NL2025272B1 - Verstelinstrument voor een buitenzichteenheid van een motorvoertuig - Google Patents
Verstelinstrument voor een buitenzichteenheid van een motorvoertuig Download PDFInfo
- Publication number
- NL2025272B1 NL2025272B1 NL2025272A NL2025272A NL2025272B1 NL 2025272 B1 NL2025272 B1 NL 2025272B1 NL 2025272 A NL2025272 A NL 2025272A NL 2025272 A NL2025272 A NL 2025272A NL 2025272 B1 NL2025272 B1 NL 2025272B1
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- housing
- engaging body
- wire spring
- instrument according
- engaging
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60R—VEHICLES, VEHICLE FITTINGS, OR VEHICLE PARTS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- B60R1/00—Optical viewing arrangements; Real-time viewing arrangements for drivers or passengers using optical image capturing systems, e.g. cameras or video systems specially adapted for use in or on vehicles
- B60R1/02—Rear-view mirror arrangements
- B60R1/06—Rear-view mirror arrangements mounted on vehicle exterior
- B60R1/062—Rear-view mirror arrangements mounted on vehicle exterior with remote control for adjusting position
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60R—VEHICLES, VEHICLE FITTINGS, OR VEHICLE PARTS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- B60R1/00—Optical viewing arrangements; Real-time viewing arrangements for drivers or passengers using optical image capturing systems, e.g. cameras or video systems specially adapted for use in or on vehicles
- B60R1/02—Rear-view mirror arrangements
- B60R1/06—Rear-view mirror arrangements mounted on vehicle exterior
- B60R1/062—Rear-view mirror arrangements mounted on vehicle exterior with remote control for adjusting position
- B60R1/07—Rear-view mirror arrangements mounted on vehicle exterior with remote control for adjusting position by electrically powered actuators
- B60R1/072—Rear-view mirror arrangements mounted on vehicle exterior with remote control for adjusting position by electrically powered actuators for adjusting the mirror relative to its housing
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60R—VEHICLES, VEHICLE FITTINGS, OR VEHICLE PARTS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- B60R1/00—Optical viewing arrangements; Real-time viewing arrangements for drivers or passengers using optical image capturing systems, e.g. cameras or video systems specially adapted for use in or on vehicles
- B60R1/02—Rear-view mirror arrangements
- B60R1/06—Rear-view mirror arrangements mounted on vehicle exterior
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60R—VEHICLES, VEHICLE FITTINGS, OR VEHICLE PARTS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- B60R1/00—Optical viewing arrangements; Real-time viewing arrangements for drivers or passengers using optical image capturing systems, e.g. cameras or video systems specially adapted for use in or on vehicles
- B60R1/20—Real-time viewing arrangements for drivers or passengers using optical image capturing systems, e.g. cameras or video systems specially adapted for use in or on vehicles
- B60R1/22—Real-time viewing arrangements for drivers or passengers using optical image capturing systems, e.g. cameras or video systems specially adapted for use in or on vehicles for viewing an area outside the vehicle, e.g. the exterior of the vehicle
- B60R1/28—Real-time viewing arrangements for drivers or passengers using optical image capturing systems, e.g. cameras or video systems specially adapted for use in or on vehicles for viewing an area outside the vehicle, e.g. the exterior of the vehicle with an adjustable field of view
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60R—VEHICLES, VEHICLE FITTINGS, OR VEHICLE PARTS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- B60R2300/00—Details of viewing arrangements using cameras and displays, specially adapted for use in a vehicle
- B60R2300/10—Details of viewing arrangements using cameras and displays, specially adapted for use in a vehicle characterised by the type of camera system used
- B60R2300/101—Details of viewing arrangements using cameras and displays, specially adapted for use in a vehicle characterised by the type of camera system used using cameras with adjustable capturing direction
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Multimedia (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Fittings On The Vehicle Exterior For Carrying Loads, And Devices For Holding Or Mounting Articles (AREA)
- Transmission Devices (AREA)
- Rear-View Mirror Devices That Are Mounted On The Exterior Of The Vehicle (AREA)
- Springs (AREA)
Abstract
De uitvinding heeft betrekking op een verstelinstrument voor een buitenzichteenheid van een motorvoertuig, omvattende een behuizing met een fixeerdeel voor koppeling met een draagframe van de buitenzichteenheid en een versteldeel dat zwenkbaar is verbonden met de behuizing voor het verstellen van een buitenzichtelement, waarbij een montageconstructie is voorzien ten behoeve van het monteren van de behuizing aan het draagframe omvattende een ten opzichte van de behuizing beweegbaar aangrijplichaam voor het daarop aangrijpen van een bevestigingsorgaan, in het bijzonder een schroef, voor het verbinden van het aangrijplichaam met het draagframe, waarbij het aangrijplichaam kan meebewegen met het bevestigingsorgaan; en een draadveer die met twee op een tussenafstand uit elkaar gelegen delen op een behuizingsdeel afsteunt. Het aangrijplichaam grijpt de draadveer aan in een gedeelte van de draadveer dat tussen de twee uit elkaar gelegen delen ligt om in een gemonteerde toestand een elastische vervorming van de draadveer te realiseren.
Description
P124858NL00 Titel: Verstelinstrument voor een buitenzichteenheid van een motorvoertuig De uitvinding heeft betrekking op een verstelinstrument voor een buitenzichteenheid van een motorvoertuig. Meer specifiek heeft de uitvinding betrekking op een montageconstructie voor het monteren van een verstelinstrument op een draagframe van een buizenzichtelement, zoals een buitenspiegel, camera en/of display van een motorvoertuig.
Een buitenzichteenheid van een motorvoertuig omvat gewoonlijk een basis en een draagframe, waarbij de basis een voet omvat voor montage op een buitendeel van de carrosserie van het motorvoertuig, en een zich vanaf de basis uitstrekkende basisas voor het daaromheen zwenkbaar opnemen van het draagframe. Het draagframe is gewoonlijk om de basisas zwenkbaar tussen een parkeerstand, waarin het draagframe zich in hoofdzaak langs het voertuig uitstrekt, en een uitgeklapte rijstand, waarin het draagframe zich in hoofdzaak dwars op het voertuig utstrekt. Veelal is het draagframe via een actuator met de basisas verbonden, zodat de zwenkbeweging waarmee het draagframe in- en uitgeklapt, aangedreven kan worden uitgevoerd. Een dergelijke actuator wordt gewoonlijk aangeduid met de term power fold actuator.
Het draagframe draagt een verstelinstrument, dat op zijn beurt een buitenzichtelement draagt, bijvoorbeeld een in/op een spiegeldraagplaat opgenomen spiegelglas, een camera, een lidar sensor of een ander soortig buitenzichtelement. Het verstelinstrument wordt dikwijls aangeduid met de term glasversteller.
Het verstelinstrument is bedoeld om het buitenzichtelement ten opzichte van het draagframe te verstellen, zodat wanneer de buitenzichteenheid in de rijstand is, de hoek waarmee een bestuurder via het buitenzichtelement kan kijken, kan worden ingesteld. Het gaat vaak om het verstellen van een buitenspiegel om een staande en liggende as, zodat het blikveld waarmee de bestuurder achterwaarts kan kijken, kan worden ingesteld.
Het verstelinstrument omvat gewoonlijk een behuizing die uit meerdere kunststoffen behuizingsdelen kan zijn opgebouwd die zwenkbaar met elkaar zijn verbonden, te weten een fixeerdeel voor koppeling met het draagframe, en een versteldeel voor koppeling met het buitenzichtelement. Veelal is het uitgaand deel via een of meer actuatoren met het fixeerdeel verbonden, zodat de verstelbeweging van het uitgaand deel dat de butenzichteenheid draagt, aangedreven kan worden uitgevoerd. Men spreekt in de praktijk dan vaak van een mirror glass actuator.
De behuizing en het draagframe worden doorgaans tegen elkaar aan gemonteerd en met elkaar verbonden middels een schroefverbinding. Deze schroefverbinding heeft als nadeel dat door kruip en relaxatie van het kunststofmateriaal van de behuizing, deze onvoldoende spelingsvrij gefixeerd kan worden ten opzichte van het draagframe. Dit leidt in de praktijk ertoe dat in de loop van de tijd speling optreedt tussen de behwzing en het draagframe met ongewenste trillingen tot gevolg in het buitenzichtelement, bijvoorbeeld trillingen in een spiegelglas tijdens het rijden.
In een reeds bekend verstelinstrument van een verstelinstrument van een buitenzichteenheid wordt een metalen bladveer toepast voor het onder voorspanning verbinden van de behuizing en het draagframe. Hierbij wordt een separate metalen bus voorzien die met een eerste kopvlak afsteunt op de bladveer, en waarbij een schroef door de bus en de bladveer heen in het draagframe kan worden aangebracht om door afsteuning van de kop van de schroef op een tweede kopvlak van de metalen bus de behuizing en het draagframe met elkaar te verbinden. De metalen bus dient als afstandhouder tussen de metalen bladveer en een schroefkop van de schroef, zodat de schroefkop gemakkelijk te bereiken is voor montage en demontage van het verstelinstrument. Een voorgespannen metalen bladveer blijkt voldoende geschikt te zijn voor het compenseren van de optredende kunststofrelaxatie in de onderdelen van het verstelinstrument, maar heeft als nadeel dat het, in verband met massafabricage, kostenverhogend werkt en een relatief zwaar component is ten opzichte van de overige onderdelen van het verstelinstrument.
Bovendien bouwt een bladveer relatief grote veerkracht op bij een relatief kleine doorbuiging, waardoor de veerweg beperkt blijft.
De uitvinding beoogt daarom een verstelinstrument voor een buitenzichteenheid van een motorvoertuig te voorzien, specifiek een montageconstructie voor het monteren van een verstelinstrument op een draagframe van een buizenzichtelement, waarbij, met behoud van genoemde voordelen, genoemde nadelen worden vermeden.
In het bijzonder beoogt de uitvinding een kosteneffectief en een eenvoudig te construeren alternatief te voorzien voor een montageconstructie voor een verstelinstrument van een buitenzichteenheid van een motorvoertuig.
Daartoe voorziet de uitvinding een verstelinstrument voor een buitenzichteenheid van een motorvoertuig, omvattende een behuizing met een fixeerdeel voor koppeling met een draagframe van de buitenzichteenheid en een versteldeel dat zwenkbaar is verbonden met de behwzing voor het verstellen van een buitenzichtelement, waarbij een montageconstructie is voorzien ten behoeve van het monteren van de behuizing aan het draagframe omvattende een ten opzichte van de behuizing beweegbaar aangrijplichaam voor het daarop aangrijpen van een bevestigingsorgaan, in het bijzonder een schroef, voor het verbinden van het aangrijplichaam met het draagframe, waarbij het aangrijplichaam kan meebewegen met het bevestigingsorgaan in ten minste een montagerichting; en een draadveer die met twee op een tussenafstand uit elkaar gelegen delen op een behuizingsdeel afsteunt.
Het aangrijplichaam grijpt de draadveer aan in een gedeelte van de draadveer dat tussen de twee uit elkaar gelegen delen ligt om in een gemonteerde toestand een elastische vervorming van de draadveer te realiseren.
Een draadveer heeft een betrekkelijk lage krachtopbouw bij een grote veerweg.
Bovendien kan de draadveer op eenvoudige en kosteneffectieve manier in massa gefabriceerd worden, en kan het een gewenste vorm worden gegeven om een veerkarakteristiek van de draadveer te optimaliseren.
De draadveer kan bij montage van de behuizing van het verstelinstrument en het draagframe in een voorgespannen toestand worden gebracht waarbij de draadveer in gemonteerde toestand een klemkracht uitoefent tussen de behuizing en het draagframe.
Hierdoor worden de behuizing en het draagframe effectief tegen elkaar gedrukt voor een goede en duurzame fixatie, ondanks eventuele relaxatie in de kunststof delen van de behuizing en/of het draagframe.
De voorgespannen draadveer compenseert hiermee kruip, plastische deformatie en/of relaxatie in het materiaal van het verstelinstrument, waardoor de kunststofdelen op langere termijn tegen elkaar gefixeerd blijven.
Bij montage wordt het aangrijplichaam in de montagerichting meegenomen door het bevestigingsorgaan waarbij een afstand tussen het aanrijplichaam en het draagframe bijvoorbeeld wordt verkleind.
Deze verplaatsing van het aangrijplichaam wordt overgedragen op de draadveer, in het bijzonder op een gedeelte tussen de twee uit elkaar gelegen delen, waardoor de draadveer doorbuigt.
Het bevestigingsorgaan kan het aangrijplichaam bijvoorbeeld aangrijpen in een eerste aangrijpingspunt en het draagframe in tweede aangrijpingspunt.
In gemonteerde toestand is een onderlinge afstand tussen het eerste en tweede aangrijpingspunt bijvoorbeeld verkleind, ten aanzien van een ongemonteerde toestand.
Het zou ook mogelijk kunnen zijn om de onderlinge afstand tussen het eerste en tweede aangrijpingspunt te vergroten.
De draadveer is bij voorkeur ingericht om elastisch te deformeren bij montage zodat overige delen van de behwzing, in het bijzonder het fixeerdeel en het versteldeel, in ongedeformeerde toestand aan elkaar gemonteerd kunnen zijn. Hierdoor behouden het fixeerdeel en het versteldeel hun vorm en wordt onderlinge samenhang tussen diverse componenten en mechanieken die in de behuizing kunnen zijn opgenomen zo min mogelijk beïnvloed. De draadveer kan in een centraal gedeelte van de 5 behwzing zijn voorzien voor een gelijkmatige verdeling van de voorspankracht over de behuizing. Het bevestigingsorgaan omvat bij voorkeur een schroef, maar kan ook andere voor een vakman bekende bevestigingsmiddelen omvatten, zoals een lijm, klik- of snaporganen, klemmiddelen. Het moge verder duidelijk zijn dat bouten, pennen of anderszins staafvormige verbindingsmiddelen eveneens als een schroef verstaan kunnen worden. De schroef omvat bijvoorbeeld een hoofdas die zich, in gemonteerde toestand, uitstrekt in de montagerichting, waarbij de schroef de zowel het aangrijplichaam als het draagframe aangrijpt.
Voor bereiken van een bedrijfszekere koppeling tussen het aangrijplichaam en de draadveer kan het aangrijplichaam een koppelorgaan omvatten voor het koppelen van het aangrijplichaam met de draadveer. Het koppelorgaan kan bijvoorbeeld gevormd worden door een van het aangrijplichaam utgaand lichaamsdeel dat zich strekt, in hoofdzaak, in een richting dwars op een bewegingsrichting van het aangrijplichaam. Het koppelorgaan kan bijvoorbeeld haakvormig zijn uitgevoerd. Ook kan het koppelorgaan worden gevormd door een uitsparing in een aanligzijde van het aangrijporgaan dat aanligt tegen de draadveer, waarbij de draadveer kan worden opgenomen in de utsparing. De aanligzijde 1s bijvoorbeeld een onderzijde van het aangrijplichaam, waarbij een neerwaarts gerichte beweging van het aangrijplichaam de draadveer in neerwaartse richting duwt en vervormd. Het koppelorgaan kan aan een perifeer gedeelte van het aangrijplichaam zijn voorzien, om ruimte te bieden voor het doorvoeren van een schroef door een centrale doorsteekopening van het aangrijplichaam.
De behuizing kan direct tegen het draagframe aan worden gemonteerd, maar kan evenzo onder tussenkomst van een ander onderdeel.
De behuizing kan bijvoorbeeld een of meer steunvlakken omvatten voor het afsteunen op het draagframe.
Optioneel is de draadveer van verenstaal vervaardigd.
Dit maakt de draadveer voldoende resistent tegen relaxatie waardoor het langdurig een voorspanningskracht kan uitoefenen op de constructie.
Verenstaal is doorgaans een laaggelegeerd staal met nikkel en een relatief hoog koolstofgehalte, bijvoorbeeld 0,80-0,95% koolstof, waardoor het, in vergelijking met andere staalsoorten, over een grote weerstand tegen permanente vervorming beschikt.
Bovendien is verenstaal relatief goedkoop en eenvoudig te verwerken om de draadveer een gewenste vorm te geven.
De draadveer kan zich tussen de twee uiteinden in hoofzaak rechtlijnig strekken.
De draadveer kan zich bijvoorbeeld tussen de twee uiteinden in hoofdzaak haaks op de montagerichting strekken.
Hierdoor strekt de draadveer zich in gemonteerde toestand, in hoofdzaak parallel aan het draagframe, waardoor een bijzonder compacte constructie verkregen wordt.
De afmetingen van de draadveer kunnen op eenvoudige wijze worden aangepast, bijvoorbeeld een lengteafmeting en een dikteafmeting, voor het realiseren van een gewenste stijfheidskarakteristiek en voorspanningskarakteristiek van de draadveer.
Daarbij, kan de draadveer zich tussen de twee uiteinden strekken langs een gekromd pad.
De draadveer kan tussen de twee uiteinden een gewenste vorm worden meegegeven, voor het optimaliseren van een veerkarakteristiek van de draadveer.
Het aangrijplichaam kan met de draadveer gekoppeld zijn in een centraal gedeelte van de draadveer tussen de twee uiteinden voor een evenredige kracht overbrenging op de behuizing.
Bovendien kan het aangrijplichaam in een centraal gedeelte van de behuizing zijn voorzien.
Optioneel omvat de behuizing een centrale opening waarin het aangrijpmstrument beweegbaar, bijvoorbeeld transleerbaar, 1s opgenomen.
Om montage te vereenvoudigen, mede met het oog op massaproductie, kan het aangrijplichaam een doorsteekopening omvatten voor het daardoorheen ontvangen van een schroef. De schroef kan verder een aangrijpingspunt hebben aan het draagframe om een verbinding tot stand te brengen tussen de behuizing en het draagframe.
Het aangrijplichaam kan verder een steunvlak omvatten voor het steunen van een schroefkop van de schroef. Hierdoor kan op eenvoudige wijze een schroefverbinding tot stand worden gebracht die het aangrijplichaam en het draagframe aangrijpt. Het steunvlak kan op een afstand geplaatst worden van de draadveer zodat de schroefkop enigszins verheven gelegen is, i.e. althans niet te diep in de behuizing verzonken, waardoor de schroefkop gemakkelijk te bereiken is door bijvoorbeeld een schroevendraaier tijdens montage en demontage.
Het aangrijplichaam kan een cilindrisch lichaamsdeel omvatten waardoorheen in axiale richting de doorsteekopening is voorzien voor het daardoorheen ontvangen van een schroef. Het cilindrische lichaamsdeel is bijvoorbeeld een buisvormig lichaam, zoals een bus of huls. Het steunvlak voor het steunen van de schroefkop kan bijvoorbeeld aan een bovenzijde van het cilindrische lichaamsdeel zijn voorzien, en een koppelorgaan voor het koppelen van het aangrijpdeel aan de draadveer aan een onderzijde van het cilindrische lichaamsdeel.
Optioneel omvat het aangrijplichaam een van het cilindrisch lichaamsdeel utgaand koppelorgaan voor koppeling met de draadveer. Het koppelorgaan kan bijvoorbeeld gevormd worden door een van een mantel van het aangrijplichaam uitgaand lichaamsdeel dat zich strekt, in hoofdzaak, in een richting dwars op een bewegingsrichting van het aangrijplichaam. Het koppelorgaan kan bijvoorbeeld haakvormig zijn uitgevoerd voor het aangrijpen van de draadveer om zo een koppeling van het aangrijporgaan en de draadveer tot stand te brengen. Ook kan het koppelorgaan worden gevormd door een uitsparing of groef in een kopse kant van het cilindrische lichaamsdeel van het aangrijporgaan. Het koppelorgaan kan aan een perifeer gedeelte van het aangrijplichaam zijn voorzien, bijvoorbeeld lateraal van het cilindrische lichaamsdeel, om ruimte te bieden aan een schroef die door een axiale doorsteekopening van het aangrijplichaam reikt.
Het aangrijplichaam kan integraal gevormd zijn met de behuizing, voor een verdere vereenvoudiging van de fabricage van het verstelinstrument. In het bijzonder kunnen de behuizing en het aangrijplichaam zijn vervaardigd uit een kuststof. Kruip en/of relaxatie in het kunststoffen aangrijplichaam kunnen eveneens worden gecompenseerd door de relatief grote veerweg die met de draadveer kan worden gerealiseerd.
Het aangrijplichaam kan verder beweegbaar, bijvoorbeeld transleerbaar, zijn voorzien binnen de behuizing, waarbij ten minste één vervormbare verbindingsarm zich strekt tussen het aangrijplichaam en een overig deel van de behuizing. Er kunnen bijvoorbeeld twee verbindingsarmen zijn voorzien, zoals twee parallelle verbindingsarmen. De ten minste ene verbindingsarm positioneert het aangrijplichaam op een gewenste locatie, bijvoorbeeld zodat de doorsteekopening van het aangrijplichaam is uitgelijnd met een schroefopening in het draagframe. De ten minste ene verbindingsarm kan buigzaam zijn utgevoerd zodat de ten minste verbindingsarm een beweging van het aangrijplichaam toelaat. In gemonteerde toestand kan de ten minste ene verbindingsarm een voorspankracht uitoefenen op het aangrijplichaam in eenzelfde richting als de draadveer. De draadveer en de ten minste ene verbindingsarm kunnen zich uitstrekken in respectievelijke parallelle vlakken, waarbij de ten minste ene verbindingsarm lateraal van het aangrijplichaam uitgaat. Om voorspankrachten in de behuizing enigszins te verspreiden kan de ten minste ene verbindingsarm zich haaks op de lengterichting van de draadveer uitstrekken om de voorspankracht van de ten minste ene verbindingsarm op een ander gedeelte van de behuizing af te leiden.
Het koppelorgaan kan worden gevormd door een deel van de ten minste ene verbindingsarm, bijvoorbeeld door een uitsparing of groef in een gedeelte van de ten minste ene verbindingsarm nabij het aangrijplichaam.
In een alternatieve uitvoering kan het aangrijplichaam separaat van de behuizing gevormd zijn.
Het aangrijplichaam kan dan bijvoorbeeld beweegbaar, in het bijzonder transleerbaar, zijn voorzien binnen een geleidingsholte van de behuizing voor het geleiden van het aangrijplichaam.
Optioneel omvat het aangrijplichaam een cilindrisch gevormd lichaamsdeel, bijvoorbeeld van metaal of kunststof, waardoorheen in axiale richting een doorsteekopening is voorzien voor het daardoorheen ontvangen van een schroef.
Het aangrijplichaam kan een van een mantel van het cilindrische Lichaamsdeel uitgaand koppelorgaan omvatten voor het aangrijpen van de draadveer, waarbij het koppelorgaan wordt gevormd door een uitgevouwen gedeelte van de mantel.
De draadveer kan worden opgenomen in de ruimte die gevormd wordt tussen het uitgevouwen gedeelte en een niet- uitgevouwen deel van de mantel.
In een verder aspect van de uitvinding is een buitenzichteenheid voorzien voor een voertuig, omvattende een basis en een draagframe, waarbij de basis een voet omvat voor montage op een buitendeel van de carrosserie van het voertuig, en een zich vanaf de basis witstrekkende basis- as voor het daaromheen zwenkbaar opnemen van het draagframe, en waarbij het draagframe om de basis-as zwenkbaar is tussen een parkeerstand, waarin het draagframe zich in hoofdzaak langs het voertuig uitstrekt, en een uitgeklapte rijstand, waarin het draagframe zich in hoofdzaak dwars op het voertuig uitstrekt, en waarbij het draagframe is gekoppeld met een verstelinstrument zoals hieraan voorafgaand beschreven.
Ten aanzien van de openbaarmaking in deze aanvrage wordt opgemerkt, dat de technische maatregelen van het in de onafhankelijke claim beschreven verstelinstrument ook zelfstandig of in combinatie met slechts een of meer technische maatregelen uit de hoofdclaim, de volgclaims of de beschrijving als uitvinding kunnen worden gezien.
De uitvinding zal verder worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld van een verstelinstrument dat is getoond in tekeningen. In de tekeningen toont/tonen: Fig. 1 een geéxplodeerd perspectivisch aanzicht van een verstelinstrument; Fig. 2 een geéxplodeerd perspectivisch aanzicht van een deel van een verstelinstrument; Fig. 3 een perspectivisch aanzicht van een doorsnede van een verstelinstrument; Fig. 4 een perspectivisch aanzicht van een doorsnede van een deel van een verstelinstrument.
Fig. 5 een perspectivisch aanzicht van een doorsnede van een verstelinstrument; Figs. 6A, 6B een perspectivisch bovenaanzicht van een fixeerhuis van het verstelinstrument; Figs. 7A, 7B, 7C een perspectivisch detailaanzicht, vooraanzicht, en doorsnede, van een aangrijplichaam.
In de figuren zijn gelijke of overeenkomende delen met dezelfde verwijzingscijfers benoemd. Opgemerkt wordt dat de figuren slechts getoond worden bij wijze van uitvoeringsvoorbeeld en geenszins als beperkend dienen te worden beschouwd.
Fig. 1 toont geëxplodeerd perspectivisch aanzicht van een verstelinstrument 1 voor een buitenzichteenheid van een motorvoertuig. Het verstelinstrument 1 omvat een behuizing 5 met een fixeerdeel 5A voor koppeling met een draagframe 3 en een versteldeel 5B. Het versteldeel 5B is ingericht om een buitenzichtelement, zoals een spiegel, te dragen, waarbij het versteldeel 5B zwenkbaar verbonden is met het fixeerdeel 5A, om het buitenzichtelement in een gewenste oriëntatie te manoeuvreren ten opzichte van bijvoorbeeld een bestuurder van het motorvoertuig.
In de behuizing 5, meer specifiek in het fixeerdeel 5A, zijn aandrijfmiddelen voorzien zoals een eerste elektromotor 9A en een tweede elektromotor 9B voor het zwenken van het versteldeel 5Bten opzichte van het fixeerdeel 5A om een staande en liggende as respectievelijk, alsmede een aandrijflijn 10 met een of meer tandwieloverbrengingen die de uitgaande assen van de elektromotoren verbinden met het versteldeel 5B.
Het fixeerdeel 5A van de behuizing 5 wordt gevormd door een bodemplaat 101, een fixeerhuis 102, en een dekplaat 103. De bodemplaat 101, het fixeerhuis 102, en de dekplaat 103 zijn elk van kunststof vervaardigd. Het versteldeel 5B wordt gevormd door twee kunststoffen lichamen 201, 202 die beweegbaar zijn ten opzichte van elkaar, en ten opzichte van het fixeerdeel 5A.
Integraal met het fixeerhuis 102 van het fixeerdeel 5A van de behuizing 5, is een aangrijplichaam 11 voorzien voor het aangrijpen van een schroef 13. Het aangrijplichaam 11 en het fixeerhuis 102 kunnen bijvoorbeeld integraal gespuitgiet worden. Het moge ook duidelijk zijn dat bouten, pennen of anderszins staafvormige verbindingsmiddelen als een schroef verstaan kunnen worden.
Voorts 1s een draadveer 7 voorzien die hier tussen de bodemplaat 101 en het fixeerhuis 102 is voorzien, en zich lineair uitstrekt tussen twee tegenovergelegen vrije uiteinden 15A, 15B.
Fig. 2 toont een geëxplodeerd perspectivisch onderaanzicht van een deel van een verstelinstrument 1, waarbij het fixeerhuis 102 en de dekplaat 103 van het fixeerdeel 5A van de behuizing 5 zijn getoond. Het fixeerhuis 102 omvat een doorsteekopening 17 voor het ontvangen van de schroef 13 daardoorheen. In het bijzonder is de doorsteekopening 17 voorzien doorheen het aangrijplichaam 11. Het aangrijplichaam 11 is centraal in het fixeerhuis 102 van de behuizing 5 gepositioneerd en is via een verbindingsarm 21 met een perifeer deel van het fixeerhuis 102 verbonden.
Hier is een enkele verbindingsarm getoond, maar er kunnen ook meerdere verbindingsarmen zijn voorzien, bijvoorbeeld twee verbindingsarmen, zoals twee parallelle verbindingsarmen.
De verbindingsarm 21 omvat een toegewijde deformatiezone 22 die is ingericht om te deformeren om zo een translatie van het aangrijplichaam 11 ten opzichte van de rest van de behuizing 5 te faciliteren.
De draadveer 7 kan in gebruik met de vrij uiteinden 15A, 15B afsteunen op de behuizing 5 op respectievelijke afsteunvlakken 51A, 51B van het fixeerhuis 102 van het fixeerdeel 5A van de behuizing 5. Hier zijn de steunvlakken 51A, 51B gevormd door een uitsparing het fixeerhuis 102. Het fixeerhuis 102 omvat voorts koppelmiddelen, hier snapmiddelen 19 die samenwerken met complementaire snapmiddelen 20 van de dekplaat 103 voor het koppelen van het fixeerhuis 102 en de dekplaat 103. De dekplaat 103 omvat tevens een doorsteekopening 23 voor het daardoorheen ontvangen van de schroef 13, waarbij de doorsteekopening 23 van de dekplaat 103 en de doorsteekopening van het aangrijplichaam 17 uitgelijnd zijn.
Fig. 3 toont een perspectivisch aanzicht van een doorsnede van een verstelinstrument 1. Fig. 4 toont een overeenkomstig aanzicht als in Fig. 3 waarbij het versteldeel 5B van het verstelinstrument 1 en de schroef 13 is weggelaten.
Fig. 5 toont een perspectivisch aanzicht van een andere doorsnede van een deel van het verstelinstrument 1. Fig. 6A en Fig. 6B tonen een perspectivisch bovenaanzicht van het fixeerhuis 102, waarbij de positie van de draadveer 7 in het fixeerhuis 102 is weergegeven in Fig. 6B De draadveer 7 steunt met tegenoverliggende vrije uiteinden 15A,15B af op de steunvlakken 51A, 51B van het fixeerhuis 102 van de behuizing 5. Verder is het aangrijplichaam 11 gekoppeld met de draadveer 7 in een centraal gedeelte van de draadveer 7 tussen de twee uiteinden 15A, 15B.
Het aangrijplichaam 11 omvat een koppelorgaan 16 voor koppeling met de draadveer 7. Het koppelstuk kan bijvoorbeeld een haakvormig element omvatten dat de draadveer aangrijpt om zo de koppeling van het aangrijporgaan 11 en de draadveer 7 tot stand te brengen. Zoals is te zien in Fig. 3 steunt het aangrijpdeel 11 op de draadveer 7, zodat het aangrijplichaam 11 bij het aandraaien van de schroef 13 neerwaarts gedrukt om daarbij de draadveer 7 te vervormen. Door vervorming van de draadveer 7 wordt een voorspanningskracht opgelegd, waarbij de voorspanningskracht is gericht in hoofzaak in de lengterichting van de schroef 13, loodrecht op het vlak waarin de draadveer 7 zich uitstrekt.
De schroef 13 grijpt het aangrijplichaam 11 aan met de schroefkop 14 van de schroef 13 aan een bovenzijde van het aangrijplichaam 11. De dekplaat 103 is hier alleen via de snapmiddelen 19,20 gekoppeld met het fixeerhuis 102, maar het moge duidelijk zijn dat de schroef 13 ook de dekplaat 103 kan aangrijpen. De schroef 13 kan bijvoorbeeld het aangrijplichaam 11 aangrijpen via de dekplaat 103, waarbij de schroefkop 14 tegen de dekplaat 103 aanligt. De schroef 13 heeft eveneens een aangrijpingspunt 29 aan het draagframe 3, bijvoorbeeld middels de schroefdraad van de schroef 13.
Het aangrijplichaam 11 omvat een cilindrisch gevormd lichaamsdeel 12, waar in axiale richting een doorsteekopening is voorzien voor het doorvoeren van de schroef 13. In het draagframe 3 is in dit geval een opening voorzien waarin de schroef 13 kan worden opgenomen, en waarin de schroef 13 het draagframe 3 kan aangrijpen. Door aandraaiing van de schroef 13 kan een afstand tussen heet aangrijplichaam 11 met het daarmee gekoppelde centrale gedeelte van de draadveer 7 en het draagframe 3 verkleind worden waardoor er een vervorming van de draadveer 7 optreedt. Door afsteuning van de uiteinden 15A, 15B van de draadveer 7 op de behuizing 5 wordt op deze wijze een voorspanningskracht uitgeoefend dat de behuizing 5 en het draagframe 3 tegen elkaar klemt. Het aangrijplichaam 11 is gekoppeld met de draadveer 7 in een centraal gelegen gedeelte van de draadveer 7, wat zorgt voor een gelijkmatige krachtverdeling van voorspankrachten.
Het cilindrische lichaamsdeel 12 van het aangrijplichaam 11 is in axiale richting langgericht zodanig dat de schroefkop 14 van de schroef 13 enigszins verheven in de behuizing 5 komt te liggen waardoor deze eenvoudig te bereiken is, bijvoorbeeld met een schroevendraaier, tijdens montage en demontage van het verstelinstrument 1.
De behuizingsdelen 101, 102, 103, 201, 202 zijn hier afzonderlijk van elkaar vervaardigd, en kunnen voorafgaand aan montage van het verstelinstrument 1 aan het draagframe 3 worden geassembleerd. Hier zijn de bodemplaat 101, het fixeerhuis 102 en de dekplaat 103 van het fixeerdeel 5A bijvoorbeeld middels snapverbindingen aan elkaar gekoppeld.
De draadveer 7 kan worden vervaardigd van een op een rol gewonden staaldraad, e.g. verenstaaldraad, waarbij een uiteinde van de staaldraad op eenvoudige wijze kan worden afgewikkeld van de rol en op een gewenste lengte kan worden afgeknipt. Het afgeknipte uiteinde kan voorafgaand of na het afknippen in een gewenste vorm worden gebogen, bijvoorbeeld rechtlijnig zoals getoond in de figuren. Bij het assembleren van het fixeerdeel 5A van de behuizing 5, wordt de draadveer 7 voorzien in het fixeerhuis 102, zodanig dat de uiteinden 15A, 15B afsteunen op de respectievelijke steunvlakken 51A, 51B van het fixeerhuis 102. Vervolgens kan het fixeerhuis 102 bijvoorbeeld worden gekoppeld met de dekplaat 103, en met de bodemplaat 101, bijvoorbeeld middels snapmiddelen 19. Het fixeerdeel 5A en het versteldeel 5B kunnen eveneens met elkaar worden gekoppeld voorafgaand aan montage van het verstelinstrument 1.
Het verstelinstrument 1 wordt hier door middel van een schroef 13 op het draagframe 3 gemonteerd, waarbij de behuizing 5 een centrale doorsteekopening omvat voor het daardoorheen ontvangen van de schroef
13. Bij de montage wordt het verstelinstrument 1 aangebracht op het draagframe 3, waarbij het aangrijpingspunt 29 aan het draagframe 3 wordt uitgelijnd met de doorsteekopening 17 van het aanrijplichaam 11. Het aangrijpingspunt 29 aan het draagframe wordt hier gevormd door een opening in het draagframe 3, waarin de schroefdraad van de schroef 13 kan sporen om daarbij het draagframe aan te grijpen. Bij het aandraaien van de schroef 13 wordt de schroef verder in de opening van het draagframe 3 gedreven. Dit heeft als voordeel dat het verstelinstrument 1 uitsluitend vanaf een bovenzijde worden gemonteerd op het draagframe, zonder het verstelinstrument 1 vanaf een onderzijde hoeft te worden benaderd. Om het uitlijnen van de behuizing 5 en het draagframe 3 te faciliteren wordt het aangrijpingspunt 29 aan het draagframe 3 hier althans ten dele gevormd door een buisvormig lichaam dat van het draagframe 3 uitgaat en dat kan worden opgenomen in een uitsparing 1n de behuizing 5. De behuizing 5 van het verstelinstrument 1 wordt tegen het draagframe 3 aan gemonteerd door middel van de schroef 13, waarbij de schroef door de doorsteekopening 17 van het aanrijplichaam 11 wordt geleid, en het draagframe 3 aangrijpt in het aangrijpingspunt 29. Het aandraaien van de schroef 13 zorgt ervoor dat de schroef 13 in de montagerichting wordt gedreven, waarbij de montagerichting in de lengterichting van de schroef 13 is gericht. Hierdoor wordt komt de schroefkop 14 van de schroef 13 tegen een zijde van het aangrijplichaam 11 aan te liggen, waarbij de schroefkop 14 het aangrijplichaam 11 meebeweegt in de montagerichting bij het verder aandraaien van de schroef 13. Een centraal gedeelte van de draadveer 7, tussen de uiteinden 15A, 15B gelegen, wordt aangegrepen door het aangrijplichaam 11, zodanig dat het aandraaien van de schroef 13, via het meebewegende aangrijplichaam 11, een verplaatsing teweeg brengt van het centrale gedeelte van de draadveer 7 in de montagerichting. Doordat de draadveer 7 aan zijn vrije uiteinden 15A, 15B blijft afsteunen op een stationair deel van de behuizing, vervormd de draadveer 7 elastisch onder invloed van het aandraaien van de schroef
13. De weerstand tegen deze vervorming van de draadveer 7 resulteert in een voorspanningsopbouw in de montageconstructie wat ervoor zorgt dat verstelinstrument 1 tegen het draagframe 3 wordt geklemd. De voorspanning zorgt eveneens voor dat het compenseren van optredende kruip en relaxaties in het kunststofmateriaal van de behuizing 5 waardoor het verstelinstrument 1 duurzaam trillinsgvrij tegen het draagframe 3 blijft gemonteerd. De mate van elastische vervorming van de draadveer 7, i.e. de veerweg van de draadveer 7, kan worden ingesteld door de schroef verder of minder ver aan te draaien.
Figs. 7A, 7B, en 7C tonen een detailaanzicht van een aangrijplichaam 11 dat separaat is vervaardigd van de rest van de behuizing 5. Het aangrijplichaam 11 is hier in metaal uitgevoerd, maar het kan bijvoorbeeld ook uit een kunststof worden vervaardigd. Het aangrijplichaam 11 omvat een discreet rotatie-symmetrische lichaamsdeel, hier uitgevoerd als een cilindrisch lichaamsdeel 12 waardoorheen in axiale richting een doorsteekopening 17 is voorzien voor het daardoorheen ontvangen van een schroef 13, waarbij vanuit het cilindrische lichaamsdeel 12 een laterale projectie 25 uitgaat die uitstrekt in axiale richting langs het buitenoppervlak van het cilindrische lichaamsdeel 12. De projectie 25 spoort in een geleidingssleuf van de behuizing zodat rotatie van het aangrijplichaam 11 wordt verhinderd, terwijl het aangrijplichaam 11 vrij kan transleren ten opzichte van de behuizing 5. Het aangrijplichaam 111s gekoppeld met de draadveer 7 middels een koppelorgaan 16 dat gevormd wordt door een uitgevouwen gedeelte van een mantel van het cilindrisch gevormd metalen lichaamsdeel 12. Het koppelorgaan 16 is onder de laterale projectie 25 voorzien.
De uitvinding is niet beperkt tot de hier weergegeven uitvoeringsvoorbeelden. Vele variaties zullen de vakman duidelijk zijn en worden geacht te liggen binnen het bereik van de uitvinding zoals weergegeven in de hiernavolgende conclusies.
Claims (18)
1. Verstelinstrument voor een buitenzichteenheid van een motorvoertuig, omvattende een behuizing met een fixeerdeel voor koppeling met een draagframe van de buitenzichteenheid en een versteldeel dat zwenkbaar is verbonden met de behuizing voor het verstellen van een buitenzichtelement, waarbij ten behoeve van het monteren van de behuizing aan het draagframe is voorzien in een ten opzichte van de behuizing beweegbaar aangrijplichaam voor het daarop aangrijpen van een bevestigingsorgaan, in het bijzonder een schroef, voor het verbinden van het aangrijplichaam met het draagframe, waarbij het aangrijplichaam kan meebewegen met het bevestigingsorgaan in ten minste een montagerichting; en een draadveer die met twee op een tussenafstand uit elkaar gelegen delen op een behuizingsdeel afsteunt, waarbij het aangrijplichaam de draadveer aangrijpt in een gedeelte van de draadveer tussen de twee uit elkaar gelegen delen om in een gemonteerde toestand een elastische vervorming van de draadveer te realiseren.
2. Verstelinstrument volgens conclusie 1, waarbij de draadveer zich tussen de twee uiteinden in hoofdzaak haaks op de montagerichting strekt.
3. Verstelinstrument volgens conclusie 1 of 2, waarbij de draadveer van verenstaal 1s vervaardigd.
4. Verstelinstrument volgens één der conclusies 1-3, waarbij de draadveer zich tussen de twee uiteinden in hoofzaak rechtlijnig strekt.
5. Verstelinstrument volgens één der conclusies 1-3, waarbij de draadveer zich tussen de twee uiteinden strekt langs een gekromd pad.
6. Verstelinstrument volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het aangrijplichaam een koppelorgaan omvat voor het koppelen van het aangrijplichaam met de draadveer.
7. Verstelinstrument volgens conclusie 6, waarbij het koppelorgaan wordt gevormd door een van het aangrijplichaam uitgaand lichaamsdeel dat zich strekt in een richting, in hoofdzaak, dwars op een bewegingsrichting van het aangrijplichaam.
8. Verstelinstrument volgens een der voorgaande conclusies, waarbij, het aangrijplichaam een doorsteekopening omvat voor het daardoorheen ontvangen van een schroef.
9. Verstelinstrument volgens conclusie 8, waarbij het aangrijplichaam een steunvlak omvat voor het steunen van een schroefkop van de schroef.
10. Verstelinstrument volgens een der conclusies 8-9, waarbij het aangrijplichaam een cilindrisch lichaamsdeel omvat waardoorheen in axiale richting de doorsteekopening is voorzien.
11. Verstelinstrument volgens conclusie 10, waarbij het aangrijplichaam een van een mantel van het cilindrisch Lichaamsdeel uitgaand koppelorgaan omvat voor het aangrijpen van de draadveer.
12. Verstelinstrument volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het aangrijplichaam integraal gevormd is met de behuizing.
13. Verstelinstrument volgens conclusie 12, waarbij het aangrijplichaam beweegbaar is voorzien binnen de behuizing, en waarbij ten minste één vervormbare verbindingsarm zich strekt tussen het aangrijplichaam en een overig deel van de behuizing.
14. Verstelinstrument volgens een der conclusies 1-11, waarbij het aangrijplichaam separaat gevormd is van de behuizing.
15. Verstelinstrument volgens een der conclusies 14, waarbij het aangrijplichaam translerend is voorzien binnen een geleidingsholte van de behuizing voor het geleiden van het aangrijplichaam.
16. Verstelinstrument volgens conclusie 14 of 15, waarbij het aangrijplichaam een cilindrisch gevormd lichaamsdeel omvat waardoorheen in axiale richting een doorsteekopening is voorzien voor het daardoorheen ontvangen van een schroef.
17. Verstelinstrument volgens conclusie 16, waarbij het aangrijplichaam een van een mantel van het cilindrisch gevormde lichaamsdeel uitgaand koppelorgaan omvat voor het koppelen van de het aangrijplichaam met de draadveer, waarbij het koppelstuk wordt gevormd door een uitgevouwen gedeelte van de mantel van het cilindrische lichaamsdeel.
18. Buitenzichteenheid voor een voertuig, omvattende een basis en een draagframe, waarbij de basis een voet omvat voor montage op een buitendeel van de carrosserie van het voertuig, en een zich vanaf de basis uitstrekkende basisas voor het daaromheen zwenkbaar opnemen van het draagframe, en waarbij het draagframe om de basisas zwenkbaar is tussen een parkeerstand, waarin het draagframe zich in hoofdzaak langs het voertuig uitstrekt, en een uitgeklapte rijstand, waarin het draagframe zich in hoofdzaak dwars op het voertuig uitstrekt, en waarbij het draagframe is gekoppeld met een verstelinstrument volgens een of meer der voorgaande conclusies.
Priority Applications (7)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2025272A NL2025272B1 (nl) | 2020-04-03 | 2020-04-03 | Verstelinstrument voor een buitenzichteenheid van een motorvoertuig |
US17/916,274 US20230136998A1 (en) | 2020-04-03 | 2021-04-01 | Adjusting instrument for an exterior vision unit of a motor vehicle |
JP2022557193A JP2023523135A (ja) | 2020-04-03 | 2021-04-01 | 車両用の外部視覚ユニットのための調整装置 |
KR1020227036586A KR102754755B1 (ko) | 2020-04-03 | 2021-04-01 | 자동차의 외부 비전 유닛용 조정 기구 |
EP21717580.1A EP4126595B1 (en) | 2020-04-03 | 2021-04-01 | Adjusting instrument for an exterior vision unit of a motor vehicle |
CN202180026767.XA CN115397698A (zh) | 2020-04-03 | 2021-04-01 | 机动车的外部视觉单元的调节装置 |
PCT/NL2021/050212 WO2021201683A1 (en) | 2020-04-03 | 2021-04-01 | Adjusting instrument for an exterior vision unit of a motor vehicle |
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2025272A NL2025272B1 (nl) | 2020-04-03 | 2020-04-03 | Verstelinstrument voor een buitenzichteenheid van een motorvoertuig |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL2025272B1 true NL2025272B1 (nl) | 2021-10-25 |
Family
ID=71670358
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL2025272A NL2025272B1 (nl) | 2020-04-03 | 2020-04-03 | Verstelinstrument voor een buitenzichteenheid van een motorvoertuig |
Country Status (7)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US20230136998A1 (nl) |
EP (1) | EP4126595B1 (nl) |
JP (1) | JP2023523135A (nl) |
KR (1) | KR102754755B1 (nl) |
CN (1) | CN115397698A (nl) |
NL (1) | NL2025272B1 (nl) |
WO (1) | WO2021201683A1 (nl) |
Citations (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
JPH08104173A (ja) * | 1994-10-06 | 1996-04-23 | Ichikoh Ind Ltd | 車両用後写鏡 |
JPH08188086A (ja) * | 1995-01-09 | 1996-07-23 | Ichikoh Ind Ltd | 車両用後写鏡 |
JPH0911795A (ja) * | 1995-06-29 | 1997-01-14 | Ichikoh Ind Ltd | 車両用アウトサイドミラー装置 |
WO1998018653A1 (de) * | 1996-10-29 | 1998-05-07 | Gebr. Bühler Nachfolger Gmbh | Kupplungseinrichtung zur gelenkigen verbindung des spiegelglasträgers eines kraftfahrzeug-rückblickspiegels mit dem gehäuse des spiegelantriebs |
WO2010081733A1 (de) * | 2009-01-14 | 2010-07-22 | Magna Auteca Ag | Antrieb für ein zu verstellendes bauteil |
WO2014011037A1 (en) * | 2012-07-09 | 2014-01-16 | Mci (Mirror Controls International) Netherlands B.V. | Adjusting instrument |
WO2017126960A1 (en) * | 2016-01-19 | 2017-07-27 | Mci (Mirror Controls International) Netherlands B.V. | Fastening construction for fastening an adjustment instrument for an exterior vision element, such as an exterior mirror, camera and/or display, to a carrying frame of an exterior vision unit of a motor vehicle, and exterior vision unit |
Family Cites Families (11)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4693571A (en) * | 1984-01-24 | 1987-09-15 | Kabushiki Kaisha Matsuyama Seisakusho | Support and drive unit for mirror devices |
US4696555A (en) * | 1985-05-14 | 1987-09-29 | Ichikoh Industries Limited | Electric remote control mirror apparatus |
US5621577A (en) * | 1990-03-29 | 1997-04-15 | Mekra Rangau Plastics Gmbh & Co. Kg | External rear-view mirror for commerical vehicles |
US5363246A (en) * | 1993-05-12 | 1994-11-08 | United Technologies Automotive, Inc. | Power pack for an automotive exterior mirror assembly |
US5568326A (en) * | 1994-10-06 | 1996-10-22 | Ichikoh Industries, Ltd. | Car rearview mirror |
DE10163318C1 (de) * | 2001-12-21 | 2003-08-28 | Mekra Lang Gmbh & Co Kg | Gelenkvorrichtung insbesondere zum Verstellen von Rückblickspiegeln für Kraftfahrzeuge |
KR100539070B1 (ko) * | 2003-12-16 | 2005-12-26 | 한국프로큅인터내셔널(주) | 차량용 아웃사이더 미러 조립체의 미러조정기구 |
EP1808334B2 (en) * | 2004-10-08 | 2018-06-06 | Murakami Corporation | Mirror angle adjuster |
ATE528170T1 (de) * | 2009-01-14 | 2011-10-15 | Magna Auteca Ag | Antrieb für ein zu verstellendes bauteil |
NL2003061C2 (nl) * | 2009-06-22 | 2010-12-23 | Mci Mirror Controls Int Nl Bv | Spiegelverstelinrichting. |
DE202019100579U1 (de) * | 2019-01-31 | 2019-02-25 | Mci (Mirror Controls International) Netherlands B.V. | Sichteinstellmechanismus |
-
2020
- 2020-04-03 NL NL2025272A patent/NL2025272B1/nl active
-
2021
- 2021-04-01 JP JP2022557193A patent/JP2023523135A/ja active Pending
- 2021-04-01 EP EP21717580.1A patent/EP4126595B1/en active Active
- 2021-04-01 KR KR1020227036586A patent/KR102754755B1/ko active Active
- 2021-04-01 US US17/916,274 patent/US20230136998A1/en active Pending
- 2021-04-01 CN CN202180026767.XA patent/CN115397698A/zh active Pending
- 2021-04-01 WO PCT/NL2021/050212 patent/WO2021201683A1/en active Application Filing
Patent Citations (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
JPH08104173A (ja) * | 1994-10-06 | 1996-04-23 | Ichikoh Ind Ltd | 車両用後写鏡 |
JPH08188086A (ja) * | 1995-01-09 | 1996-07-23 | Ichikoh Ind Ltd | 車両用後写鏡 |
JPH0911795A (ja) * | 1995-06-29 | 1997-01-14 | Ichikoh Ind Ltd | 車両用アウトサイドミラー装置 |
WO1998018653A1 (de) * | 1996-10-29 | 1998-05-07 | Gebr. Bühler Nachfolger Gmbh | Kupplungseinrichtung zur gelenkigen verbindung des spiegelglasträgers eines kraftfahrzeug-rückblickspiegels mit dem gehäuse des spiegelantriebs |
WO2010081733A1 (de) * | 2009-01-14 | 2010-07-22 | Magna Auteca Ag | Antrieb für ein zu verstellendes bauteil |
WO2014011037A1 (en) * | 2012-07-09 | 2014-01-16 | Mci (Mirror Controls International) Netherlands B.V. | Adjusting instrument |
WO2017126960A1 (en) * | 2016-01-19 | 2017-07-27 | Mci (Mirror Controls International) Netherlands B.V. | Fastening construction for fastening an adjustment instrument for an exterior vision element, such as an exterior mirror, camera and/or display, to a carrying frame of an exterior vision unit of a motor vehicle, and exterior vision unit |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
CN115397698A (zh) | 2022-11-25 |
WO2021201683A1 (en) | 2021-10-07 |
KR20230002460A (ko) | 2023-01-05 |
KR102754755B1 (ko) | 2025-01-14 |
US20230136998A1 (en) | 2023-05-04 |
EP4126595B1 (en) | 2024-05-15 |
EP4126595A1 (en) | 2023-02-08 |
JP2023523135A (ja) | 2023-06-02 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US6971620B2 (en) | Adjustment mechanism for a vehicle seat slide | |
US5570606A (en) | Reduction gear device | |
EP1958817B1 (en) | Seat suspension bearing system | |
KR20060119821A (ko) | 차량 미러용 원뿔형 지지 암 조인트 | |
JP2022093289A (ja) | 固定アセンブリ | |
KR102371622B1 (ko) | 조정 장치 | |
NL2025272B1 (nl) | Verstelinstrument voor een buitenzichteenheid van een motorvoertuig | |
KR101660240B1 (ko) | 차량 시트용 구동 유닛 | |
NL1030221C2 (nl) | Aandrijfsysteem, aandrijfmodule en binnenspiegeleenheid voor een motorvoertuig. | |
JP2008509052A (ja) | ウインドウォッシャ装置 | |
US9150239B2 (en) | Steering apparatus for a vehicle | |
KR20210080110A (ko) | 체결 구조를 개선한 차량용 헤드업 디스플레이 장치 | |
CN112805125A (zh) | 具有用于连接组件的互补紧固元件的机器人 | |
US12174520B2 (en) | Actuator module of vehicle head-up display | |
US7748784B2 (en) | Height adjustable headrest for a vehicle seat | |
CN1249021A (zh) | 用于异型皮带端的连接件 | |
EP3926380A1 (en) | Mirror mount for a head-up display | |
KR102422123B1 (ko) | 전동실린더구동장치 조립 치구 및 이를 포함하는 싱크로전동실린더구동시스템 | |
JP5066038B2 (ja) | 光路長の調節装置 | |
EP1795426A2 (en) | Pivot connection device, steering assembly and method for assembling a steering assembly | |
US20250018995A1 (en) | Steering column device | |
JP7595250B2 (ja) | 調整デバイスおよびそれを組み立てるための方法 | |
US12259550B2 (en) | Adjustment device, adjustment unit, head-up display and motor vehicle | |
CA2436392A1 (en) | Moving fiber optical switch | |
WO2018193793A1 (ja) | ワイパ装置及びワイパモータ |