019A (en) * 1982-07-12 1983-12-20 Tektronix, Inc. Apparatus for providing vertical as well as horizontal smoothing of convergence correction signals in a digital convergence system
JPS6112191A (ja) * 1984-06-28 1986-01-20 Sony Corp デジタルコンバ−ジエンス装置
JPS63155290U (nl) * 1987-03-31 1988-10-12
DE3729676A1 (de) * 1987-09-04 1989-03-23 Thomson Brandt Gmbh Schaltungsanordnung zur korrektur von geometrieverzerrungen
DE3732002A1 (de) * 1987-09-23 1989-04-06 Gerald Dipl Phys Meyer Farbfernsehprojektionseinrichtung mit selbsttaetiger korrektur von bildgeometrie und farbkonvergenz
DE3814986A1 (de) * 1988-05-03 1989-11-16 Bosch Gmbh Robert Schaltungsanordnung und verfahren zur konvergenzkorrektur
US6135375A (en) * 1998-04-03 2000-10-24 Progressive International Corp. Pyramidal food grater
US8308091B2 (en) 2010-10-05 2012-11-13 Progressive International Corporation Offset blade grater
US8403243B2 (en) 2010-10-05 2013-03-26 Progressive International Corporation V-blade grater

Family Cites Families (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL148441B (nl) * 1969-07-09 1976-01-15 Philips Nv Kleurentelevisieweergeefinrichting voorzien van een elektronenstraalbuis, alsmede afbuigspoelenstelsel voor toepassing daarin.
GB1353002A (en) * 1970-04-27 1974-05-15 Rca Corp Active vertical convergence circuit
FR2129047A5 (nl) * 1971-03-12 1972-10-27 Oceanic
IT949972B (it) * 1971-03-12 1973-06-11 Int Standard Electric Corp Perfezionamento ai complessi di convergenza per tubi televisivi a colori
US3891889A (en) * 1972-09-08 1975-06-24 Singer Co Color convergence apparatus for a color television tube
US3942067A (en) * 1974-06-21 1976-03-02 General Electric Company Multi-gun cathode ray tube convergence system
JPS52126124A (en) * 1976-04-15 1977-10-22 Mitsubishi Electric Corp Deflection device
JPS52129226A (en) * 1976-04-22 1977-10-29 Mitsubishi Electric Corp Deflection unit
JPS52147016A (en) * 1976-06-01 1977-12-07 Mitsubishi Electric Corp Convergence device

Also Published As

Publication number Publication date
US4331906A (en) 1982-05-25
GB2048023A (en) 1980-12-03
GB2048023B (en) 1983-04-20
DE2943034C1 (de) 1983-01-27
WO1980000518A1 (en) 1980-03-20
JPS5534552A (en) 1980-03-11
SE7909428L (sv) 1980-03-01
SE438938B (sv) 1985-05-13

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL7906108A (nl) Kathodestraalbuisinrichting.
US20070024528A1 (en) Image forming method and charged particle beam apparatus
US2165028A (en) Television and the like system employing cathode ray tubes
US20140110596A1 (en) Apparatus for treating ion beam
US2705258A (en) Color television camera
US3467881A (en) Color picture tube
US4556823A (en) Multi-function charged particle apparatus
EP0030595B1 (en) Correction apparatus for a cathode-ray tube
US4939413A (en) Flat type cathode ray tube
JPH038056B2 (nl)
CA1233868A (en) Electron gun for a color display apparatus
EP0238083B1 (en) Display device and method of driving the same
NL8006372A (nl) Kleurentelevisiebeeldbuis.
US2302311A (en) Electronic system
US2831918A (en) Color image reproducing apparatus
US4745344A (en) Flat plate-shaped cathode ray tube
KR950025834A (ko) 컬러 crt용 멀티-빔 군 전자총
US5017829A (en) Framing camera
US4620134A (en) Cathode-ray tube
US2926283A (en) Colour-television cathode-ray tube
US3638064A (en) Convergence deflection system for a color picture tube
US3005127A (en) Electronic device
EP0191596A3 (en) Apparatus and method for scanning a flat screen cathode ray tube
NL8102982A (nl) Veel-kleuren kathodestraalbuis met een kwadrupolaire, scherp stellende, kleurkiezende constructie.
NL8103112A (nl) Kathodestraalbuis met een kwadrupolair scherpstellende, kleurkiezende constructie.

Legal Events

Date Code Title Description
A1A A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed