NL7904491A - Wegwerpstofmasker. - Google Patents

Description

4 rv ' I t? -- A T "7 \ v · - 7-904AQi'HSifi ”% ivVaa^Bi j TO 7690 ' ___________ r~· 1111 ‘ American Cjanamid Company, • Wayne, New Jersey, Terenigde Staten van Amerika.

r

Wegwerpstofmasker.

De uitvinding heeft betrekking op een wegwerpstofmasker om werknemers bescherming te bieden bij de ademhaling tegen . ! pneumoconiosis en fibrosis gevende stoffen. Meer in het bijzonder j , • ; heeft de uitvinding betrekking op een masker van dit type, die ge-5 kenmerkt wordt door een zelfopenende uitvoering, het zich in de • open stand van de mondveg uitstrekken, een gemakkelijke vervaar- ; digbaarheid, geringe kosten en een uitgestrekt oppervlaktegebied ! _ - - - ! voor een langdurige levensduur.

s Filtermaskers zijn reeds zeer lang toegepast om de _ 10 : verspreiding van micre-organismen uit het ademhalingssysteem van medisch personeel, dat betrokken is bij werkzaamheden waarbij : aseptische omstandigheden noodzakelijk zijn, bijv., chirurgie, : tegen te gaan. Deze maskers hebben in het algemeen de neiging om rond de neus en de mond van de drager bij het inademen in te vallen, * 15 in het. bijzonder na een betrekkelijk korte gebruiksperiode wanneer het- filtermedium nat is geworden door het vocht in de adem van de drager. Dit inzakken rond de neus en mond van de drager is niet alleen oncomfortabel en hinderlijk, maar het vermindert eveneens de doelmatigheid van de filtratie van het masker doordat een groter 20 volume lucht door het kleinere oppervlaktegebied van het masker wordt gedwongen. Ook moeten deze maskers door de chirurg of de verpleegster worden open geduwd om werkzaam te zijn.

Een chirurgische ingreep duurt echter gewoonlijk slechts kort en deze nadelen zijn derhalve niet erg nadelig be-25 vonden bij het gebruik van dergelijke maskers.-Toorbeelden van dergelijke maskers zijn beschreven in de Amerikaanse octrooischrif-ten 5*971.369» 3,884.227, 3.736,928, 3·6ΐ3.678, en andere.

De recente vereisten volgens het National Institute for Occupational Safety and Health (NIOSE) voor stofmaskers voor werknemers in de industrie, die zijn blootgesteld aan pneumoconiosis \ \ 790 4491

Ocrspr.

> - 2 -

V

fibrosis gevende stoffen, betekent, dat betrekkelijk ongeschoolde mensen gebruik moeten maken van de maskers gedurende lange tijdsperioden. Als zodanig worden de nadelen van de eerder genoemde chirurgische maskers belangrijk en moeten zij worden overwonnen, 5 zodat een werknemer zichzelf niet-in gevaar brengt door zijn masker niet te dragen. ,

Derhalve- is het een doel van de uitvinding om'een stofmasker te verschaffen, dat geen van de nadelen van gebruikelijke chirugische maskers bezit.

1Ó Een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een stofmasker, dat uitgevoerd is om automatisch te openen " — .tot zijn maximale filtergebied enkel en alleen door het aanbrengen van een masker op het gezicht.

ÏTog een ander doel van de uitvinding isbe t verschaf-15 . f en van een stof masker,, dat een universele anatomische pasvorm heeft,, die comfortabel is bij het dragen.

Deze en andere doeleinden en kenmerken van de uitvinding zullen uit de onderstaande beschrijving en uit de conclusies, tezamen met de tekening, duidelijk worden.

20 Figuur Ί is een aanzicht van het stofmasker bij het dragen daarvan.

Figuur 2 is een aanzicht in perspectief, gezien vanaf de onderzijde van het stofmasker van figuur 1 in zijn gedeeltelijk open stand, terwijl het bovenste gedeelte ervan gedeelte-25 lijk weggebroken en in doorsnede wordt getoond.

Figuur 3 is een aanzicht in perspectief van het stofmasker volgens figuur 1 in open toestand, gezien vanaf de bovenzijde.

De uitvinding wordt nader toegelicht onder vervij-30 zing naar de figuren, waarin gelijke delen met gelijke nummers zijn aangetoond.

Met betrekking tot de uitvoering volgens figuren 1-3, wordt het stofmasker gewoonlijk volgens 10 getoond en is het vervaardigd uit een gewoonlijk vlak segment van een filtermedium 35 met een horizontale en vertikale dimensie. Het filtermedium wordt o | 790 4491 —£ _ 3 _ .gevouwen in de^.horizontale richting ter vorming van tegenovergestelde vlakken 14 en 16 en voor het verkrijgen van een plooi 18 centraal/ ten aanzien van de tegenover elkaar liggende vlakken, die het fil-termedium in vertikale richting verkort. Sik van de tegenover elkaar 5 liggende vlakken 14 en 16 heeft tenminste een extra piepel 20 en -22". die het filtermedium in de vertikale richting verder verkorten.

Alle plooien strekken zich zijwaarts uit en worden samengevoegd met de ^randen 24 en 26 van het stofmasker door middel van geschikte middelen, bijv. door plakken door verhitting.

10 2e- plooien zijn zodanig aangebracht, dat de centrale plooi 18 korter is in horizontale richting dan de extra plooien 20 en 22,. die, op hun beurt, korter zijn in horizontale richting dan de maximale horizontale afmeting van het filtermedium.· Dit betekent, dat de randen 24 en 26 taps weglopen vanaf de opening van het mas-15 ker. Als resultaat van de rangschikking van de plooien 18, 20 en 22 expandeert het masker zelf bij opening en bestaat er niet de noodzaak voor de drager om elke keer wanneer het masker wordt gebruikt een ademzak uit te duwen.

De bovenrand van het filtermedium omvat een gebruike-20 lijke meegevend deformeerbare strip 28, die dient om selectief de bovenrand van het filtermedium aan de neuscontouren van de drager 30 aan te passen. Zoals in figügr 2 en 3 wordt getoond, is de strip 28 bij voorkeur ingebed in het tegenovergestelde vlak 14, hoewel het op het oppervlak daarvan kan zitten. Bij voorkeur is de strip 25 een met draad versterkte kunststofstrip.

Eet masker 10 is voorzien van bevestigingsmiddelen 32 vo.or een betrouwbare bevestiging aan dedrager 30· Bijvoorkeur worden elastische banden gebruikt om een comfortabele bevestiging rond de oren van de drager te verschaffen.

30 De uitwendige configuratie van het masker 10 wordt bij voorkeur voltooid door dubbele omgeslagen delen 34en 36 over resp. de onder- en bovenranden.

Meer in hetbijzonder uit figuur 3 blijkt, dat het stofmasker 10 zelfexpanderend is tot zijn open niet-afsluitbare toestand 35 door het enkel trekken aan de boven- en onderranden van het masker.

j 790 4 4 91 4 Λ

V

_ 4 _

Wanneer het maskefc niet in gebruik is, kan het gemakkelijk in zijn oorspronkelijke platte vorm worden bewaard.

Als resultaat van de uitvoering van het masker is .het mogelijk om een betrekkelijk groot filteroppervlak te realise-5 ren, dat beschikbaar is voor filtratie zonder dat het nodig is voor de drager om meer te doen dan aan de elastische banden te trekken. en het masker over zijn mond en neus aan te brengen, terwijl het tegelijkertijd tot betrekkelijk kleine afmetingen kan worden opge-vouwen, waardoor het gemakkelijk kan worden bewaard, vervoerd, ge- 10 hanteerd, enz. Bij voorkeur heeft het filtermedium 12 een oorspron- ~ 2 kelijk oppervlaktegebied van ongeveer 450-485^011. om-.....een masker te verschaffen met een voldoende levensduur om tevoldoen aan de vereisten van het National Institute for Occupational. Safety and Health.

Be uitvinding' kan in andere specifieke vormen wor-15 den. belichaamd zonder dat buiten het kader van de uitvinding wordt getreden. De beschreven uitvoeringsvormen zijn slechts gegeven ter toelichting en beperken derhalve het kader van de uitvinding niet.

Het kader van de uitvinding wordt 'derhalve veeleer aangegeven door de conclusie dan door de voorgaande beschrijving.

20 ' s \

V

790 44 91

Claims (4)

1. Stofmasker, geschikt om te worden gedragen op het^gezicht van. een drager·, waarbij het masker omvati a) een aanvankelijk gewoonlijk plat oppervlak van een intermedium, 5 dat een vertikale en horizontale dimensie heeft, gevouwen in de ' horizontale richting tervorming van tegenover elkaar liggende boven- : en ondervlakken, een horizontale in hoofdzaak centrale plooi heeft.-· :ten opzichte van de tegenover elkaar liggende vlakken om het filter-medium in dewsrtikale richting te verkorten, tenminste een extra 10 horizontale plooi heeft in elk van de genoemde tegenover elkaar : liggende vlakken, waarin dejjenoemde centrale plooi tezamen met de •genoemde plooien in de tegenover elkaar gelegen vlakken een vrijstaande zak vormen, waarin'.de centrale plooi korter is in horizon-; tale richting ten opzichte van de plooien in de tegenover gelegen 15 .vlakken die elk korter zijn in horizontale richting ten aanzien. van de maximum horizontale afmeting van het filtermedium, en de tegenover elkaar gelegen vlakken vertikaal bij de uiteinden van elk van de genoemde plooien zijn verbonden: b) meegevend deformerende en aanpassende middelen, die zich ten-20 minste gedeeltelijk horizontaal uitstrekken over het bovenste gedeelte van het gezicht, die het mogelijk maken om de vorm aan te passen aan het gezicht rond de omtrek van de neus van de drager: en c) bevestigingsmiddelen voor een verwijderbare bevestiging van het 25 masker op het gezicht van de drager.

2. Stofmasker volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat elk van de tegenover elkaar liggende vlakken een plooi bezit. 5» Stofmasker volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het filtermedium een beginoppervlak heeft van ongeveer 450-2 30 485 cm .

4. Stofmasker volgens conclusie 1, met het kenmerk, ƒ dat de meegevend deformerende aanpassendem.dialen zijn opgenomen in het tegenover-gestelde vlak.

5· Stofmasker met een in het algemeen bootvormige * 35 configuratie en geschikt voor een bevestiging over de mond en neus * * «1 790 4491 _6’ _ van een drager, waarbij de onderzijde van het masker en elk van de zijden een plooi hebben, waarbij de gevouwen rand van de plooi naar het gelaat van de drager is toegekeerd, waarbij de zijden van het masker zodanig' met elkaar zijn verbonden, - 5 dat de twee daarbij resulterende randen naar elkaar toe hellen om de plooien open te maken om een groter oppervlak van het masker te verkrijgen en om het maskeroppervlak weg te houden van het gezicht van de drager,. middelen aanwezig zijn voor- het aanpassen van het masker aan de eon— 10 touren van de neus van de drager en middelen aanwezig, zijn voor het bevestigen van het masker aan het hoofd van de drager- — — f \__.;j i'i 790 4491 i