[go: up one dir, main page]

NL7810250A - Werkwijze voor het inschrijven van informatie en spoor- volgsignalen en een inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze. - Google Patents

Werkwijze voor het inschrijven van informatie en spoor- volgsignalen en een inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze. Download PDF

Info

Publication number
NL7810250A
NL7810250A NL7810250A NL7810250A NL7810250A NL 7810250 A NL7810250 A NL 7810250A NL 7810250 A NL7810250 A NL 7810250A NL 7810250 A NL7810250 A NL 7810250A NL 7810250 A NL7810250 A NL 7810250A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
head
writing
fixed
signals
track
Prior art date
Application number
NL7810250A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Philips Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Philips Nv filed Critical Philips Nv
Priority to NL7810250A priority Critical patent/NL7810250A/nl
Priority to FR7924104A priority patent/FR2438888B1/fr
Priority to CA000337011A priority patent/CA1143469A/en
Priority to GB7935067A priority patent/GB2035620B/en
Priority to DK423679A priority patent/DK423679A/da
Priority to IT68961/79A priority patent/IT1119372B/it
Priority to AT0657879A priority patent/AT365354B/de
Priority to NZ191787A priority patent/NZ191787A/xx
Priority to AU51591/79A priority patent/AU532529B2/en
Priority to ES484881A priority patent/ES484881A1/es
Priority to DE19792941013 priority patent/DE2941013A1/de
Priority to BE0/197580A priority patent/BE879329A/fr
Priority to US06/083,719 priority patent/US4306261A/en
Priority to JP13097779A priority patent/JPS5552531A/ja
Publication of NL7810250A publication Critical patent/NL7810250A/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B21/00Head arrangements not specific to the method of recording or reproducing
    • G11B21/02Driving or moving of heads
    • G11B21/10Track finding or aligning by moving the head ; Provisions for maintaining alignment of the head relative to the track during transducing operation, i.e. track following
    • G11B21/103Track finding or aligning by moving the head ; Provisions for maintaining alignment of the head relative to the track during transducing operation, i.e. track following on tapes
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B5/00Recording by magnetisation or demagnetisation of a record carrier; Reproducing by magnetic means; Record carriers therefor
    • G11B5/127Structure or manufacture of heads, e.g. inductive
    • G11B5/265Structure or manufacture of a head with more than one gap for erasing, recording or reproducing on the same track
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B5/00Recording by magnetisation or demagnetisation of a record carrier; Reproducing by magnetic means; Record carriers therefor
    • G11B5/48Disposition or mounting of heads or head supports relative to record carriers ; arrangements of heads, e.g. for scanning the record carrier to increase the relative speed
    • G11B5/58Disposition or mounting of heads or head supports relative to record carriers ; arrangements of heads, e.g. for scanning the record carrier to increase the relative speed with provision for moving the head for the purpose of maintaining alignment of the head relative to the record carrier during transducing operation, e.g. to compensate for surface irregularities of the latter or for track following
    • G11B5/584Disposition or mounting of heads or head supports relative to record carriers ; arrangements of heads, e.g. for scanning the record carrier to increase the relative speed with provision for moving the head for the purpose of maintaining alignment of the head relative to the record carrier during transducing operation, e.g. to compensate for surface irregularities of the latter or for track following for track following on tapes
    • G11B5/588Disposition or mounting of heads or head supports relative to record carriers ; arrangements of heads, e.g. for scanning the record carrier to increase the relative speed with provision for moving the head for the purpose of maintaining alignment of the head relative to the record carrier during transducing operation, e.g. to compensate for surface irregularities of the latter or for track following for track following on tapes by controlling the position of the rotating heads

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Manufacturing & Machinery (AREA)
  • Adjustment Of The Magnetic Head Position Track Following On Tapes (AREA)
  • Indexing, Searching, Synchronizing, And The Amount Of Synchronization Travel Of Record Carriers (AREA)
  • Management Or Editing Of Information On Record Carriers (AREA)

Description

ir ‘ :
SCHS/LA
PHN..9252 _______________________________________________________...........
N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken te Eindhoven.
"Werkwijze' voor het inschrijven van informatie en spoorvolgsignalen en een inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze".
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het inschrijven van informatie en spoorvolgsignalen op een bandvormige registratiedrager in de vorm van onderling nagenoeg evenwijdige en een hoek met de lengteas van die 5 bandvormige registratiedrager makende sporen met behulp van een inrichting voorzien van een roterende koppenschijf met daarop althans een eerste schrijfkop, die in hoogte bestuurbaar is, waarbij de hoogte van die eerste schrijfkop bestuurd wordt als funktie van de sterkte van door die 10 schrijfkop uitgelezen spoorvolgsignalen.
Een dergelijke werkwijze is bekend uit de Nederlandse Octrooiaanvrage 7702815 (PHN 8728). Bij deze werkwijze worden met de schrijfkop tegelijk spoorvolgsignalen én informatie ingeschreven waarbij tij.dens het uitlezen de 15 schrijfkop» midden op een spoor geregeld wordt door het uitlezen van uit beide nabuursporen oversprekende spoorvolgsignalen en het vergelijken van de amplituden van die oversprekende signalen. In de genoemde aanvrage wordt ook een vorm van spoorvolging bij opname beschreven. Hierbij wordt 20 door de een bepaald spoor beschrijvende kop het oversprekende spoorvolgsignaal uit het vorige spoor uitgelezen en door een regeling als funktie van de amplitude van dat oversprekende spoorvolgsignaal wordt de kop op een nagenoeg konstante afstand van dat vorige spoor gehouden^ zodat na-25 genoeg equidistande sporen beschreven worden.
Deze bekende werkwijze om de schrijfkop een bepaald spoor te laten volgen tijdens het schrijven door uit-lezing van in het vorige spoor ingeschreven spoorvolgsig- 7810250 - 2- ________ ί naai door die schrijfkop blijkt niet goed te voldoen omdat de uitgelezen oversprekende spoorvolgsignalen zeer zwak zijn ten opzichte van de voor het schrijven van de informatie benodigde schrijfstroom en nauwelijks te onderscheiden 5 zijn van de met die shhrijfstroom gepaard gaande ruis.
De uitvinding beoogt een werkwijze van in de aanhef genoemde soort aan te geven waaraan genoemd.bezwaar niet kleeft en heeft daartoe het kenmerk, dat de spoorvolgsignalen met althans een eerste vaste schrijfkop worden in-10 geschreven en dat tijdens het inschrijven van informatie met de eerste schrijfkop de door de vaste schrijfkop ingeschreven spoorvolgsignalen door de eerste schrijfkop worden uitgelezen.
Doordat de spoorvolgsignalen met een aparte kop 15 ingeschreven worden kunnen de spoorvolgsignalen veel ster ker ingeschreven worden dan met de kop waarmee de informatie ingeschreven wordt omdat dan de maximale sterkte van de in te schrijven spoorvolgsignalen niet begrensd wordt doordat kruismodulatie met de in te schrijven informatie optreedt, 20 zoals bij de bekende werkwijze het geval zou zijn. Tevens heeft dit het voordeel, dat bij spoorvolging tijdens weergave eveneens sterkere spoorzoeksignalen aanwezig zijn.
Een extra voordeel is dat met de tweede schrijfkop de spoorvolgsignalen zodanig ingeschreven kunnen worden dat de eer-25 ste schrijfkop bij het schrijven op dezelfde wijze geregeld kan worden als bij weergave, namelijk door vergelijking van de sterkte van oversprekende spoorvolgsignalen uit beide nabuursporen in plaats van door meting van de amplitude van slechts één nabuurspoor zoals bij de bekende werkwijze het 30 geval is.
Wanneer de werkwijze volgens de uitvinding toegepast wordt bij het schrijven met meerdere koppen die na elkaar telkens een spoor schrijven treedt als extra voordeel op dat de onderlinge afstand van de sporen nauwkeuri-35 ger konstant gehouden kan worden dan bij de bekende werk wijze het geval is. Immers, indien met meerdere koppen, die ft. _r.egelbaar bevestigd zijn, de bekende werkwijze toe-__ 781 02 50 * * 4 - 3 - ,:: ΡΗΝ 92*)2______________________________________ gepast wordt, wordt de onderlinge spoorafstand bepaald door de onderlinge kophoogte van de koppen, welke onderlinge kophoogte onnauwkeurig is omdat beide koppen zodanig gemonteerd zijn dat bun boogte bestuurbaar is. Het schrijven van 5 spoorvolgsignalen met tenminste één vaste kop waarborgt een zeer nauwkeurige konstantheid van de onderlinge afstand van de door die ingeschreven spoorvolgsignalen bepaalde sporen en de schrijfkoppen volgen deze sporen.
De werkwijze volgens de uitvinding kan nader ge-10 kenmerkt worden doordat tijdens het inschrijven van spoor volgsignalen door de vaste schrijfkop, aan die vaste schrijfkop tevens een wissignaal wordt toegevoerd om eventueel op de band aanwezige informatie te wissen.
Hierdoor wordt de voor de werkwijze volgens de 15 uitvinding benodigde extra kop gekombineerd met de nood zakelijke wiskop. Als wissignaal wordt dan het voormagne-tisatiesignaal van die schrijfkop gebruikt.
De uitvinding heeft eveneens betrekking op een inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de 20 uitvinding omvattende een koppenschijf met daarop gemonteerd althans een eerste in hoogte ten opzichte van het rotatie-vlak van die koppenschijf bestuurbare schrijfkop voor het inschrijven van informatie op een bandvormige registratiedra-ger in de vorm van onderling nagenoeg evenwijdige en een 25 hoek met de lengteas van die bandvormige regis<tratiedrager makende sporen.
Een uitvoeringsvorm van die inrichting wordt gekenmerkt door een op die koppenschijf gemonteerde vaste schrijfkop en middelen voor het toevoeren van in te schrij-30 ven spoorvolgsignalen aan die vaste schrijfkop.
Nader kan die uitvoeringsvorm worden gekenmerkt, door middelen voor het toevoeren van wissignalen aan die vaste kop voor het wissen van eventueel op de band aanwezige informatie.
35 Een inrichting volgens de uitvinding waarbij de koppenschijf naast de eerste in hoogte bestuurbare schrijfkop is voorzien van een tweede in hoogte bestuurbare schrijf- 781 0 2 50 - 4- JEHM_92£2---—------- .kop, die diametraal tegenover de eerste schrijfkop geplaatst is, heeft als nader kenmerk, dat de eerste vaste kop van twee magnetische circuits met elk een schrijfspleet is voorzien voor het gelijktijdig inschrijven van spoorzoek-5 signalen in twee naast elkaar gelegen sporen.
Bij een inrichting met twee schrijfkoppen die elk gedurende een halve omwenteling van de koppenschijf de band' beschrijven doordat de band over 180° schroeflijnvormig om een trommel, waarbinnen de koppenschijf roteert, is gesla-10 gen, is het gebruik van één kop voor het schrijven van de spoorvolgsignalen voordeliger dan het schrijven met twee koppen omdat dan de spoorafstand steeds door die ene kop bepaald wordt, terwijl bij het gebruik van twee afzonderlijke koppen de onderlinge hoogie nauwkeurig ingesteld moet 15 worden.
Voor wat betreft de eerste vaste kop met twee spleten is het voordelig, dat de beide spleten in de rotatie-richting van de koppenschijf gezien achter elkaar zijn gelegen waarbij de achterste spleet een breedte gelijk aan 20 de spoorbreedte analler is dan de voorste spleet waarbij de breedte van de spleten tenminste enkele malen die spoorbreedte is.
Via de voorste spleet wordt een breed spoor met een eerste spoorzoeksignaal beschreven en de achterste spleet 25 wist hiervan een gedeelte en schrijft er een tweede spoorzoeksignaal overheen. Het eerste spoorzoeksignaal blijft over een breedte gelijk aan de gewenste spoorbreedte staan. Dit heeft als voordeel dat wissen door die kop zeer effek-tief gebeurt omdat elk bestaand spoor door die kop meermalen 30 gewist wordt.
Om overspraak van de relatief sterke spoorvolgsignalen die aan de vaste schrijfkop worden toegevoerd naar de eerste en tweede schrijfkoppen waarmee relatief zwakke spoorvolgsignalen worden uitgelezen, te voorkomen is het voor-35 delig, dat de vaste schrijfkop in de draairichting van de koppenschijf gezien nagenoeg halverwege tussen de eerste en de twejede.......in hoogte., bas-tuurbare—achr-i jfkop- i-s· geplaatst-,---------- ’ 78 1 0 2 5 0 • i - 5 - JEHN_£252______. :.............. . ...........;_______ i waarbij de hoogtebesturing van de eerste respektievelijk tweede schrijfkop als funktie van de door die schrijfkop uitgelezen spoorvolgsignalen, onderbroken wordt gedurende de halve omwentelingsperiode dat de vaste kop spoorvolgsigna-5 len inschrijft.
Door deze maatregel is de spoorvolging voor elk van de eerste en tweede schrijfkop slechts gedurende de helft van elke schrijfperiode aktief, hetgeen in de praktijk voldoende blijkt bij het inschrijven van informatie. Bij 10 weergave blijft spoorvolging gedurende de gehele periode mogelijk.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin
Fig. 1 schematisch het principe van een inrich-15 ting volgens de uitvinding toont,
Fig. 2A en 2B twee aanzichten van de in een uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding toegepaste schrijfkop voor het inschrijven van spoorzoeksigna-len toont, 20 Fig. 3 "een bovenaanzicht van een bandvormige registratiedrager met daarop schematisch aangegeven de geregistreerde spoorvolgsignalen ter verduidelijking van de werking van de in Figuren 2A en 2B getoonde schrijfkop toont, 25 Fig. U een schematische weergave van een eerste uitvoeringsvorm van een werkwijze volgens de uitvinding toont,
Fig. 5 een schematische weergave van een voorkeursui tvoeringavorm van de werkwijze volgens de uitvinding 30 :· toont,
Fig. 6 een tabel met frequenties van de spoorvolgsignalen, die in die voorkeursuitvoeringsvorm gebruikt worden, toont
Fig. 7 schematisch een voorkeursuitvoeringsvorm 35 van een inrichting voor het uitvoeren van de voorkeursuit voeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding toont an________________________:_________________-____________ 78 1 0 2 5 0 - 6- -ΡΗΝ—92-52______.
Fig. 8 schematisch een aantal signalen weergeeft ter verklaring van de werking van de inrichting volgens Fig. 7.
Fig. 1 toont schematisch het principe van een re-5 corder met twee opname/weergave koppen voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding. Deze omvat een roterende koppenschijf 1 met daarop diametraal tegenover elkaar geplaatst twee opname/weergave koppen 2 en 3» die op een transducer 5 respektievelijk 6 gemonteerd zijn. De kop-10 penschijf 1 roteert binnen een trommel 7 waaromheen schroeflijnvormig over de halve omtrek een magneetband 8 geslagen is. Door een spleet in de trommel 7 kunnen de koppen magnetisch kontakt maken met de band 8. De koppenschijf 1 is verder voorzien van een kop 4 met dubbele spleet. Deze kop 4 15 is in dit voorbeeld onder een hoek van 90° met de koppen 2 en 3 geplaatst.
Doordat de band 8 schroeflijnvormig om de trommel 7 is geslagen, beschrijven de koppen 2 en 3 beurtelings schuine sporen op de band 8. Om de koppen 2 en 3 de sporen op de 20 band 8 goed te doen volgen zijn deze koppen op transducers 5 respektievelijk 6 gemonteerd, met welke transducers op kommando van regelsignalen de koppen 2 en 3 in hoogte bestuurd kunnen worden. Voor deze transducers worden bij voorkeur piëzo-elektrische elementen gebruikt. Kop 4 is, althans 25 voor wat betreft spoorvolging, niet regelbaar en vast. Met behulp van de vaste kop 4 kunnen spoorvolgsignalen op de band 8 ingeschreven worden, welke spoorvolgsignalen sporen definiëren die door toevoer van regelsignalen aan de transducers 5 en 6 door de koppen 2 en 3 gevolgd kunnen worden,, 30 Door het gebruik van een aparte kop voor het schrij ven van de spoorvolgsignalen kunnen deze met een grotere amplitude worden ingeschreven dan het het geval is bij de bekende werkwijze waarbij de spoorvolgsignalen met de schrijfkoppen 2 en 3 tegelijk met het signaal ingeschreven worden 35 waardoor rekening gehouden moet worden met kruismodulatie tussen het signaal ;en de spoorvolgsignalen. Verder kunnen mg-h aan aparts msts Vnp nf k.nppau-_dn.-.RpftnnTrn-Tgaj-gria-1.P..ri_hft-.
78 1 0 2 5 0 « Λ - 7- jehm_9^52-:--:--——-—.—:----------- ter rechtlijnig en op konstante onderlinge afstanden ingeschreven worden dan met de schrijfkoppen, die, voor spoor-volging bij weergave, in hoogte verplaatsbaar zijn bevestigd.
5 Het in Fig. 1 getoonde voorbeeld betreft een twee- kops recorcer, waarbij de band 180° om de trommel geslagen is. Daardoor wordt per omwenteling van de koppenschijf 1 door elk van de koppen 2 en 3 één spoor beschreven. Voor het inschrijven van de spoorvolgsignalen is het daarbij moge-10 lijk om twee diametraal tegenover elkaar geplaatste vaste koppen, die per omwenteling van de koppenschijf 1 elk een spoor beschrijven, toe te passen. Wordt, zoals in het getoonde voorbeeld één vaste kop toegepast, dan moet deze twee sporen tegelijk met spoorvolgsignalen beschrijven.
15 Omdat de spoorvolgsignalen in naastelkaargelegen sporen, bijvoorbeeld qua frequentie van elkaar onderscheidbaar moeten zijn, zal zo'n vaste kop dan twee kopspleten moeten hebben, hetgeen als bijkomend voordeel heeft, dat de afstand tussen beide per omwenteling beschreven sporen in de con-20 structie van die kop verankerd ligt.
Bijzonder voordelig is de werkwijze volgens de uitvinding wanneer de vaste kop, waarmee de spoorvolgsignalen worden ingeschreven, tevens gebruikt wordt om de band te wissen. Dit wissen gebeurt dan door de voormagnetisatie-25 stroom van die kop. Een voor dit doel bijzonder geschikte kop wordt in figuur 2 schematisch getoond, waarin figuur 2A een zijaanzicht toont en figuur 2B een zicht op de spleet-zijde van de kop 4 toont. De kop omvat twee magnetische circuits elk met een deel 10 respektievelijk 11 en een gemeen-30 schappelijk sluitjuk 9 dat spleten. 12 respektievelijk 13 met de delen 10 respektievelijk 11 vormt. Om de delen 10 respektievelijk 11 is een spoel 15 respektievelijk 16 aangebracht.
Door het aanbrengen van een uitsparing 14 is spleet 12 een lengte a versmald ten opzichte van spleet 13· De velden in 35 spleten 12 en 13 worden onafhankelijk van elkaar bepaald door de bekrachtiging van de spoelen 15 en 16.
__ Figuur 3 .to.ont_e.en bovenaanzicht_van,ootl..stuk- van— 781 0 2 5 0 - 8 - % . ΡΗΜ_92$2_____; band 8 met daarop schematisch aangegeven een aantal door spoorvolgsignalen gedefinieerde sporen en kop 4 met de spleten 12 en 13 zoals die met de band 8 samenwerken.
Wanneer kop b schuin over de band beweegt wordt via 5 spleet 13 een breed spoor met een eerste spoorvolgsignaal beschreven. Spleet 12' schrijft hierover heen een breed: spoor met een tweede spoorvolgsignaal en laat over een breedte a het eerste spoorvolgsignaal staan. Op deze wijze ontstaat het spoor n en het spoor n+2 etc. De breedte a 10 dient in relatie met de bandsnelheid en de kopsnelheid zo gekozen te zijn dat kop 4 in één omwenteling van de koppen— schijf 1 ten opzichte van de band in een richting loodrecht op de sporen over een afstand 2a verplaatst wordt.' Dan blijft er op de band een spoor ter breedte a met het tweede door 15 spleet 12 geschreven spoorvolgsignaal over wanneer kop 4 de volgende omwenteling maakt. Op deze wijze ontstaat het spoor n+1.
De ten opzichte van de spoorbreedte a relatief lange spleten 12 en 13 hebben als voordeel dat het wissen van 20 op de band 8 aanwezige informatie erg effectief kan gebeuren omdat elk bestaand spoor meerdere malen door de kop 4 gewist wordt.
Bij het inschrijven van de informatie door de koppen 2 en 3 kunnen dezelfde spoorvolgmethoden worden toege-25 past als bij het weergeven van ingeschreven informatie omdat de spoorvolgsignalen vóór het inschrijven van informatie door kop 4 zijn ingeschreven. Figuur 4 toont schematisch een eerste mogelijkheid daartoe.
Op de band 8 zijn met stippellijnen de door kop 4 30 ingeschreven sporen van spoorvolgsignalen, bijvoorbeeld de sporen n, n+1 en n+2, aangegeven. De spoorvolgsignalen in die sporen zijn nu, bijvoorbeeld qua frequentie, zodanig dat het spoorvolgsysteem de door de schrijfkoppen 2 en 3 uitgelezen signalen van twee aaneengrenzende sporen detek-35 teert en 'qua amplitude vergelijkt. De koppen 2 en 3 worden zo in hoogte gestuurd dat deze de grens' tussen twee naast--elkaar_geXeg.eja_sp_or.en., met, spoorvolgsignalen „volgen , „bij-____ 78 1 0 2 5 0 - 9 - ♦ · * · JEIHN—£2£2-——___-_:_______ voorbeeld kop 2 volgt de grens tussen sporen n+1 en n+2 en schrijft half over spoor n+1 en half over spoor n+2 een informatiespoor s+2. Bij weergave kan eenzelfde spoorvolg-methode gevolgd worden. Het voordeel van deze methode is dat de te volgen sporen onder de betreffende schrijfkop zijn ^ gelegen waardoor relatief sterke spoorvolgsignalen worden uitgelezen. Een nadeel is echter dat de beide door de betreffende kop uit te lezen spoorvolgsignalen door afzonderlijke spleten van de dubbelspleetkop 4 met elk hun eigen voormagnetisatiestroom worden ingeschreven waardoor verschillen tot uiting komen in de volgnauwkeurigheid. Verder 10 blijkt dat de steilheid van de discriminatiekarak'teristiek, welke wordt verkregen door het verschil in sterkte van de door een kop uitgelezen spoorvolgsignalen uit naast elkaar gelegen sporen uit te zetten tegen de verplaatsing van de kop, gering is. Het blijkt daarom voordeliger te zijn om 15 ook bij het schrijven de voor weergave uit de Nederlandse Octrooiaanvrage Nr. 7702815 (PHN 8728) bekende spoorvolg-methode te gebruiken ondanks de relatief geringere sterkte van de uit aan weerszijde van een te volgen spoor grenzende sporen oversprekende spoorvolgsignalen.
20 Figuur 5 toont schematisch het principe van spoor- volging toegepast in een voorkeursuitvoeringsvorm van een inrichting voor het toepassen van de werkwijze volgens de uitvinding. Op de band 8 schrijft kop 4 sporen met spoorvolgsignalen, bijvoorbeeld de sporen n-1, n+1 en n+2, welke 25 sporen door de koppen 2 en 3 zowel bij schrijven als bij weergave van informatie gevolgd worden door het vergelijken van de amplituden van uit de beide nabuursporen van het te volgen spoor oversprekende spoorvolgsignalen. Zo volgt in de weergegeven situatie kop 2 het spoor n door uitlezing van 30 d© uit de sporen n-1 en n+1 oversprekende spoorvolgsignalen. Evenals bij het spoorvolgsysteem volgens de Nederlandse Octrooiaanvrage Nr. 7702815 (PHN 8728) wordt gebruik gemaakt van spoorvolgsignalen met in telkens vier opeenvolgende sporen verschillende frequenties, zodanig, dat na menging van 7810250 -10 - EHH-9Z52_____ de mengprodukten van het mengsignaal en de spoorvolgsignalen uit de nabuursporen van het te volgen spoor een van elkaar en van andere mengprodukten onderscheidbare en bekende frequentie hebben. Bij het voorkeurssysteem volgens genoemde 5 aanvrage ontstonden mengprodukten van een eerste en een tweede frequentie welke voor de ene kop correspondeerden· met het voorafgaande respektievelijk volgende spoor en voor de andere kop juist anders om. Bij het voorkeursuitvoerings-voorbeeld^volgens de uitvinding is een frequentievolgorde 10 gekozen waarbij steeds het mengprodukt van het spoorvolg-signaal uit een spoor voorafgaand aan het te volgen spoor een eerste bepaalde frequentie heeft en het mengprodukt van het spoorvolgsignaal uit het spoor volgend op het te volgen spoor een tweede bepaalde frequentie heeft.
15 Figuur 6 toont een tabel met de in het vQorkeurs- uitvoeringsvoorbeeld gekozen frequenties voor de spoorzoek-signalen. Hierin geeft kolom I een naar figuur 5 verwijzende spooraanduiding, kolom II de frequentie-aanduiding van de spoorvolgsignalen in die sporen opgetekend, kolom III 20 het referentienummer van de kop die dat bepaalde spoor dient te volgen, kolom IV de frequent!eaanduiding van het bij het volgen van het betreffende spoor toe te voeren meng-signaal, kolom V de gekozen waarden voor die frequenties, afgerond op gehele kHz, uit kolom II, kolom VI de op gehele 25 kHz afgeronde waarden van de frequenties van het mengprodukt met het spoorvolgsignaal uit het voorafgaande spoor en kolom VII de waarden van de frequentie van het mengprodukt met het spoorvolgsignaal uit het volgende spoor.
Figuur 7 toont een voorkeursuitvoeringsvoorbeeld van 30 een inrichting voor het toepassen van de werkwijze volgens de uitvinding. Deze omvat een met streeplijnen omgeven frequent! egenerator 5k met daarin een programmagenerator k1 voor het besturen van de frequentievolgorde. Het uitgangssignaal van een oscillator 26 met een uitgangsfrequentie 35 van bijvoorbeeld 5 MHz wordt toegevoerd aan een tweetal door een uitgangssignaal C van de programmagenerator 41 be-s tuurde f requentiedeler s„ 27 en ,28 t_er„opwekking .van. de _f r.e- 781 0 2 50 \ * t -11- PHN.$252___________------ quenties , f^, ^ en ^4· ®e uitgangssignalen van deze frequent! edel er s F en G worden op commando van het uitgangssignaal B van de programmagenerator 4i via poorten 29 en 30 toegevoerd aan uitgangen 60 en 61. De signalen H en I aan 5 deze uitgangen zijn de in te schrijven spoorvolgsignalen.
De signalen F en G worden eveneens op kommando van de uitgangssignalen D en E van programmagenerator 41 via poorten 31 en 32 opgeteld met ’’ofJ-poort 33 en v^-a een laagdoorlaat-filter 34 toegevoerd aan uitgang 62 van de frequentiegene-10 rator 54· Het uitgangssignaal J aan die uitgang 62 vormt het mengsignaal t.b.v. de spoorvolging.De programmagenerator 41 wordt bestuurd door een inrichting 42 die, bijvoorbeeld via een tachogenerator, één impuls per omwenteling van de koppenschijf 1 afgeeft en een inrichting 43 die de 15 programmagenerator omschakelt bij omschakeling van opname naar weergave en omgekeerd.
Het spoorvolgsignaal H respektievelijk I aan uitgang 60 respektievelijk 61 wordt via een laagdoorlaatfil-ter 33 respektievelijk 36 toegevoerd aan een opteller 37 20 respektievelijk 38, waaraan ook het uitgangssignaal van de oscillator 26 toegevoerd wordt dat als wissignaal dient.
Het uitgangssignaal van opteller 37 respektievelijk 38 wordt via versterker 39 respektievelijk 40 en bijvoorbeeld sleepring 20 respektievelijk 21 toegevoerd aan de spoel 16 25 respektievelijk 15 van kop 4.
De koppen 2 en 3 zijn via roterende transformatoren 17 en 18 verbonden met signaalingangen 22 en via die roterende transformatoren, versterkers 43 en 46 en schakelaar 36 met een signaaluitgang 23, Voor de verwerking van het 30 door kop 2 respektievelijk 3 uitgelezen spoorzoeksignaal K respektievelijk L is de secundaire zijde van de roterende transformator 18 respektievelijk 17 met een kontakt van schakelaar 37 respektievelijk 58 verbonden en via versterker 45 respektievelijk 46 en schakelaar 56 met een aanslui-33 ting van een schakelaar 55· Tussen schakelaars 37 en 58 anderzijds is de primaire wikkeling van een transformator 19 opgenomen waarvan de secundaire zijde via. versterker_44.
781 02 50 -12- i PHN Q252____ met schakelaar 55 is verbonden. Het moederkontakt van schakelaar 55 is via een laagdoorlaatfilter 47 en een verster- ; ker 48 met een mengtrap 49 verbonden, waaraan het signaal J aan uitgang 62 van de frequentiegenerator als mengsignaal 5 wordt toegevoerd. Het uitgangssignaal van mengtrap 49 is via een banddoorlaatfilter 50 en amplitude detektor 51 met een eerste regelsignaaluitgang 24 verbonden en via een banddoorlaatfilter 52 en amplitudedetektor 53 met een tweede regelsignaaluitgang 25 verbonden.
10 Bij het inschrijven van informatie wordt het in- formatiesignaal in fase aan beide ingangen 22 toegevoerd en dus aan de koppen 2 en 3» waarvan er telkens één magne-tisch'dcontakt met de band 8 heeft en dus inschrijft. Bij het schrijven zijn schakelaars 57 en 58 gesloten (geteken-15 de stand). Over de primaire wikkeling van transformator 57 is het relatief sterke in te schrijven informatiesignaal nauwelijks aanwezig omdat dit aan beide ingangen 22 toegevoerd wordt. De niet gelijktijdig optredende uitgelezen spoorzoeksignalen K en L worden via transformator 19» ver-20 sterker 44, schakelaar 55» die bij het schrijven in de getekende stand staat, filter 47 en versterker 48 toegevoerd aan de mengtrap 49· ELj weergave staan schakelaars 57 en 58 in de geopende stand en schakelaar 55 in de andere dan de getekende stand. De uitgelezen spoorvolgsignalen worden 25 via versterkers 45 en 46, schakelaar 56» schakelaar 55» filter 47 en versterker 48 aan de mengtrap 49 toegevoerd. Schakelaar 56 wisselt twee maal per omwenteling van de koppenschijf zodanig dat steeds de uitgelezen informatiesigna-len van die kop 2 of 3 die kontakt met de band 8 maakt naar 30 de informatiesignaaluitgang 23 gevoerd wordt. Zowel bij opname als bij weergave worden de uitgelezen spoorvolgsignalen K en L aan de mengtrap toegevoerd. De beide gewenste mengprodukten (15 kHz en 47 kHz in dit voorbeeld) worden uitgescheiden met de bandfilters 50 en 52 en de amplituden 35 daarvan worden met de amplitude detektors 51 en 53 gemeten en leveren regelsignalen aan de uitgangen 24 en· 25, met welke regelsignalen de transducenten 5 en 6 bestuurd worden.
" 78 1 0 2 5 0 ’ / - - 13- PHN 92*12 ________________
Figuur 8 toont een aantal diagrammen ter verklaring van de werking van de frequentiegenerator 54 in de inrichting volgens fig. 7 als funktie van de rotatie van de koppens ctiijf 1, waarbij twee omwentelingen zijn weerge-5 geven, waarna het geheel zich steeds herhaalt. Het moment Ïq korrespondeert met de in fig. 5 schematisch weergegeven situatie waar kop 2 juist met de aftasting van spoor n begint. Fig. 8A resp. 8B geeft de frequenties van spoorvolg-signalen in de nabuursporen van het door de kop 2 respek-10 tievelijk 3 te volgen spoor. Voor kop 2 zijn daarbij ge- θ Θ durende de 1 en 3 halve omwenteling deze frequenties de frequenties f^ en f^ en voor kop 3 gedurende de 2 en 4 halve omwenteling de frequenties f^ en f^. Fig. 8C respek-tievelijk 8D geeft de frequentie van het spoorvolgsignaal 15 dat door kop 4 via spleet 13 respektievelijk 12 ingeschre ven moet worden welke frequentie gedurende het eerste kwart van de eerste omwenteling en het laatste kwart van de tweede omwenteling de frequentie f^ respektievelijk f^ is en gedurende het laatste kwart van de eerste omwenteling 20 en het eerste kwart van de tweede omwenteling de frequentie f^ respektievelijk f^ is. Fig. 8E toont de benodigde frequenties voor het mengsignaal J, waarbij geen mengsignaal gegenereerd wordt gedurende de perioden dat kop 4 aktief is om de invloed van overspraak van de in te schrijven spoor-25 volgsignalen naar de koppen 2 en 3 te vermijden. Gedurende het tweede en derde kwart van de eerste omwenteling en het tweede en derde kwart van de tweede omwenteling moeten dus achtereenvolgens de mengfrequenties f1, f^, f^ en f^ geleverd worden.
30 Vergelijking van de signalen Η, I en J leert dat op elk moment slechts twee van de vier frequenties gegenereerd hoeven te worden. Tussen de momenten t^ en t^ en de momenten t^ en tg zijn dat de frequenties f^ en f^ en tussen de momenten t^ en tj de frequenties f^ en f^. Hier-35 door kan met twee omschakelbare frequentiedelers volstaan worden. Deler 27 is omschakelbaar zodanig, dat deze de frequenties f^ en f^ kan leveren én;_: deler 28 kan de f re-________ "" 78 1 0 2 5 0 -14 - 2Ξ&-9252-- quenties fg en f^ leveren. De uitgangsfrequentie van deler 27 respektievelijk 28 is weergegeven in het tijddiagram van fig. 8F respektievelijk 8G.
Programmagenerator 41 genereert op commando van 5 het signaal A de signalen B, C, D en E. De signalen A, B, C, D en E worden getoond in de tijddiagrammen van de figuren 8H, 81, 8J, 8K respektievelijk 8L. Het signaal A omvat één impuls per omwenteling van de koppenschijf 1, in dit voorbeeld optredende op de momenten t^, t^ en tg. Het signaal 10 B is blokvormig en heeft de logische toestand "0” tussen de momenten t. en tn en de momenten t_ en t_, dit zijn de pe- 1 3 5i rioden dat de kop 4 de band 8 niet beschrijft. In die perioden worden de uitgangssignalen van de delers 27 en 28 en het wissignaal afkomstig van de generator 26 door toevoer 15 van het signaal B aan de poorten 29» 30 respektievelijk 63 onderdrukt zodat de spoelen 15 en 16 van kop 4 gedurende die perioden geen signalen ontvangen om overspraak te vermijden.
’ bij het uitlezen van spoorvolgsignalen door de koppen 2 en 3- 20 Het signaal C is blokvormig met flanken op de momenten t^ en t^ en dient om de delers 27 en 28 om te schakeleen op de momenten t^ en t^.
Het signaal E heeft de logische toestand ”1" tussen de momenteiic en tg en wordt toegevoerd aan poort 31» 25 zodat gedurende die perioden het uitgangssignaal F van de ler 27 aan de mengtrap 49 wordt toegevoerd, terwijl het signaal D de logische toestand "1" heeft tussen de momenten tg en t^ en tussen de momenten tg en tj en toegevoerd wordt aan poort J2 zodat tussen de momenten tg en t^ en tussen de 30 momenten tg en t^ het uitgangssignaal van deler 28 aan de mengtrap 49 wordt toegevoerd. Op deze wijze ontvangt de mengtrap de in het tijddiagram van fig. 8E getoonde frequenties.
Tijdens weergave wordt kop 4 niet gebruikt en er kan dus gedurende de gehele omwenteling van de koppenschijf 35 1 spoorvolging plaatsvinden. De frequenties die de mengtrap 49 dan moet ontvangen worden getoond in fig. 8M. De tijddi-agrammeiL_y.aiL_fig.uren_..8N,_80..,.....8.E ,._.eiL.8Q tonen_het _verloop---- " 78 1 0 2 5 0

Claims (7)

1. Werkwijze voor het inschrijven van informatie en spoorvolgsignalen op een bandvormige registratiedrager in 20 de vorm van onderling nagenoeg evenwijdige en een hoek met de lengteas van die bandvormige registratiedrager makende sporen met behulp-'van een inrichting voorzien van een roterende koppenschijf met daarop althans een eerste schrijfkop, die in hoogte bestuurbaar is, waarbij de hoogte van die eer-23 ste schrijfkop bestuurd wordt als funktie van de sterkte van door die schrijfkop uitgelezen spoorvolgsignalen, met het kenmerk, dat de spoorvolgsignalen met althans een eerste vaste schrijfkop worden ingeschreven en dat tijdens het inschrijven van informatie met de eerste schrijfkop de door 30 de vaste schrijfkop ingeschreven spoorvolgsignalen door de eerste schrijfkop worden uitgelezen.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat tijdens het inschrijven van spoorvolgsignalen door de vaste schrijfkop, aan die vaste schrijfkop tevens een wis-35 signaal wordt toegevoerd om eventueel op de band aanwezige informatie te wissen. ’ 78 1 0 2 5 0 —16 _ PHN 92 52______
3· Inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens conclusie 1 of 2 omvattende een koppenschijf met daarop gemonteerd althans een eerste in hoogte ten opzichte van het rotatievlak van die koppenschijflbestuurbare schrijf-5 kop voor het inschrijven van informatie op een bandvormige registratiedrager in de vorm van onderling nagenoeg evenwijdige en een hoek met de lengteas van die bandvormige registratiedrager makende sporen, gekenmerkt,door een op die koppenschijf gemonteerde vaste schrijfkop en middelen voor 10 het toevoeren van in te schrijven spoorvolgsignalen aan die vaste schrijfkop.
4. Inrichting volgens conclusie 3> gekenmerkt door middelen voor het toevoeren van wissignalen aan die vaste kop voor het wiss.en van eventueel op de band aanwezige infor- 15 matie.
5. Inrichting volgens conclusie 3 of > waarbij de koppenschijf naast de eerste in hoogte bestuurbare schrijfkop is voorzien van een tweede in hoogte bestuurbare schrijfkop, die diametraal tegenover de eerste schrijfkop geplaatst 20 is, met het kenmerk, dat de eerste vaste kop van twee magnetische circuits met elk een schrijfspleet is voorzien voor het gelijktijdig inschrijven van spoorzoeksignalen in twee naast elkaar gelegen sporen.
6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, 25 dat de beide spleten in de rotatierichting van de koppenschijf gezien achter elkaar zijn gelegen waarbij de achterste spleet een breedte gelijk aan de spoorbreedte smaller is dan de voorste spleet waarbij de breedte van de splêten tenminste enkele malen die spoorbreedte is. 30
7· Inrichting volgens conclusie 5 of 6, met het ken merk, dat de vaste schrijfkop in de draairichting van de koppenschijf gezien nagenoeg halverwege tussen de eerste en de tweede in hoogte bestuurbare schrijfkop is geplaatst, waarbij de hoogtebesturing van de eerste respektievelijk tweede 35 schrijfkop als funktie van de door die schrijfkop uitgelezen spoorvolgsignalen onderbroken wordt gedurende die halve om- I, I. , wentelingsperiode dat de vaste kop spoorvolgsignalen inschrijft. 781 0 2 50
NL7810250A 1978-10-12 1978-10-12 Werkwijze voor het inschrijven van informatie en spoor- volgsignalen en een inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze. NL7810250A (nl)

Priority Applications (14)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL7810250A NL7810250A (nl) 1978-10-12 1978-10-12 Werkwijze voor het inschrijven van informatie en spoor- volgsignalen en een inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze.
FR7924104A FR2438888B1 (fr) 1978-10-12 1979-09-27 Procede pour l'inscription d'information et de signaux de poursuite de piste, et dispositif permettant la mise en oeuvre de ce procede
CA000337011A CA1143469A (en) 1978-10-12 1979-10-04 Method of recording information and tracking signals and apparatus for carrying out the method
GB7935067A GB2035620B (en) 1978-10-12 1979-10-09 Method of and apparatus for recording information and tracing signals
DK423679A DK423679A (da) 1978-10-12 1979-10-09 Fremgangsmaade til optagelse af informations og sporingssignaler og apparat til udoevelse af fremgangsmaaden
IT68961/79A IT1119372B (it) 1978-10-12 1979-10-09 Procedimento e dispositivo per la registrazione delle informazioni e dei segnali di pista su un supporto a nastro o simile
AT0657879A AT365354B (de) 1978-10-12 1979-10-09 Vorrichtung zum einschreiben von information und spurfolgesignalen
NZ191787A NZ191787A (en) 1978-10-12 1979-10-09 Rotating head recorder fixed tracking signal write head
AU51591/79A AU532529B2 (en) 1978-10-12 1979-10-09 Recording information and tracking signals
ES484881A ES484881A1 (es) 1978-10-12 1979-10-10 Un aparato para grabar informacion en un portador de regis- tro a modo de cinta.
DE19792941013 DE2941013A1 (de) 1978-10-12 1979-10-10 Verfahren zum einschreiben von information und spurfolgesignalen und vorrichtung zum durchfuehren dieses verfahrens
BE0/197580A BE879329A (fr) 1978-10-12 1979-10-10 Procede pour l'inscription d'information et de signaux de poursuite de piste, et dispositif permettant la mise en oeuvre de ce procede
US06/083,719 US4306261A (en) 1978-10-12 1979-10-11 Method and apparatus for recording helical scan information and tracking signals
JP13097779A JPS5552531A (en) 1978-10-12 1979-10-12 Recording information and tracking signal* and device therefor

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL7810250 1978-10-12
NL7810250A NL7810250A (nl) 1978-10-12 1978-10-12 Werkwijze voor het inschrijven van informatie en spoor- volgsignalen en een inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL7810250A true NL7810250A (nl) 1980-04-15

Family

ID=19831698

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL7810250A NL7810250A (nl) 1978-10-12 1978-10-12 Werkwijze voor het inschrijven van informatie en spoor- volgsignalen en een inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze.

Country Status (14)

Country Link
US (1) US4306261A (nl)
JP (1) JPS5552531A (nl)
AT (1) AT365354B (nl)
AU (1) AU532529B2 (nl)
BE (1) BE879329A (nl)
CA (1) CA1143469A (nl)
DE (1) DE2941013A1 (nl)
DK (1) DK423679A (nl)
ES (1) ES484881A1 (nl)
FR (1) FR2438888B1 (nl)
GB (1) GB2035620B (nl)
IT (1) IT1119372B (nl)
NL (1) NL7810250A (nl)
NZ (1) NZ191787A (nl)

Families Citing this family (30)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS5683808A (en) * 1979-12-11 1981-07-08 Sony Corp Magnetic recording and reproducing device
JPS56117326A (en) * 1980-02-18 1981-09-14 Victor Co Of Japan Ltd Rotary head type magnetic recording and reproducing device
DE3267715D1 (en) * 1981-12-07 1986-01-09 Hitachi Ltd Method and apparatus for detecting track jumping point in magnetic recording and reproducing system
US4528605A (en) * 1982-02-13 1985-07-09 Victor Company Of Japan, Ltd. Rotary magnetic head scanning control system in a magnetic recording and reproducing apparatus
JPS58194480A (ja) * 1982-05-07 1983-11-12 Matsushita Electric Ind Co Ltd 磁気録画再生装置
JPS5924465A (ja) * 1982-07-30 1984-02-08 Hitachi Ltd 磁気録画再生装置の可変速再生の制御装置
JPS5940784A (ja) * 1982-08-31 1984-03-06 Sony Corp 映像再生装置
JPS5954086A (ja) * 1982-09-21 1984-03-28 Toshiba Corp トラツキング制御方式
JPS59110062A (ja) * 1982-12-13 1984-06-25 Canon Inc 情報信号記録再生装置
JPS59157875A (ja) * 1983-02-26 1984-09-07 Nec Home Electronics Ltd トラツキングエラ−検出システム
EP0125051B1 (en) * 1983-04-12 1989-01-04 Victor Company Of Japan, Limited Recording and/or reproducing apparatus with tracking servo-mechanism responsive to fm crosstalk components
JPS59203273A (ja) * 1983-04-30 1984-11-17 Nec Home Electronics Ltd トラツキング制御回路
JPS603919U (ja) * 1983-06-17 1985-01-12 パイオニア株式会社 ヘツドドラム装置
JPS60140554A (ja) * 1983-12-28 1985-07-25 Canon Inc ビデオ信号再生装置
JPH0666096B2 (ja) * 1984-07-27 1994-08-24 株式会社日立製作所 磁気記録再生装置
US5087995A (en) * 1984-12-06 1992-02-11 Canon Kabushiki Kaisha Information signal reproducing apparatus for effecting tracking control by using three or more rotary heads
DE3517380A1 (de) * 1985-05-14 1986-11-20 Deutsche Thomson-Brandt Gmbh, 7730 Villingen-Schwenningen Verfahren zur spurfindung
JPH0736203B2 (ja) * 1985-04-19 1995-04-19 株式会社日立製作所 磁気記録再生装置
US4849839A (en) * 1985-04-30 1989-07-18 Sony Corportion Magnetic tape recording and/or reproducing apparatus rotary head assembly having sweeping device
JPS61292204A (ja) * 1985-06-19 1986-12-23 Sony Corp 記録再生装置
JPS6252752A (ja) * 1985-08-30 1987-03-07 Sony Corp 記録再生装置
US4675760A (en) * 1986-03-11 1987-06-23 Ampex Corporation Information signal recording and/or playback system and method using a prerecorded reference track
US4979051A (en) * 1988-03-22 1990-12-18 Eggebeen James A Bimodal multi-track magnetic head
JP2589168B2 (ja) * 1988-12-17 1997-03-12 アルプス電気株式会社 回転ヘッド式磁気記録再生装置
DE3923041A1 (de) * 1989-07-13 1991-01-17 Thomson Brandt Gmbh Magnetbandrecorder
US5229895A (en) * 1991-06-07 1993-07-20 Minnesota Mining And Manufacturing Company Multi-track servo recording head assembly
NO922249L (no) * 1991-06-07 1992-12-08 Minnesota Mining & Mfg Flerspors servo-opptakshode, resulterende medium som inneholder forhaandsregistrert servospor samt servostyrt hodeposisjoneringssystem
DE4221729C2 (de) * 1992-07-02 2002-05-02 Philips Corp Intellectual Pty Rotierende Abtasteinrichtung
DE19610089A1 (de) * 1996-03-14 1997-09-18 Thomson Brandt Gmbh Spurführung bei Längsspuraufzeichnung mit einer Vielzahl paralleler Spuren
JP3540297B2 (ja) 2001-08-29 2004-07-07 本田技研工業株式会社 ハイブリッド車両のエンジン制御装置

Family Cites Families (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3838453A (en) * 1972-05-18 1974-09-24 Ibm Track following system for magnetic tape recorder
JPS51138410A (en) * 1975-05-26 1976-11-30 Sony Corp Method of recording and reproducing signal
US4068268A (en) * 1976-01-08 1978-01-10 Idemoto Tom Y Method and apparatus for writing servo-tracks on rotating magnetic memory surfaces
US4044388A (en) * 1976-10-05 1977-08-23 Eastman Kodak Company Interactive servo control system for use with a rotating-head magnetic tape player
US4120008A (en) * 1976-10-05 1978-10-10 Eastman Kodak Company Overlap track servo for dynamic position correction in a rotary-head tape recorder
NL7702815A (nl) * 1977-03-16 1978-09-19 Philips Nv Werkwijze voor het regelen van de positie van een schrijf- respektievelijk leeskop en een inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze.
US4141047A (en) * 1977-09-12 1979-02-20 Sony Corporation Method and apparatus for correcting tracking errors of a transducer which scans parallel record tracks
JPS5480716A (en) * 1977-12-12 1979-06-27 Sony Corp Automatic tracking apparatus

Also Published As

Publication number Publication date
JPS624772B2 (nl) 1987-01-31
ATA657879A (de) 1981-05-15
IT1119372B (it) 1986-03-10
NZ191787A (en) 1982-03-16
AU5159179A (en) 1980-04-17
AT365354B (de) 1982-01-11
DE2941013A1 (de) 1980-04-30
DE2941013C2 (nl) 1989-12-21
AU532529B2 (en) 1983-10-06
FR2438888A1 (fr) 1980-05-09
ES484881A1 (es) 1980-06-16
JPS5552531A (en) 1980-04-17
GB2035620B (en) 1982-11-03
US4306261A (en) 1981-12-15
CA1143469A (en) 1983-03-22
DK423679A (da) 1980-04-13
IT7968961A0 (it) 1979-10-09
FR2438888B1 (fr) 1986-06-20
GB2035620A (en) 1980-06-18
BE879329A (fr) 1980-04-10

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL7810250A (nl) Werkwijze voor het inschrijven van informatie en spoor- volgsignalen en een inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze.
US4110799A (en) Servo system for controlling the position of a magnetic head relative to a track to be followed using periodically interrupted long-wave positioning signals
US4237500A (en) Method of controlling the position of a write-read head and device for carrying out the method
US5229895A (en) Multi-track servo recording head assembly
US5426543A (en) Servo positioning system for magnetic recording media
CA1066410A (en) Positioning device for the access arm of the magnetic head of a magnetic disk storage
GB1448380A (en) Video recording and reproducing
US4439799A (en) Apparatus for reproducing information recorded in a plurality of adjacent tracks
JPH02183412A (ja) ダイナミックヘッド位置制御方法及び装置
JPS63100675A (ja) 磁気ディスクのためのサーボ同期方法及び装置
AU562158B2 (en) Detection of clogging of gaps in rotary magnetic heads
GB1518031A (en) Servo-control system for signal recording and reproducing apparatus
ES484617A1 (es) Un aparato de reproduccion para senales de television
US5341255A (en) Disc drive head positioning servo system with coherent adjacent track magnetic patterns
US5418670A (en) Magnetic recording medium having a servo pattern of the intermittent type with compensation for suppressing self-generated residual fields
US4550393A (en) System for reproducing an address signal from each track turn during a search mode operation of a reproducing apparatus
NL8801363A (nl) Inrichting voor het opnemen of weergeven van een elektrisch signaal.
NL8203140A (nl) Inrichting en werkwijze voor het bepalen van de positie van een leeskop.
JP2000215441A (ja) ディスク記憶媒体及びディスク記憶装置
JPS62259252A (ja) 磁気テ−プ装置
NL8201614A (nl) Inrichting voor het weergeven van videosignalen met een van een nominale snelheid afwijkende snelheid.
US5138502A (en) Tape counter for a rotary head type video signal recording and reproducing apparatus and tape counting method therefor
JP2674205B2 (ja) 映像信号再生装置
SU932564A1 (ru) Способ магнитной записи-воспроизведени информации на барабане
JPS61261813A (ja) テ−プ状記録担体のトラツク検知方法

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed