NL7905215A - Moer met een begrensd aandraaikoppel. - Google Patents

Description

I J **/ —**ƒ / wUi

— 1 — L

N

i' ,

Aanvraagster: LA TELT5MEC ANIQUB ELECTEIQÜE te Hanterre, frankrijk,

Titel: Heer met een 'begrensd aandraaikoppel.

he uitvinding beeft betrekking op een metalen moer met een begrensd aandraaikeppel, omvattende een eerste deelr me Ineen van— - — schroefdraad voorzien boorgat, «elk deel via een ringvormig deel, dat ten opzichte van de nattige doorsnede van de moer een kleine door-5 snede heeft, is verbonden met een tweede in het axiale verlengde hiervan gelegen deel, dat is voorzien van een inwendige holte zonder schroefdraad, en oppervlakken heeft die kunnen samenwerken met een be * ves tigingswerktuig·

Sen dergelijke moer vertoont bepaalde nadelen wanneer men 10 deze bij elektrische apparaten wenst toe te passen, zoals bijvoorbeeld bij het aanbrengen van een juiste verbinding voor het maken van een goed» elektrisch kontakt op een verzamelrails»

Vanneer men dergelijke moeren toepast, kan het niet van schroefdraad voorziene deel, dat door afschuiving in het verzwakte ge·· 15 bied loskomt, uit het gereedschap vallen, en in niet toegankelijke delen van het apparaat vallen, waar onder spanning staande organen aanwezig zijn, en zodoende kortsluiting veroorzaken op het moment dat het apparaat in werking wordt gesteld»

Leze mogelijkheid is des te gevaarlijker wanneer de moeren 20 in een werkplaats worden gebruikt door een niet gespecialiseerd personeelslid, die de gevaren van een dergelijke situatie niet onderkent. Bovendien maakt het feit dat elektrische schakelkasten in afzonderlijJ:e delen worden geleverd teneinde aan speciale behoeften te kunnen voldoen, het noodzakelijk dat er speciale maatregelen worden getroffen o:' 25 eenvoudige bestanddelen worden gebruikt, waardoor de monteurs de kwaliteit van hun werk garanderen en wel bij voorkeur zonder dat er speciaal gereedschap zoals momentsleutels nodig zijn» Tot slot is het in het algemeen gewenst te kunnen controleren of later pogingen zijn ondernomen om de moeren los of weer vast te maken.

30 De uitvinding beoogt een moer te verschaffen met een begrensd aandraaikoppel waarbij de hierboven genoemde nadelen worden vermeden, 790 52 15

'T

' - 2 - -k.

of in belangrijke mate worden verminderd, en beoogt vervolgens op een· voudige wijze een bevestigingsmiddel te verschaffen, dat bij het gebruik geen speciale aandacht van de gebruiker vraagt en voordelen bieit ten opzichte van de bekende stand der techniek· 5 Deze oogmerken worden volgens de uitvinding bereikt, door dat een isolerend omhulsel zich continu uitstrekt vanaf de buitenzijd» van het eerste deel naar het tweede deel, welk isolerend omhulsel enerzijds aan de twee delen is gehecht zodat de beide delen nadat ze zijn gescheiden worden vast gehouden en het omhulsel anderzijds een 10 dikte heeft, die voldoende klein is om te kunnen worden doorgeknipt of doorgesneden ter hoogte van een insnoering van het ringvormige dee l. De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening·

Fig· 1 toont een eerste uitvoeringsvorm van een moer vol-13 gens de uitvinding·

Fig. 2 toont een tweede uitvoeringsvorm van de moer·

Fig. 3 toont een variant van de moer in kombinatie met de beide vorige uitvoeringsvormen·

Fig. 1 toont een metalen moer 5, die in hoofdzaak bestaat 20 uit een eerste deel 1 met een van schroefdraad 4 voorzien boorgat, en een in het axiale verlengde hiervan gelegen tweede deel 2, dat is voorzien van een inwendige holte 6, zonder schroefdraad met een diameter die groter is dan die van de (niet weergegeven) bout, die in het van schroefdraad voorziene gedeelte kan worden gedraaid, alsmede uit een 25 deel 3» dat de twee hiervoor genoemde delen verbindt· Dankzij de aanwezigheid van een aan de buitenzijde aangebrachte insnoering 8, is de ringvormige doorsnede van het deel 3 klein ten opzichte van de nuttig» doorsnede van het eerste deel· Wanneer op het tweede deel een bepaald aandraaikoppel zal worden uitgeoefend, zal het deel 3 door de torsie-30 krachten worden stokgedraaid·

Eet uitwendige oppervlak van de moer is bedekt door een omhulsel 31 van een isolerend plastisch materiaal met een geringe dikte, dat zich uitsfcekt van het eerste deel naar het tweede deel en de contouren van de insnoering 8 volgt· Dit omhulsel, dat kan worden opge-35 goten, of kan zijn aangebracht door gebruik te maken van een thermisc i ïrrimpmateriaal, is met geschifte middelen aan de twee delen gehecht· 7905215 - 3 - *" ,

In het in de tekening weergegeven voorbeeld, heeft het onderste deel 9 van het omhulsel aan de onderzijde een ringvormig oppervlak, dat ontstaat door een verkleining van de hoi tendiameter 20 welke verkleining grenst aan het aandrukvlak 23 van de moer, terwijl het bovenste 3 deel 7 van het omhulsel 10 zich uitstrekt tot aan het oppervlak 29 dat tegenover het aandrukvlak 23 is gelegen· De vlakke kanten van de. moei zoals 21 vormen bijvoorbeeld een zeskan tig prisma en kunnen zijn aangebracht op het tweede deel zodat het aandraaien met behulp van een vlakke sleutel kan geschieden· 10 Het omhulsel 31» dat de uitwendige vormen van dit deel en dus de vlakke kanten nauw omsluit, vormt dus een verbinding tassen een sleutel en de vlakke kanten, waarbij rekening wordt gehouden met een bepaalde verbrijzeling van het materiaal van het omhulsel. Sen ringvormige rand 31 kan bovendien dienst doen als axiale aanslag voor 13 de sleutel· Indien het tweede deel los komt van het eerste deel, kunnen zich twee situaties voordoen: ** in een eerste geval heeft de gebruiker de beweging van de sleutel op het moment van losscheuren niet in de hand, en veroorzaakt de kracht, die hij op dit moment nog uitoefent bovendien het doorscheurea 20 van het omhulsel 31 ter plaatse van de insnoering 8; als het tweede d»el vervolgens uit de sleutel valt en in een niet toegankelijke ruimte terecht komt, levert dit dankzij de isolerende eigenschappen van het omhulsel praktisch geen gevaar op; - in een tweede geval, kan de gebruiker zijn beweging wel 23 in de hand houden en als geen enkele bijzondere reden het wegnemen van het tweede deel rechtvaardigt, zoals bijvoorbeeld het plaatsgebrec, blijft dit deel via het bovenste deel 7 van het omhulsel vast zitten, en kan zodoende niet in een ontoegankelijk deel van de installatie terecht komen· 30 Indien het gewenst is om te kunnen controleren of de moer na te zijn bevestigd nog is verdraaid, kan men door een onderzoek van het onderste oppervlak 9 van het omhulsel constateren of hier wel of niet via een werktuig een aandraaikoppe 1 is uitgeoefend voor het meenemen van het binnenste oppervlak 27 van het eerste deel» 35 In de in fig· 2 weergegeven uitvoeringsvorm, is een moer 1 5 -gnrrpgifln van bot eera-fca daal 11 ar» van aan tweede deel 12, welke deleb.

7905215 --%/ _ 4_ ó7 zijn gescheiden door een deel 13 met een kleinere doorsnede· Hierbij is het eerste deel eveneens voorzien van een van schroefdraad 14 voorziene opening terwijl het tweede deel is voorzien van een holte 16.

3 Het uitwendige oppervlak van het tweede deel is voorzien van vlakke kanten 22 en van een ringvormige vernauwing 25» die is gelegen naast een insnoering 18» die gelijk is aan de insnoering 8.

Het isolerende omhulsel 32 strekt zich vanaf de genoemde vernauwing uit tot het onderste vlak 26 en vult de gehele insnoering 18.

10 Zelfs indien een niet ongewenste kracht op het omhulsel z<u worden uitgeoefend» loopt deze minder gevaar om los te scheuren» en het tweede deel zal op zijn plaats blijven, later kan het omhulsel ter hoogte van het deel 18 hoe dan ook worden losgeknipt of gesneden» indien speciale redenen dit noodzakelijk maken.

15 In een in fig. 3 weergegeven variant» waarin de linker helft overeenkomt met een moer van het eerste type» terwijl het rechter deel overeenkomt met een moer van het tweede type» is de inwendige holte 30 voorzien van vlakke kanten» welke holte een insteeksleutel met bijvoorbeeld een zeskantige doorsnede kan opnemen· In deze uit-20 voering» kan het omhulsel 33 liet gehele buitenoppervlak van het tweede deel omsluiten» zoals in de tekening is weergegeven.

-Conclusies - 790 5 2 15

Claims (1)

1. - 5 - o »* , 1* Moer met een begrensd aandraaikoppel omvattende een eerste deel met een van schroefdraad voorzien boorgat, welk deel via een ringvormig deel, dat ten opzichte van de nuttige doorsnede'van ' de moer een kleine doorsnede heeft, is verbonden met een tweede in 5 het axiale verlengde hiervan gelegenjdeel, dat is voorzien van een inwendige holte zonder schroefdraad, en oppervlakken heeft, die kunnen samenwerken met een bevestigingswerktuig, met het kenmerk, dat een isolerend omhulsel (31*32) zich continu uitstrekt vanaf de buitenzijde van het eerste deel (1*11) naar het tweede deel 10 (2,12) welk isolerend omhuleel enerzijds aan de twee delen is gehecht, zodat de beide delen nadat ze zijn gescheiden worden vast gehouden en het omhulsel anderzijds een dikte heeft, d£e voldoende klein is om te kunnen worden doorgeknipt of doorgesneden ter hoogte van een insnoering (8,18) van het ringvormige deel (3*13)· 13 2« Moer volgens conclusie 1,met hetkenmerk, dat het omhulsel (31) een uitwendige insnoering (8) volgt, die de twen . delen (1*2) scheidt ter hoogte van het ringvormige deel (3) en de vlakke aangrijpikanten voor een werktuig bedekt, die op het tweede deei. (2) zijn aangebracht· 20 3o Moer volgens conclusie 1,met het kenmerk, dat het omhulsel (32) de gehele uitwendige insnoering (18) vult, welko insnoering de twee delen (11,12) scheidt en het omhulsel in een tweede vernauwing (23) steekt die in het tweede deel (12) is aangebracht, zonder de vlakke kanten (22) van het tweede deel te bedekken· 23 4· Moer volgens conclusie 1,met het kenmerk, dat de inwendige holte (30) van het tweede deel is voorzien van vlakke kanten, die kunnen samenwerken met een bevestigingswerktuig· mss 790 5 2 15