[go: up one dir, main page]

NL7810388A - Dataopslagstelsel. - Google Patents

Dataopslagstelsel. Download PDF

Info

Publication number
NL7810388A
NL7810388A NL7810388A NL7810388A NL7810388A NL 7810388 A NL7810388 A NL 7810388A NL 7810388 A NL7810388 A NL 7810388A NL 7810388 A NL7810388 A NL 7810388A NL 7810388 A NL7810388 A NL 7810388A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
message
control
user
cell
memory
Prior art date
Application number
NL7810388A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Standard Telephones Cables Ltd
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Standard Telephones Cables Ltd filed Critical Standard Telephones Cables Ltd
Priority to NL7810388A priority Critical patent/NL7810388A/nl
Publication of NL7810388A publication Critical patent/NL7810388A/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04QSELECTING
    • H04Q3/00Selecting arrangements
    • H04Q3/42Circuit arrangements for indirect selecting controlled by common circuits, e.g. register controller, marker
    • H04Q3/54Circuit arrangements for indirect selecting controlled by common circuits, e.g. register controller, marker in which the logic circuitry controlling the exchange is centralised
    • H04Q3/545Circuit arrangements for indirect selecting controlled by common circuits, e.g. register controller, marker in which the logic circuitry controlling the exchange is centralised using a stored programme
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04LTRANSMISSION OF DIGITAL INFORMATION, e.g. TELEGRAPHIC COMMUNICATION
    • H04L12/00Data switching networks
    • H04L12/50Circuit switching systems, i.e. systems in which the path is physically permanent during the communication

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Computer Networks & Wireless Communication (AREA)
  • Signal Processing (AREA)
  • Data Exchanges In Wide-Area Networks (AREA)

Description

« * F.H.Rees et al 15-1 s.
' \ -r STANDARD TELEPHONES AND CABLES LIMITED, - te Londen, Engeland DATAOPSLAGSTELSEL.
De uitvinding heeft betrekking op een dataopslagstelsel dat een aantal gebruikersketens bedient, waarbij elke keten één der poorten tot het stelsel verschaft en waarover berichten ontvangen kunnen worden voor uitzending, voor heruitzending, voor tijdelijke opslag of voor 5 verwerking bij de gebruikersketens.
Elk dergelijk bericht bevat signaleringsinformatie en adresinformatie en het stelsel is toepasbaar, zij het geenszins hiertoe beperkt, op’een berichtzendstelsel dat is opgenomen in een digitaal telecommunicatiestelsel. met vele systeemknopen, welke bijvoorbeeld 10 kunnen bestaan uit telefooncentrales of administratiecentra van een systeem.
Het doel van de uitvinding is een dataopslagstelsel te verschaffen dat geschikt is voor gebruik in dergelijke stelsels of in andere stelsels waarin grote hoeveelheden data verwerkt moeten worden en waar-15 in wachtrijfaciliteiten vereist zijn.
't
Volgens de uitvinding wordt een dataopslagstelsel verschaft, dat voorzien is van een aantal poorten, die elk verhoren bij een gebrui-kersketen van het stelsel, waarbij via deze poorten berichten ontvangen en/of gezonden worden van een berichtgeheugen met een aantal bericht-20 cellen, in elk waarvan één der berichten opgeslagen kan worden, van een besturingsgeheugen met een aantal besturingscellen die elk behoren bij één der berichtcellen en die elk opgeslagen informatie bevatten die aangeeft of zijn berichtcel in gebruik is en de identiteit van de betreffende gebruikerspoort indien zijn berichtcel in gebruik is, van 25 aftastmiddelen voor het in volgorde aftasten van de besturingscellen wanneer één der gebruikersketens een bericht heeft dat opgeslagen moet worden en voor het kiezen van een vrije berichtcel voor dat bericht en van besturingsmiddelen die in responsie op deze uitkiezing het bericht doorstuurt waarvoor opslag in een vrije berichtcel vereist is, 30 waarbij de inhoud van de bij de berichtcel behorende besturingscel geamendeerd wordt om aan te geven dat die berichtcel in gebruik is en om 7810388 h
J
2 de identiteit van de gebruikerspoort aan te wijzen waarvoor de be-richtcel in gebruik is.
De uitvinding zal nu voor een uitvoeringsvorm aan de hand van de enkele figuur beschreven worden.
5 De uitvinding heeft, zoals reeds boven aangeduid, een zeer brede toepassing en is derhalve een algemeen stelselelement, doch wordt hier beschreven als toegepast op een berichtoverdrachtstelsel dat deel uitmaakt van een meer-centrale digitaal telecommunicatienetwerk. Het te beschrijven stelsel wordt gebruikt om berichten welke 10 gegevens betreffende verbindingsopbouw 'en andere informatie van het telecommunicatienetwerk bevatten tussen de knooppunten van het netwerk uit te wisselen en heeft een aantal zogenaamde gebruikerspoorten elk bestaande uit een signaalkanaal dat een aantal berichtvervoerende links binnen het gemeenschappelijke kanaal bedient. Elk bericht bevat 15 informatie welke de oproep of andere werking waarmee zij verband houdt identificeert, bestemmingsinformatie inbegrepen. In de hier beschreven inrichting worden de bronnen, dat wil zeggen de ingangspoorten, gebruikt om berichten van de stelselprocessors in het berichtgeheugen op te slaan.
20 Elke ingangspoort heeft zijn eigen buffergeheugen waarin een inkomend bericht geplaatst wordt tot het overgebracht kan worden naar één van de berichtcellen van het stelselgeheugen. Elk bericht dat in het opslagstelsel ingebracht wordt, bezet een gedeelte van of een gehele berichtcel doch in één berichtcel mag slechts één bericht gelijk-25 tijdig aanwezig zijn. Alle berichtcellen zijn identiek en elk van hen bevat een aantal ondersecties die elk een enkel berichtelement kunnen opslaan. Elk dergelijk berichtelement is een multicombinatie welke in het onderhavige geval bestaat uit 48 bits berichtinformatie.
Zoals later zal blijken, kunnen 32 bits "huishoud" informatie toegevoegd 30 worden door de gebruikei&eten voor uitzending. Een bericht kan een minimum van één element bevatten, terwijl het maximum aantal elementen afhangt van de data welke behandeld moeten worden. In het onderhavige geval wordt aangenomen dat de berichtcel het maximum aantal elementen kan onderbrengen dat in het te behandelen bericht kan voorkomen. Alter-35 natief kan, indien de meerderheid van te behandelen berichten kort is met slechts enkele lange berichten, elk van deze laatste opgesplitst 7810388
V
- ί . i 3 worden in twee of meer "onderberichten" welke afzonderlijk behandeld worden.
Zoals reeds is opgemerkt bezit het stelsel volgens de uitvinding tevens een besturingsgeheugen dat een aantal geheugenelementen 5 bevat die elk behoren bij één der berichtcellen. Elke dergelijke be- sturingsgeheugencel bevat op zijn berichtcel betrekking hebbende data en bij het bedrijf van het stelsel worden deze besturingscellen in volgorde afgetast.
Wanneer een besturingscel afgetast wordt, geeft zijn inhoud 10 aan of hij voor gebruik beschikbaar is, in welk geval zijn inhoud, bekend als een besturingswoord, aangeeft dat de cel vrij is. in het onderhavige geval is de vrij aanwijzing een allemaal-nullen woord.
Indien het besturingswoord aangeeft, dat zijn geheugencel in gebruik is, bevat het een bezetstatuscode plus de identiteit van de bestem-15 mingsgebruikerpoort waarvoor het in gebruik is. Wanneer een dergelijk berichtgeheugen in gebruik is, kan het bericht daarin een bericht voor elk der gebruikerspoorten zijn, waarbij elke willekeurige poort een wachtrij van berichten kan hebben staan welke wachten op behandeling; dit volgt uit het feit, dat deze besturingskanalen voor gemeen-20 schappelijke signalering gebruikt worden.
Derhalve kan het bericht in een berichtcel een bericht zijn, in een der bij die gebruikerspoort behorende ingangs- of andere wachtrijen, of kan voor andere tijdelijke doeleinden opgeslagen worden door die gebruiker. Bij de toepassing van het dataopslagstelsel volgens 25 de uitvinding verschaft een 'enkel berichtgeheugen - een dynamisch geheugen - drie ingangswachtrijen voor elk der 124 signaleringseind-posten en dient het, nadat een bericht van een bron (bijvoorbeeld van een processor) aangenomen is, om dat bericht in normaal bedrijf vast te houden tot op het moment dat de signalerende eindpost informatie 30 van een verwijderde ontvanger verkregen heeft, die aangeeft dat het bericht correct ontvangen is. De gebruikerspoort heeft steeds toegang tot het opgeslagen bericht indien het bericht de gebruiker afvraagt als resultaat van het aftasten van liet bericht; berichtelementen kunnen dus naar wens van de gebruiker voor uitzending of heruitzending 35 door de gebruiker onttrokken worden.
De vergezellende fig. 1 geeft schematisch de werking van het 7810388 4 > datopslagstelsel aan, waarvan de voornaamste delen de geheugenbestu-ringslogica 1, het besturingsgeheugen 2 en het berichtgeheugen 7 zijn. Bij deze delen behoren voor een te bedienen broneindpost een bron-bufferbesturingseenheid 3 plus een bronbufferberichtgeheugen 4 en voor 5 signaleringseindposten een gebruikerpoortbesturing 5 plus buffer 6.
Eindposten kunnen eenheden 3 en 4 alsmede eenheden 5 en 6 bevatten, doch eindposten kunnen ook uitsluitend eenheden 3 en 4 of 5 en 6 bevatten. In het beschreven stelsel behoren eenheden 3 en 4 bij een enkele poort voor het inkomen van berichten uit een processor terwijl 10 de eenheden 5 en 6 behoren bij uitgangen naar signaleringslinks (124 poorten). In andere stelsels kam een gebruiker zowel een ingangspoort, eenheden 3 en 4, als een uitgangspoort, eenheden 5 en 6 hebben. Zoals ' de verbindingen aangeven hebben de eindposten toegang tot de drie hoofddelen van het stelsel.
15 De geheugenbesturingslogica 1 heeft voor besturingsdoeleinden tweerichtingsverbinding met de bronbufferbesturing 3 sectie van een aantal berichtbronnen zoals is aangegeven bij 8, 9. De logica 1 heeft eveneens tweerichtings-toegang voor besturingsdoeleinden via de verbindingen zoals 10 tot ten minste één verbruikerspoort besturing 5.
20 Het besturingsgeheugen 2 is toegankelijk vanuit de bronbuffer- berichtgeheugens via verbindingen zoals 11, 12 en is tevens toegankelijk via de verbinding 13, met toegang in de tegengestelde richting via de verbinding 14. De geheugenbesturingslogica 1 heeft voor adreslees-schrijfbesturing toegang via de verbinding 15 tot het berichtgeheugen, 25 dat via verbindingen zoals 16, 17 tevens toegankelijk is vanuit berichtbronnen. Aanvullend heeft het toegang via verbindingen zoals 18 tot een of meer gebruikersbuffers. Opgemerkt wordt dat vele van deze verbindingen in feite meerdraadsverbindingen kunnen zijn.
Het doel van de besturingsverbindingen zijn samengevat de 30 volgende: 8, 9 Besturings "handshake" met bron/buffer 3/4 10 Besturings "handshake" met gebruikerpoortbesturing 5 11, 12 In het besturingselement van een bericht ingeschreven "header" besturingsinformatie 35 13 Adres, lees-schrijf, besturingsinformatie voor wijziging van een besturingselement 7810388 ' 5 ; i ' "Vj·· 14 Besturingselement van een bericht 15 Adres lees-schrijf besturing.
Indien gebruikt in een telefoonschakelstelsel kunnen de cellen van het besturingsgeheugen 2 plaatsruimte hebben voor een 5 tweede gebruikeridentiteit. Deze identificeert een gebruiker naar welke het bericht voor het besturingswoord van die besturingscel doorgeleid moet worden indien de normale gebruiker niet in staat zou zijn om het bericht te ontvangen. Indien de eerste keus gebruiker het bericht niet kan verwerken, dan wordt dat bericht door werking van de 10 logica 1 overgebracht naar een ingang voor een ingangswachtrij bestemd voor de tweede keus gebruiker. Deze overdracht houdt manipulatie van de statusbits van het gebruikte besturingswoord in.
Voor verwerking van het bericht door de tweede keus gebruiker bestaat een overeenkomstig stel toestanden zoals dit bestaat voor de 15 verwerking door de eerste keus gebruiker. In het onderhavige voorbeeld worden de berichtnummers welke toegewezen zijn aan alle berichten van dezelfde prioriteit bedoeld voor de eerste dein wel de tweede keus gebruiker opgewekt door hetzelfde berichtnummer. De eerste in - eerste uit (FIFO) werkingsmodus kan worden voorbehouden voor de ingangswacht-20 rijen, waarbij dan in één ingangswachtrij per gebruiker per priori-teitsniveau bij normale werking voorzien is.
Doorgaans kunnen, zoals reeds is aangeduid, berichten een variabele lengte hebben, in welk geval de lengte van het bericht uitgedrukt in het aantal berichtelementen wordt vastgelegd in het bijbe-25 horende besturingsgeheugenelement wanneer het bericht overgedragen wordt van de bron naar het geheugen.
Op dit punt zal de structuur van een besturingswoord toegelicht worden. Dit bevat in een eerste gedeelte het eerste keus ge-bruikernummer, het tweede keus gebruikernummer, de berichtprioriteit, 30 het berichtnuramer en de berichtlengte. Deze informatiebijzonderheden worden via de verbinding 11 of 12 uit de bericht-header afgeleid. Een tweede gedeelte van het besturingswoord bevat berichtstatusinformatie en time-out informatie, geleverd door het besturingsgeheugen 2, en het gebruikervolgordenummer en zodanige andere gebruikerinformatie als 35 nodig is, waarbij deze door de gebruiker verstrekt worden.
De berichtstatusbits van een besturingswoord in het geheugen 2 7810388 6 worden gesteld in de "bericht ingevoegd" toestanden, dat wil zeggen wanneer een bericht in het berichtgeheugen 7 ingevoegd wordt. De ingangswachtrij welke nu het ingevoegde bericht bevat is bepaald door de eerste keus gebruikercode en de aan dat bericht toegewezen priori-5 teitscode zoals is aangegeven door de betreffende bits van het bestu- ringswoord van het bericht. Dat wil zeggen, voor elke gebruikerketen wordt een aantal wachtrijen opgesteld, één per prioriteitsniveau, elk waarvan alle berichten in het berichtgeheugen voor die gebruiker en voor één der prioriteitsniveaus bevat. In het algemeen worden de be-10 richten in elk van deze wachtrijen in chronologische volgorde behandeld, dat wil zeggen op een FIFO-basis.
Wanneer een bericht voor verwerking door een gebruiker aangenomen wordt, wordt het uit één ingangswachtrij verwijderd en functioneel overgebracht naar een functioneel ondergeheugen van de gebruiker. Het bericht 15 blijft echter fysiek in dezelfde berichtcel. Teneinde dit uit te voeren worden de statusbits van het besturingswoord (geleverd door het besturingsgeheugen) gewijzigd en wordt in het onderhavige stelsel aanvullend een gebruikersadresseringsreferentie verschaft. Dit is het bovengenoemde gebruikersvolgordenummer, dat van de gebruiker komt en 20 het eerste berichtelement in het bericht aangeeft als toegewezen door de gebruiker.
Wanneer een berichtbesturingscel, dat wil zeggen één der cellen van het geheugen 2 een andere status heeft dan vrij, behoort hij effectief tot de eerste keus gebruiker, tenzij als resultaat van een eerdere 25 beslissing dat bericht overgebracht is van besturing door de eerste keus gebruiker naar besturing door de tweede keus. gebruiker met de gepaste wijziging in de statusbits. In dit laatste geval behoort de berichtbesturingscel effectief tot de tweede keus gebruiker.
Nu wordt de werking van het dynamische geheugen meer in detail 30 beschreven. Deze werking berust op het met een voldoend hoge snelheid cyclisch aftasten van de besturingswoorden in het geheugen 2, elk waarvan behoort bij één der berichtcellen in het geheugen 7. Wanneer deze aftasting een besturingscel vindt waarvan de inhoud aangeeft dat ’ de bijbehorende cel in het geheugen 7 vrij is, wordt of worden de in- 35 gangspoort of -poorten af gevraagd teneinde te zien of er een bericht wacht op invoeging in het dynamische geheugen 7. Wordt een dergelijk 7810383 ' ' 7 v bericht gevonden, dan bestuurt de geheugenbesturingslogica (welke uiteraard de besturingsgeheugenaftaster en de afvraagapparatuur bevat) de overdracht van besturings "informatie" naar de vrij bevonden be-sturingsgeheugencel en de overdracht van het bericht naar de bijbeho-5 rende cel van het geheugen 7. De status van de besturingsgeheugencel wordt gespecificeerd als "bericht ingevoegd" alvorens de aftasting opnieuw gestart wordt voor de logica cm de volgende besturingsgeheugencel te testen.
Indien de volgende besturingsgeheugencel welke afgetast wordt 10 niet vrij bevonden wordt, wordt de operationele gebruikerscode bestaande uit de eerste of tweede keus gebruikerscode zoals gespecificeerd door de statusbits, gebruikt om de door die gebruikerscode geïdentificeerde gebruikerspoort te adresseren. Nu kan een "handshake" besturing plaats vinden tussen de besturingsgeheugenlogica en de ge-15 bruikerspoortbesturing zoals 5. Dit bewerkt dat het besturingswoord gewijzigd wordt indien en wanneer dit gewenst is en dat de informatie overgedragen wordt van de berichtcel naar de gebruikersbuffer zoals 6 wanneer dit door de gebruiker verzocht wordt. Dit vindt, uiteraard plaats op een tijd welke door de aftastketen bepaald wordt.
20 Wanneer een bericht voor de eerste maal het dynamische ge heugen ingaat wordt zijn besturingswoord in de "bericht ingevoegd" toestand gezet welke toegewezen is aan één der gebruikersingangswacht-rijen, waarbij de keuze van wachtrij afhangt van de prioriteit van het bericht. De bij dat bericht behorende besturingsgeheugencel wordt afge-25 tast in het aftasttempo van de aftaster en het kan gebeuren dat wanneer hij eerst afgetast wordt nadat hij de "bericht ingevoegd" toestand aangenomen heeft, de eerste keus gebruiker ongeschikt bevonden wordt om het bericht te verwerken. Indien dit het geval is, kan het bericht opnieuw toegewezen worden voor verwerking door de tweede keus gebrui-30 ker door het wijzigen van de statusbits om te specificeren "bericht ingevoegd voor de tweede keus gebruiker". Wanneer dus de eerste keus niet beschikbaar bevonden wordt, wordt het bericht uitgezonden door gebruikmaking van de tweede keus gebruiker.
Gedurende de normale werking bewerken een bezette besturings-35 geheugencel en zijn besturingen wanneer ze afgetast worden, dat de gebruikerspoort voorzien wordt van a) de fase (bijvoorbeeld de trap van 7810388 8 verkregen berichtoverdracht), b) het berichtnummer en c) de door het prioriteitsnummer bepaalde ingangswachtrij-identiteit. Zoals reeds is beschreven wordt, wanneer een besturingswoord bezet bevonden wordt, de gebruiker waarvoor het betreffende bericht bedoeld is afgevraagd bij 5 elke aftasting waarop het woord bezet is en moet de gebruiker berichten aannemen volgens de berichtprioriteit, waarbij elke prioriteitswacht-rij behandeld wordt op een FIFO-basis. Teneinde dit uit te voeren, bevat de gebruikerspoortbesturing een zoekregister, dat het eerstvolgende bericht dat door de gebruiker verwerkt moet worden bepaalt, 10 waarbij gebruik gemaakt wordt van het berichtnummer en het prioriteits-nummer.
Wanneer een besturingsgeheugencel in de "bericht ingevoegd" .toestand afgetast wordt, bewerkt de logica dat de betreffende gebruiker spoort via de verbindingen 14 en 10 voorzien wordt van het bericht-15 nummer, de prioriteit en een aanwijzing dat het besturingswoord in de "bericht ingevoegd" toestand is. Aan de gebruikerspoortbesturing 5 wordt een vergelijking uitgevoerd tussen het berichtnummer en priori-teitsdetails vastgelegd in het zoekregister enerzijds en de betreffende details als verstrekt aan de gebruikerspoort bij elke dergelijke toe-20 gang anderzijds doordat een besturingscel in de "bericht ingevoegd" t toestand is, Indien de vergelijking bepaalt dat ofwel: (a) het afvraagbericht heeft in het berichtgeheugen een hogere prioriteit dan het bericht waarvan de details in het zoekregister vastgelegd zijn of 25 (b) het afvraagbericht heeft dezelfde prioriteit als het bericht waarvan de details in het zoekregister vastgelegd zijn, doch waarvan het berichtnummer aangeeft dat het het berichtgeheugen eerder is ingegaan dan het bericht waarvan de details in het zoekregister vastgelegd zijn, 30 dan wordt het tweede register overschreven zodat het nu de details van het afvraagbericht bevat.
Indien de details van het afvraagbericht identiek bevonden worden aan de details in het gebruikerszoekregister, dan is een complete aftasting van het besturingsgeheugen uitgevoerd gedurende welke 35 geen bericht gevonden is voor die gebruiker dat van hogere prioriteit is dan dat waarvan de details in het zoekregister aanwezig zijn.
7810388 V.
i 9
Indien de gebruiker gereed is om een bericht van zijn in-gangswachtrijen aan te nemen, bewerkt de gebruikerspoortbesturing 5 dat de status van het bericht als aangewezen op zijn besturingswoord gewijzigd wordt door een "handshake" besturing tussen de geheugenbe-5 sturingslogica 1 en de besturing 5. Dit verwijdert het bericht uit de gebruikersingangswachtrij - daar het aanstonds behandeld zal worden -terwijl het in dezelfde berichtgeheugencél vastgehouden wordt. Op hetzelfde moment dat deze werkingen optreden wordt het zoekregister teruggesteld en wordt alle eventuele berichtinformatie welke de gebruiker 10 nodig heeft, overgebracht van het berichtgeheugen 7 naar de gebruikers-poort. De dataoverdracht wordt zonder doorhaling uit het berichtgeheugen uitgevoerd. Opgemerkt wordt dat deze overdracht in andere toe-. passingen van stelsels zoals beschreven, desgewenst met doorhaling uitgevoerd kan worden. Daar de gebruiker nu het bestuur over zijn 15 bericht heeft, kan hij op deze aftasttijd of op een volgende aftast- tijd in de besturingsgeheugencel een label invoegen dat het de gebruiker mogelijk maakt het betreffende berichtelement te identificeren.
Zoals reeds hierboven is opgemerkt, bevatten de berichten 48 bits elementen voor de berichtinformatie: wanneer een bericht ge-20 zonden moet worden van een gebruikerseindpost is aan elk van zijn elementen 32 bits "huishoud" informatie toegevoegd. Deze bevat onder andere volgordenummers en foutdetectie-informatie.
Deze 32 bits "huishoud" gedeelten worden locaal opgewekt in gebruikerspoorten voor meerdere eindposten, elk met 31 gebruikers. De 25 opwekking past tijdverdeelde logica toe. Indien een berichtelement heruitgezonden wordt, kunnen op zeven bits na zijn 32 huishoud-bits verschillen van hetgeen tevoren uitgezonden was. De ongewijzigde bits hebben betrekking op het vorige volgordenummer van het bericht en in dit geval is het de functie van het gebruikerspoortgeheugen om derge-30 lijke bits te scheiden van de berichtelementen voor berichthuishouding.
Deze 32 bits voor de huishouding van de signaleringseenheid worden niet doorgegeven naar de feitelijke berichtgebruiker aan het andere einde van de signaleringsverbinding.
Nadat het zoekregister als boven beschreven teruggesteld is, 35 komt het beschikbaar voor het bepalen van het volgende bericht, indien er één beschikbaar is, dat voor verwerking door die gebruiker toege- 78 1 0 38 8 r 10 wezen moet worden.
In het beschreven stelsel wordt de gebruiker verondersteld een signalerende eindpost te zijn waarvan berichten naar verwijderde plaatsen gezonden worden (verondersteld telefooncentrales of admini-5 stratiecentra te zijn). Wanneer een bericht toegewezen is om uitge zonden te worden door een dergelijke eindpost is het eerste van de berichtelementen gegeven door een volgordenummer in het nummerings-schema van de gebruikerseindpost. Indien dit nummer n is, is het tweede element van het bericht (n+1), waarbij een cyclische code van 10 7 bits gebruikt wordt. Wanneer zodoende een besturingsgeheugenwoord dat niet in de vrij-toestand is, afgetast wordt, kan het door middel van de verbinding tussen de besturingsgeheugenlogica en de gebruikers-poortbesturing de toevoer bewerken van elk verzocht berichtelement naar de gebruiker (signalerende eindpost). Op deze wijze worden be-15 richtelementen uit het berichtgeheugen 7 onttrokken zowel voor het zenden als voor het heruitzenden.
Bij normale werking blijft een bericht in het berichtgeheugen 7 tot een "handshake" besturingsdoorverbinding tussen de logica 1 en de gebruiker 5/6 er in resulteert dat de logica 1 de beslissing neemt 20 dat het bericht waarvan het besturingswoord afgetast wordt, verwerkt is door de aangeduide gebruiker. Wanneer dit geschiedt wordt het bericht functioneel uit de berichtgeheugencel verwijderd door het wissen van het besturingswoord van het bericht, hetgeen de berichtcel voor ander gebruik vrijgeeft. Opgemerkt wordt dat het bericht zelf 25 niet verwijderd wordt daar de gebruikte opslagmedia zodanig zijn uitgevoerd, dat wanneer een nieuw bericht in een geheugencel ingevoegd wordt het reeds in de cel aanwezige overschreven en dus in feite verwijderd wordt. Indien het gebruikte geheugenmedium zodanig is uitgevoerd, dat verwijdering noodzakelijk is alvorens een nieuw bericht 30 ingeschreven kan worden, dan wordt de verwijdering van het bericht uitgevoerd ofwel in responsie op het weglaten van de inhoud van de voor dat bericht in gebruik zijnde besturingsgeheugencel of direct vóór het invoegen van een nieuw bericht.
Het is vaak gewenst dat berichten met een bepaalde prioriteit 35 voor een voorkeursbehandeling uitgekozen kunnen worden. In het stelsel volgens de uitvinding is hierin voorzien gebruik te maken van een 78 1 0 3 8 8 V' ιι berichtnummer om de volgorde aan te geven, waarin berichten in het dynamische geheugen ingebracht worden. Er wordt een groot berichtnummer ingsgebied verschaft dat voldoende is voor het bepalen van de vereiste volgorde van berichten.
5 De berichten kunnen vanuit vele bronnen in het berichtgeheugen ingebracht worden, elk met zijn eigen berichtnummergenerator, mits alle berichten welke een bepaalde wachtrij ingaan gekenmerkt zijn door dezelfde berichtnummergenerator. Het is aanvaardbaar dat een dynamisch geheugen gebruikt wordt om één bron een groep van gebruikers te doen 10 voeden en een andere bron een andere groep gebruikers te doen voeden.
Dit principe kan uitgebreid worden om zoveel groepen vein gebruikers en bijbehorende bronnen met hun eigen berichtnummergeneratoren te bedienen als gewenst is.
In andere toepassingen dan het beschreven meer-centrale net-15 werk kan het berichtnummer ingevoegd worden door de dynamische geheu-genlogica nadat een bericht uit één van een aantal ingangspoorten aangenomen is.
In de toepassing van het teleconanunicatiestelsel waarvoor het datageheugenstelsel beschreven is, dient een bericht slechts een rela-20 tief korte tijd in het dynamische geheugen te. blijven alvorens toegang verschaft wordt en het verwijderd wordt door de gebruiker (of een der gebruikers). Derhalve wordt een time-out faciliteit verschaft waardoor berichten welke langer dan een bepaalde periodegrens in het geheugen zijn gebleven, verwijderd worden. Deze time-out zal normaal in werking 25 treden als resultaat van een onjuist handelen van een der gebruikers of tengevolge van een overbelasting: derhalve kunnen details van de time-out naar een onderhoudspositie gevoerd worden.
Wegens het grote aantal berichten, dat verwerkt en in rijen gezet kan worden door een enkel geheugen, is storing ongewenst, zodat 30 het volledige dynamische geheugen uitgevoerd is in drievoudige logica onder toepassing van de meerderheidsstemmingtechniek.
Uit de bovenstaande beschrijving blijkt dat de status van de gebruikerspoort significant is voor de werking: de status wordt overgebracht naar de besturingslogica 1 gedurende de "handshake" bestu-35 ringswerking zodat hij desgewenst beschikbaar is voor gebruik, bijvoorbeeld voor het besturen van overgang van eerste keus gebruiker naar 78 1 0 3 8 &

Claims (11)

1. Dataopslagstelsel, met het kenmerk, dat dit voorzien is van een aantal poorten die elk behoren bij een gebrui-30 kersketen van het stelsel, waarbij .via deze poorten berichten ontvangen en/of gezonden worden, van een berichtgeheugen met een aantal bericht-cellen, in elk waarvan één der berichten opgeslagen kan worden, van een besturingsgeheugen met een aantal besturingscellen die elk behoren bij één der berichtcellen en die elk opgeslagen informatie bevatten die 35 aangeeft of zijn berichtcel in gebruik is en de identiteit van de be- 7810388 v * V, treffende gebruikerspoort indien zijn berichtcel in gebruik is, van aftastmiddelen voor het in volgorde aftasten van de besturingscellen wanneer één der gebruikersketens een bericht heeft dat opgeslagen moet worden en voor het kiezen van een vrije berichtcel voor dat bericht en 5 van besturingsmiddelen die in responsie op deze uitkiezing het bericht doorstuurt waarvoor opslag in een vrije berichtcel vereist is, waarbij de inhoud van de bij de berichtcel behorende besturingscel geamendeerd wordt om aan te geven dat die berichtcel in gebruik is en can de identiteit van de gebruikerspoort aan te wijzen waarvoor de berichtcel in 10 gebruik is.
2. Dataopslagstelsel volgens conclusie T, m e t het kenmerk, dat indien de aftasting door de aftastmiddelen een besturingsgeheugencel vindt, waarvan de inhoud aangeeft dat zijn gebruikerspoort in gebruik is, adresuitkiesmiddelen bewerken dat één 15 der gebruikerspoorten geadresseerd wordt en dat, wanneer een dergelijke gebruikerspoort geadresserd wordt besturingswerkingen plaats kunnen vinden tussen de geheugens, de besturingsmiddelen en die gebruikerspoort, welke werkingen afhangen van de dan geldende status van de gebruikerspoort en het te behandelen bericht.
3. Dataopslagstelsel volgens conclusie 2, m e t h e t kenmerk, dat wanneer een ontvangen bericht ingevoegd wordt in één der cellen van het berichtgeheugen, het besturingswoord in dat besturingsgeheugen dat behoort bij die berichtcel gesteld wordt in een "bericht ingevoegd" toestand, welke toestand er een is die geschikt is 25 voor een wachtrij van berichten die verwerkt moet worden voor de gebruikerspoort waarover dat bericht ontvangen is.
4. Dataopslagstelsel volgens conclusie 3, m e t h e t kenmerk, dat elk bericht bij ontvangst een header gedeelte bevat, dat eerste en tweede keus gebruikers identificeert voor behande-30 ling van dat bericht, waarbij bij de eerste gelegenheid waarop de voor een ontvangen bericht bestemde besturingsopslagcel afgetast wordt nadat een bericht ontvangen is, de besturingsmiddelen de eerste keus gebruiker testen teneinde te zien of hij de vereiste berichtbehandeling kan uitvoeren en waarbij, indien de test aangeeft dat de eerste keus 35 gebruiker niet in staat is die behandeling uit te voeren, het bericht overgedragen wordt van een aan die eerste keus gebruikt toegewezen 78 1 0 3 8 8 wachtrij van berichten naar de aangegeven rij van tweede keus gebruikers.
5. Dataopslagstelsel volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat elke bericht header een prioriteitsaanwijzende 5 code bevat, waarbij in responsie op de prioriteitsaanwijzende codes de besturingsmiddelen het bericht bij ontvangst toewijzen aan één van een aantal wachtrijen, elk waarvan berichten van één prioriteit bevat welke door één der gebruikers behandeld moeten worden en waarbij binnen elk der wachtrijen de berichten behandeld worden in chronologische 10 volgorde van ontvangst.
6. Dataopslagstelsel volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat elk der gebruikerspoorten waaraan een bericht voor behandeling gezonden kan worden, bijvoorbeeld voor uitzending·uit het stelsel, een zoekregister bevat dat aangeeft het berichtnummer en 15 de aan die gebruikerspoort op de laatste aftasting van de aftastmid-delen toegewezen prioriteit van het bericht, waarbij bij het aftasten van een besturingscel de inhoud van die besturingscel welke een bestu-ringswoord bevat dat bestemd is voor een gebruiker aan hem toegezonden wordt voor vergelijking met de inhoud van dat gebruikerszoekregister 20 en waarbij, indien de zo gezonden besturingswoordinformatie overeenkomt met een bericht van hogere prioriteit of een ouder bericht van dezelfde prioriteit als dat in het zoekregister, de inhoud van het zoekregister in overeenstemming daarmee gewijzigd wordt, waarbij de inhoud van het zoekregister het te behandelen bericht bepaalt wanneer 25 die gebruikerspoort vrij is om een bericht te behandelen.
7. Dataopslagstelsel volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat wanneer een gebruikerspoort vrij is om een bericht te behandelen, een besturingssignaal gezonden wordt naar dat berichtbesturingswoord om het bericht uit een wachtrij te verwijderen 30 doch niet het bericht uit de berichtcel door te halen en waarbij tevens het zoekregister teruggesteld wordt in zijn rusttoestand, waarin het informatie kan aannemen betreffende een ander bericht, en waarbij het op deze wijze uit de rij verwijderde bericht gezonden wordt naar de poort om behandeld te worden.
8. Dataopslagstelsel volgens conlcusie 7, met het kenmerk, dat elk bericht bestaat uit één of meer multibit- 7810388 > \#| berichtbldkken aan elk van welke blokken een verder multibitgedeelte aangehangen is voor overdracht uit het berichtgeheugen naar de gebruiker spoort en waarbij elk verder multibitgedeelte een volgordenum-mer en foutdetectieinformatie bevat.
9. Dataopslagstelsel volgens conclusie 8, m e t h e t k e n m er k, dat wanneer een aan een gebruikerspoort gezonden bericht behandeld is, een signaal van die gebruikerspoort gezonden wordt naar de stelselbesturingsmiddelen, welke daarna de inhoud van die berichtbesturingscel doorhalen, zodat die besturingscel en de bijbe-10 horende berichtcel nu beschikbaar zijn voor gebruik voor een nieuw bericht.
10. Dataopslagstelsel volgens één of meerdere der voorafgaande conclusies, met het k e n m e r k, dat het dataopslagstelsel deel uitmaakt van één van de knopen van een telecommunicatie- 15 stelsel met vele knopen waarbij elke gebruikerspoort een signalerende eindpost is welke één of een aantal links bedient elk waarvan aankomt van en/of zich uitstrekt naar een verwijderde knoop van het telecom-municatiestelsel.
11. Telecommunicatiestelsel, met het kenmerk, 20 dat dit gebruik maakt van een dataverwerkingsstelsel volgens één of meerdere der conclusies 1-10. 78 1 0 38 8-
NL7810388A 1978-10-17 1978-10-17 Dataopslagstelsel. NL7810388A (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL7810388A NL7810388A (nl) 1978-10-17 1978-10-17 Dataopslagstelsel.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL7810388A NL7810388A (nl) 1978-10-17 1978-10-17 Dataopslagstelsel.
NL7810388 1978-10-17

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL7810388A true NL7810388A (nl) 1980-04-21

Family

ID=19831724

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL7810388A NL7810388A (nl) 1978-10-17 1978-10-17 Dataopslagstelsel.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL7810388A (nl)

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4849968A (en) Buffer management system
CA1254982A (en) Method of and switch for switching information
EP0198010B1 (en) Packet switched multiport memory nxm switch node and processing method
US5838915A (en) System for buffering data in the network having a linked list for each of said plurality of queues
AU642830B2 (en) Multiple virtual fifo arrangement
JP2788577B2 (ja) フレーム変換方法及び装置
US5461614A (en) Method and a device for resequencing
US7315550B2 (en) Method and apparatus for shared buffer packet switching
US7403536B2 (en) Method and system for resequencing data packets switched through a parallel packet switch
EP0195589B1 (en) Switching system for transmission of data
US4821258A (en) Crosspoint circuitry for data packet space division switches
JPH07321815A (ja) 共有バッファ型atmスイッチおよびその同報制御方法
US5513174A (en) Telecommunication system with detection and control of packet collisions
AU668224B2 (en) Resequencing unit in cell switching system
US6728256B1 (en) Shared buffer control device
AU669747B2 (en) A re-sequencing unit
GB2218305A (en) An asynchronous time division network
US20040218592A1 (en) Method and apparatus for fast contention-free, buffer management in a multi-lane communication system
US3732548A (en) Switching center for a data network
EP0289733B1 (en) Switching method for integrated voice/data communications
US5164937A (en) Packet concentrator and packet switching system
JP3053094B2 (ja) ディジタル信号の統計的多重化方法
EP0917783B1 (en) Addressable, high speed counter array
US5463622A (en) Control unit for the common memory of an ATM node
US6553035B1 (en) Apparatus and method for queuing data

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed