NL7810873A

NL7810873A - Maaiinrichting.

Info

Publication number: NL7810873A
Application number: NL7810873A
Authority: NL
Original assignee: Multinorm Bv
Priority date: 1978-11-01
Filing date: 1978-11-01
Publication date: 1980-05-06
Also published as: FR2440145B1; DE2943619A1; GB2034567B; FR2440145A1; NZ191990A; JPS5568207A; DK457079A; YU262979A; BR7907149A; US4267688A; AU5226579A; GB2034567A; ES485573A1; SE7909013L

Description

1 .

^ >*, ' ·* * Μ Κοη/ΗΗ,389 _____ ____________________________________...

MULTINORM B.V. te Nieuw-Vennep Maalinrichting ________

De uitvinding betreft een maalinrichting, omvattende een freem, door het freem gedragen, in een liggend vlak bewegende maaiorganen en ten minste een om een rotatieaslijn roteerbaar in het freem gelegerde rotor voor het transpor-5 teren van afgesneden gewas, welke rotor ten minste een drager en ten minste een om een zwenkaslijn zwenkbaar met de drager verbonden, het gewas aangrijpende meenemer omvat.

Een dergelijke maalinrichting is bekend.

Wanneer de meenemer op gewas aangrijpt, wordt de 10 meenemer ten opzichte van de drager tegen de rotatierichting van de rotor in uit het zich door de zwenkaslijn uitstrekkende, radiale vlak gedrongen door de gewasweerstand die de meenemer ontmoet. De diameter van de rotor wordt hierdoor verkleind, hetgeen de transportwerking en de het gewas kneuzende 15 werking van de rotor vermindert.

De uitvinding heeft ten doel de kneuzende werking van de rotor te verbeteren. Daartoe draagt~5i3“"de maalinrichting volgens de uitvinding de meenemer aan zijn vrije einde ba H as tï----1----— —— --------- 20 Bij voorkeur is de ballast langs een cirkelboog van de meenemer aangebracht. Dan bevindt de werkzame ballast zich op een zo effektief mogelijke plaats.

Een sterke, betrekkelijk lichte en toch zeer ef-fektvolle meenemer wordt verkregen, indien deze in hoofdzaak 25 sektorvormig is.

In dit opzicht is nog sterker te prefereren een meenemer die uit een scharnierbus met een in hoofdzaak sek-torvormige schijf met verdikte randen bestaat.

Ten einde de terugslagkleppen van de geballaste 30 meenemer zonder beschadiging daarvan op te vangen, heeft bij voorkeur de meenemer een boogvormig aanslagstuk, dat is aangepast aan de omtrek van de drager van de rotor.

7810873 2

Ten einde te vermijden, dat vreemde voorwerpen, zoals stenen, zich tussen op elkaar volgende meenemers vastzetten, is bij voorkeur de meenemer elastisch uit zijn vlak buigzaam.

5 Een goedkope meenemer ontstaat, indien deze een monoliet is, waarbij een scharnierbus is aangevormd.

Opdat men bij een eventueel beschadigde meenemer niet een gehele, zich over de lengte van de rotor uitstrekkende reeks meenemers hoeft te demonteren, heeft bij voorkeur 10 de rotor zowel aan haar einden als tussen haar einden schar-nierassteunen, zijn telkens tussen twee scharnierassteunen scharnierassen opgenomen, die een kortere lengte hebben dan de lengte van de rotor en is een veelvoud van elk een groep meenemers dragende scharnierassen over de rotoromtrek ver-15 deeld.

Ten einde de massa's van de ballast van meerdere meenemers tegelijk te kunnen benutten, is een groep meenemers onderling gekoppeld middels in elkaar grijpende, aan de einden van de scharnierbussen aangebrachte koppelelementen.

20. De uitvinding zal in de hierna volgende beschrij ving aan de hand van een tekening van een voorkeursuitvoeringsvorm van een maalinrichting volgens de uitvinding worden verduidelijkt.

In de tekening stellen voor: 25 figuur 1 een perspektivisch achteraanzicht van deze maalinrichting, figuur 2 op grotere schaal een doorsnede over de lijn II-II van figuur 1, figuur 3 op grotere schaal een perspektivische 30 tekening van een meenemer, en figuur 4 op grotere schaal een schematisch aanzicht van een meenemer, zoals deze in een bedrijfsstand ten opzichte van de drager is gepositioneerd.

De maalinrichting 1 volgens de uitvinding omvat een 35 freem 6, een langgerekt, zich dwars op de voortbewegings-richting 2 van de maalinrichting 1 uitstrekkend huis 3 van 7810873 * V .

" .3 ; een tandwieldrijfwerk 20, van welk huis 3 de einden aan het freem 6 zijn bevestigd, vier roterend aan het huis 3 gelegerde, boven het huis 3 opgestelde, om staande aslijnen 26 roterende maaiorga-5 nen 7, elk bestaande uit een meshouder 4 en daaraan bevestigde messen 5, en een om een liggende rotatieaslijn 8 roteerbaar in het freem 6 gelegerde rotor 9 voor het transporteren van afgesneden gewas 24.

10 De rotor 9 omvat een drager 10 en acht groepen van op het afgesneden gewas 24 aangrijpende meenemers 11. Voor elke groep meenemers 11 heeft de drager 10 een zich in langs-richting uitstrekkende scharnieras 12, waarop de meenemers 11 om een liggende zwenkaslijn 13 zwenkbaar met de drager 10 15 zijn verbonden. Elke meenemer 11 is in hoofdzaak sektorvormig en omvat een op een scharnieras 12 geschoven scharnierbus 17.

Volgens de uitvinding draagt elke meenemer 11 aan zijn vrije einde ballast 27 die is aangebracht langs een buitenste cirkelboog 28. De meenemer 11 is als een monoliet ver- 20 vaardigd van een slijtvaste.kunststof» bijvoorbeeld polyami- _ —. .......

de, met een door spuitgieten aangevormde scharnierbus 17. De meenemer 11 bestaat in hoofdzaak uit een sektvormige schijf met verdikte randen, waarvan de in draairichting 14 van de rotor 9 gezien achterste, zich radiaal uitstrekkende rand 29 25 breder is dan de voorrand 30. De in de draairichting 14 gezien voorste buitenpunt 31 van de meenemer 11 is breder dan de radiale voorrand 30. De beschreven meenemer 11 is elastisch vervormbaar uit zijn vlak tot in de met streeplijnen in figuur 1 aangegeven stand 11', opdat een vreemd voorwerp 30 35, zoals een steen, dat tussen twee naburige meenemers 11 is geraakt, er tussen uit kan ontwijken. De achterrand 29 heeft een boogvormig aanslagstuk 32, dat is aangepast aan de ronde omtrek van de asvormige drager 10 van de rotor 9.

( De rotor 9 heeft zowel aan haar einden als tussen 35 haar einden oorvormige, radiale, aan de drager 10 gelaste scharnierassteunen 33, waarbij telkens tussen twee opvolgende scharnierassteunen 33 scharnierassen 12 zijn opgenomen, die 7810873 .., 4 - een kortere lengte hebben dan de lengte van dé~ rotor 9.” De scharnierassen 12 zijn gelijkmatig over de rotororatrek verdeeld en dragen elk een groep van meenemers 11 die onderling gekoppeld zijn middels in elkaar grijpende, aan de einden van 5 de scharnierbussen 17 aangevormde, boogvormige koppelelemen-ten 34, zodat zij als groep gezamenlijk ten opzichte van hun scharnieras 12 zwenken en de totale ballast van deze meenemers 11 ter beschikking staat voor het bewerken van gewas. Om de rotor 9 is een aan het freem 6 bevestigde kap 19 aange-10 bracht.

De grote centrifugale kracht die voor een belangrijk deel aan de ballast 27 wordt ontleend, houdt de meenemers 11 in hun voorgeschreven buitenste werkstand. De extra ver buitenwaarts aangebrachte ballast 27 heeft het gevolg, 15 dat de werkstand van de meenemers 11 en de diameter van de rotor 9 beter behouden blijven.

De maalinrichting 1 is aan een landbouwtrekker op te hangen door middel van een ophangfreem 21. Via een cardan-as 22 en een kegeldrijfwerk 23 worden de rotor 9 en het tand-20 wieldrijfwerk 20 aangedreven.

Het gewas wordt door de maaiorganen 7 afgemaaid, en het afgemaaide gewas 24 wordt door de meenemers 11 van de rotor 9 aangegrepen, langs de kap 19 getransporteerd, bij aan de kap 19 bevestigde strippen 25 gekneusd en achter de maai-25 inrichting 1 op het veld gelegd, waar het vanwege de kneus-werking snel kan drogen. Pas bij een bepaalde mate van overbelasting, welke afhankelijk is van de massa van de ballast 27 van de meenemer 11 en de plaats van deze massa ten opzichte van de scharnieras 12 van de rotor 9 alsmede van het toe-30 rental van de rotor 9, verandert de stand van de meenemer 11 ten opzichte van de rotor 9. Door de keuze van deze grootheden is de situatie, waarbij de stand van de meenemers 11 verandert, vooraf bepaald.

Een bijzonder effektvolle conditionering van het 35 gewas 24 wordt met een betrekkelijk lichte rotor 9 verkregen bij een hoog toerental van de rotor 9 van 1000 omwentelingen per minuut, een radius £ van de scharnierassen 12 van 105 mm, 7810873 . 5 j*- . -#·' en een” totale massa van elke meenemer 11 van 125 gram. Verder is van elke meenemer 11: de straal R van de boog 28* 13 cmr de booglengte 1 van de boog 28 = 9 cm, 5 de boogdikte d = 15 mm, de boogbreedte e = 16 mm, de schijfdikte f * 6 mm, de randdikte k van de voorrand 30 * 1 cm, de randdikte van de achterrand 29 = 16 mm, 10 en verder is de vorm van de meenemer 11 bij voor keur, zoals in de tekening is aangegeven, en is de meenemer bijvoorbeeld van het bovengenoemde materiaal vervaardigd.

De meenemers 11 werken als klepels die bij een toerental n van 1000 omwentelingen per minuut van de rotor 9 15 een grote slagkracht hebben. De in figuur 4 over een hoek £ teruggezwenkte meenemer 11 heeft dan een zwaartepunt Z_ met een straal r = 17 cm, zodat centrifugaalkracht F « m.w2.r = 0,125^-^- 233 N.

0 60 ______ ____ Door het gewas wordt op de-meenemer 11 een kracht 20 uitgeoefend = F^. Het door deze kracht veroorzaakte koppel wordt door de centrifugaalkracht F met een arm h tegengewerkt. Fc-h = F^.S, waarin S de afstand van het gemiddelde aangrijpingspunt 36 van het gewas 24 op de meenemer 11 tot de zwenkaslijn 13 voorstelt. De vorm van de 25 klepel is zodanig gekozen, dat bij een hoekverdraaiing £ het slagvlak van de meenemer 11 niet te veel slepend gaat staan.

De vorm is verder zo gekozen, dat de meenemer 11 bij het treffen van een hard voorwerp terug kan slaan tegen de ronde drager 10. De massa van de meenemer 11 wordt ter hoogte van 30 het zwaartepunt Z opgevangen, zodat door een grote vertraging geen buigend moment in de meenemer 11 ontstaat. De afmetingen zijn zo gekozen, dat de meenemer 11 in de schaduw van de robuuste drager 10 kan wegdraaien.

78 1 0 8 73

Claims

1. Maalinrichting, omvattende een freem, door het freem gedragen, in een liggend vlak bewegende maaiorganen en ten minste een om een rotatieaslijn roteerbaar in het freem gelegerde rotor voor het transporteren van afgesneden gewas, welke rotor ten minste een drager en ten minste een om een zwenkaslijn zwenkbaar met de drager verbonden, het gewas aangrijpende meenemer omvat, met het kenmerk, dat de meenemer aan zijn vrije einde ballast draagt.

2. Maalinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de ballast is aangebracht langs een cirkelboog van de meenemer.

3. Maalinrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de meenemer in hoofdzaak sektorvormig is.

4. Maalinrichting volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat de meenemer uit een scharnierbus met een in hoofdzaak sektorvormige schijf met verdikte randen bestaat. ______________________________________5. Maalinrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de in draairichting van de rotor gezien achterste, zich radiaal uitstrekkende rand breder is dan de voorrand.

6. Maalinrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de in draairichting van de rotor gezien voorste punt van de meenemer breder is dan de radiale voorrand van de meenemer.

7. Maalinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de meenemer een boogvormig aanslagstuk heeft, dat is aangepast aan de omtrek van de drager van de rotor. b. Maalinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de meenemer van slijtvaste kunststof is vervaardigd.

9. Maalinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de meenemer elastisch uit zijn vlak buigzaam is.

10. Maalinrichting volgens een van de.voorgaande 78 1 0873 -,7 .... conclusies, met hetkenmerk, dat de meenemer een monoliet is, waarbij een scharnierbus is aangevormd.

11. Maaiinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de rotor zowel aan haar einden als tussen haar einden scharnierassteunen heeft, dat telkens tussen twee scharnierassteunen scharnierassen zijn opgenomen, die een kortere lengte hebben dan de lengte van de rotor en dat een veelvoud van elk een groep meenemers dragende scharnierassen over de rotoromtrek is verdeeld.

12. Maalinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een groep meenemers onderling is gekoppeld.

13. Maalinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een groep meenemers onderling is gekoppeld middels in elkaar grijpende, aan de einden van de scharnierbussen aangebrachte koppelelementen. 7810873